Op 27 augustus 2014 is de Amerikaanse natuurkundige, skepticus en atheïst Victor Stenger overleden. Hij is 79 jaar oud geworden. Hij polemiseerde overmoeibaar tegen Intelligent Design en andere pseudowetenschappelijke uitwassen. Met New Age magiërs die de kwantummechanica bij hun woordenbrij betrokken maakte hij korte metten. Hij was ook één van de meest vooraanstaande Nieuwe Atheïsten. Z’n dertiende boek, God and the Multiverse: Humanity’s Expanding View of the Cosmos, stond net op het punt om in september 2014 gelanceerd te worden.
Totdat hij in 2000 met emeritaat ging, deed Victor Stenger onderzoek in de fysica van de elementaire deeltjes. Hij is auteur en medeauteur van vele tientallen wetenschappelijke artikelen over gamma straling, quarks, neutrino’s, etc. Hij heeft gewerkt met onderzoeksgroepen aan CERN en aan het Kamioka Observatorium in Japan. Hij was verbonden aan de natuurkundefaculteit van de Universiteit van Hawaï.
Het was aan het eind van de jaren 80 dat Stenger is gaan schrijven voor een breder publiek. Al z’n boeken zijn verschenen bij de door Paul Kurtz in 1969 opgerichte uitgeverij Prometheus Books. Stengers tweede boek, Physics and Psychics: The Search for a World Beyond the Senses (1990), leidde tot een rel. Stenger had z’n bronnen fout geïnterpreteerd en schreef over Uri Geller: “He began his career as a stage magician in Israel where he was once arrested for claiming his feats were performed with psychic power.” In werkelijkheid was Geller toen gedaagd in een civielrechtelijke procedure. De fout werd gecorrigeerd. Niettemin spande Geller rechtszaken aan tegen Stenger en Prometheus op drie plaatsen tegelijk: in Miami, op Hawaï en in London. Geller eiste vier miljoen dollar schadevergoeding. Hij verlangde verder dat z’n naam overal uit het boek verwijderd zou worden en dat er paginagrote rectificaties in kranten zouden verschijnen. Echter, de rechter in Miami achtte de zaak niet ontvankelijk en vond de eis belachelijk. Geller moest uiteindelijk van het gerecht 50.000 dollar betalen aan Stenger en Prometheus als tegemoetkoming in de gemaakte juridische kosten. De zaak in London lag moeilijker. De wetten op smaad en laster zijn stricter in het Verenigd Koninkrijk dan dat ze in de Verenigde Staten zijn. Maar uiteindelijk is de zaak nooit voorgekomen nadat er een brede schikking werd getroffen tussen Geller en het Committee for the Scientific Investigation of Claims of the Paranormal (CSICOP, tegenwoordig heet het CSI, Committee for Skeptical Inquiry). De zaak van Geller tegen James Randi maakte deel uit van dezelfde schikking. Geen van Gellers eisen werd ingewilligd.
Het emeritaat van Victor Stenger is waarschijnlijk één van de meest actieve en productieve ooit geweest. Hij gaf aan de lopende band interviews, verscheen in panels en gaf overal ter wereld lezingen. Hij schreef essays en was columnist bij de Huffington Post. In de afgelopen paar jaar publiceerde hij zo ongeveer één boek per jaar.
Amerikanen geloven vrij algemeen dat je van godsdienst een beter en moreler mens wordt. Op de elfde september van 2001 werd het op heel pijnlijke manier duidelijk dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn. De elfde september werd het beginsein van het “Nieuwe Atheïsme.” Het atheïsme kwam uit het verdomhoekje, werd assertief en zelfs enigszins respectabel. Een aantal begaafde essayisten richtte hun pijlen op God, kerk, bijbel en clerus. Stenger werd een vooraanstaand vertegenwoordiger van de beweging. Daar waar Richard Dawkins, Sam Harris en Daniel Dennett vooral schreven over biologie, evolutie en bewustzijn, daar schreef Stenger over de geschiedenis en structuur van de kosmos en over de oorsprong van de meest elementaire natuurwetten. Hij werd veel geprezen om een heldere schrijfstijl en om de manier waarop hij complexe natuurkundige zaken op een begrijpelijke manier aan een groot lekenpubliek wist te presenteren. In z’n essays, lezingen en boeken pleitte hij ook vurig en onomwonden voor “freedom from religion,” i.e. het recht om in het openbare leven niet geconfronteerd te worden met door de overheid gesanctioneerde religieuze uitingen. Een van z’n meest bekende quotes is uit het boek The New Atheism: Taking a Stand for Science and Reason (2009): “Science flies you to the moon. Religion flies you into buildings.”
Stengers bekendste boek is “God: The Failed Hypothesis: How Science Shows that God Does Not Exist” (2007). Velen hadden reeds betoogd dat er geen bewijs is voor het bestaan van God. Victor Stenger ging een stap verder in dit boek en stelde dat er bewijs is tegen het bestaan van God. In het boek behandelt hij het bestaan van een judeo-christelijke-islamitische God als een hypothese. De God van het Oude en Nieuwe Testament bemoeit zich heel intensief met wat er in de wereld gebeurt. Als zo’n God de kosmos en het leven heeft geschapen, dan zouden er sporen moeten zijn van al die goddelijke activiteit. Er zouden empirische aanwijzingen gevonden moeten worden van al die bovenatuurlijke bedrijvigheid, vooral nu wetenschappers de realiteit bestuderen en doorgronden op de schaal van femtometers (1 femtometer =10-15 meter) tot aan de schaal van miljarden lichtjaren. Maar dit blijkt niet het geval te zijn. Zoals Stenger meerdere malen zegt: “… we conclude beyond a reasonable doubt that the universe and life look exactly as they can be expected to look if there is no God.” In maart 2007 haalde het boek de New York Times bestseller list. Een Nederlandse vertaling van de hand van Jan Willem Nienhuys is verkrijgbaar via bol.com. [red: zie ook het Skepsis-blog: ‘God bestaat niet‘]
Victor Stenger polemiseerde ook heel doeltreffend tegen het zogenaamde fine-tuning argument.
Het fine-tuning argument vormt de natuurkundeafdeling van de Intelligent Design en gaat als volgt. De natuurkunde maakt veelvuldig gebruikt van een aantal universele constanten, i.e. constanten die altijd en overal dezelfde waarde hebben. De lichtsnelheid in vacuüm (c = 300.000 km/s) en de gravitatieconstante (G = 6,67 × 10-11 m3/kg s2) zijn voorbeelden van zulke universele constanten. De waarden van deze constanten kunnen worden gemeten, maar kunnen verder niet als consequentie van een theorie worden afgeleid. Ze zijn in wezen “toevallig.” Er zijn ongeveer 25 van zulke constanten. Een kleine verandering in de waarde van elk van deze constanten leidt tot een heelal dat er heel anders uit ziet. Een iets grotere gravitatieconstante G leidt bijvoorbeeld tot een heelal dat kort na de Big Bang weer instort. Bij een iets kleinere waarde van G vormt de materie na de Big Bang nooit de clusters die leiden tot ontwikkeling van sterren. De aanhangers van het fine-tuning argument stellen dat het God zelf is geweest die, aan het begin der tijden, de natuurconstanten expres zodanig heeft afgesteld. Hierbij zou Hij ons, het toekomstig mensdom, in gedachten hebben gehad. Met het fine-tuning argument zou de wetenschap God gevonden hebben. Francis Collins, de directeur van het Amerikaanse National Institutes of Health, is bijvoorbeeld een vurig pleitbezorger van de fine tuning.
Een van Stengers boeken, The Fallacy of Fine-Tuning: Why the Universe Is Not Designed for Us (2011), is volledig gewijd aan de weerlegging van het fine-tuning argument. Hij wijst in eerste instantie op het volgende. Als je van kilo’s naar ponden gaat, dan wordt het gewicht van een auto aangegeven met een ander getal zonder dat er iets aan die auto verandert. Voor wezenlijke zaken, zoals dat een Fiat Panda 1,7 maal zo zwaar is als een Lelijk Eendje, maakt het uiteindelijk niet uit of je nu in ponden of in kilo’s werkt. Op dezelfde manier kun je de lichtsnelheid, de gravitatieconstante en andere natuurconstanten van numerieke waarde veranderen door je gewichtsmaat, lengtemaat, tijdseenheid, etc. te veranderen. Hierbij verandert er echter niets aan wat er in het heelal gebeurt. Als je dit feit in ogenschouw neemt, dan kun je de natuurconstanten terugbrengen tot een kleiner maar fundamenteel aantal. Stenger laat vervolgens zien dat de waarde van sommige natuurconstanten niet veel kan verschillen van wat ze is zonder de logica geweld aan te doen. Z’n volgende stap bestaat uit het aantonen d.m.v. computersimulaties dat je wel degelijk langlevende en levensvriendelijke universums kunt creëeren door twee of meer natuurconstanten tegelijk te veranderen. In dat geval kunnen de veranderingen elkaar min of meer compenseren. Als we ons er daarbij ook van bewust zijn dat leven niet noodzakelijkerwijs gebaseerd hoeft te zijn op koolstofverbindingen en waterige oplossingen, dan vinden we een vrij groot gebied voor de waarden van de natuurconstanten waarbinnen de ontwikkeling van leven mogelijk moet zijn. Tenslotte wijst Stenger er op dat het overgrote deel van het heelal een heel onvriendelijke omgeving vormt voor menselijk leven. Eigenlijk is het alleen een klein stukje aardoppervlak waar we redelijk goed uit de voeten kunnen. Daarbuiten is ons vooralsnog geen andere geschikte leefomgeving bekend.
Net als Einstein en Feynman werd Stenger gedreven door een gevoel dat de natuurkunde van de kosmos en de elementaire deeltjes uiteindelijk simpel, logisch en elegant in elkaar moet zitten. Dit gevoel was de motivatie achter Stengers activiteiten en vormt een rode draad in z’n omvangrijk oeuvre.
Bij het vernemen van Victors overlijden moest ik onwillekeurig denken aan een uitspraak van hem uit hetzelfde boek dat de heibel met Uri Geller veroorzaakte: “Selling eternal life is an unbeatable business, with no customers ever asking for their money back after the goods are not delivered.” Victor was een effectief polemist. Z’n uitspraken prijken op T-shirts en op stadsbussen. Het is heel ironisch dat hij juist in z’n strijd tegen de grossiers in eeuwig leven een zekere mate van onvergankelijkheid voor zichzelf heeft gecreëerd.
Geïnteresseerd in één van de genoemde boeken? Bestel ze via onderstaande link bij Bol.com en steun daarmee Kloptdatwel!