Afgelopen dinsdag 26 september promoveerde Claudia Hoekx aan de Radboud Universiteit op haar proefschrift getiteld “The usefulness of the Enneagram model in The Netherlands”. Vorige week sprak ik mijn verbazing uit over de inhoud en kwaliteit van dit proefschrift, vandaag een verslag van de promotie. De vragen die de promotiecommissie stelde waren een stuk steviger dan verwacht, de antwoorden van de promovenda niet erg overtuigend. Toch ging ze natuurlijk met de bul naar huis.
Na het lekenpraatje van Hoekx over haar proefschrift kreeg de voorzitter van de manuscriptcommissie, prof. dr. Hans Doorewaard, als eerste de gelegenheid om te opponeren. Hij was Hoekx behoorlijk behulpzaam door heel duidelijk te stellen dat het proefschrift niet ging over de vraag of het Enneagram Model waar is (en betwijfelde of die vraag überhaupt wetenschappelijk onderzocht zou kunnen worden), maar dat het louter en alleen ging om hoe gebruikers van dat Enneagram Model dat ervaren. De analyse van de interviews was zijns inziens wetenschappelijk al interessant genoeg. Mijn gedachte was dat dan in ieder geval de titel al ernstig misleidend is te noemen, iets als de ‘De gebruikswaarde van het Enneagram Model in Nederland door de roze bril van fanatieke aanhangers’ dekt de lading beter. In de tweede vragenronde bleek Doorewaard tot mijn verbazing het onderscheid tussen ‘manifeste’ en ‘latente’ waarden dat Hoekx maakt in haar proefschrift helemaal niet goed begrepen te hebben.
Prof. dr. Paul de Blot was de volgende opponent. Hij was de enige die het wat meer over Business Spirituality had, maar benadrukte ook dat het onderzoek in dit proefschrift daar eigenlijk helemaal niet over gaat. Hij verraste ons met zijn duidelijke stelling dat het Enneagram altijd al door de Jezuïten was gebruikt, maar dat die het alleen nooit op schrift hadden gesteld. In de ‘officiële’ geschiedenis van het ennegram komen de Jezuïten er pas begin jaren 70 van de vorige eeuw mee in aanraking. Bedoelde de Blot nu werkelijk dat zijn orde dit model al eeuwenlang gebruikt en eigenlijk geheim had gehouden? Je zou bijna van een echte jezuïtenstreek spreken, maar misschien is het geheugen van deze 93-jarige ook niet helemaal scherp meer. Hij leek echter ook de verzonnen Soefi-oorsprong van het Enneagram voor waar aan te nemen.
Overigens ontdekte ik dat een pauselijke adviesraad in 2013 in een stuk over New Age waarschuwde voor het gebruik van het Enneagram als spiritueel model:
An example of this can be seen in the enneagram, the nine-type tool for character analysis, which when used as a means of spiritual growth introduces an ambiguity in the doctrine and the life of the Christian faith.
Stiekem ben ik toch wel benieuwd wat De Blot hierover allemaal zou zeggen, maar helaas had ik na de promotie geen gelegenheid om hem aan de tand te voelen.
Prof dr. Herman van den Bosch verzuchtte dat hij blij was dat hij de Nederlandse versie van het proefschrift had kunnen lezen. (Hoekx had er zelf voor gekozen om op de Engelstalige versie te promoveren. Dat had helemaal niet gehoeven, begrepen we na de plechtigheid.) Van den Bosch’ vragen waren als ik het me goed herinner vooral van praktische aard als ‘wat heeft een manager hier aan’?
Dr. Sharda Nandram had vervolgens pittige vragen over hoe Hoekx de Grounded Theory nu precies had toegepast. Wat ik ervan begreep is dat die normaalgesproken in een theoretisch model moet uitmonden, maar dat dat in het proefschrift eigenlijk niet gebeurt. Tenslotte had dr. Inge Bleijenbergh bedenkingen bij het ontbreken van letterlijk citaten uit de interviews, terwijl het gaat om de analyse van die interviews. Nu krijgen we alles gefilterd door de bril van Hoekx voorgeschoteld. Hoekx verdedigde zich daartegen door te vertellen dat die interviews wel beschikbaar zijn, in uitgeschreven vorm, en dat ook de opnames er nog zijn. Hoe die dan beschikbaar zijn, werd mij niet meteen duidelijk. Liggen ze ergens in een doos op de zolder van Hoekx?
Al met al werden er toch een flink aantal zeer fundamentele vragen gesteld, die mijns inziens niet echt afdoende werden beantwoord door Hoekx. Eigenlijk zou je mogen verwachten dat deze vragen vóór de goedkeuring van het proefschrift door de manuscriptcommissie zouden zijn gesteld. En kon een dergelijk zwakke beantwoording nog leiden tot het zakken voor dit examen? In theorie is dat mogelijk, maar ik ken geen Nederlandse voorbeelden uit de recente geschiedenis waarin dat gebeurde. Ik ben er dan ook altijd vanuit gegaan dat de bul feitelijk al binnen was op het moment dat de promotie in de universiteitsagenda werd ingepland. O ja, over die wiskundige blundertjes in het proefschrift werd natuurlijk geen woord gerept …
Na uitreiking van de bul sprak prof. dr. Rob Blomme de laudatio uit, waarin hij het promotietraject van Hoekx vergeleek met de zwerftocht van Odysseus, een lange tocht vol obstakels. Met een “interessant hoogtepunt in de afgelopen week”. Zou hij hier mijn analyse bedoelen? Ik had echter niet de indruk dat er erg veel commotie over was ontstaan. De universiteit had niet openlijk gereageerd en andere media haden er ook nauwelijks aandacht aan besteed. We besloten het hem na de plechtigheid maar eens te vragen. (‘We’ zijn hier Jaap Meijers, die een stukje op de site van Management Team over de promotie schreef, en ikzelf.)
Blomme vertelde ons dat hij had gedoeld op de pittige discussie tijdens de zitting. Een leugentje om bestwil was mijn indruk, eerder een signaal dat hij er niet veel trek in had om er dieper op in te gaan. Ook de andere promotor, prof. dr. Willem de Nijs, maakte zich er een beetje vanaf. Aan Vox liet hij wat meer los, het is goed om zijn ‘Ik denk niet dat er één manager is die na lezing van dit proefschrift denkt dat er een wetenschappelijke basis is voor het model.’ in de oren te knopen. Dat lijkt me een belangrijker boodschap dan die Hoekx met haar proefschrift wil uitdragen. Zij denkt dat het zin heeft om een leidraad aan te bieden die gebruikers informeert over de diverse ‘bloedgroepen’ die het Enneagram op verschillende wijzen interpreteren en gebruiken.
De decaan van de Faculteit Managementwetenschappen, prof. dr. Paul Hendriks, die de promotiezitting voorzat, was een stuk openhartiger. Duidelijk werd nu dat mijn stuk er in ieder geval toe had geleid dat prof. dr. Teun Hardjono in de promotiecommissie op het laatste moment was vervangen door Bleijenbergh. Aan de Radboud Universiteit was men namelijk niet op de hoogte geweest van het akkefietje van Hardjono op de Erasmus Universiteit waardoor hij daar niet langer in promotiecommissies zitting mag nemen. Het leek ze in Nijmegen beter om deze promotie niet ook nog te belasten met een commissielid waaraan een smetje kleeft. Verstandig, denk ik.
Verder lijkt er procedureel ook niet iets misgegaan, de rol van de decaan is natuurlijk enigszins beperkt. Die moet er op kunnen vertrouwen dat de promotoren de kwaliteit bewaken en geschikte leden voor de manuscriptcommissie voordragen.
Het probleem dat ik wel naar voren heb gebracht, is dat dit proefschrift pas heel kort van te voren beschikbaar was, een week of drie voor de promotie. En dan nog alleen in papieren versie. Het maakt het een stuk lastiger om andere deskundigen er naar te laten kijken, al was het maar voor een korte indruk. Heel veel proefschriften bestaan tegenwoordig grotendeels uit artikelen die al gepubliceerd zijn in wetenschappelijke tijdschriften en dan is het goed in te schatten waar het proefschrift over gaat. Dat was hier niet het geval. En ook omdat Hoekx buitenpromovenda was, zijn er waarschijnlijk maar heel weinig mensen überhaupt in gelegenheid geweest om kennis te nemen van waar zij mee bezig was en wat de richting van haar onderzoek was.
Het lijkt me wenselijk en niet zo lastig om wat extra kwaliteitswaarborgen in te bouwen bij buitenpromoties. In ieder geval zou je met dit soort onderwerpen een kritische blik van aanverwante vakgebieden (qua onderwerp of methodologie) moeten aanmoedigen en het proefschrift veel eerder digitaal beschikbaar stellen. De discussie lijkt nu onvoldoende van te voren opgezocht en dat kan tot gênante vertoningen leiden.
Links
- Kloptdatwel: Promoveren op het Enneagram Model aan de Radboud Universiteit
- De Financiële Telegraaf: ‘Coach moet ‘n upgrade’
- Management Team: Rel rond promotie over ‘pseudowetenschappelijk’ enneagram
- Vox: ‘Noem mij één proefschrift dat helemaal perfect is’
- RU repository: The usefulness of the Enneagram model in The Netherlands – nu niet langer onder embargo