Het december/januari nummer van Happinez lag al tijden in de winkel maar ik was er steeds aan voorbij gelopen. Enkele dagen geleden besloot ik het toch maar te kopen toen mijn oog ineens viel op een onderzoek naar orbs dat werd aangekondigd op de cover. Orbs: wat is het, wie zijn het? Snel doorgebladerd naar p 114. Happinez-journalist Caspar Dullemond ging op onderzoek. Misschien heb je zelf zonder het te weten weleens een orb gefotografeerd: een lichtbol die door het beeld zweeft. Wat zijn dit voor wondere schijfjes, hoe komen ze daar en waarom duiken ze steeds vaker op? Dat zijn interessante onderzoeksvragen waarop Caspar zal trachten het antwoord te vinden.
Een stukje eigen ervaring: Ik weet nog goed dat ik mijn eerste orbs tegen kwam op een foto die ik had gemaakt in een oud kasteel in Spanje waar ik logeerde. Het kasteel werd gerund door een oude hippie en zijn 25 jaar jongere vrouw, zij beweerde van een heksenfamilie af te stammen en had als gevolg hiervan allerlei bijzondere gaven en kennis overgeerfd. Ik liet haar mijn foto zien die ik gemaakt had op de bovenverdieping van het kasteel waarop onder het dakbeschot wat witte bolletjes te zien waren. Ze vertelde dat het vaak voorkwam als mensen op die plek foto’s namen. Ze legde me uit dat het orbs waren oftewel ‘other reality beings’ en in dit geval waren het waarschijnlijk oude entiteiten die bij het kasteel hoorden. Spannend, maar ook wel een beetje griezelig. Ik durfde ‘s nachts niet meer zo goed in mijn eentje naar de wc, die daar vlak bij was.
Terug naar het Happinez-onderzoek; de meest voor de hand liggende antwoorden zoals: het zijn door een flitser overbelichte stofjes, en het komt steeds vaker voor omdat er nu eenmaal veel meer en digitaal wordt gefotografeerd, worden even besproken maar snel van de hand gewezen.
Dullemond gaat te rade bij Ed Vos beroepsfotograaf en orb specialist. Hij schreef een rijk geïllustreerd boek over dit onderwerp (Ed Vos, Orbs en andere lichtfenomenen). Vos noemt de lichtbollen een fenomeen, ze zijn niet wetenschappelijk te bewijzen maar bestaan wel! Want hoe kan het dat orbs zich soms voor de helft achter het gefotografeerde object bevinden? En hoe komt het dat ze op sommige foto’s de contouren van een boom volgen? Dergelijke acties wijzen op gericht gedrag en op de aanwezigheid van een bewustzijn.
Binnen de wereld van de orbfotografie vallen de verklaringen grofweg uiteen in twee groepen. De ene groep ziet in de lichtbollen de zielen van overledenen. Een aanwijzing hiervoor zou zijn dat er op begraafplaatsen verhoudingsgewijs veel orbs worden gefotografeerd, ook zijn er verschillende verhalen van mensen die een geliefde persoon hadden verloren en deze later op een familiefoto als lichtvlekje vereeuwigd zagen.(!)
De andere groep houdt het erop dat orbs natuurwezens zijn. Ook dit is verdedigbaar: de meeste orbs worden ‘s nachts en in de vrije natuur gefotografeerd.
Het onderzoek slaat een nieuwe dwaalweg in en richt zich op de vraag: hoe fotografeer je een orb? Ed geeft daarvoor in zijn boek een aantal praktische tips. ‘Zorg ervoor dat je lekker in je vel zit, dat komt je ontvankelijkheid ten goede: ‘Een korte of langere meditatie verhoogt de kans op het fotograferen van lichtbollen aanzienlijk.’ Ten tweede is het goed om systematisch te fotograferen door bv. een reeks statieffoto’s van dezelfde situatie te maken. Ten derde vergroot je je kansen door de juiste plek op te zoeken. Begraafplaatsen vormen, zoals gezegd, een rijke bron. En ten slotte helpt het ook om de lichtbollen ‘respectvol’ te vragen zich op de foto’s te laten zien.’
Toen ik dit las moest ik heel hard lachen en Caspar Dullemond vast ook, alleen omdat hij voor de Happinez werkt moest hij er natuurlijk een gepast einde aan breien. Hij besloot zijn onderzoek met de diepzinnige overweging: waarom zou ik die orbs eigenlijk willen fotograferen? Als ze mij iets duidelijk willen maken vinden ze vast en zeker een manier.
Wie ook het gevoel heeft niet veel wijzer te zijn geworden van dit onderzoek kan hier het uitgebreide Skepter artikel over dit onderwerp lezen.