• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Alternatieve schade

Toch BTW-vrijstelling voor arts-acupuncturist

24 September 2014 by Laurens Dragstra 80 Comments

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft bepaald dat een arts-acupuncturist die praktiseert als natuurarts in aanmerking komt voor BTW-vrijstelling. Dat oordeel wekt verbazing, want de BTW-vrijstelling voor alternatief werkende artsen is per 1 januari 2013 afgeschaft. De rechtbank betoogt uitvoerig waarom deze arts wel degelijk onder de huidige vrijstellingsbepaling in de Wet op de omzetbelasting valt. Maar hoe meer zinnen een rechter opschrijft, des te meer gelegenheid is er voor de kritische commentator om gaten te schieten in de argumentatie. En die argumentatie kan op veel punten allerminst overtuigen.

De belanghebbende die de procedure aanspande, is een basisarts die na zijn studie onder meer een acupunctuuropleiding volgde bij de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV) en daar in 1996 een diploma behaalde. In zijn praktijk voor natuurgeneeskunde onderzoekt hij naar eigen zeggen op dezelfde wijze als andere artsen zijn patiënten, om vervolgens te kiezen tussen een reguliere behandeling of een behandeling met acupunctuur. Per 1 januari 2013 zijn de mogelijkheden voor gezondheidswerkers om voor BTW-vrijstelling in aanmerking gekomen aanzienlijk ingeperkt. Voor vrijstelling komen nog slechts in aanmerking:

“de diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep die een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor zover deze diensten tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren en onderdeel vormen van bedoelde opleiding.” (artikel 11, lid 1, sub g, ten eerste, sub a van de Wet op de omzetbelasting 1968)

AcupunctureHet was expliciet de bedoeling van de wetgever dat “CAM-artsen of fysiotherapeuten die complementaire diensten verrichten, zoals acupunctuur of osteopathie” niet langer voor BTW-vrijstelling in aanmerking kwamen, aldus de memorie van toelichting. In zijn besluit van 14 mei 2013 heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën nog eens toegelicht dat de nieuwe vrijstellingsbepaling zo moet worden gelezen dat alleen die behandelingen die in wezen regulier zijn voor vrijstelling in aanmerking komen. Wordt eerst regulier onderzoek verricht en vervolgens regulier behandeld, dan geldt de vrijstellingsbepaling. Wordt echter eerst regulier onderzoek verricht en worden vervolgens naalden geprikt in denkbeeldige punten op niet-bestaande meridianen, dan is BTW verschuldigd. Voor wat betreft de acupunctuurbehandelingen van de klagende basisarts lijkt de wetgeving dan ook helder: geen recht op BTW-vrijstelling. Maar de rechtbank denkt daar anders over.

Het deskundigheidsgebied van een arts

In haar overwegingen knoopt de rechtbank aan bij de begrippen “deskundigheid van dit beroep” (i.e. het artsenberoep) en “onderdeel (…) van bedoelde opleiding” (nl. tot arts) in het geciteerde artikel 11, lid 1, sub g, ten eerste, sub a. Met betrekking tot het eerste begrip overweegt de rechtbank onder meer:

“Onder deze ruime omschrijving van het deskundigheidsgebied van een arts valt naar het oordeel van de rechtbank ook de toepassing van acupunctuur in het kader van de behandeling van een patiënt door een arts. De behandeling waarvan die toepassing onderdeel uitmaakt is immers onmiskenbaar gericht op het genezen van een ziekte. Daaraan doet niet af dat de wetenschappelijke waarde en effectiviteit van acupunctuur niet algemeen aanvaard is (1). In dit verband acht de rechtbank mede van belang dat de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) een gedragsregel heeft gegeven voor artsen die (mede) gebruik maken van niet-reguliere behandelwijzen in het licht van de specifiek voor artsen geldende normen. Daaruit valt af te leiden dat de KNMG in beginsel de toepassing van die behandelwijzen als verrichting van een arts aanvaardt (2). Gesteld noch gebleken is dat belanghebbende bij de toepassing van acupunctuur niet voldoet aan de door de KNMG vastgestelde gedragsregels. Voorts acht de rechtbank in dit verband van belang dat uit het ZonMw-signalement ‘Ontwikkeling en implementatie van evidence-based complementaire zorg’ van maart 2104 [sic] blijkt dat complementaire zorg in verschillende ziekenhuizen in Nederland, waaronder academische ziekenhuizen, wordt toegepast. Specifiek met betrekking tot acupunctuur wordt vermeld dat de Duitse ‘KNMG’ de acupunctuur medisch heeft erkend en de Senaat in de Verenigde Staten een resolutie heeft geaccepteerd, waarin de waarde van natuurgeneeskunde wordt erkend als een methode die veilig, effectief en betaalbaar is (3). [nummering van mij]

Deze passage nodigt uit tot kritisch commentaar.

1. De rechtbank is mijns inziens veel te positief als zij stelt dat acupunctuur “niet algemeen aanvaard is”. Acupunctuur is gebaseerd op de pre-wetenschappelijke gedachte dat er banen (meridianen) door het lichaam lopen waardoor levensenergie (chi) stroomt. Het bestaan ervan is nooit aangetoond. Het beste onderzoek naar acupunctuur laat zien dat een behandeling met naalden voornamelijk placebo-effecten genereert. Het maakt daarbij weinig uit waar er geprikt wordt of hoe diep of met hoeveel naalden, terwijl ook tandenstokers uitstekend schijnen te werken. Het placebo-effect is een wonderlijk fenomeen, dat echter wel de nodige beperkingen heeft: het sorteert met name effect bij klachten met een subjectieve dimensie, zoals pijn en misselijkheid, maar dan doorgaans slechts voor korte tijd. De onderliggende oorzaak van de pijn of de misselijkheid wordt niet weggenomen. Een placebobehandeling doodt zeker geen virussen of bacteriën, heeft geen invloed op de suikerspiegel, zorgt er niet voor dat een kortademige patiënt meer lucht heeft en ruimt al helemaal geen kankercellen op. Acupunctuur heeft dus als theatrale placebobehandeling een beperkt toepassingsbereik en is zeker niet het panacee waarvoor haar aanhangers deze naaldenkunst houden. Die aanhangers zijn overigens onder artsen sterk in de minderheid. Nederland kent 79.695 BIG-geregistreerde artsen (cijfers d.d. 4 augustus 2014). Het aantal artsen dat acupunctuur toepast zal rond de 500 schommelen (ca. 300 leden van de NAAV en nog zo’n 200 anderen). En tot grote schrik van de NAAV neemt dat aantal alleen maar af. Kortom, de rechtbank had beter kunnen schrijven dat de wetenschappelijke waarde en effectiviteit van acupunctuur sterk omstreden zijn, en dat maar een zeer kleine minderheid van de Nederlandse artsen acupunctuur beoefent.Ac_chart_300px

2. De rechtbank meent dat de KNMG “in beginsel de toepassing van die [niet-reguliere] behandelwijzen”, waaronder dus acupunctuur, aanvaardt. Dat is echter een veel te positieve interpretatie van de KNMG-gedragsregel voor niet-reguliere behandelwijzen uit 2008. Daaruit blijkt dat toepassing van alternatieve behandelwijzen – de term “geneeswijzen” wordt bewust vermeden! – alleen onder strenge voorwaarden aanvaardbaar is. De rechtbank had dus moeten schrijven dat de KNMG de toepassing van niet-reguliere behandelwijzen alleen als uitzondering aanvaardbaar acht. De rechtbank had bovendien verder kunnen kijken dan alleen de KNMG. De sectie pijngeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) verklaarde enkele jaren geleden al dat acupunctuur niet tot haar vakgebied behoort en herhaalde dat recentelijk. Deze zomer stuurde de minister van VWS nog een rapport van het Zorginstituut Nederland over knie- en heupartrose naar de Tweede Kamer, waaruit blijkt dat zowel het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) als het Engelse National Institute for Health and Care Excellence (NICE) acupunctuur voor de behandeling van deze aandoeningen als een “don’t” beschouwen.

3. Het is buitengewoon jammer dat de rechtbank zoveel gewicht toekent aan het ZonMw-rapport over complementaire zorg. Dat is immers een mager en selectief rapport. Het constateert inderdaad dat sommige ziekenhuizen complementaire zorg aanbieden, maar daarbij gaat het vooral om geuren, muziek, ontspanningsoefeningen en mindfulness, vormen van ‘zorg’ die ook lang niet altijd door artsen worden aangeboden. Acupunctuur wordt hier niet genoemd. Trouwens, ziekenhuizen die wel trots verkondigen dat ze acupunctuur aanbieden, hoeven lang niet altijd op luid applaus te rekenen (en melden dan achteraf dat het om ‘verouderde informatie’ gaat). Het ZonMw-rapport stelt ook – zonder enige bronverwijzing – dat er vele studies naar acupunctuur zijn uitgevoerd en dat deze effectiviteit en veiligheid ervan lijken te bevestigen, om vervolgens naar de Duitse KNMG en de bizarre resolutie van de Amerikaanse Senaat over naturopathie te verwijzen. De vraag is echter waarom de rechtbank die buitenlandse voorbeelden relevant acht voor de Nederlandse situatie. Als we dan toch naar het buitenland kijken, mag niet onvermeld blijven dat het moederland van de acupunctuur, China, de acupunctuur al in 1822 formeel verbood aan de Keizerlijke Medische Academie.

We kunnen dus gerust stellen dat veel erop wijst dat het toepassen van acupunctuur op patiënten niet valt onder de diensten die tot het gebied van deskundigheid van het artsenberoep behoren.

Onderdeel van de opleiding tot arts

De Wet op de omzetbelasting vereist ook dat de verrichte diensten behoren tot de artsenopleiding. De rechtbank merkt hier op zichzelf terecht op dat het curriculum van deze opleiding niet wettelijk is vastgelegd. Er is wel een Raamplan uit 2009 van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Dat plan bevat een reeks minimumeisen inzake onder meer de competenties waaraan een arts aan het einde van zijn opleiding moet beschikken. Voor het overige is het aan de UMC’s om de opleiding verder in te vullen (overigens merkt de staatssecretaris in zijn besluit van 14 mei 2013 niet ten onrechte op dat acupunctuur ook niet genoemd wordt in het Raamplan). De rechtbank trekt hieruit de volgende conclusie:

“Met betrekking tot de complementaire en alternatieve behandelwijzen, waartoe acupunctuur wordt gerekend, is in dit opzicht van belang dat het curriculum van de Universiteit Utrecht voorziet in twee keuzevakken in het tweede jaar van de bachelorfase. Tot de te kiezen vakken behoort ‘Complementaire zienswijzen in de zorg’. De Rijksuniversiteit Groningen biedt voor het tweede en derde jaar van de studie onder meer het vak ‘Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen’ aan als keuzevak. Een beschrijving daarvan behoort tot de stukken van het geding. Een en ander betekent dat de opleiding van een arts mede de toepassing van de acupunctuur kan omvatten. De omstandigheid dat dit geen verplicht onderdeel uitmaakt van de opleiding – men kan ook voor andere vakken kiezen – staat er naar het oordeel van de rechtbank niet aan in de weg dat voor de arts die dit vak tijdens de opleiding heeft gevolgd, acupunctuur en eventuele andere behandelwijzen deel uit hebben gemaakt van die opleiding.”

Deze redenering kan ook niet overtuigen, al was het alleen maar omdat de wet de eis stelt dat een behandeling onderdeel vormt van de artsenopleiding en de rechtbank hier slechts vaststelt dat “de opleiding van een arts mede de toepassing van de acupunctuur kan omvatten”. “Vormt” is veel dwingender geformuleerd en suggereert dat je moet kijken naar de grootste gemene deler van alle artsenopleidingen in Nederland. Dat slechts twee van de acht UMC’s een (klein!) keuzevak over CAM aanbieden is evident te weinig om aan te nemen dat CAM, laat staan acupunctuur, onderdeel vormt van de artsenopleiding. Bovendien vraag ik me af of de rechtbank wel goed heeft gekeken naar de inhoud van de beide genoemde keuzevakken. Het keuzevak aan de Universiteit Utrecht wordt gegeven door een antroposofische huisarts. Doel van de cursus is “een bijdrage te leveren aan de algemene academische vorming van de student door kennismaking met verschillende mensbeelden in de zorg en verschillende visies op gezondheid, ziekte en behandeling”. Het zal vast een leerzame cursus zijn, compleet met een excursie naar het homeopathische artsencentrum van ridder Jan Scholten. Iets tijdens de studie leren over de acupunctuur (naast de homeopathie, antroposofische geneeskunde en integrative medicine volgens de studiegids) is natuurlijk niet hetzelfde als daadwerkelijk acupunctuur leren toepassen. Een antroposofische huisarts lijkt me ook niet de beste acupunctuurdocent.

acupunctuurHet Groningse keuzevak ‘Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen’ is niet te vinden in het zoeksysteem op de website van de RUG. Na wat mailtjes met een studieadviseur heb ik de inhoud ervan kunnen achterhalen, maar het blijft onduidelijk of het vak nog gegeven wordt. Vorig studiejaar was er plaats voor 7-8 studenten die met het keuzevak slechts 3 ECTS konden verdienen. De student kon kennismaken met acupunctuur, homeopathie, natuurgeneeswijze, neuraaltherapie en orthomanuele geneeskunde. Er is wel sprake van het bijwonen van spreekuren van alternatief werkende artsen, maar het lijkt er niet op dat de studenten ook onderricht kregen in het omgaan met naalden. Interessant is dat de (oude) studiegids nog opmerkt dat de meeste deelnemers aan voorgaande edities van dit programma een basis wilden hebben om hun patiënt op geïnformeerde wijze te kunnen adviseren inzake complementaire geneeswijze. Dat is natuurlijk heel wat anders dan die patiënt behandelen met dergelijke methoden. Al met al is dus niet vol te houden dat acupunctuurbehandelingen “onderdeel vormen van bedoelde opleiding”, zoals de Wet op de omzetbelasting vereist.

De geest van Solleveld

De rechtbank beseft overigens terdege dat een arts die slechts een keuzevak heeft gevolgd tijdens zijn artsenopleiding nog niet direct acupunctuurbehandelingen kan geven. Met een aanvullende opleiding ná de studie is dat volgens haar wel mogelijk. De rechtbank stelt verder dat met zo’n aanvullende opleiding voldaan kan worden aan de eis in het besluit van de staatssecretaris van 14 mei 2013 dat deze opleiding “in het verlengde ligt van én een evidente verdieping vormt op de initiële BIG-opleiding”. Volgens de rechtbank vindt ook de staatssecretaris blijkens zijn besluit dat er artsen zijn die voor de toepassing van acupunctuur zijn vrijgesteld van het betalen van BTW. Maar daarmee is de procederende natuurarts er nog niet. Hij had tijdens zijn studie nooit een vak over acupunctuur of andere vormen van CAM gevolgd.

Volgens de rechtbank is dat echter geen probleem omdat de arts een acupunctuurdiploma heeft behaald aan een door de NAAV erkende opleidingsinstelling. Daarmee zou voldaan zijn aan de eis van een evidente verdieping, want de rechtbank acht aannemelijk dat “de door belanghebbende aldus verkregen kennis en vaardigheden inzake de toepassing van acupunctuur (ver) uitgaan boven die van artsen die acupunctuur slechts als onderdeel van de artsenopleiding hebben bestudeerd en ten minste gelijk is aan de door die artsen in het kader van een vervolgopleiding verworven kennis en vaardigheden.” Met die laatste artsen bedoelt de rechtbank artsen die iets over acupunctuur hebben geleerd tijdens hun studie en daarna nog een vervolgopleiding hebben gedaan. Die mogen met betrekking tot de BTW geen gunstiger behandeling krijgen dan artsen als deze natuurarts, die diensten van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau kunnen leveren ondanks het feit dat ze nooit iets over acupunctuur op de universiteit hebben geleerd. Dat volgt uit de zogenaamde Solleveld-jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Het wordt eentonig, maar ook op deze overwegingen van de rechtbank is veel kritiek te leveren. Het besluit van de staatssecretaris van 14 mei 2013 is juist doordesemd van de gedachte dat een arts-acupuncturist niet voor BTW-vrijstelling in aanmerking komt, wat voor aanvullende opleidingen hij ook gevolgd heeft. Het besluit gaat er als gezegd vanuit dat alleen diensten die in wezen regulier zijn voor genoemde vrijstelling in aanmerking komen. Acupunctuur wordt expliciet niet-regulier genoemd en bovendien merkt de staatssecretaris nog expliciet op dat acupunctuur niet is “opgenomen in het opleidingscurriculum voor de arts (zoals beschreven in het Raamplan Artsopleiding 2009)”. Inderdaad zegt het besluit dat er ook vrijstelling mogelijk is als zorg wordt verleend op basis van een aanvullende opleiding die evidente verdieping vormt op de initiële BIG-opleiding, maar gelet op het voorstaande én de bedoeling van de wetgever om de BTW-vrijstelling voor CAM-artsen te beëindigen is het niet aannemelijk dat de staatssecretaris hier mede opleidingen verzorgd door een particuliere vereniging als de NAAV op het oog had. Integendeel, hij zal eerder een aanvullende studie in de psychologie of pedagogie hebben bedoeld.

De vraag kan ook gesteld worden hoeveel ‘evidente verdieping’ te behalen is met een tweejarige NAAV-opleiding tot acupuncturist die bestaat uit slechts acht weekenden per studiejaar. Wie de opleiding met succes afrondt krijgt een diploma, waarmee men lid kan worden van de NAAV en op een lijst kan komen die door zorgverzekeraars gebruikt wordt voor vergoedingen. Dat neemt niet weg dat het natuurlijk gewoon om een eigen opleiding van de NAAV gaat die op geen enkele manier door de overheid erkend of getoetst wordt. Ik vraag me verder af waar de rechtbank op baseert dat de kwaliteiten van de natuurarts (ver) uitgaan boven die van artsen die acupunctuur slechts als onderdeel van de artsenopleiding hebben bestudeerd. Duits onderzoek onder meer dan 1.800 acupuncturisten laat immers zien dat de hoeveelheid opleiding van een acupuncturist er niet veel toe doet: “There were no differences in success for patients treated by physicians passing through shorter (A diploma) or longer (B diploma) training courses in acupuncture”. Dat is ook niet zo verwonderlijk. Als arts hoef je immers alleen maar op een enigszins geloofwaardige manier naalden op willekeurige plaatsen in het lichaam te kunnen steken. En dat zou iedere basisarts moeten kunnen.

Flag_of_Europe.svgDe verwijzing naar het Solleveld-arrest lijkt me overigens niet relevant. Dat arrest gaat over het ongelijk behandelen van personen die gezondheidskundige verzorging van gelijkwaardig kwaliteitsniveau aanbieden. In het geval van Solleveld klaagde een BIG-geregistreerde fysiotherapeut die ook aan kwakzalverij in de vorm van ‘stoorvelddiagnostiek’ deed erover dat hij BTW moest betalen over zijn stoorvelddiagnoses, terwijl dat voor artsen en tandartsen niet zou gelden. Het Hof van Justitie achtte dat alleen in strijd met het beginsel van fiscale neutraliteit als “die behandelingen zouden zijn vrijgesteld van BTW indien zij door artsen of tandartsen werden uitgevoerd, hoewel zij, wanneer zij door fysiotherapeuten worden uitgevoerd, gelet op de beroepskwalificaties van deze laatste, van een gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden geacht.” Of anders en korter gezegd: als twee behandelaars dezelfde behandeling van gelijkwaardige kwaliteit aanbieden, moet het er voor de BTW-vrijstelling niet toe doen dat de een arts of tandarts is en de ander fysiotherapeut.

In de zaak van de arts-acupuncturist merkt de rechtbank op zichzelf terecht op dat het beginsel van fiscale neutraliteit kan worden geschonden als de ene arts-acupuncturist voor BTW-vrijstelling in aanmerking komt en de andere niet, terwijl ze verzorging van gelijkwaardig kwaliteitsniveau leveren. De rechtbank miskent echter in vrijwel iedere overweging dat het nu juist de bedoeling van de wetgever was dat over de naaldendiensten van een arts-acupuncturist altijd BTW betaald wordt. En als altijd betaald moet worden, doet zich helemaal geen Solleveld-problematiek voor, want dan worden artsen onderling en artsen en niet-artsen gelijk behandeld en is de fiscale neutraliteit niet in het geding. De rechtbank doet een probleem herleven dat al door de wetgever opgelost was en creëert en passant weer nieuwe problemen.

Besluit

Deze uitspraak gaat over de interpretatie van een bepaling uit de Wet op de omzetbelasting. Op zichzelf stond de geldigheid van die bepaling niet ter discussie. Alternatieve genezers die geen arts zijn – lekenhomeopaten, lekenacupuncturisten, chiropractors e.d. – blijven dus in beginsel gewoon BTW-plichtig. Op basis van een dubieuze interpretatie meent de rechtbank echter dat de klagende arts-acupuncturist op grond van de geldende wetgeving wél voor BTW-vrijstelling in aanmerking komt. Dat biedt voor de lekenacupuncturisten toch weer een opening op met het Solleveld-arrest en de Europese BTW-richtlijn in de hand óók BTW-vrijstelling te claimen. Zij kunnen immers betogen dat ze naaldendiensten van gelijkwaardige kwaliteit kunnen aanbieden. Daarmee dreigt de situatie weer te worden teruggedraaid naar die van vóór 2013. Hoger beroep is wenselijk en ik vermoed dat het al ingesteld is.

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Gezondheid, Uit het nieuws Tagged With: acupunctuur, btw, rechtspraak

De shortlist van de Meester Kackadorisprijs 2014

19 September 2014 by Pepijn van Erp 270 Comments

De Vereniging tegen de Kwakzalverij zal op haar congres (4 oktober a.s.) traditiegetrouw weer de Meester Kackadorisprijs uitreiken aan die instelling, persoon of onderneming die afgelopen jaar het meest heeft bijgedragen aan de verspreiding in daad, woord of geschrift van de kwakzalverij in Nederland. De lijst met de laatste acht kandidaten werd op 18 september bekend gemaakt. Meest opvallende kandidaten zijn het Nationale Ballet, presentatieduo Pauw en Witteman en de rector magnificus van de universiteit Groningen. Een mooie selectie kandidaten of valt er wel wat op aan te merken? Wie mist er beslist op het lijstje en wie hoort er echt niet op thuis? Discussieer mee en geef uw keuze aan in de poll!

VtdK-websitelogo

Bij de beoordeling van de lijst is het wel goed in het achterhoofd te houden wat de bedoeling van de prijs precies is. Die is niet in eerste instantie bedoeld om de ergste kwakzalver aan te wijzen. Op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) staat het reglement. Uit de inleiding daarbij:

Hoewel daadwerkelijk actieve kwakzalvers niet worden uitgesloten, is nadrukkelijk ook gedacht aan personen/instellingen die via publiciteit, geldstromen, opleidingen, wet- of regelgeving, mantelorganisaties, rechtspraak of anderszins de kwakzalverij hebben bevorderd zonder daarbij zelf vuile handen te maken. Het kan zijn dat de bekroonde activiteiten willens en wetens zijn ondernomen, maar ook naïeve of bona fide inspanningen die wellicht onbedoeld de kwakzalverij hebben bevorderd, kunnen in aanmerking komen. Goed bedoeld is dus geen excuus!

De genomineerden

  1. CPION (Centrum Post initieel Onderwijs Nederland) is een organisatie die haar nominatie te danken heeft aan het goedkeuren van het onderdeel ‘medische basiskennis’ van diverse opleidingen op het gebied van alternatieve zorg. In 2013 kregen de zorgverzekeraars de Meester Kackadorisprijs, omdat zij zo’n geaccrediteerde opleiding bij alternatieve zorgverleners als eis stellen voor vergoedingen;
  2. Het Nationale Ballet was dit jaar onderwerp van een documentairereeks waarin ook naar voren kwam dat de dansers hun heil soms zoeken in dubieuze behandelingen als nekkraken en acupunctuur;
  3. Pauw en Witteman lieten ‘iceman’ Wim Hof, volgens de VtdK, kritiekloos aan het woord. Die lijkt het tij mee te hebben na een publicatie van onderzoekers van het Radboud UMC;
  4. Stichting Rugpoli, waarbinnen reguliere artsen samen met orthomanuele artsen patiënten met rugpijn behandelen, waarbij  de orthomanuelen ook dubieuze methodes gebruiken (o.a. methode-Sickesz);
  5. Vita Opleidingen leidt alternatieve behandelaars op. Het onderwijs wordt o.a. verzorgd door orthomoleculaire diëtisten en iriscopisten, maar ook door de uit het artsenregister geschrapte Dankmeijer, bekend uit de zaak Millecam. Op Kloptdatwel kennen we ook de poot van Vita, die de Xenomide tegen stralingsschade aanbiedt;
  6. Het Vlietlandziekenhuis biedt volgens de VtdK een hele reeks onzinnige behandelwijzen aan voor pijnbestrijding, denk aan: TENS (stroomstootjes), EMDA (medicatie aanbrengen door middel van stroom), acupunctuur en bioresonantie;
  7. Pauline Meurs, bestuursvoorzitter van ZonMW, is genomineerd vanwege het uitbrengen van het rapport Signalement Ontwikkeling en implementatie van evidence-based complementaire zorg, dat Laurens Dragstra fileerde op Kloptdatwel: Niets nieuws onder de ZonMw. Meurs wordt door de VtdK aangerekend “dat zij de pro-alternatieve aandriften van de directie niet heeft weten te beteugelen”;
  8. Elmer Sterken, rector magnificus van de Groningse universiteit, dankt zijn nominatie aan het laten doorgaan van de promotie van integratief psychiater Rogier Hoenders. Volgens de VtdK was er reden genoeg om die af te blazen vanwege gebrek aan kwaliteit van het proefschrift.

De redenen voor nominatie staan uitgebreider op de site van de VtdK.

Wat denkt de lezer van Kloptdatwel ervan? Daar zijn we benieuwd naar. Geef uw commentaar in de reactiemogelijkheid hieronder en vul ook de poll even in. Even wachten met stemmen kan natuurlijk ook om de overwegingen van andere commentatoren uw eerste oordeel mogelijk te laten beïnvloeden. Misschien neemt de jury van de Meester Kackadorisprijs de commentaren en de uitslag van de poll nog wel mee.

This poll is no longer accepting votes

Wie verdient de Meester Kackadorisprijs 2020?
142 votes
StemResults

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Skepticisme Tagged With: CPION, Elmer Sterken, meester kackadorisprijs, Nationale Ballet, Pauline Meurs, Pauw en Witteman, Rogier Hoenders, Stichting Rugpoli, Vereniging tegen de kwakzalverij, Vita opleidingen, Vlietlandziekenhuis, ZonMw

Vaccinaties, autisme en de klokkenluider

16 September 2014 by Pepijn van Erp 23 Comments

De mythe dat vaccinaties iets te maken hebben met autisme sterft maar niet uit. Ook al zijn er intussen honderden studies die hebben laten zien dat zo’n verband niet bestaat, toch blijft een kleine, maar zeer actieve groep ouders van kinderen met autisme dat idee omarmen. De Britse (voormalige) arts Andrew Wakefield, die met zijn frauduleuze Lancet-artikel de belangrijkste aanstichter van de ellende is, zit al weer jaren in de Verenigde Staten en probeert nog steeds zijn ‘gelijk’ te halen. Onlangs zette hij een video op YouTube, waarin verteld wordt dat een klokkenluider van de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) toegeeft dat in een studie naar het verband tussen vaccinaties en autisme gegevens achtergehouden zouden zijn, die er op wijzen dat vooral Afro-Amerikaanse jongens maar liefst een drie keer zo groot risico zouden lopen op autisme door vaccinaties.

Een nogal pittig videootje. Het achterhouden van de gegevens zou nog kwalijker zijn dan het hoogst onethische Tuskegee-syfilisonderzoek!? En Hitler, Stalin en Pol Pot zijn volgens Wakefield te verkiezen boven het CDC, omdat die tenminste niet hypocriet waren over hun misdaden! Een beetje overdrijven om aandacht te vragen voor een kwalijke zaak die in de doofpot wordt gestopt, zou je nog kunnen vergoelijken, maar dit gaat toch wel erg ver. Desalniettemin is het goed om te kijken hoe het nu zit met die klokkenluider en de vermeende fraude in dat onderzoek uit 2004. Dat blijkt echter helemaal niet zo goed uit te pakken voor ‘team Wakefield’.

CDC studie van 2004

Het hele verhaal draait om één van die talloze studies die zijn gedaan naar de veiligheid van vaccins en mogelijke verbanden tussen vaccineren en autisme: Age at First Measles-Mumps-Rubella Vaccination in Children With Autism and School-Matched Control Subjects: A Population-Based Study in Metropolitan Atlanta, DeStefano et al., Pediatrics (2004). In die studie vergeleken de onderzoekers van het CDC kinderen met autisme en kinderen zonder autisme om te kijken of het moment van eerste BMR-vaccinatie misschien iets uit zou maken. Er werd niet echt iets overtuigends gevonden, alleen een zwakke aanwijzing dat de kinderen met autisme iets vaker gevaccineerd bleken te zijn tussen 24 en 36 maanden. Om dat nader te onderzoeken verzamelden ze geboortecertificaten voor alle kinderen in het onderzoek uit Georgia. Daaruit haalden ze informatie als geboortegewicht, leeftijden van de ouders, opleidingsniveau van de moeder, etc. Met deze informatie konden de onderzoekers de invloed van dergelijke mogelijke confounders elimineren. Die nadere analyse liet vervolgens geen verband meer zien, de conclusie van het artikel is dan ook dat er geen verband is tussen tijdstip van vaccinatie en autisme.

Heranalyse van Hooker

Brian Hooker, een chemicus en vader van een kind met autisme, ging volgens de video aan de slag met de datasets van de DeStefano-studie en ontdekte daarin schokkende zaken. Niet alle verzamelde gegevens werden voor alle analyses gebruikt. Alleen voor de kleinere dataset met kinderen waarvoor een geboortecertificaat was opgevraagd, hadden DeStefano et al. een splitsing naar raciale herkomst gemaakt. Als Hooker die ‘achtergehouden’ data zelf bekijkt, vindt hij dat Afro-Amerikaanse jongens die hun BMR-vaccinatie eerder kregen een meer dan drie keer zo grote kans liepen op het ontwikkelen van autisme. Hij publiceerde zijn analyse op 27 augustus in Translational Neurodegeneration, maar als je het daar nu probeert te vinden, stuit je op de volgende mededeling:

This article has been removed from the public domain because of serious concerns about the validity of its conclusions. The journal and publisher believe that its continued availability may not be in the public interest.

Gezien de commotie die is ontstaan over deze heranalyse, kun je je afvragen of het wel zo verstandig is om die meteen in te trekken (“Censuur!” hoor je antivaccinatiebende al roepen). Hoe kun je nu controleren wie er gelijk heeft? Via Retraction Watch is het artikel nog wel te vinden, zodat je zelf kunt nagaan of de commentaren die de analyse van Hooker hebben neergesabeld wel hout snijden. Dat Hooker er inderdaad een potje van gemaakt heeft, is voor mij intussen wel duidelijk.

Het meest in het oog springende probleem met de analyse van Hooker is dat hij de data opvat alsof die uit een cohort-studie afkomstig zijn in plaats van uit een case-control-studie. Dat maakt nogal wat uit voor de analyse. Uit bewoordingen in het artikel kun je opmaken dat hij het verschil niet eens kent! Wat Hooker heeft gedaan, is net zo lang inzoomen op subgroepen totdat hij er eentje vond waar hij een ‘significant’ verband vond tussen het vaccinatiemoment van de kinderen met autisme en die zonder autisme. Dit tabelletje is zijn belangrijkste vondst:

Tabel 2 uit het artikel van Hooker. In de rode ellips het gevonden  'risico'
Tabel 2 uit het artikel van Hooker. In de rode ellips het gevonden verhoogde ‘risico’.

Je moet de getalletjes zo lezen: het Relative Risk van 1.24 voor Total Cohort bij Age cut-off  van 18 months geeft aan dat het aantal kinderen met autisme in de studie die vóór 18 maanden hun BMR ontvingen 1,24 keer zo groot was als het aantal dat je zou verwachten op basis van het aantal kinderen met autisme met eerste vaccinatie ná 18 maanden. De suggestie van het artikel van Hooker is dat ‘vroege’ vaccinatie dus wel degelijk geassocieerd is met een hogere kans op autisme. Naast het feit dat Hooker in de tekst zegt een chi-kwadraattoets te gebruiken en er boven de tabellen Fisher’s exact staat, valt ook meteen op dat Hooker nergens corrigeert voor meervoudig toetsen. Hoeveel verschillende subgroepen heeft hij wel niet zitten analyseren met wat voor toetsen? Dat zogenaamde significante resultaat zegt zo wel erg weinig. Hooker is geen statisticus en geen epidemioloog, waarom zouden we hem eigenlijk serieus nemen? Een veelzeggend fragmentje uit een veel langere presentatie die Hooker hield:

[als Hooker telefoongesprekken kan opknippen, kan ik me ook wel een beetje ‘quote mining’ veroorloven 😉 ]

Statisticus Jim Frost heeft op The Minitab blog deze data in wat meer detail bekeken en komt tot de conclusie dat het aantal kinderen dat onder het schokkende 340 procent verhoogd risico schuilt, vermoedelijk maar 13 is. Ook hij laat erg weinig heel van de aanpak van Hooker en vindt daarentegen geen problemen met de gebruikte statistiek in de oorspronkelijke studie van DeStefano. Daarin wordt met een regressie-analyse o.a. gecorrigeerd voor een lager geboortegewicht (dat geassocieerd is met een verhoogde risico op autisme). In de totale hoeveelheid gegevens was het lage geboortegewicht redelijk verdeeld over de kinderen met en zonder autisme; in de subgroep die Hooker identificeert niet. Die geeft dat ook wel toe in zijn artikel, maar als hij daarvoor wil corrigeren moet hij zich (net als de CDC in het DeStefano-artikel) beperken tot de groep waarvan geboortecertificaten waren opgevraagd. Tussen de regels door kun je dan lezen dat er zo weinig gevallen met autisme in de data overblijven dat Hooker tamelijk willekeurig de grenzen in zijn uitsplitsing in tijd moet aanpassen, natuurlijk wel zo dat er met zijn methode nog een ‘significant’ resultaat te zien is.

Kortom, Hooker gebruikte een verkeerd statistisch model, statistische toetsen die niet geschikt zijn, paste die ook nog eens verkeerd toe en vond toen maar net één raciale subgroep van 13 jongens, die sowieso al wat later gevaccineerd waren dan gebruikelijk, met een ‘significant’ grotere ‘kans’ op autisme dan de jongens die nóg later werden gevaccineerd. En waren die data eigenlijk achtergehouden? Nou nee, die kon je altijd al aanvragen via de website van CDC als je maar een goed onderbouwd voorstel indiende voor analyse.

De klokkenluider

In een eerste versie van de video van Wakefield werd de klokkenluider niet met naam genoemd. Al snel kwam er echter een nieuwe versie waarin hij als dr. William W. Thompson wordt geïdentificeerd. Over wat er zich tussen Thompson en Hooker precies heeft afgespeeld, is moeilijk te achterhalen. David Gorski (‘Orac’) heeft op zijn blog Respectful Insolence in meerdere berichten aandacht besteed aan deze kwestie en in het bijzonder de motivatie van Thompson. Waarom nam hij contact op met Hooker? Is hij z’n verstand verloren en in het anti-vaccinatiekamp beland? Zijn de telefoongesprekken enorm verknipt en is Thompson erin geluisd door Hooker?
Thompson liet via zijn advocaat een verklaring uitgaan, waarin hij aangeeft dat het hem spijt dat hij en zijn co-auteurs indertijd significante informatie hebben achtergehouden en dat dat naar zijn mening niet in overeenstemming was met het onderzoeksprotocol. Anderzijds stelt hij ook duidelijk:

I want to be absolutely clear that I believe vaccines have saved and continue  to save countless lives.  I would never suggest that any parent avoid vaccinating children of any race. Vaccines prevent serious diseases, and the risks associated  with their administration are vastly outweighed  by their individual and societal benefits.

Hij stelt bovendien niet geweten te hebben dat Hooker hun telefoongesprekken had opgenomen. Al met al word je niet veel wijzer van de motivatie van Thompson, het blijft een raar verhaal. Zijn mogelijk oprechte zorgen over de wetenschappelijke integriteit van het artikel uit 2004 lijken nauwelijks ergens op gebaseerd. In ieder geval niet zodanig problematisch dat je je toevlucht zou moeten zoeken bij iemand als Hooker om daar aandacht voor te krijgen. Van een onderzoeker met zoveel ervaring op dit gebied als Thompson zou je niet zoveel naïviteit verwachten.

Besluit

Interessant aan deze hele ‘affaire’ is dat Wakefield nu een volkomen mislukte heranalyse steunt, die als je ‘m wél serieus neemt, laat zien dat er voor alle kinderen (op die Afro-Amerikaanse jongetjes na) geen enkel verband is te ontdekken tussen het moment van BMR-vaccinatie en autisme. Daarmee haalt Hooker dus het beruchte onderzoek van Wakefield zelf ook onderuit; daar hoor je Wakefield nauwelijks over in zijn video. Ook opvallend is dat de meeste ouders van autistische kinderen die zich in het ‘vaccinaties veroorzaken autisme’-kamp bevinden, blank zijn. Ook voor hen zou het stuk van Hooker eerder een teleurstelling moeten zijn. Waarom zijn ze er dan enthousiast over op Internet? Hun strijd lijkt allang niet meer te draaien om een mogelijke oprechte zorg over de veiligheid van vaccins, maar is verworden tot wraakneming op de CDC.

Voor wie de ophef tot in de details wil doorgronden heeft het blog Harpocrates Speaks een artikel dat de belangrijkste punten in deze kwestie bespreekt met een uitgebreide chronologische lijst met links naar andere blogs. Voor de podcastliefhebbers tenslotte, is er een aflevering van The League of Nerds over deze kwestie.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Wetenschap Tagged With: andrew wakefield, autisme, Brian Hooker, CDCwhistleblower, vaccinaties

Rechtbank niet onder de indruk van beroep op studie Kooreman & Baars

1 September 2014 by Laurens Dragstra 4 Comments

Jarenlang betaalde zorgverzekeraar Achmea forse bedragen aan het Medisch Centrum Rhijnauwen (MCR) te Bunnik voor door het MCR gedeclareerde laboratoriumonderzoeken. Totdat de verzekeraar erachter kwam dat deze onderzoeken niet waren aangevraagd door huisartsen – zoals op de declaraties stond – maar door natuurartsen, orthomoleculaire artsen en diëtisten. Onderzoeken aangevraagd door dergelijke behandelaars kwamen volgens de polisvoorwaarden niet voor vergoeding in aanmerking. Achmea begon daarop een civiele procedure tegen het MCR en in mei 2013 stelde de rechtbank al vast dat de verzekeraar de declaraties onverschuldigd betaald had.
In het eindvonnis van 9 juli 2014 heeft de rechtbank vervolgens niet alleen bepaald dat het MCR een bedrag van € 1.313.402,35 (plus enkele duizenden euro’s aan beslag- en proceskosten) terug moet betalen aan Achmea, maar ook dat de beide bestuurders van het MCR persoonlijk aansprakelijk zijn voor dit bedrag. Opmerkelijk feit: de bestuurders hadden betoogd dat Achmea geen schade had geleden. Alternatief werkende artsen zouden volgens hen juist zorgen voor forse besparingen voor zorgverzekeraars, waarbij de bestuurders met de bekende studie van Kooreman en Baars wapperden. Helaas voor hen wilde de rechtbank er niet aan.

Urinemonster
Urinemonster

Het MCR (“Medische zorg zoals u altijd gewild heeft”) is blijkens zijn website gevestigd op dezelfde locatie als het Europees Laboratorium voor Nutriënten (ELN), Vital Cell Life en het Gezondsheidscentrum Bunnik. “Door de samenwerking met het Europees Laboratorium voor Nutriënten is er de mogelijkheid niet alledaagse onderzoekingen in bloed en urine te laten verrichten”, aldus de website. Om die laboratoriumonderzoeken ging het in de rechtszaak van Achmea tegen het MCR. De rechterlijke uitspraken maken niet duidelijk om welke onderzoeken het precies ging (het waren er honderden), maar het ELN heeft ook een eigen website, die net als die van het MCR nogal gedateerd overkomt. Daar vinden we een heel scala aan testen die door het laboratorium worden uitgevoerd. Het gaat dan om het testen van bloed of urine op de aanwezigheid van spoorelementen, aminozuren, vetzuren en vitaminen, maar ook om testen voor het vaststellen van allergieën, testen voor het detecteren van belasting met zware metalen (o.a. kwik in speeksel-test), testen voor het functioneren van organen en testen voor het opsporen van verstoring van de darmflora. Ook voor testen op de ziekte van Lyme draait het ELN zijn hand niet om.

De casus

Het MCR kreeg veel aanvragen voor laboratoriumonderzoek van natuurartsen, orthomoleculaire artsen en diëtisten. Het laboratoriumonderzoek werd uitgevoerd door het ELN en door het MCR via een factoringbedrijf (Mediparc) gedeclareerd bij Achmea. Op basis van de overeenkomst tussen het MCR en Achmea mocht het MCR het aanleveren van declaraties uitbesteden aan een derde partij, maar de overeenkomst bepaalde tevens dat de zorgaanbieder zelf te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk bleef voor de declaraties. Verzekerden van Achmea konden aanspraak maken op vergoeding van de kosten voor laboratoriumonderzoek mits dit was aangevraagd door huisartsen, bedrijfsartsen, verloskundigen of medisch specialisten. Bij de declaraties van het MCR leek deze voorwaarde geen problemen op te leveren: op de declaraties stond vrijwel altijd dat de onderzoeken waren aangevraagd door huisartsen. Kennelijk begon Achmea eind 2009 toch nattigheid te voelen. De verzekeraar voerde een steekproef uit onder 51 willekeurige verzekerden die aan een door het MCR gedeclareerd laboratoriumonderzoek waren onderworpen. Achmea stelde daarop vast dat in slechts 4% van de gevallen laboratoriumonderzoek was gedeclareerd dat volgens de polisvoorwaarden voor vergoeding in aanmerking kwam.

Zo ging een balletje rollen, dat leidde tot een claim van Achmea (aanvankelijk ruim 2 miljoen euro) vanwege ten onrechte betaalde declaraties en uiteindelijk een rechtszaak, die op 9 juli 2014 voorlopig geëindigd is met een forse overwinning van de verzekeraar. Het MCR moet € 1.313.402,35 plus beslag- en proceskosten betalen, al is het vonnis op dit punt voor een groot deel niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat dat tot het faillissement van het MCR zou kunnen leiden en het centrum dan zijn hoger beroep niet meer zelf zou kunnen bekostigen (r.o. 3.11 van het eindvonnis). Met andere woorden, er hoeft pas betaald te worden als ook het hoger beroep verloren wordt.

Bijzonder is dat ook de bestuurders van het MCR – een stichting – door de rechtbank aansprakelijk worden gehouden voor de door Achmea geleden schade, en nog wel hoofdelijk ook (i.e. beiden kunnen voor het volledige bedrag worden aangesproken). Bestuurdersaansprakelijkheid bestaat daar waar de bestuurders van een rechtspersoon een ernstig verwijt van bepaalde wanpraktijken kan worden gemaakt. Een groot deel van het eindvonnis gaat over de vraag of de bestuurders inderdaad een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het is nogal een lang verhaal (r.o. 3.14-5.16 van het eindvonnis), maar in het kort komt het hier op neer: de rechtbank constateert dat een andere grote zorgverzekeraar (CZ) al eens contact met het MCR had opgenomen over declaraties waarop ten onrechte “huisarts” vermeld stond en dat had ertoe moeten leiden dat de beide bestuurders gingen onderzoeken hoe het stond met declaraties bij andere zorgverzekeraars. Dat hebben zij echter nagelaten, waardoor het factoringbedrijf declaraties met de veldcode “huisarts” bleef versturen, hetgeen in een zeer groot aantal gevallen in strijd met de waarheid was. Dat kan hen ernstig verweten worden en de bestuurders draaien daarom op voor de door Achmea geleden schade van ruim 1,3 miljoen euro. Overigens onderzoekt het Openbaar Ministerie nog of de declaraties opzettelijk verkeerd zijn ingevuld (zie ook dit artikel).

Kostenbesparingen door alternatieve artsen?

Achmea had aangevoerd dat de kosten van het MCR voor laboratoriumonderzoeken gemiddeld drie keer zo hoog waren als het landelijk gemiddelde (tussenvonnis, r.o. 6.17). De bestuurders meenden echter dat Achmea juist blij moest zijn met al die laboratoriumonderzoeken verricht op verzoek van de genoemde natuurartsen, orthomoleculaire artsen en diëtisten. Die leiden volgens wetenschappelijk onderzoek immers juist tot flinke kostenbesparingen voor zorgverzekeraars:

“5.17. Volgens [gedaagde 1] heeft Achmea geen schade geleden. In verband daarmee betoogt hij dat in zijn algemeenheid door MCR laboratoriumonderzoeken worden gedaan van patiënten met langdurige klachten die de huisartsen of medisch specialisten niet (geheel) kunnen oplossen. Na onderzoek bij MCR en de daaropvolgende zorg verminderen de klachten en kan het traject bij de medisch specialist worden beëindigd of verminderd, wat een forse besparing voor de zorgverzekeraar oplevert. Dit blijkt volgens MCR uit wetenschappelijk onderzoek. Daarom moet Achmea volgens [gedaagde 1] specificeren welke kosten aan de betreffende verzekerden zijn betaald die betrekking hebben op een laboratoriumonderzoek en welke kosten anders zouden zijn gemaakt.

5.18. Het argument van [gedaagde 1], verband houdend met de besparing van kosten door Achmea, slaagt niet. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [gedaagde 1] een artikel overgelegd van [X] en [Y] gepubliceerd op [link] op 22 juni 2011. In dit artikel, met de titel “Patients whose GP knows complementary medicine tend to have lower cost and live longer”, concluderen de auteurs dat patiënten van wie de huisarts (‘general practitioner’) aanvullende training heeft op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde (‘complementary and alternative medicine’) 0 tot 30% lagere zorgkosten hebben, afhankelijk van de leeftijdsgroep en het type complementaire en alternatieve geneeskunde. De drie voornaamste stromingen hierin zijn volgens de auteurs antroposofische geneeskunde, acupunctuur en homeopathie. Een eerste punt dat opvalt is dat de onderzoekers zich hebben beperkt tot huisartsen met aanvullende training op een van deze drie terreinen. Vaststaat dat alle laboratoriumonderzoeken waarover het in dit geding gaat afkomstig zijn van niet-huisartsen. Al op grond hiervan faalt het besparingsargument van [gedaagde 1]. Verder concluderen de auteurs dat de resultaten van hun onderzoek niet kunnen worden gegeneraliseerd omdat het onderzoek zich heeft beperkt tot één zorgverzekeraar, actief in een beperkt gebied in Nederland, en tot een klein aantal huisartsen met de hiervoor genoemde aanvullende training. Ook merken de onderzoekers op dat zij niet alle gegevens hebben gebruikt die nodig zijn om een optimale vergelijking te maken van de kosteneffectiviteit en dat een groot aantal onderwerpen nader moet worden onderzocht. Andere resultaten van soortgelijke onderzoeken zijn door [gedaagde 1] niet overgelegd. Dat Achmea kosten heeft bespaard op de wijze zoals [gedaagde 1] betoogt kan dus niet worden aangenomen.”

dr. Erik Baars
dr. Erik Baars

Hoewel de auteurs van het onderzoek Patients whose GP knows complementary medicine tend to have lower cost and live longer merkwaardig genoeg geanonimiseerd zijn, is hun identiteit gemakkelijk te achterhalen. Het gaat om de onderzoekers Peter Kooreman en Erik Baars, beiden met antroposofische sympathieën. Hun onderzoek verscheen pas eind 2012 in het European Journal of Health Economics, maar was daarvoor al meer dan twee jaar beschikbaar via internet, o.a. via de eigen website van Kooreman, die om die reden ook als [link] zal zijn weergegeven in het vonnis. Cees Renckens en Jan Willem Nienhuys leverden in juni 2010 al stevige kritiek op het onderzoek en hier op Kloptdatwel? verscheen in mei 2013 een uitgebreid commentaar van Pepijn van Erp. Een vervolgonderzoek van Kooreman en Baars werd eveneens door Pepijn bekritiseerd. En ten slotte reageerden ook in het European Journal of Health Economics zelf enkele critici (zie ook hier).

prof. dr. Peter Kooreman
prof. dr. Peter Kooreman

Ik zal de genoemde kritiekpunten hier niet herhalen; de lezer zij verwezen naar de relevante artikelen. Wel is het misschien nog aardig op te merken dat de rechtbank kennelijk denkt dat uit de studie van Kooreman en Baars volgt dat patiënten van alternatieve huisartsen 0 tot 30% lagere zorgkosten hebben. Dat schrijven de onderzoekers inderdaad, maar Pepijn van Erp liet in zijn eerste artikel al zien dat hun eigen tabellen uitwijzen dat het eerder -47 tot 30% is. Jongeren waren bij de homeopaat aanzienlijk duurder uit (47% duurder) en 75-plussers kunnen beter niet naar de acupuncturist (16% duurder)! Zorgverzekeraars van 50-74-jarigen zullen op hun beurt weer niet staan te juichen bij de keuze voor een antroposofische huisarts: bijna 8% duurder. Ik verzin het niet: dit volgt allemaal uit de tabellen van Kooreman en Baars. Voor wat die waard zijn natuurlijk.

Ook de terughoudendheid die de rechtbank bij de onderzoekers meent te bespeuren lijkt me niet helemaal terecht. Was het immers niet Kooreman die nog vóór publicatie van het onderzoek in de Volkskrant repte van “spectaculaire” kostenverschillen die “niet te verwaarlozen zijn, zeker met het oog op de stijgende zorguitgaven”? In datzelfde stukje trouwens ook de idiote constatering van Kooreman dat een antroposofische arts “minder snel [zal] adviseren een kind in te enten tegen de bof en mazelen. Hij gelooft dat het goed is voor de opbouw van het immuunsysteem om die ziekten door te maken, wat de latere kans op ziekte doet verkleinen.” Tsja, als je op basis van je geloof mensen belangrijke zorg onthoudt, kun je inderdaad flink besparen…

Slot

De rechtbank kon het beroep op de studie van Kooreman en Baars gemakkelijk pareren door erop te wijzen dat die studie op huisartsen zag, terwijl het in de casus van het MCR in de meeste gevallen juist niet om huisartsen ging. Een van de bestuurders heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan en blijkens zijn toelichting tegenover RTL Nieuws zal het argument van “alternatieven leveren zorgverzekeraars besparingen op” ook daar waarschijnlijk gevoerd worden:

“Wij doen veel met voeding, allemaal wetenschappelijk onderbouwd. De politiek wil dat ook van zorgverleners, om te voorkomen dat de zorgkosten verder stijgen.”

Het argument van de vermeende besparingen door alternatieve artsen is dankzij het onderzoek van Kooreman en Baars erg populair in alternatieve kringen. Het Patiënten Platform Complementaire Gezondheidszorg deed er vorig jaar in een open brief aan minister Schippers bijvoorbeeld gretig een beroep op. De beroemdheden die de brief medeondertekenden waren er blijkbaar niet van op de hoogte dat de studie van de beide onderzoekers tamelijk pover is en zeker geen verstrekkende conclusies over kostenbesparingen rechtvaardigt. De uitspraak van de rechtbank in de zaak van het MCR biedt gelukkig een mooie kapstok om dat laatste nog eens uitdrukkelijk onder de aandacht te brengen.

Verder lezen:

Op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij zijn eerder drie artikelen over deze zaak verschenen (1, 2, 3).

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Gezondheid Tagged With: acupunctuur, alternatieve behandelwijzen, antroposofie, Erik Baars, homeopathie, medisch centrum rhijnauwen, Peter Kooreman, statistiek, zorgfraude, zorgkosten

Ebola en de kwakzalvers

27 August 2014 by Pepijn van Erp 28 Comments

Idioten, gevaarlijke idioten, en kwakzalvers. Op het Internet bieden ze ook bizarre therapieën aan tegen Ebola. In werkelijkheid zijn er voor serieuze behandeling van deze ernstige virusziekte slechts een aantal experimentele medicijnen, die nog maar in zeer beperkte mate worden toegepast. Nu de ziekte dood en verderf zaait in West Afrika springen charlatans en kwakzalvers echter op om hun producten en ‘kunde’ aan te bieden. Er zijn aanwijzingen dat dit al tot verergering van de situatie heeft geleid. Een opsomming van de rondwarende onzin.

Embed from Getty Images

Klassieke homeopathie

Gezien het feit dat homeopaten in Afrika ook met hun onwerkzame middelen aanrommelen tegen andere levensgevaarlijke aandoeningen als malaria en hiv/aids, komt het niet echt als een verassing dat er nu ook een aantal zijn die homeopathie wel tegen Ebola willen inzetten. Joette Calabrese bijvoorbeeld, of Vickie Menear. Nu werkt klassieke homeopathie met het similiaprincipe waarbij middelen worden toegepast die dezelfde symptomen in gezonde personen veroorzaken als die je ziet bij de patiënt. Het similiaprincipe is onzin, maar hebben ze dan geneesmiddelproeven gedaan met middelen die dezelfde symptomen veroorzaken als we zien bij ebolapatiënten? Nee, natuurlijk niet. Het komt neer op wat vage overeenkomsten die ze zien tussen de symptomen van de Spaanse Griep en Ebola, maar dan moet je wel heel selectief kijken.

Gevaarlijk? In ieder geval vond de WHO het belangrijk genoeg om er op Twitter tegen te waarschuwen:

There is no evidence base that #homeopathy can cure #Ebola. Severely ill patients require intensive supportive care http://t.co/itpATExjBk

— WHO (@WHO) July 31, 2014

Je zou denken dat dit soort ideeën alleen bij extreem fanatieke homeopaten leeft, maar als je een beetje op Twitter of Facebook rondkijkt, zie je dat heel veel homeopaten het wel een geloofwaardig idee vinden, GeenStijl zettte er zo ééntje in het zonnetje. Ook artsen die aan homeopathie doen zijn niet te brengen tot een veroordeling van deze gevaarlijke uitspraken van hun collega’s. Ik moet de eerste vooraanstaande homeopaat die er ronduit afstand van neemt nog tegenkomen.
[update: zie ook “Homeopaten in Liberia: ‘Mission Ebola‘”]

Homeopathische frequenties

Een van de ‘verklaringen’ voor de vermeende werking van homeopathische middelen is dat alleen de informatie van de  uitgangsstof overblijft na het herhaaldelijk schudden en verdunnen. Dat er naar verwachting geen moleculen van die stof (uit de oertinctuur) in de druppels of korrels te vinden zijn, doet er dan zogenaamd niet toe; die informatie is op een of andere manier nog wel aanwezig. Met die gedachte is het maar een klein sprongetje om het helemaal materieloos aan te pakken en alleen met die informatie te werken. ‘Remedy Makers‘ worden gebruikt om middelen via frequenties te kopiëren en sommigen homeopaten zetten die om in geluidsfragmenten, die je dan kunt afluisteren om al doende de helende informatie zijn werk laten doen.
Eén zo’n fantast is Dr. Bill Gray met zijn ‘eRemedies’, MP3tjes die je via zijn website kunt afspelen. Hoewel hij stelt dat “there is no proven medical treatment” laat hij dat vrij snel volgen door:

If used properly, these eRemedies are nontoxic and may rapidly enhance recovery through improved functioning.

Willekeurig gegenereerde ruis, hoe krankzinnig moet  je zijn om dat voor te stellen als serieuze ondersteuning bij de behandeling van Ebola. Natuurlijk is hij (net als die klassieke homeopaten) zo handig om ergens wel te vermelden dat je het alleen als aanvulling op andere behandeling moet gebruiken, maar dat is vermoedelijk alleen om zich in te dekken.

Een andere beruchte organisatie, de Amma Resonance Healing Foundation van Peter Chappell en Harry van der Zee, levert min of meer hetzelfde in de laatste nieuwsbrief. Deze in Nederland gevestigde stichting met ANBI-status is al jaren bezig om hun PC Technology in Afrika in te zetten tegen malaria en hiv/aids. Wat die PC middelen precies inhouden, houdt Chappell angstvallig geheim, maar het is iets van een aids-simillimum dat op alcohol is overgebracht (vast met zo’n Remedy Maker). In ieder geval heeft een medewerker nu een website ingericht waar je ook kunt luisteren naar geluidjes die moeten beschermen tegen Ebola, eventueel gecombineerd met anti-paniek en anti-malaria. Uit de nieuwsbrief kunnen we ook opmaken dat helaas nog niemand Nico Beentjes zijn paspoort heeft afgepakt

MMS  (Master Mineral Solution – Miracle Mineral Solution)

Ook dit middel zijn we al vaker op Kloptdatwel tegengekomen, bijvoorbeeld ingezet tegen malaria. Niets is te dol voor bedenker Jim Humble. Zonder enige gêne raadt hij het middel ook tegen Ebola aan:

Maar geneest MMS ook Ebola?
Het is niet 100% zeker of MMS ook Ebola geneest omdat het simpelweg nog niet is uitgeprobeerd bij ebola patiënten. Maar waarschijnlijk bestrijdt MMS ook Ebola. Jim Humble adviseert voor Ebola het gebruik van Claras 6 and 6 protocol en Protocol 1000.

Colloïdaal Zilver

Het spul is nergens goed voor als je het inneemt, met een beetje pech kleur je er zelfs grijs of blauw van. Op veel plekken wordt het op Internet door kwakzalvers aangeboden, nu ook met sterke beweringen als:

Inside the body, silver forms no toxic compounds nor reacts with anything other than a germ’s oxygen metabolization. Colloidal Silver is truly a safe, natural remedy for many of mankind’s ills. It would appear highly unlikely that even germ warfare agents could survive an encounter with Colloidal Silver.

Since viruses like Ebola and Hunta, or even the dreaded “flesh-eating bacteria” are in the end merely hapless viruses and bacteria. To top it off Colloidal Silver is non-toxic, making it safe for both children and adults, as well as pets. In short, anything bigger than a one-cell animal seems to like it.

Vitamine C

Maar dat zilververhaal wordt door anderen gezien als een complot, waar je vooral niet moet intrappen:

Beware the current Colloidal Silver psy op, the actual cure for Ebola has been given to this web site.

Dat staat in wat schreeuweriger lettertje op de site van complotdenker Jim Stone. Volgens hem is het allemaal eenvoudig op te lossen met wat extra vitamine C, immers:

Consider this: The elite would never release a plague without an easy cure, and along with this ebola outbreak an American biowarfare firm has been working in Sierra Leon for the last five years.

Gebedsgenezers en traditionele geneeskunde

Een Nigeriaanse christelijke gebedsgenezer, Temitope Balogun Joshua, stuurde per privévliegtuig 4.000 door hem ingezegende flessen water naar Sierra Leone. Dat water geneest volgens hem van alles, kanker, hiv, dus Ebola kan het vast ook aan. Als je dat soort lieden aan de gang ziet, vind je het vast niet zo vreemd dat de Nigeriaanse overheid het nodig vond om religieuze voorgangers en genezers te waarschuwen tegen het doen van claims omtrent Ebola.
Er zijn veel geruchten die lastig te checken zijn, maar er is in ieder geval het verhaal dat een traditional healer uit Sierra Leone verantwoordelijk gehouden kan worden voor de verspreiding van Ebola van Guinee naar Sierra Leone. Zij hield praktijk in een dorpje niet ver van de grens en liet weten met haar krachten Ebola te kunnen genezen. Een aantal met besmette patiënten stak de grens over om door haar geholpen te worden met verschrikkelijke gevolgen: de dame in kwestie werd zelf besmet en bij haar begrafenis ook weer een flink aantal anderen. Aangezien ze blijkbaar een bepaalde status had, zijn op haar begrafenis veel mensen afgekomen van verder afgelegen dorpen. Dat werkt een snelle verspreiding in de hand.

Besluit

Dit is vast geen uitputtende opsomming en wat er in Afrika daadwerkelijk van opgepikt wordt en eventueel toegepast, is natuurlijk maar de vraag. Ervaring leert echter dat mensen in uitzichtloze situaties ook naar de meest vergezochte middelen grijpen. Als patiënten met Ebola dat doen en de reguliere zorg mijden, levert dat acuut gevaar op voor de besmetting van anderen.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid Tagged With: colloïdaal zilver, ebola, frequenties, gebedsgenezer, homeopathie, MMS, traditional healer, vitamine C

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 9
  • Page 10
  • Page 11
  • Page 12
  • Page 13
  • Interim pages omitted …
  • Page 38
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Het ‘Red Panda Effect’
8 October 2025 - Ward van Beek
Het ‘Red Panda Effect’

.In de Skeptical Inquirer van october/november (Volume 49, No. 5) wordt door Craig A. Foster en Kelsey M. McGinn teruggeblikt naar een uitgave van het blad uit 1979, met daarin een verhaal over een verdwenen panda, ontsnapt uit Blijdorp, wiens ontsnapping…Lees meer Het ‘Red Panda Effect’ › [...]

Kernenergie is een keuze
3 October 2025 - Ward van Beek
Kernenergie is een keuze

.In sceptische kringen is kernenergie geen taboe. Maar veel argumenten vóór kernenergie zijn op wensdenken gebaseerd. door Frank Biesboer, voormalig hoofdredacteur van De Ingenieur, Skepter 38.3 Voor de Nederlandse energiewereld was de brief die minister Hermans van Klimaat en Groene Groei in mei publiceerde over…Lees meer Kernenergie is een keuze › [...]

Hebben we minder gemeenschapszin dan vroeger?
16 September 2025 - Ward van Beek
Hebben we minder gemeenschapszin dan vroeger?

.In het dagelijks leven loop je als skepticus tegen heel andere zaken aan dan klassieke skeptische thema’s als homeopathie of een platte aarde. Dubieuze kleurentests op werk, vasten zou gezond zijn, en de kracht van positieve mindsets. Skepsis-podcastpresentator Richard Engelfriet sluist u door alledaagse…Lees meer Hebben we minder gemeenschapszin dan vroeger? › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

MAHA and the Triumph of Feelings Based Medicine
10 October 2025 - Jonathan Howard

According to Dr. Marty Makary, vaccines and medications are indicated or not, based on “stories” and how he “feels.”  The post MAHA and the Triumph of Feelings Based Medicine first appeared on Science-Based Medicine. [...]

The Growing Problem of Supplement–Drug Interactions in Seniors
9 October 2025 - Scott Gavura

Many people take supplements alongside prescription drugs without realizing the risks. The post The Growing Problem of Supplement–Drug Interactions in Seniors first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Nobel Prize in Medicine: Peripheral Immune Tolerance
8 October 2025 - Steven Novella

Each year I like to write a post about the Nobel Prize in Physiology or Medicine. While advocating for higher standards of science in medicine we tend to spend much of our time criticizing pseudoscience, so I like to balance that by occasionally just celebrating great medical science, and the Nobel Prize is a great opportunity. The 2025 award for physiology or […] The post Nobel Prize in Medicine: Peripheral Immune Tolerance first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Arthur Bijl on Hoe komt de maan aan zijn licht? Klein skeptisch onderzoekBedankt voor de opmerkingen!
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (37-2025)Gevaarlijke sprookjes.
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (37-2025)@Renate1 Men fantaseert maar lekker verder over hun obscure sprookjes.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (37-2025)@ Hans Ik dat het dreigend er voor zorgt dat het geneesmiddel misschien wel gebruikt mag worden. Maar goed, om
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (37-2025)Tja, dan maar blind, als straf van het opperhoofd. Knots!

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in