• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

LOWI

De zaak-basrakarekiet

10 January 2020 by Pepijn van Erp 65 Comments

Malafide gebruik van procedures voor wetenschappelijke integriteit, of een volhardende poging de wetenschappelijke literatuur te ontdoen van een frauduleuze studie?

In januari 2019 schreef Harald Merckelbach in zijn maandelijkse NRC-column over pogingen van lobbyisten om wetenschappers te muilkorven door ze lastig te vallen met klachten bij hun universiteit. Het inspireerde de KNAW een symposium te organiseren over misbruik van de procedures voor wetenschappelijke integriteit die elke universiteit heeft ingesteld, en hoe daar mee om te gaan.

De zaak-basrakarekiet 1
Artikel in het universiteitsmagazine Observant (Maastricht University)

Wat opvalt in het verslag van het symposium, dat plaatsvond op 25 november, is dat de aanwezigen maar één concreet voorbeeld lijken te kennen: een bioloog die jan en alleman zou stalken met een ‘onsamenhangend verhaal’ over een studie naar de basrakarekiet die moet worden ingetrokken. Sommigen spreken zelfs hun vermoeden uit dat hij kampt met psychiatrische problemen.
Dat deze klager erop uit is onwelgevallig onderzoek te frustreren, waar het in de column van Merckelbach om draaide, blijkt nergens uit. En ook nergens vraagt de verslaggever voor Observant zich af of deze persoon misschien toch ergens een punt heeft. Aan wederhoor was blijkbaar niet gedacht.

Die omissie maken we goed hier op Kloptdatwel. Ik interviewde de klager, Klaas van Dijk geheten, telefonisch op 3 januari.


Bruin vogeltje

Als ik het goed begrijp, gaat het in deze kwestie eigenlijk om één artikel uit 2013 over een vogeltje dat voorkomt in Irak. Waar gaat die studie precies over en wat is het belang ervan binnen het vakgebied?
Het gaat om een studie naar het broedgedrag van de basrakarekiet en een korte reactie van de auteurs op een commentaar daarop, twee jaar later. In Nederland heb je soorten als de merel, de koolmees en de wilde eend, waar veel studies naar alle mogelijke aspecten van de broedbiologie zijn uitgevoerd. Wanneer beginnen ze te broeden? Hoeveel eieren leggen ze? Zijn ze monogaam of polygaam? In Nederland werden er al honderd jaar geleden uitgebreide studies gedaan naar koolmezen, in nestkastjes. Daar kun je gewoon met de fiets langs.

Elders is zulk onderzoek vaak veel beperkter. Bij deze soort, die alleen maar in Irak broedt, was er eigenlijk helemaal niets over bekend. Alleen wat losse mededelingen en een paar foto’s.
En dan verschijnt er plotseling een studie die gebaseerd is op duizend nesten, en een paar honderd gevallen die gaan over polygamie. Dan kun je best zeggen dat het een groundbreaking study is. Niet dat die soort niet bekend was, maar van heel veel basale details van de broedbiologie wist men niets.

De zaak-basrakarekiet 2
Basrakarekiet bij zijn nest (foto: Mudhafar Salim)

Als we het vertalen naar een Nederlands context moeten we dan inderdaad aan een koolmeesje denken, een alom bekende vogel?
Nee, ook in Irak is het een onbekende vogel, maar het uitzonderlijke is dat hij bijna uitsluitend in rietmoerassen in het zuiden van Irak broedt. Omdat het een soort is die maar op één plek broedt en waar er niet veel van zijn, kan zo’n soort uitsterven. Er zijn internationale afspraken die bepalen dat je de schaarse onderzoektijd inzet voor soorten die bedreigd zijn. En dat is deze basrakarekiet, want die komt op maar een heel beperkt aantal plekken voor. Hij heeft een speciale status, eigenlijk al vanaf het moment dat hij goed beschreven werd.

Bij ons broeden vergelijkbare vogels in grote rietgebieden als de Oostvaardersplassen of de Biesbosch. Denk aan de kleine en grote karekiet, de rietzanger en de bosrietzanger. Dat zijn gewoon hele vage bruine vogeltjes, die je moeilijk uit elkaar kan houden.

Die studie, waarvan de Irakees Omar Al-Sheikhly de eerste auteur is, is frauduleus volgens jou en flink wat medestanders. Wat zijn de aanwijzingen daarvoor?
De belangrijkste aanwijzing is dat de ruwe data er niet zijn. Op verzoeken om inzage wordt ofwel niet gereageerd, of er komen dreigingen. Nou, dan weet je al bijna zeker dat er wat mis is.
Het tweede is dat als we het hebben over polygamie, dan staat daar de volgende zin in het artikel “Males are often polygynous (42.9%, n=317 observed males)”. Het is maar een zinnetje, maar in de wetenschap gaat het altijd om nuances en om precisie. Zo’n percentage moet je kunnen onderbouwen.
Als je iets wilt zeggen over polygamie, dan moet je natuurlijk wel weten wie man is, en wie vrouw. Klinkt heel simpel. Bij mensen kun je het zo zien, maar hoe zit dat bij vogels? Bij de wilde eend is het makkelijk, want hun verenkleed verschilt. Dat is niet het geval bij rietzangerachtigen. Je hebt ook soorten waarbij je ze op grootte uit elkaar kunt houden. Kan hier ook niet. Dus hoe wil jij het bepalen bij de basrakarekiet, zo’n bruin vogeltje?

Dan moet je ze bijna vangen.
Precies. Dan moet je de vogels vangen en geef je ze verschillende kleurringen om de poten, een individuele kleurencode. Dan weet je dit is er eentje met rood-wit-blauw en daarmee kun je ‘m volgen in het veld, en op grond van het gedrag de mannetjes en vrouwtjes uit elkaar houden. Tegenwoordig kun je het geslacht na het vangen overigens ook heel makkelijk met DNA bepalen, maar dan moet daar materiaal van zijn en dat is er ook niet.
Het volgen kost heel veel tijd, maar het is te doen. Dan zie je bijvoorbeeld: ‘hé, deze man zit nu bij deze vrouw, maar eerder zat hij bij een vrouwtje met andere kleuren.’ Van dat soort veldonderzoek moeten ruwe gegevens zijn. Die zijn er dus niet.

De zaak-basrakarekiet 3
Rietmoeras in Zuid-Irak (foto: H. Janali, U.S. Army | Wikimedia Commons)

Foute boel

Bij het verschijnen van het artikel dachten een aantal mensen dat deze studie te mooi was om waar te zijn, ze vroegen om de data en die werden niet gegeven. Ging het zo?
Dat beestje broedt in de grote moerassen van Irak. Sadam Hoessein heeft geprobeerd om een groot deel daarvan droog te leggen. Dat is bijna vergelijkbaar met het pogen om de Waddenzee droog te leggen, een desastreuze activiteit.
Goed, op een gegeven moment is Hoessein verdreven en werd Irak weer wat toegankelijker. Toen zijn er herstelprojecten op gang gekomen. De eerste stap is dan om vast te stellen wat er allemaal zit aan soorten. Vanuit Westerse landen zijn er samenwerkingsprojecten geweest om dat vast te stellen. De Britse ornitholoog Richard Porter was daar vanuit Birdlife International bij betrokken. Omar Al-Sheikhly was een van de veldmedewerkers die hij had getraind.
Die samenwerking duurde een aantal jaar, ongeveer tot 2008, en dan verschijnt in 2013 plotseling die studie in een wetenschappelijk tijdschrift. Porter had meteen door dat er iets niet klopte.

Terwijl hij misschien eerder had gedacht dat als er een studie verschijnt van de mensen die hij heeft opgeleid ‘hé wat leuk, ben benieuwd wat ze gedaan hebben.’
Porter heeft er ook heel veel moeite ingestoken om die mensen te bewegen hun waarnemingen op papier te zetten. Hij wist ook precies wat deze Al-Sheikhly in huis had, een uitstekende fotograaf. Indertijd heeft hij ook een klein artikeltje gepubliceerd, met het idee dat er bijna niets over deze soort bekend was en dat hij nu in ieder geval mooie foto’s had. Maar dan verschijnt er jaren later ins Blaue hinein die nieuwe studie van hem.

Porter heeft vrij snel een brief gestuurd naar de redactie van het tijdschrift met de redenen waarom het niet kon kloppen. En toen ontstonden de problemen eigenlijk, want de hoofdredacteur van het tijdschrift heeft nooit en te nimmer willen toegeven dat hij een enorme blunder heeft gemaakt.
Na enorm veel vijven en zessen, zo’n anderhalf jaar later, is er uiteindelijk een reactie geplaatst van Richard Porter, die hiervoor een hele zwik medeauteurs om zich heen had verzameld waarvan je kunt zeggen dat het om de crème de la crème gaat van iedereen die iets weet van de basrakarekiet.

Het is duidelijk niet zomaar een clubje ornithologen dat achter de kritiek staat, maar zijn er ook wetenschappers die deze studie wél de voorkeur van de twijfel zouden geven?
Nul.

Waarom is er wel die discussie in het tijdschrift over geweest, is er een Expression of Concern bij het artikel geplaatst, maar is het daarbij gebleven? Waarom is het artikel toen niet ingetrokken?
Die Expression of Concern is pas gekomen nadat ik in 2016 een rapport heb gepubliceerd.

O, die is dus van later? Dus van ná die reactie van Porter, het weerwoord van Al-Sheikhly en een rejoinder weer van Porter? Dat staat er helemaal niet in uitgelegd.
Eerst is er anderhalf jaar lang in stilte geprobeerd de kwestie op te lossen. Dat ging buitengewoon moeizaam. Het was een heel geworstel om uiteindelijk die drie stukken gepubliceerd te krijgen. In het voorjaar van 2015 is het daarna in brede kring in de ornithologische gemeenschap bekend geworden. En toen ben ik erbij betrokken geraakt.

Ik vond dat we ons moesten concentreren om de ruwe data boven tafel te krijgen. Daar draait het altijd om. Tot dan toe hadden ze zich daar nog niet zo in vastgebeten. Op basis van andere dingen wij wel boven tafel hebben gekregen, is dat rapport geschreven dat op 1 juli 2016 is uitgekomen, en die Expression of Concern is daarop gebaseerd. De uitgever wil die link alleen niet leggen.

De zaak-basrakarekiet 4
Het artikel waar het om draait. (link)

Die Expression of Concern is uiteindelijk wel geplaatst door de Editor in Chief?
Dat weet ik niet. Het probleem is dat vrij vlot de uitgever, Taylor & Francis, heeft gezegd: wij communiceren niet. En de hoofdredacteur heeft nog veel eerder gezegd dat hij niet meer communiceert hierover: ‘ik sta op het standpunt dat we een nette wetenschappelijke discussie hebben gevoerd, via dat comment en die rejoinder, en die is wat mij betreft nu afgesloten. Punt.’ En op het verzoek om de ruwe data reageert hij gewoon niet.

Voor dat rapport ben ik behoorlijk tot de bodem gegaan bij de uitgever met mijn verzoek om de ruwe data. Ik heb behoorlijk stevig aan de bel moeten trekken. Maar ik heb een antwoord gekregen, essentieel voor dat rapport.

En dat antwoord was?
Nou, dat ze de data niet hoeven te geven, want dat staat niet in de regels van het tijdschrift. En verder ‘We reageren nooit meer op je. En de manier waarop jij ons benaderd hebt, dat slaat helemaal nergens op.’ Terwijl ik dus iets minder dan een jaar nodig heb gehad om dat simpele antwoord te krijgen op mijn vraag die gewoon luidde – en dat is de essentie van wetenschap – ‘Show me the data’. Zodra er twijfels zijn over studies, in welk vakgebied dan ook, dan moet je terug naar de gegevens.

Het probleem had op dat moment makkelijk opgelost kunnen zijn als die data waren getoond. Dan kan er nog wel iets mis zijn met de gegevens, maar dat hoeft nog niet te wijzen op kwade opzet.
Nee, natuurlijk niet.

Goed, dus Taylor & Francis, een van de grootste uitgevers, weigert jouw verzoek nogal bot en stelt eigenlijk ook dat het onderzoek wel in orde is. Of we ze maar op hun blauwe ogen willen geloven.

Hogerop

Daarna hebben jullie bij het Committee on Publication Ethics, COPE, aangeklopt. Of stond jij vanaf nu alleen hierin?
Toen het allemaal naar buiten kwam in 2015 zijn we gaan samenwerken en hebben verschillende wegen bewandeld om die data los te krijgen. O.a. bij de universiteit van een van de auteurs, bij de uitgever en bij de hoofdredacteur. Vrij vlot werd duidelijk dat de uitgever niet wenste samen te werken en toen hebben wij COPE benaderd. Zo van ’Beste COPE, dit zijn volgens ons de argumenten dat het allemaal niet klopt. En de uitgever, lid van jullie club, weigert met ons samen te werken. Daarom dienen wij een klacht bij jullie in.’

Dat is toen vrij snel in de soep gelopen, omdat COPE weigerde op een inhoudelijke manier naar onze kritiek te kijken en weigerde iets te doen met ons verzoek om inzage te krijgen in de data. Ze gingen mij wel dreigbrieven sturen.

Tot zover kan ik me jullie stappen nog goed indenken. Eigenlijk zou je willen dat die hoofdredacteur adequaat optreedt, die weigert om een of andere reden. Dan ga je een trapje hoger en klop je aan bij de uitgever. Die blijkt ook lastig te doen, en dan is er nog zoiets als COPE. Maar als COPE dan ook niets wil, zouden veel mensen het er maar bij laten zitten, denk ik. Waarom nu toch doorgegaan?
Wij zijn toen een hele tijd wat gescheiden bezig geweest. Ik heb me gefocust op het verkrijgen van die ruwe data, terwijl Richard Porter en anderen achter de schermen alsnog in gesprek probeerden te komen met die uitgever. Dat liep voor geen meter. Achter de schermen zijn er ook gesprekken gevoerd met Al-Sheikhly.

Tot zover krijg ik nog niet de indruk van iemand die op een kruistocht is en daarbij alle perken te buiten gaat. Het is al uitzonderlijk dat iemand zoveel moeite neemt, maar het valt nog binnen wat je de normale procedure zou kunnen noemen.
Ik denk dat het corrigeren van fouten een van de cruciale dingen is van wetenschapsbeoefening. Je kunt wel eindeloos doorgaan met het publiceren van nieuwe dingen, die stapel steeds maar hoger maken. Maar je moet ook altijd zorgen dat dat bouwwerk, waar al die nieuwe blokjes bovenop komen, stevig is. En als daar een rot stuk tussen zit, dan moet dat gewoon weg. Kun je wel zeggen dat dat allemaal niet zo vervelend is, niet belangrijk is, maar uiteindelijk stort je bouwwerk dan in elkaar.

Die motivatie komt niet duidelijk uit de berichtgeving naar voren. Ook niet dat je je niet als eenling druk maakt over deze studie. Je maakt dus sterk voor het opschonen van de wetenschap. Die moet ontdaan worden van duidelijk foute studies.
Daar zijn wel meer mensen mee bezig. Kijk naar de kwestie rond voedselwetenschapper Brian Wansink. Hoeveel tijd hebben mensen daar niet ingestoken? En je hebt in Frankrijk Nicolas Guéguen. Ik ben nu via een achterdeurtje bezig met het gedoe rond Ad van Liempt. Hoeveel tijd denk je wel dat Bart FM Droog er wel niet in gestopt heeft? Dat kost gewoon heel veel tijd. En die hebben de meeste mensen niet, of die stellen andere prioriteiten.

Lastigvallen

Even terug naar waarom dit zo’n beladen kwestie is geworden. Zelf ontving ik een aantal van je mails als cc, heb ook een enkel verontwaardigd antwoord van een geadresseerde gezien. Zonder in de details te treden, lijkt me die verontwaardiging er vooral in te liggen dat jij personen aanspreekt op hun verantwoordelijkheden die ze hebben op grond van hun functie, bijvoorbeeld een bestuurslidmaatschap van COPE. Wanneer ze dan niet of nauwelijks reageren, werp je ze voor de voeten dat ze in feite instemmen met wat die organisatie doet of, vooral, nalaat te doen.
Dat klopt. Ik kan veel doen, omdat ik van niemand afhankelijk ben. Waar dit mee te maken heeft is machtsmisbruik. Ik wijs alleen op de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening. Daar staat gewoon zwart op wit in dat jij een zorgplicht hebt ten aanzien van de wetenschap in zijn algemeen en de onderzoekers in je omgeving. Wangedrag van collega’s toelaten en verheimelijken is een van de acht voorbeelden van schending van de wetenschappelijke integriteit. Dat kun je leuk vinden of niet leuk vinden, maar dat staat er gewoon in.
In de preambule van die gedragscode staat dat die ook bedoeld is om er elkaar op aan te spreken. Als een of andere pipo, een mister nobody, dat doet, vinden ze dat niet leuk. Dat is het hele eiereneten.

COPE heeft een probleem om door te pakken tegen Taylor & Francis. Je kunt gewoon nazoeken dat die uitgever zo’n 50.000 pond per jaar moet betalen om lid te zijn. Hoe meer tijdschriften een uitgever uitgeeft, hoe meer geld die moet betalen. Dus als COPE zou zeggen tegen Taylor & Francis ‘we gaan jullie bestraffen’ dan stoppen die gewoon met betalen.
Ik kan niet bewijzen dat het zo werkt, maar het is wel zo dat er veel meer voorbeelden zijn van mensen die bij COPE hebben aangeklopt en gewoon met een kluitje in het riet worden gestuurd.

Dat ‘met een kluitje het riet insturen’ zou je kunnen zien als ‘wegkijken’ voor het echte probleem.

Sneeuwbaleffect

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) schrijft over een van jouw klachten: “Klager toont een gedragspatroon met een sneeuwbaleffect: Klager dient een klacht in over persoon of instantie X, waarna de behandeling van die klacht door persoon of instantie Y regelmatig leidt tot een nieuwe klacht van Verzoeker, maar dan over persoon of instantie Y, enzovoort.”
Waar ze het hier over hebben is een oude kwestie, die overigens helemaal opgelost is via bemiddeling. Maar daar gebeurde  exact hetzelfde wat nu ook gebeurt, namelijk het in grote mate verwijzen naar elkaar of niet reageren. En daar neem ik geen genoegen mee.

Zo’n gedragspatroon is misschien hinderlijk, maar je doet daarmee nog geen uitspraak of de klacht, en de opvolgende klachten, een grond hebben of niet. LOWI doet voorkomen alsof zo’n sneeuwbal aan klachten op zichzelf al bewijst dat de klager fout zit, ongeacht waar de klacht om draait.
Dat is dus wegkijken. En dat is een heel groot probleem. Niet voor mij, maar voor hen. Zodra ze hiermee één op één geconfronteerd worden, zullen ze bakzeil moeten halen als je ze precies aanspreekt op wat ze verplicht zijn te doen volgens die gedragscodes. Daar kun je niet mee wegkomen.

Ik kan me voorstellen dat het lastig is dat je aangesproken wordt op een verantwoordelijkheid die je zelf misschien meer als een abstractie ziet. Als ik nu een directe collega heb waarvan ik zie dat die de boel flest, OK, daar moet ik wat mee. Maar als ik lid ben van een bestuur van een hoog orgaan dat een beetje kletst over wetenschappelijke integriteit en er komt iemand klagen over een studie waar al een Expression of Concern bij staat … tja, daar kun je me toch niet op aanspreken?
Zorgvuldig wordt vermeden in al die stukken om het over de inhoud te hebben, en over ons simpele verzoek om een uitspraak te doen over die ruwe data. En zorgvuldig vermijden ze zelfs maar te verwijzen naar het uitvoerige rapport dat ik verspreid heb. Dat is niet voor niks.

Los daarvan heb ik ook wel gesprekken gevoerd of e-mailcontact gehad met vertrouwenspersonen die wel weten hoe het moet werken. Echt integere mensen. Dat is helaas lang niet altijd zo. Dat komt omdat er in die hele wetenschappelijke integriteit weinig tegenspraak aanwezig is.

Als je bijvoorbeeld kijkt naar een gemeente. Zodra die besluit om een boom om te hakken, zijn er wel boze inwoners waar je rekening mee moet houden, die zijn mondig en weten de pers te vinden. Dat systeem werkt nog niet goed bij wetenschappelijke integriteit, daar is men dat nog niet gewend. Daar zie je nog veel machtsmisbruik: ‘Ik ben de grote baas, en wie ben jij wel niet? Weg met die klacht!’

Intrekken

Hoe zou deze kwestie nu nog op enigszins bevredigende manier kunnen worden afgesloten? Is intrekking de enige mogelijkheid? Zoiets lijkt alleen te gebeuren als het stuk zelf overduidelijk fout is, of als de instelling waar de frauderende auteur aan verbonden is, dat verzoekt.
Er zijn drie manieren. Er zijn goede redacties, die van de Journal of Biological Chemistry is misschien wel het beste voorbeeld. Zodra ze merken dat er iets niet klopt, dan is het ‘Beste auteurs kom op met een steekhoudende verklaring of de data.’ En als het dan vaag blijft, is het hop, weg met het artikel, retraction.

Auteurs en coauteurs kunnen zelf het initiatief nemen. Het kan goed zijn dat een coauteur niet wist dat het onderzoek deels op fraude is gebaseerd. Maar dan verwacht je dat zo iemand aan de gang gaat om zijn fouten te verbeteren zo gauw hij daarvan op de hoogte is.
Een voorbeeld daarvan is net in het nieuws gekomen. Nobelprijswinnaar Frances Arnold heeft een studie uit 2019 ingetrokken, omdat de resultaten niet reproduceerbaar bleken en de experimenten niet netjes waren vastgelegd. Arnold heeft exact gedaan wat je in zo’n kwestie moet doen. Het onderzoek moet in een labboek staan, als dat er niet is of er ontbreken data, dan heb je maar één optie.

De Saoedische tweede auteur van Al-Sheikhly(2013) is inmiddels overleden. Het is maar de vraag of hij heeft geweten wat er allemaal gebeurd is. Opvallend is ook dat de exacte naam van zijn universiteit zoals die in het artikel staat, helemaal niet bestaat in Saoedi-Arabië. Richard Porter en anderen hadden Omar Al-Sheikhly al zover gekregen om hem het artikel te laten terugtrekken. Toen stak echter de Italiaanse coauteur een stok tussen de deur, die wil dat niet.

Ook een universiteit kan om intrekking verzoeken. In de Nederlandse situatie geldt dat als er een affiliatie van een universiteit staat bij een artikel, dat die universiteit daarvoor verantwoordelijk is en dat blijft in principe voor altijd zo. Wij hebben die weg proberen te bewandelen bij de universiteit van Pisa, waar die Italiaanse onderzoeker aan verbonden is. Maar zelfs met collega’s als tussenpersoon wilde hij niet reageren. Ik heb in 2017 een klacht ingediend, heel netjes, mooi formeel. Geen reactie.

Recht op klagen

De aanleiding voor dit gesprek is het verslag van dat symposium. Daaruit haal je als lezer uit dat jouw strijd een voorbeeld is van hoe je het klachtrecht niet zou moeten gebruiken, dat het een malafide klacht zou zijn.
Dat is machtsmisbruik. Je kunt niet zomaar eenzijdig besluiten iemand het recht ontnemen om dit soort dingen aan de kaak te stellen. Dat hebben ze gedaan. Ik zit daar niet zo erg mee. Het laatste woord is er nog niet over gezegd.

Het enige voorbeeld dat de deelnemers van de workshop naar voren weten te brengen, is jouw casus. Alsof die zou draaien om het belemmeren van onderzoek.
Al die dingen zouden opgelost zijn als al die mensen eens rustig dat rapport hadden doorgelezen en hadden gereageerd met ‘ja inderdaad, ik weet er weliswaar niet veel van, ben geen ornitholoog, maar die ruwe data is een probleem en het ziet er toch wel heel erg naar uit dat dit op fraude is gebaseerd.’ Dan was er niets aan de hand geweest, maar dat doen ze niet.

Dat COPE, zegt u, blijkt toch een wassen neus. Het is natuurlijk prima als uitgevers samen een orgaan opstarten om over integriteitskwesties te overleggen, maar er is geen onafhankelijke instantie daarnaast waar je echt kunt aankloppen?
Het is prima dat ze richtlijnen maken. Ze hebben principes, maar ze worden boos als je ze op die principes wijst. Dat komt toch weer voort uit het grote machtsverschil.
In Nederland hebben we het voorbeeld van het stikstofdossier. Daar werden op politiek niveau enorme machtspelletjes gespeeld. Het moest en zou op een bepaalde manier erdoor gedrukt worden. Dat lukte. Maar er was één persoon, die gewoon gebruik maakt van zijn wettelijke mogelijkheden binnen het klachtrecht. Die beste man heeft niets meer gezegd dan ‘In de wet staat A en volgens mij doen jullie B. Meneer de rechter, kunt u er even naar kijken?’

Dat lijkt wel enigszins vergelijkbaar. Alleen is er in die stikstofkwestie een onafhankelijke rechter die een bindende uitspraak kon doen. In de wetenschap is die er niet.
Ik heb er lang over nagedacht en weet inmiddels ook wel waarom dat niet zo is. Kijk eens naar het medisch tuchtrecht. Als een arts een ernstige fout maakt, dan wordt dat niet onder het tafel gemoffeld. Dat staat meteen in de krant. Dan komt er een klacht en als het ziekenhuis dat niet goed oppakt, dan ga je naar het medisch tuchtcollege en daar is dan een openbare hoorzitting. Daar mag iedereen heen.

Een probleem van het klachtensysteem rondom wetenschappelijke integriteit is, dat het allemaal geheim is. Geheimhouding. Ik heb mails gekregen waar de honden geen brood van lusten. ‘Als jij dit doet, gaan we de zaak onmiddellijk stopzetten!’ Dat slaat helemaal nergens op. Je kunt er alleen uitkomen door het openbaar te doen.
En daar zijn goede argumenten voor, want in bijna alle gevallen gaat het om wetenschappers die volledig door de overheid betaald worden. Dan heeft toch iedereen het recht om te zien hoe ze zich verdedigen tegen redelijke argumenten dat ze zich niet netjes aan de regels hebben gehouden?
Het tegenargument is altijd dat zo iemands carrière beschadigd zou worden. Maar dat geldt precies hetzelfde voor artsen. En je hebt altijd nog de wetgeving op smaad en laster. Als jij echt een kwaadaardige klacht indient, dan valt dat onder smaad en laster. Toch?

In het symposiumverslag wordt gesproken over ‘diep door het slijk halen’ en zelfs stalking, maar volgens mij hebben ze je daarvoor niet daadwerkelijk aangeklaagd. Is er sprake van overdrijving? Want zo lijkt dít haast op laster.
De journalist heeft niets bij mij gecheckt! Er staat in dat artikel bijvoorbeeld een hele concrete uitspraak van Yvonne Erkens, de voorzitter van Leidse commissie voor wetenschappelijke integriteit, dat ik wel vijftig e-mails op een dag gestuurd zou hebben. Ik heb de journalist gevraagd om dat te bewijzen, kom maar op met die mails. Geen reactie.

Filed Under: Wetenschap Tagged With: Al-Sheikhly, basrakarekiet, COPE, Klaas van Dijk, KNAW, LOWI, wetenschappelijke fraude, wetenschappelijke integriteit

Volgende sociale psycholoog struikelt – de zaak Förster

9 May 2014 by Pepijn van Erp 23 Comments

Na de schandalen rond Diederik Stapel en Dirk Smeesters is nu weer een hoogleraar sociale psychologie ernstig in de problemen gekomen. Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit oordeelt dat professor Jens Förster, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, in minstens één artikel data heeft gebruikt, die eigenlijk niet op een normale wijze verkregen kunnen zijn. De gegevens zijn te ‘perfect’ en bevatten veel minder ruis dan je normaal verwacht bij het soort experimenten dat Förster uitvoerde.

Jens Förster
Jens Förster

Begin 2012 publiceerde Förster een artikel in Social Psychological and Personality Science onder de titel Sense Creative! The Impact of Global and Local Vision, Hearing, Touching, Tasting and Smelling on Creative and Analytic Thought. In het artikel beschrijven Förster en zijn co-auteur Markus Denzler een aantal experimenten op basis van een theorie die door Förster is ontwikkeld: GLObal versus LOcal processing Model. Deze theorie, kortweg GLOMO, gaat over het verschil dat zou bestaan tussen het verwerken van waarnemingen van iets in het geheel (global) of meer met een focus op details (local).
Het nieuwe van Försters onderzoek is dat hij het niet alleen beperkt tot visuele waarneming, zoals anderen eerder deden, maar experimenteert met geluid, geur, smaak en aanraking als prikkels. De experimenten komen er meestal op neer dat proefpersonen worden geprimed met ofwel een globale ofwel een lokale prikkel, en dan worden getest met analytische en creatieve testjes (op Wetenschap24 meer uitleg hierover). Uit het abstract van de bewuste studie:

Throughout separate 12 studies, participants were asked to look at, listen to, touch, taste or smell details of objects, or to perceive them as wholes. Global processing increased category breadth and creative relative to analytic performance, whereas for local processing the opposite was true. Results suggest that the way we taste, smell, touch, listen to, or look at events affects complex cognition, reflecting procedural embodiment effects.

Boven de weergave in de artikelen en onder in de volgorde local-control-global (low-med-high), waarbij het lineaire verband duidelijk wordt. (afbeelding van Wetenschap24)
Boven de weergave in de artikelen en onder in de volgorde local-control-global (low-med-high), waarbij het lineaire verband duidelijk wordt. (afb. Wetenschap24)

De resultaten leken echter veel te mooi om waar te zijn. Een UvA-collega van Förster, werkzaam op een andere afdeling, viel het op dat het ‘positieve’ effect van de priming met een globale prikkel precies het tegenovergestelde effect had als de priming met een lokale prikkel.
Dat is niet meteen duidelijk als je kijkt naar de grafiekjes van Förster, maar als je de volgorde van de weergave een beetje verandert, zie dat gemiddelden van ‘Global’ en ‘Local’ even ver af liggen van het gemiddelde van de controlegroep (zie afbeelding hiernaast). Dat kan natuurlijk een keer gebeuren, maar het patroon trad op in alle beschreven experimenten.

Een tweetal oudere artikelen werd erbij gehaald en daar bleken dezelfde uitgesproken lineaire verbanden op te duiken. In totaal werden in de drie artikelen 42 experimenten gevonden. En die vertonen allemaal hetzelfde beeld, zoals hieronder in een visuele samenvatting gezien kan worden:

 

Een grafische weergave van de 42 experimenten.(meta-montage door @neuroskeptic)
Een grafische weergave van de resultaten van de 42 experimenten,de lineariteit springt er uit (meta-montage door Neuroskeptic)

Ter vergelijking onderzocht deze medewerker, alleen of met anderen, ook een tiental artikelen van vakgenoten van Förster, waarin een soortgelijke opzet werd gebruikt (dus telkens met drie groepen). Daarin was er geen sprake van een dergelijk sterke lineariteit. De opmerkelijke resultaten van Förster zouden misschien nog wel verklaard kunnen worden door Questionable Research Practices (QRP), zoals het weglaten van uitschieters,  het aanvullen van de data met gegevens van extra steekproeven na een eerste evaluatie die net niet lekker uitkwam, of het verwijderen van deelnemers die hun onderzoek niet serieus genoeg hadden ingevuld. Dat laatste zou nog wel mogen, maar dan moet je vooraf precies vastleggen hoe je dat doet en niet achteraf, zoals in het geval Smeesters.
Ook kun je niet meteen uitsluiten dat deze experimenten op een nog onbegrepen lineair verband zijn gestuit. Maar ook als je er van uit gaat dat dat lineair verband er echt is, dan zouden de gegevens daar nog steeds veel te mooi bij passen. Er is veel te weinig spreiding in de gegevens. Bij nadere beschouwing blijkt het ook zeer onwaarschijnlijk dat QRP deze te ‘perfecte’ gegevens zouden kunnen opleveren op basis van een set gegevens die in eerste instantie wel netjes verkregen was. De analyse van de anonieme klager(s) die de basis vormde voor de klacht bij Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA)  is gelekt naar Retraction Watch.

De klacht werd door de CWI onderzocht, maar die kwam in juli 2013 uiteindelijk niet verder dan de aanbeveling om een ‘letter of concern’ te publiceren omtrent de twijfels over de data (geanonimiseerd rapport, pdf). Förster ontkende dat hij slordig was geweest en zich schuldig had gemaakt aan QRP. De klager vond dat de CWI haar werk onvoldoende had gedaan en ging in beroep bij het LOWI met onder de volgende punten van kritiek: de CWI had archiefonderzoek moeten doen naar de dataverzameling, meer getuigen (onderzoeksassistenten) moeten horen, andere artikelen van Förster en de ruwe databestanden moeten onderzoeken, en ook veel sneller moeten werken.
In het LOWI-rapport(pdf), dat deze week uitkwam (de berichtgeving kwam eind april al op gang na een stuk van Frank van Kolfschooten in NRC), wordt de klager niet op alle punten in het gelijk gesteld. Vooral procedureel valt de CWI niet veel te verwijten. Het is niet zo raar dat die zich beperkt heeft tot de concreet aangedragen problemen. In de zaken van Stapel en Smeesters lag het anders: daar kwamen snel bekentenissen en kregen de CWI’s opdracht van de Colleges van Bestuur om verder onderzoek te doen.
Inhoudelijk geeft het LOWI de klager echter wel gelijk en deelt de mening er eigenlijk geen aanwijzingen zijn gevonden dat QRP tot de onwaarschijnlijke data geleid kunnen hebben en dat het daarom niet bij zo’n ‘letter of concern’ zou kunnen blijven. De statistische experts die vervolgens door het LOWI ingeschakeld werden, kwamen met nog een opmerkelijk gegeven in de data. Als je kijkt naar subgroepen, je splitst de data op naar man/vrouw bijvoorbeeld, dan is er helemaal geen spoor van die lineariteit terug te vinden. De afwijkingen ten opzichte van het lineaire verband bij mannen en vrouwen heffen elkaar precies op als je de data samenvoegt. Dit lijkt helemaal bizar, maar misschien voegt het niet zo veel toe aan het reeds ontstane beeld dat de data sowieso geconstrueerd moeten zijn. En dat door iemand zonder al te veel kennis van statistiek. Förster ontkent intussen dat hij iets verkeerd heeft gedaan en spreekt van een onterechte heksenjacht.

Is het statistisch bewijs voldoende om het oordeel fraude te kunnen vellen? In de analyse van de klager wordt een waarde berekend die zou inhouden dat er maar een kans is van één op 508 triljoen dat de gegevens van een normale steekproef afkomstig zouden kunnen zijn zonder manipulatie. De statisticus Richard Gill (Universiteit Leiden), die zich vaak roert in de commentaren op diverse blogs over deze zaak, geeft echter aan dat je je niet moet blindstaren op dit soort cijfers. Ze hangen af van allerlei aannames rondom de gebruikte modellen. Als handvat om er zinnig mee om te gaan, stelt hij dat je eerst maar eens het aantal nullen moet halveren en als er dan nog steeds een buitensporig aantal nullen staat, halveer je het nog maar eens. In dit geval blijft er dan echter nog steeds een absurd lage kans over. Gill noemt Förster ‘ofwel een oplichter of volkomen incompetent.’
Er zijn ook andere aanwijzingen dat er iets goed is misgegaan. Het LOWI heeft zich alleen gebogen over het artikel dat de aanleiding was tot de klacht. Van de oudere artikelen die ook door de klager zijn geanalyseerd, zijn de gegevens niet eens meer beschikbaar (gecrashte harddisk). Van het artikel in 2012 zijn de originele formulieren vernietigd, hoewel de aangeraden bewaartermijn nog niet was verlopen. En er is onduidelijkheid over wanneer en waar de gegevens precies verzameld zouden zijn. Misschien dat dit soort slordigheden vrij vaak voorkomen (of kwamen) in de sociale psychologie, maar het wordt in dit geval toch wel moeilijk om het niet te zien als een poging om een ernstiger probleem te verhullen.
Samenvattend volgens het LOWI: “is de conclusie […] onontkoombaar dat voor de uitkomsten van dit onderzoek in het artikel onderzoeksgegevens zijn gemanipuleerd of gegevens bewust zijn bijgesteld.” Het oordeelt dat er sprake is geweest van schending van de wetenschappelijke integriteit en adviseert de UvA om het tijdschrift te verzoeken het artikel in te trekken. Op het moment van schrijven van dit stuk was er nog geen officiële mededeling van de UvA, maar de woordvoerder liet al weten dat ze het advies overnemen. Er lijkt vooralsnog geen onderzoek naar andere artikelen van Förster geïnitieerd te worden. [Update 4/10/2014. NRC: ‘UvA gaat toch mogelijke fraude psycholoog onderzoeken‘]

Förster zou eigenlijk volgende maand aan de slag gaan als ‘Humboldt-professor’ in Bochum met een beurs van 5 miljoen euro, dat is voorlopig uitgesteld. In Duitsland is het overigens nog akelig stil rond deze zaak. Merkwaardig, want Förster heeft een grotere status dan Stapel of Smeesters in het vakgebied. Het is opvallend dat deze drie zaken allemaal aan Nederlandse universiteiten naar boven komen. Is het hier erger dan in het buitenland? Waarschijnlijk niet en heeft het er meer mee te maken dat sinds de affaire Stapel de wegen naar CWI’s en LOWI sneller gevonden worden door klokkenluiders en klagers van buitenaf.

Verder lezen:

  • Retraction Watch heeft intussen meerdere blogs over de zaak en boeiende discussies daaronder;
  • Neuroskeptic op Discover Magazine blogs On the “Suspicion of Scientific Misconduct by Jens Förster”;
  • @NotPICNIC houdt een ‘Pearltree‘ bij met relevante websites over deze zaak.

Filed Under: Wetenschap Tagged With: Jens Förster, LOWI, sociale psychologie, statistiek, wetenschappelijk integriteit, wetenschappelijke fraude

Homeopathie tegen biggendiarree en wetenschappelijke integriteit

13 December 2013 by Pepijn van Erp 62 Comments

De Universiteit Wageningen (WUR) ziet geen reden om te kijken naar de mogelijke schending van de wetenschappelijke integriteit bij een artikel over de inzet van homeopathie tegen biggendiarree. Het inhoudelijke meningsverschil zou nog wel binnen de academische kaders van journal en peer review voortgezet kunnen worden volgens de WUR. En eigenlijk konden buitenstaanders sowieso niet klagen. Het gaat echter niet alleen om de inhoudelijke discussie, maar ook om de verantwoordelijkheid om fouten, waarvan de auteurs op de hoogte zijn, toe te geven en te corrigeren. Een artikel met kanjers van fouten blijft zo ongecorrigeerd voortbestaan en wordt door de homeopathielobby al jarenlang gebruikt voor hun propaganda. Ook de Nederlandse en Britse parlementen worden er nu mee lastiggevallen.

De biggenstudie

Het gaat om de biggenstudie die ik eerder op Kloptdatwel heb besproken in “Biggenstudie krijgt prijs: homeopaten blij met dode mus?” De auteurs van de studie zijn Irene Camerlink (toen nog masterstudent), Liesbeth Ellinger (homeopathisch dierenarts), Evert-Jan Bakker (Leerstoelgroep Wiskundige en statistische methoden, WUR) en Egbert Lantinga (Leerstoelgroep Farming Systems Ecology, WUR). Het artikel heeft als titel Homeopathy as replacement to antibiotics in the case of Escherichia coli diarrhoea in neonatal piglets (hier vrij toegankelijk) en er is ook een Nederlandse versie.
Heel in kort komt het er op neer dat ze zeugen voor de bevalling besproeiden met een homeopathisch verdunning van E.Coli (30K) en dat daarna bleek dat er bij de biggetjes die geboren werden veel minder diarree, veroorzaakt door E.Coli, voorkwam dan in een controlegroep.

Er zijn grofweg drie serieuze problemen met dit onderzoek,

  • de statistiek deugt niet: de significantie is op het verkeerde niveau berekend. Het aantal zieke biggetjes is vergeleken, terwijl die elkaar besmetten en het middel aan de zeug is gegeven;
  • de blindering deugt niet: de ‘Wageningse methode’ is gebruikt, dwz. twee sprayflacons, één met het middel en één met placebo, in plaats van 52 flacons, één voor iedere zeug;
  • de bacterie waar het om gaat is helemaal niet aangetoond: het enige sample dat getest werd, kwam negatief terug voor E.Coli.

In mijn eerdere stuk heb dit uitgebreider besproken. Voor een andere kritische bespreking, zie het blog van Kausik Datta: “homeopathy replacing antibiotic? Oy vey!“

Kwakzalver & Kar

In 2011 had ik met Camerlink over de (on)zin van dit soort onderzoek gecorrespondeerd. Met Ellinger raakte ik in het voorjaar van 2012 (dus na mijn ‘dode mus’-stuk) in discussie in de brievenrubriek van het blad Arts & Auto. Door sommigen wordt dat blad gekscherend ‘Kwakzalver & Kar’ genoemd, omdat er nogal eens een kritiekloos stuk over alternatieve gezondheidszorg in verschijnt. Zo’n stuk als dat van homeopathisch arts Michel de Sonnaville, waarin hij de loftrompet stak over de mogelijkheden van homeopathie bij ernstige infectieziekten en ook de biggenstudie aanhaalde (maart 2012). Dat leverde een ingezonden brief op, waarop De Sonnaville in een reactie met een ‘onderzoek’ van een Franse homeopaat over homeopathie tegen cholera op Haïti aan kwam zetten. Het opvoeren van homeopathie als iets dat tegen cholera zou helpen, schoot me in het verkeerde keelgat en ik klom in de pen om deze onethische praktijken aan de kaak te stellen. En passant deelde ik ook een sneer uit over die biggenstudie.
Vreemd genoeg (dacht ik) reageerde Ellinger op mijn brief, verontwaardigd dat ik haar biggetjesonderzoek als prutswerk verwierp. We wisselden nog een paar felle brieven uit. In de laatste brief gaf ze onomwonden toe dat die blindering in de biggenstudie inderdaad op die ondeugdelijke wijze was uitgevoerd. Wat later begreep ik dat De Sonnaville en Ellinger behalve collega’s ook  echtgenoten zijn, maar dat terzijde.

Wetenschappelijke integriteit

Gedurende deze brievenwisseling (die even duurde, omdat Arts & Auto een maandblad is) nam ik via e-mail contact op met Bakker (de derde auteur), van wie ik vermoedde dat hij (mede)verantwoordelijk was geweest voor de statistiek. Hij gaf toe dat ze al anderhalf jaar wisten van die statistische blunder. Ik denk dat ze de opmerkingen daarover van Jan Willem Nienhuys en mij hadden gelezen na mijn mailcontact met Camerlink. Bakker had overigens de data gekregen toen het onderzoek al was afgerond en was dus niet op de hoogte van de foutieve opzet (hij had er blijkbaar ook niet naar gevraagd). Hij gaf nog wel aan dat er met een correcte berekening toch nog een significant resultaat overbleef. Ik heb hem toen voorgelegd of hij zich niet verantwoordelijk voelde om op zijn minst een correctie te plaatsen, zeker nu hij wist dat er nog veel meer mee mis was. Daar kreeg ik echter geen reactie op. Dezelfde gewetensvraag stelde ik ook aan Lantinga, zonder daar een reactie op te krijgen.
Dat verstoppertje spelen en weglopen voor verantwoordelijkheid stoorde me. Dat wetenschappers af en toe een keer flink misgrijpen, kan ik begrijpen, maar om er dan niets aan te willen doen om het recht te zetten, vind ik geen beste zaak. Volgens mij zouden vooral Bakker en Lantinga zich iets moet aantrekken van deze problemen. Camerlink was nog student en Ellinger is zelfstandige, die kon ik ook moeilijk ergens op aanspreken via de WUR. Beide heren voeren de studie echter nog altijd op op hun publicatielijst (1, 2). Ik besloot daarom toch maar de stap te zetten naar de vertrouwenspersoon voor wetenschappelijke integriteit, misschien dat die wat beweging in de zaak kon krijgen. Zou de WUR zelf orde op zaken kunnen stellen?
Toen diende zich het eerste probleempje aan, nergens op de site van de WUR was te vinden bij wie ik moest zijn. Uiteindelijk vond ik uit dat ik bij professor dr. Bas Kemp zou moeten aankloppen. Ik stuurde hem alles, het artikel, mijn blog, de briefwisseling in Arts & Auto, de mailwisseling met Bakker en Lantinga. En om wat duidelijker te maken dat het mijns inziens van belang is dat er wat gebeurde, wees hem er ook op dat de studie regelmatig aangehaald werd door de homeopathielobby, richting de Minister voor Landbouw bijvoorbeeld. Kemp antwoordde dat hij het zou oppakken. Een week of zeven later, het was inmiddels half november 2012, kreeg ik antwoord. Niet van Kemp, maar van mr. Frans Pingen, hoofd van de juridische afdeling van de WUR:

Met dit schrijven wil ik u berichten dat uw reactie geen aanleiding geeft om onderzoek te doen naar de wetenschappelijke integriteit van de schrijvers van dit artikel. Uit uw reactie maken wij op dat u het (op onderdelen) niet eens bent met de inhoud van het artikel en dat u daarover uw ongenoegen tot uitdrukking brengt.

Inhoudelijke wetenschappelijke discussies worden niet op instellingsniveau gevoerd als zij geen schending van de wetenschappelijke integriteit betreffen. Wij willen u daarom adviseren om deze wetenschappelijke discussie binnen de academische kaders van journal en peer review voort te zetten.

Gedoe

Ik begreep hier weinig van. Had Kemp mijn brief zomaar doorgestuurd zonder er zelf inhoudelijk naar te kijken en contact op te nemen met de auteurs om te kijken of er wat te bemiddelen viel? Dat had ik namelijk verwacht. Kijk zelf maar eens hoe de rol van de vertrouwenspersoon in het Landelijk Model Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit van de VSNU beschreven staat. Ik had Kemp voorgesteld om te kijken of ze het artikel niet beter zouden kunnen intrekken om het terug te brengen tot wat het in mijn ogen is, een minorscriptie met ernstige gebreken en zeker geen artikel dat thuishoort op de publicatielijst van serieuze wetenschappers. Toen ik die regeling nog eens goed bekeek, leken mij ook wat termijnen overschreden te zijn, maar dat boeide me niet zo. Wel wilde ik graag uitleg over deze beslissing en waarom ze zo makkelijk heen stapten over de eigen verantwoordelijkheid van de auteurs om de evidente fouten recht te zetten. ‘De wetenschappelijke discussie binnen de academische kaders van journal en peer review voortzetten’? Hoe zouden ze dat voor zich zien? Moet ik dan een ingezonden brief sturen naar Homeopathy (dat onlangs de enige serieus te nemen wetenschapper uit de editorial board mieterde)? En wie had nu eigenlijk de beslissing genomen om er niets mee te doen ? Ik vroeg Pingen dus maar hoe ze die hele klachtenregeling hadden toegepast en of ik ertegen in beroep kon gaan. Het antwoord dat kwam verbaasde me nog meer dan zijn eerste brief:

Op dit moment is er binnen Wageningen UR nog geen commissie wetenschappelijke integriteit ingesteld. Daartoe worden wel voorbereidingen getroffen. Tot die tijd wordt er al naar gelang de inhoud van een klacht binnen de organisatie bekeken hoe daarop te reageren.

Overduidelijk betreft uw grief jegens het door u aangehaalde artikel geen klacht die vatbaar is voor een onderzoek naar de wetenschappelijke integriteit van de auteurs. In eerdere mails geeft u aan kritiek te hebben op onderhavig artikel en dat u van mening bent dat het artikel teruggebracht zou moeten worden tot ‘wat die is: een minorscriptie met ernstige gebreken’.

en:

Zolang de klachtenprocedure wetenschappelijke integriteit voor derden en de commissie wetenschappelijke integriteit nog niet zijn geïnstitutionaliseerd binnen Wageningen UR, bestaat er geen enkele mogelijkheid voor de stichting Skepsis om bij Wageningen UR te klagen. Zou dit al wel de situatie zijn dan zou uw klacht open staan voor de commissie maar zal die op grond van het bovenstaande tot niet-ontvankelijkheid leiden. Nu er in casu geen enkele regeling van toepassing is komt er ook geen besluit waartegen u een bezwaarschrift kunt indienen.

Geen bezwaar mogelijk? Kan dat zo maar? Ik heb dat nog bij de secretaris van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) voorgelegd. Net voor Kerst vorig jaar kreeg ik als antwoord dat het LOWI van mening was dat de WUR dat toch verkeerd zag. Het mocht wel degelijk als een besluit van het College van Bestuur gezien worden, waartegen beroep in principe mogelijk was, maar:

In het onderhavige geval gaat het om een wetenschappelijke controverse waar de wetenschappelijke discussie zich toespitst op het (ten onrechte) gebruiken van statistieken en het ontbreken van E. Coli en de noodzaak van (herhaal)proeven dienaangaande, en ten slotte de conclusies die op grond hiervan al dan niet getrokken kunnen worden. Zo een discussie hoort thuis in het wetenschappelijk forum en niet bij het LOWI noch bij het CvB van de WUR.

Ik ben het met deze visie volstrekt oneens. De fouten in het onderzoek zijn niet helemaal uit het artikel zelf te halen. En belangrijker: waarom worden de auteurs die aan de WUR zijn verbonden niet aangespoord om de fouten,  die bij hun inmiddels welbekend zijn, te corrigeren? Daar zijn allerlei manieren voor. Voor mijn part schrijven ze er een blog over. Als er maar iets komt waar je naar kunt verwijzen als de zoveelste homeopathische organisatie naar het onderzoek verwijst als ‘uitstekend onderzoek van een respectabele universiteit dat de werking van homeopathie bewijst’. En ik weet dus nog steeds niet of er ook maar één persoon met verstand van experimenteel onderzoek serieus heeft gekeken naar mijn bezwaren. Zelfs van Kemp weet ik dat niet, die liet ook niets meer van zich horen.

Toevallig was net twee weken eerder een interessante casus aan de Universiteit Utrecht naar voren gekomen. De betrokken onderzoekers trokken hun artikel terug, omdat ze een fout ontdekten die waarschijnlijk nooit door iemand anders zou worden opgemerkt als ze het zelf niet hadden gemeld. Dat is natuurlijk wel even slikken: “We realiseren dat terugtrekking kan leiden tot reputatieschade”, maar “toch vonden we het niet goed om niks te doen. Je moet als onderzoekers je verantwoordelijkheid nemen als er iets is misgegaan. Je wilt voorkomen dat andere onderzoekers je gaan citeren, of verkeerde keuzes maken als gevolg van dit artikel.” Dat lijkt mij een houding die toe te juichen is. Deze casus, die in mijn ogen aardig vergelijkbaar is met de biggenstudie,  legde ik de juristen van de WUR en het LOWI ook nog voor als lichtend voorbeeld, maar ik heb niets meer van ze vernomen.

Propaganda

En zo blijft er dus een onzinnig artikel staan zonder enige kanttekening vanuit de universiteit Wageningen. En het wordt nog regelmatig aangehaald. Soms in wetenschappelijke artikelen, maar minstens zo vaak in publiciteitsuitingen van de homeopathielobby. Het Britse Homeopathy Research Institute (HRI, “an innovative international charity created to address the need for high quality scientific research in homeopathy“) diende onlangs een stuk in bij de commissie  voor wetenschap en technologie van het Britse parlement. In het stuk pleit het HRI voor nader onderzoek naar de inzet van homeopathie in de veesector om het antibioticagebruik te verminderen en aldus het grote probleem van resistentie tegen te gaan. In het stuk wordt de biggenstudie opgevoerd als één van de  belangrijkste studies die nog niet eerder is gepresenteerd aan de commissies van het parlement: HRI submission to antimicrobial resistance inquiry published (zie ‘full text’ voor het ingediende stuk). Toevallig of niet, in ons land schreef op hetzelfde moment het Patiënten Platform Complementaire Gezondheidszorg samen met de Artsenvereniging Voor Integrale Geneeskunde een brief van vergelijkbare strekking aan de Tweede Kamer. Ook daarin wordt de biggenstudie aangehaald.
Zouden ze dat nu leuk vinden aan de WUR, deze aandacht voor die studie? Intussen hebben ze daar nu wel een Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit ingesteld met nieuwe vertrouwenspersonen. Zelf heb ik er na al dit geneuzel niet zoveel trek meer in om het nogmaals te proberen. Ik troost me met de gedachte dat ik niet de enige ben die tegen dit soort problemen aanloopt. Wordt het niet eens tijd voor een onafhankelijke ombudsman voor de wetenschap?

foto titelpagina  Flickr:woodleywonderworks

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Wetenschap Tagged With: biggen, Camerlink, diarree, Egbert Lantinga, ellinger, Evert-Jan Bakker, homeopathie, LOWI, Universiteit Wageningen, wetenschappelijk integriteit, WUR

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • SKEPP
  • SBM
Skepter 36.1 – Lentenummer 2023
25 February 2023 - SkepsisBlogBeheerder
Skepter 36.1 – Lentenummer 2023

De eerste Skepter van 2023 is eergisteren van de drukker gekomen en zit in de verzending. Hij zal ergens komende week wel bij abonnees en donateurs bezorgd worden. Weer veel moois in dit nummer. Herkent u zich in het portret hier rechts? Dit is volgens de kunstmatig intelligente plaatjesgenerator DALL·E hoe een skepticus eruitziet. Gert Jan van ’t ... Meer lezen Het bericht Skepter 36.1 – Lentenummer 2023 verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Skepter 35.4 – Winternummer 2022
1 December 2022 - Pepijn van Erp
Skepter 35.4 – Winternummer 2022

Brengen genetici de mammoet, de dodo en de buidelwolf weer terug? Komt kernfusie er sneller dan velen denken? Het nut van sciencefiction als lesmateriaal. Een interview met pendelwinnaar Marieke Kuypers, en nog veel meer in dit nummer. Het bericht Skepter 35.4 – Winternummer 2022 verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Piramidependelprijs voor Marieke Kuypers en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met 35-jarig bestaan
20 November 2022 - Pepijn van Erp

Marieke Kuypers onderscheiden door Skepsis voor haar video's op TikTok en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met een feestrede met het 35-jarig bestaan Het bericht Piramidependelprijs voor Marieke Kuypers en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met 35-jarig bestaan verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Komeet van Halley in “Het verhaal van Vlaanderen”?
13 February 2023 - Paul De Belder

De aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ over de Guldensporenslag heeft ongetwijfeld de meeste commentaar opgewekt. Ook vanuit de astronomie valt er kritiek op te leveren. Inderdaad begon de bewuste aflevering met een voorstelling van de komeet van Halley.  Bij het kijken dacht ik heel even dat ik in een documentaire over sterrenkunde en niet over geschiedenis zat. Maar meteen werd de band duidelijk. [...]

Desmet dwaalt, draait en duikt
9 January 2023 - Paul De Belder

Hoewel de uitspraken van Desmet over de coronamaatregelen al langer op veel kritiek van factcheckers stuiten, kwam hij pas recentelijk echt flink in opspraak. Op een tournee langs verschillende Amerikaanse talkshows en podcasts om de Engelse vertaling van zijn boek te promoten, was hij ook te gast bij Infowars, de show van Alex Jones. Het optreden bij deze veroordeelde complotdenker en het doen van nogal stellige uitspraken over openhartoperaties onder hypnose waren de aanleiding voor een hausse aan kritische artikelen in de Vlaamse media. [...]

QAnon
26 October 2022 - Ledenadmin Skepp

In de herfst van 2016 verspreidde zich het gerucht dat de Amerikaanse Democratische Partij vanuit de kelder van een pizzeria in Washington D.C. een pedofielennetwerk organiseert. De pizzeria met de grappige naam Comet Ping Pong was allesbehalve willekeurig gekozen. Met zijn eigenzinnige atmosfeer is het een hotspot voor excentriekelingen: punkers, holebi’s, kunstenaars, outsiders en linksen1. Het was een voor de hand liggend doelwit voor mensen uit de alt-rightbeweging2,die vatbaar zijn voor complotdenken. [...]

Peddling Misinformation About Diet and Cancer
22 March 2023 - Steven Novella

Selling dubious nutrition products often involve attacking, and suing, your critics. The post Peddling Misinformation About Diet and Cancer first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Part of a Complete Breakfast
21 March 2023 - Mark Crislip

Infection control. When one adheres to compliance it is effective. Like masks and COVID 45. The post Part of a Complete Breakfast first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Ivermectin is now fast becoming the new MMS
20 March 2023 - David Gorski

A recent VICE story described a Telegram channel devoted to promoting veterinary ivermectin to treat autism. It has echoes of autism quackery going back at least to the use of MMS (a kind of bleach) to "cure" autism by eliminating "parasites." The post Ivermectin is now fast becoming the new MMS first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on De linke weekendbijlage (11-2023)@ Hans Inderdaad heel veel gaat vanzelf over. Als iets normaal 7 dagen duurt, dan duurt het met gebruik van
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (11-2023)@Renate1 Veel kwalen gaan "vanzelf" over. Als je dan uit ongeduld ivermectine hebt gebruikt, krijg je de reactie: zie je
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (11-2023)@ Hans, Dat was mijn idee ook. Als mensen denken dat autisme veroorzaakt wordt door parasieten (wat natuurlijk de grootst
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (11-2023)@Renate1 Geneesmiddelen zijn gebaseerd op een logisch werkingsmechanisme. Zo hoef je bij Ivermectine niet eens serieus te overwegen om het
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (11-2023)Het is volslagen idioot en als men het aan kinderen toedient nog kindermishandeling ook. En hoe komt men in vredesnaam

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2023 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in