• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Het boek Omringd door Idioten van Thomas Erikson is een pseudowetenschappelijk schandaal

17 January 2020 by Dan Katz 4 Comments

Hoe de Zweden voor de gek werden gehouden door een van de grootste wetenschappelijke blufs van onze tijd…

Dan Katz, gediplomeerd psycholoog en psychotherapeut, legt uit waarom het succes van Thomas Erikson met zijn boek Omringd door Idioten (Omgiven av idioter) een van de grootste pseudowetenschappelijke schandalen uit de recente geschiedenis is.

Het boek Omringd door Idioten van Thomas Erikson is een pseudowetenschappelijk schandaal 1In de afgelopen jaren hebben honderdduizenden Zweden naar schatting in totaal meer dan tien miljoen euro uitgegeven aan een boek waarvan velen dachten dat het een wetenschappelijke verhandeling over de menselijke psychologie bevatte, geschreven door een expert op dit gebied. Het succes van het boek heeft veel bedrijven en andere organisaties ertoe gebracht om persoonlijkheidstesten te bestellen, geleverd door een groeiend aantal leveranciers die graag een nieuwe markt bedienen, en deze toe te passen op hun medewerkers. Omgeven door Idioten heeft een grote invloed gehad op de manier waarop Zweden met elkaar praten over psychologie en het gedrag van de mensen om hen heen bediscussiëren. Thomas Erikson heeft ongetwijfeld de grootste invloed gehad op de belangstelling van het publiek voor psychologie in een generatie.

Helaas is de theorie achter dit boek, en de verschillende opvolgers, niet meer dan pseudowetenschappelijke onzin. Bovendien lijkt Erikson zelfs geen basiskennis van psychologie of gedragswetenschap te hebben. Daarom hebben we bij VoF (Vetenskap och Folkbildning – de Zweedse Skeptische Vereniging) in 2018 Thomas Erikson tot Misleider van het jaar van het jaar uitgeroepen.

Iemand beschuldigen van fraude mag natuurlijke nooit lichtvaardig gebeuren; je moet zeker zijn van je zaak. Ik zal in het vervolg uiteenzetten hoe en waarom de boeken van Thomas Erikson zoveel mensen hebben misleid.


Opeens zag je het overal. Grote posters, hangend achter stapels met boeken bij de ingang van boekwinkels, toonden afbeeldingen van vier personen in de kleuren rood, blauw, groen en geel. Je kon ze niet missen. Ze waren ook prominent aanwezig op vliegvelden, en als je het vliegtuig instapte was het niet ongewoon om langs rijen zittende passagiers te lopen, die al in beslag waren genomen door het boek met die vier kleurrijke figuren op de cover.

Rond dezelfde tijd begonnen gediplomeerde psychologen melding te maken van cliënten die overwogen hun partners te verlaten met redenen als “ik kan onmogelijk met een geel persoon leven”. Of, dat ze op de afdeling Human Resources waren getest en te horen kregen dat ze naar een ander team moesten verkassen, omdat hun “kleurencombinatie” in hun huidige team niet werkte. Een tienermeisje komt thuis en zegt gelaten tegen haar moeder: “Mama, ik ben een groene.” Ze was getest door haar mentor op school. In cafés waren dezelfde discussies steeds weer te horen: “Ik ben rood en een beetje blauw. Welke kleur ben jij? Ik weet zeker dat je geel bent!”

Rond dezelfde tijd begon Thomas Erikson in de media te verschijnen. Hij presenteerde zich als een expert op het gebied van gedrag en communicatie en verscheen als zodanig in het ochtendnieuws van de Zweedse nationale tv-zender TV4. Toen zijn opvolger, Omringd door psychopaten, werd gepubliceerd, nodigde de staatsomroep SVT hem uit in de show “Ask a Doctor” om over psychopaten te praten. De vooraanstaande krant Aftonbladet gaf hem een wekelijkse column waarin hij vragen over psychologie beantwoordde. Uitverkochte lezingen door het hele land, ondanks hoge toegangsprijzen, waarin Erikson uitlegde hoe de mensheid verdeeld kon worden in rode, gele, blauwe en groene persoonlijkheidstypes. Nooit eerder had één persoon zo’n grote invloed uitgeoefend op hoe het grote publiek aankijkt tegen het menselijk gedrag, hoe en waarom mensen zich gedragen als ze doen.

Psychologen krabden zich achter hun oren. Hoe was de Zweedse natie zo verliefd geworden op Erikson en zijn vier kleuren? Sommige professionals herkenden de praatjes over kleuren van de beruchte Myers-Briggstest, die door minder respectabele managementconsultants wordt gehanteerd. Die bouwt voort op de mystieke ideeën van de Zwitserse psychoanalyticus Carl Jung, actief aan het begin van de 20e eeuw, wiens theorieën nu vooral van historisch belang zijn. De theorie van Myers-Briggs wordt door moderne psychologen niet serieus genomen. Omdat de test al geruime tijd geleden was ontwikkeld, was er uitgebreid onderzoek naar gedaan en de resultaten hadden ernstige gebreken aan het licht gebracht.

Ondanks het gebruik van kleuren bleek dat de “Omringd door …”-boeken niet gebaseerd waren op Myers-Briggs. In plaats daarvan bouwden ze voort op een andere persoonlijkheidstheorie, het zogenaamde DiSC-model. Een zoektocht in de academische literatuur over dit model wees uit dat, ondanks het feit dat de test al vijftig jaar bestond, er geen onderzoek was gedaan naar de vraag of het al dan niet werkte.

Om de kleurentheorie van Erikson tot op de bodem uit te pluizen, en te begrijpen waarom grote delen van de Zweedse bevolking deze serieus namen, moeten we kijken naar wat de wetenschap echt kan zeggen over persoonlijkheid, wat we nu weten over persoonlijkheidstests, en de manieren waarop het publiek en de massamedia voor de gek kunnen worden gehouden door pseudowetenschappelijke persoonlijkheidstheorieën. En we moeten beter kijken naar wie Thomas Erikson werkelijk is.

Persoonlijkheid is geen verklaring

Voordat we persoonlijkheid definiëren, is het nuttig om uit te leggen wat het niet is. Denk aan een vriend die iets slechts doet en dan zegt: “Ik deed het omdat mijn persoonlijkheid me ertoe bracht het te doen”. Hier stelt onze vriend eigenlijk dat zijn persoonlijkheid een soort kabouter in zijn hoofd is die zijn gedrag stuurt en vertelt wat hij moet doen. In werkelijkheid bestaan dergelijke kabouters natuurlijk niet en we accepteren dit argument meestal niet als excuus voor slecht gedrag.

In plaats van kabouters aanroepen is de meest redelijke en algemeen geaccepteerde definitie van persoonlijkheid het gedrag van een individu dat relatief constant is in de tijd en niet afhankelijk is van omstandigheden (Perugni et al., 2016). Persoonlijkheid is geen ding, zoals een kabouter, het is gewoon een patroon van herhaald gedrag. Met deze definitie wordt het kabouterargument circulair: als iemand beweert dat zijn of haar persoonlijkheid hem of haar iets heeft laten doen, kunnen we eenvoudigweg tegenwerpen: “Nou, ja, dat is de definitie van persoonlijkheid. Het enige wat je me vertelt is dat je je gedroeg zoals je deed, omdat je je gedroeg zoals je deed.”

Het aanroepen van een persoonlijkheidskabouter is een voorbeeld van onzorgvuldig denken. Andere vergelijkbare fouten zijn moeilijker te herkennen. Denk bijvoorbeeld aan een persoon die zegt: “Nu begrijp ik waarom ik zulke negatieve gedachten heb, niet kan slapen, en moeite heb om op gang te komen… ik heb een depressie.” Deze persoon zou kunnen geloven dat de verklaring voor zijn symptomen een depressie is, maar in feite is de diagnose depressie slechts een categorisering van precies deze symptomen. Er is ook geen depressiekabouter.

De populaire psychologie is vaak geneigd om dit soort fouten te maken. Zo’n tien jaar geleden maakte Mia Törnblom – een zeer populaire Zweedse motivational speaker – een klein fortuin door boeken te verkopen over hoe we ons zelfvertrouwen kunnen verbeteren. Ze beredeneerde dat die negatieve gedachten voortkomen uit een laag zelfvertrouwen. Maar het hebben van negatieve gedachten over jezelf is precies de definitie van laag zelfvertrouwen en het levert dus een cirkelredenering op: laag zelfvertrouwen wordt verklaard door laag zelfvertrouwen.

Deze fout wordt nog erger als je van “laag zelfvertrouwen” een kabouter maakt, zoals je zou kunnen zeggen dat Törnblom doet in haar werk. Ze schreef voor dat mensen met een laag zelfvertrouwen in de spiegel moeten kijken en de zin “Ik ben fantastisch” steeds maar weer moeten herhalen. Het idee achter  deze oefening is dat het ons zelfvertrouwen zou ‘stimuleren’ en ons in staat zou stellen om dingen te doen, zoals spreken voor een publiek, waar we eerder bang voor waren.

Voor mensen met negatieve gedachten over zichzelf is dit soort “positieve affirmatie” juist contraproductief gebleken (Wood et al. 2009). Negatieve gedachten en nervositeit nemen toe als je deze oefeningen uitvoert. Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe goedbedoeld advies van iemand zonder opleiding en ervaring in de psychologie tot negatieve uitkomsten kan leiden. Nog steeds worden praktiserende psychologen door cliënten gevraagd om hun vertrouwensproblemen op deze manier te ‘genezen’. Was het maar zo simpel als het herhalen van een mantra…

Samengevat zijn termen als “depressie” of “laag zelfvertrouwen” nuttige labels, maar het zijn geen verklaringen. Ze op die manier gebruiken is als zeggen dat het door slecht weer gaat regenen. Dus zelfs als we mensen zouden kunnen identificeren als rode, blauwe, groene en gele types, dan zouden de kleuren niets verklaren.

We hebben wel verschillende persoonlijkheden, toch?

Moderne evidence-based methoden in de gedragswetenschap gaan uit van het grondbeginsel dat het gedrag van mensen vooral afhangt van de omstandigheden. Een kind is misschien verlegen tussen haar klasgenoten op school, maar neemt ineens een centrale rol in wanneer het omringd wordt door vriendjes en vriendinnetjes in haar voetbalteam. Een uitgaanstype kan tot rust komen als hij zich realiseert dat niemand hem aandacht schenkt. Deze basisfeiten, waarvan we ons allemaal bewust zijn, maken dat psychologen heel voorzichtig zijn met het gebruik van de term persoonlijkheid.

Met deze beperkingen in het achterhoofd, zijn er veel wetenschappelijke pogingen geweest om verschillende persoonlijkheidstypes te classificeren. Deze strekken zich uit van meer dan tweeduizend jaar geleden, toen Hippocrates vier soorten temperament (sanguinisch, cholerisch, melancholisch en flegmatisch) classificeerde, tot het werk van Jung aan het begin van de twintigste eeuw. Maar het was pas in de jaren ’80 en ’90 en het opkomen van het model dat nu bekend staat als “The Big Five”, dat deze pogingen wetenschappelijk gezien een stevig fundament kregen.

The Big Five kwam niet voort uit een theorie, maar uit een statistische analyse van duizenden persoonlijkheidsvragenlijsten bestaande uit honderden vragen. Deze onthullen vijf eigenschappen die relatief constant zijn in de tijd: Openness, Conscientiousness, Extraversion, Agreeableness en Neuroticism. Deze classificeren mensen niet als aparte types – mensen kunnen variëren van zeer aangenaam tot zeer onaangenaam terwijl de overgrote meerderheid ergens in het midden ligt – en de eigenschappen sluiten elkaar niet uit – zeer open mensen kunnen ook gewetensvol zijn.

Samengevat is The Big Five een nuttige manier om statistische verschillen in menselijk gedrag samen te vatten, maar zelfs de psychologen die deze tests hebben ontwikkeld zijn zeer voorzichtig bij het classificeren van mensen volgens dit model (Sjöberg, 2010). Ja, we hebben verschillende neigingen in ons gedrag, maar die verklaren maar voor een klein deel wie we zijn.

Het boek Omringd door Idioten van Thomas Erikson is een pseudowetenschappelijk schandaal 2
Engelstalige versie van het boek

Is er een wetenschappelijke basis voor de kleurentheorie in Omringd door idioten?

Op de achterflap van zijn boek claimt Erikson dat “door een wetenschappelijke achtergrond […] dit boek een concrete manier geeft om de belangrijkste verschillen tussen verschillende communicatiestijlen te begrijpen.” Wat is dan precies die veronderstelde wetenschappelijke achtergrond?

Bijna de enige “wetenschappelijke” verwijzing die Erikson in zijn boek geeft, is The Emotions of Normal People, een boek dat in 1928 is geschreven door de Amerikaanse psycholoog William Moulton Marston. Marston veronderstelde dat ons gedrag wordt beïnvloed door “psychonische energie” die wordt overgedragen via een netwerk van zenuwcellen die hij “psychons” noemde. De vier persoonlijkheidstypen (geel, groen, blauw en rood) ontstaan, zo beweert Marston, als variaties tussen verschillende mensen in de structuur van hun psychonisch netwerk.

Deze “theorie” is pure speculatie van Marston. Er was geen wetenschappelijk bewijs voor psychonen of psychonische energie in 1928 en vandaag de dag is dat er ook niet. Ten tijde van de publicatie stond de psychologie als wetenschap nog in de kinderschoenen, en net als Hippocrates en Jung vóór hem, had hij een theorie gecreëerd zonder degelijke wetenschappelijke onderbouwing. In tegenstelling tot Hippocrates en Jung, kreeg Marstons theorie echter weinig aandacht, en hij verliet de psychologie. Later werd hij echter beroemd toen hij de stripheld Wonder Woman bedacht!

Er was echter één persoon die verder ging aan de hand van Marstons schrijfsels. In 1956 besloot Walter Clark een persoonlijkheidstest te bedenken op basis van het vierkleurenmodel. Deze test werd verder ontwikkeld en heet nu het DiSC-model. Het werd later op de markt gebracht als een hulpmiddel voor bedrijven om hun werknemers te begrijpen. Volgens de DiSC-test kan de mensheid worden onderverdeeld in vier basistypen:

  • Rood: dominant, gedreven, oplossingsgericht.
  • Blauw: analytisch, behoedzaam, nauwgezet.
  • Groen: geduldig, attent, aardig
  • Geel: extravert, creatief, verbaal

Allemaal goed en wel, maar ondanks het feit dat deze test al meer dan vijftig jaar bestaat en vrij wijd verspreid is, is er geen enkele wetenschappelijke studie over gepubliceerd. Zelfs volgens de vertegenwoordiger van de test in Zweden, het Instituut voor persoonlijke ontwikkeling, zijn er geen wetenschappelijke artikelen over de test gepubliceerd. Dit betekent dat we niet weten of mensen consistente antwoorden geven op de vragen over perioden van weken of maanden. Ook weten we bijvoorbeeld niet of een persoon wiens antwoorden uitwijzen dat hij rood is, ook echt dominant of gedreven is.

Eriksons beschrijving van zijn eigen testresultaten zijn op zijn best tegenstrijdig te noemen. Hij stelt: “mensen kunnen veel kleuren hebben!” Later beweert hij, zonder enig bewijs, dat “80% twee kleuren heeft!” En over zichzelf zegt hij: “Ik heb drie kleuren: rood, blauw en geel!” Gezien het gestelde doel van de test om persoonlijkheden te classificeren zijn dergelijke beweringen bizar. Inderdaad, door in meer detail te bestuderen wat de kleuren zouden moeten zeggen over een persoon, vond mijn collega Urban Fagerholm dat Erikson, op basis van zijn eigen beweringen, zowel snel als langzaam moet reageren; zowel maximaal als minimaal geïnteresseerd moet zijn in relaties; en zowel voorzichtig als impulsief moet zijn. Bovendien betekent zijn gebrek aan groenheid dat het Erikson ontbreekt aan geduld, kalmte, stabiliteit, vriendelijkheid en vele andere basiskenmerken!

Kortom, het vierkleurenmodel is gebaseerd op een theorie zonder wetenschappelijke basis, is niet streng getoetst en levert verwarrende en tegenstrijdige resultaten op. Het is gewoon pseudowetenschap.

Hoe beïnvloedt een kleurentheorie communicatie en conflicten op de werkplek?

Erikson heeft herhaaldelijk beweerd dat het voordeel van zijn kleurenbenadering is dat het ons helpt onszelf en anderen te begrijpen, daardoor onze communicatie verbetert en conflicten vermindert. Daarom zouden bedrijven en organisaties zijn aanpak moeten overnemen. Aangezien er geen wetenschappelijke onderbouwing is voor de vier kleuren, is er natuurlijk ook geen steun voor deze claim. Het is echter wel nuttig om na te denken over wat er, op basis van onderzoek, zou kunnen gebeuren als je zijn kleurentheorie toepast.

Een veel voorkomende fout bij problemen binnen een organisatie is om je te richten op de personen die betrokken zijn bij conflicten. In feite is het de context van een situatie die bepaalt hoe mensen handelen, en daarom moet de primaire aandacht bij het aanpakken van een conflict liggen in de manier waarop de organisatie werkt. Voordat een organisatieadviseur, die wordt ingeschakeld om conflicten op te lossen, naar individuen kijkt, moet ze naar de structuur kijken (Olofsson & Nilsson, 2015). Hoe worden beslissingen genomen? En hoe worden medewerkers geïnformeerd over de genomen beslissingen? Hoe wordt verantwoordelijkheid gedeeld?  Welk gedrag wordt beloond of gestraft, en op welke manier?

Helaas is het vaak zo dat bedrijven ‘gebrekkige’ medewerkers wegsturen om te leren “hoe ze met stress moeten omgaan”, terwijl die stress in feite een volkomen redelijk antwoord is op de structurele problemen binnen een organisatie. Dit is een ander voorbeeld van het circulaire argument dat we hierboven beschreven hebben, waarbij de gestresste medewerker wordt geïdentificeerd als de oorzaak van het probleem – haar mythische kabouter moet worden uitgedreven.

Als de persoonlijkheidstheorie van Erikson zou werken (wat niet het geval is) dan zou die dit soort fouten aanmoedigen: iemand die op een bepaalde manier handelt, wordt gezien in termen van zijn kleur en de redenen voor eventuele problemen worden genegeerd. Een onaangenamere en oneerlijkere manier om een probleem aan te pakken dan het simpelweg toe te schrijven aan het feit dat de persoon in het centrum van een conflict “blauw” is, is moeilijk voor te stellen. Natuurlijk kunnen sommige problemen ontstaan door persoonlijke conflicten op het werk en binnen het gezin, maar de oplossing is communicatie tussen alle partijen, niet een beroep op persoonlijkheidstheorieën.

Misschien is het enige positieve dat over Eriksons theorie kan worden gezegd, dat het sommige mensen kan helpen zich te realiseren dat niet iedereen op dezelfde manier denkt als zij. Psychologen noemen dit een “theory of mind”, een vermogen om het perspectief te veranderen, dat zich meestal ontwikkelt in de vroege kinderjaren. Met andere woorden, Eriksons boek zou iemand kunnen helpen met het empathische en intellectuele niveau van een vijfjarige.

Is Erikson een autoriteit in de gedragswetenschap?

In de vertalingen van zijn boeken vanuit het Zweeds naar andere talen wordt Erikson omschreven als gedragswetenschapper. In interviews noemt hij zichzelf een “gedragsdeskundige” en “communicatie-expert”.

Het boek Omringd door Idioten van Thomas Erikson is een pseudowetenschappelijk schandaal 3
Thomas Erikson (foto: Foggan123 | Wikimedia Commons)

Toen ikzelf en mijn collega’s met dit onderzoek begonnen, hebben we eerst geprobeerd zijn academische en professionele geloofsbrieven te achterhalen. We namen contact op met zijn bedrijf “Team Communications” en na drie e-mails kregen we een antwoord van Christina die eerst zei dat ze de vraag over zijn opleiding “niet begreep” en later zei dat Thomas Erikson zelf zou antwoorden “als hij tijd had”. Een antwoord kwam nooit.

Christina bleek de vrouw van Erikson te zijn, wat onze belangstelling alleen maar deed toenemen. Dus gebruikten we Ladok, het register van iedereen die aan Zweedse hogescholen en universiteiten heeft gestudeerd, om te kijken of we de door Erikson gevolgde cursussen konden vinden. Niemand met zijn naam en geboortedatum was erin geregistreerd. In feite ligt Eriksons professionele achtergrond in sales, eerst voor de Nordea bank, en later trainde hij verkopers vanuit een eigen bedrijf. Waarschijnlijk is zijn enige opleiding op z’n best vergelijkbaar met een middelbareschooldiploma.

Volgens Sune Gellberg, de eigenaar van IPU, de organisatie in Zweden die de DiSC-test verkoopt, zijn er geen kwalificaties vereist om persoonlijkheidstests uit te voeren. “Ik weet niet welke opleiding onze consultants hebben, want het maakt niet uit”, vertelt hij. “Een computerprogramma voert de persoonlijkheidsanalyse uit en geeft de consultant een rapport dat hij samen met de respondent kan doornemen”.

Zelfs de vertegenwoordiger van de test vindt kennis van de psychologie niet belangrijk! De persoonlijkheidsconsultants hebben geen opleiding in testmethodiek en geen kennis van persoonlijkheidstheorie. Ze voeren gewoon getallen in op een computer en hebben geen idee wat de resultaten betekenen of wat hun wetenschappelijke waarde is. Het is heel goed mogelijk dat Erikson gelooft dat de test een wetenschappelijke basis heeft en, gezien zijn gebrek aan opleiding, is het zeer waarschijnlijk dat hij geen idee heeft wat er eigenlijk staat.

Om meer te weten te komen gingen we in september 2017 naar een van Eriksons uitverkochte lezingen in het Rival theater in Stockholm. De presentatie was voor iedereen met een basisopleiding in de psychologie gênant. Hij begon met het neerzetten van Freud en Jung als de grondleggers van de moderne psychologie, een status waarvan zelfs iemand die een vierweekse cursus in het vakgebied heeft gevolgd zal weten dat die onterecht is. Het vakgebied heeft zich sterk ontwikkeld sinds de tijd van Freud, Jung en stripauteur Marston.

Zowel in die lezing als later in radio-interviews probeert Erikson uit te leggen dat gedrag en persoonlijkheid verschillend zijn. Hij beweert dat “persoonlijkheid veel dieper ligt”. Deze voorstelling van zaken lijkt een beroep te doen op de kabouter die we eerder hebben ontmoet en die bepaalt wie we zijn. Gezien het feit dat Erikson geen enkele opleiding heeft genoten in de gedragswetenschappen, is dit een zeer begrijpelijke vergissing. Maar het is in tegenspraak met de logica van de moderne psychologie, die persoonlijkheid definieert als herhaald gedrag. Kabouters hebben geen wetenschappelijke basis.

Heeft Erikson opzettelijk zijn kwalificaties overdreven?

Wanneer hij geconfronteerd wordt met kritiek op zijn werk, beweert Erikson dat we proberen te laten zien dat zijn lezers idioten zijn. Niets is minder waar, we zijn van mening dat de boeken met valse claims in de markt zijn gezet, dat de lezers zijn misleid met de suggestie dat Erikson een wetenschappelijke achtergrond heeft en dat zijn boeken gebaseerd zijn op onderzoek.

Ondanks een gebrek aan enige kwalificatie beschrijft Erikson zichzelf als gedragswetenschapper. Voor de publicatie van een van de eerste artikelen, in het Zweedse tijdschrift Filter, dat de claims in Omringd door idioten in twijfel trok, e-mailde Erikson mij (we hebben beiden dezelfde internationale agent, dus we hadden elkaar al eens kort ontmoet). Hij vroeg mij of ik, gezien mijn eigen beroep als psycholoog en mijn positie als bestuurslid van de Zweedse skeptische vereniging VoF, zijn bewering dat hij een ‘gedragswetenschapper’ was, zou willen steunen. Ik weigerde die steun te verlenen, ondanks het feit dat het in Zweden juridisch gezien mogelijk is om jezelf een ‘gedragswetenschapper’ te noemen zonder enige formele kwalificatie. Hij heeft net zoveel recht als mijn poedel om zichzelf een gedragswetenschapper te noemen.

Desondanks vertelde Erikson aan Filter dat ik zijn recht op het gebruik van de titel had gesteund, een leugen die heel gemakkelijk aan het licht kwam doordat de journalist van Filter mij belde om de bewering te verifiëren. Op zijn homepage beweerde Erikson dat “ik in een interview met Filter heb verwezen naar een psycholoog die mijn claim [om een gedragswetenschapper te zijn] steunde”. Dit is gewoonweg niet waar. Bij de vraag naar zijn kwalificaties, net als bij de redenering in zijn boeken, lijkt Erikson zichzelf voor de gek te houden dat hij in het gelijk staat.

Afgezien van de overdreven kwalificaties blijft de vraag staan waarom zoveel mensen het boek hebben gekocht ondanks de bedenkingen die geuit werden over de geldigheid ervan. Een deel van de verklaring kan liggen in echte psychologische fenomenen. De populariteit van het boek kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een “sneeuwbaleffect”, waarbij mensen die over het boek spraken de belangstelling ervoor vergrootten, en anderen het boek kochten omdat anderen erover spraken. Een andere oorzaak is het “verzonken kosten”-effect, waarbij mensen die het boek hebben gekocht, tijd doorbrachten met het lezen ervan en misschien hun vrienden erover vertelden, hun gezicht niet willen verliezen door toe te geven dat ze het mis hadden.

Dan komt de vraag waar de verantwoordelijkheid ligt. De eerste versie van het boek werd gepubliceerd door Hoi Publishing, een bedrijf dat auteurs helpt bij zelfpublicatie. Maar toen de verkoop steeg, was het Forum, onderdeel van het grootste Zweedse mediaconcern Bonnier, die de veiling won om de rechten op het boek te verwerven en uit te geven voor een breder publiek. Hoi kun je nog vergeven dat het de feitelijke basis voor een boek niet controleert, maar is het moeilijk te bevatten dat een grote uitgever als Forum publiceert zonder factcheck en zonder de achtergrond van auteurs na te gaan.

Dezelfde vragen kunnen worden gesteld aan TV4, SVT en Aftonbladet die Erikson hebben opgevoerd als gedragsdeskundige. Aftonbladet vroeg Erikson om een column te schrijven, zelfs nadat het tijdschrift Filter zijn expertise in twijfel had getrokken. Toen we bij VoF Erikson als Misleider van het jaar uitriepen, kreeg dat enige aandacht in de landelijke pers, maar werd het door Aftonbladet genegeerd. Tot op dat moment kunnen we ons alleen maar voorstellen dat elk medium zag dat anderen, waaronder Bonnier, het boek als deugdelijk hadden geaccepteerd en dat men ervan uitging dat het wetenschappelijk verantwoord was.

Onze samenleving is gebaseerd op vertrouwen. We gaan ervan uit dat mensen die boeken schrijven het onderwerp waarover ze schrijven, begrijpen. We vertrouwen respectabele uitgevers. We gaan ervan uit dat krantenredacteuren feiten en bronnen controleren. We geloven in publieke televisie en radio.
Hier lopen we tegen het grootste probleem aan. In een tijd waarin iedereen zijn ideeën online kan publiceren, zouden juist de instellingen die wij moeten vertrouwen – uitgevers, omroepen en krantenredacteuren – harder dan ooit moeten vechten om hun eigen geloofwaardigheid te behouden. Als zij dat vertrouwen verliezen, komt het voortbestaan van de democratie en de open samenleving in gevaar. Voor ons allemaal: blauw, rood, geel, lila of groen.

Het boek Omringd door Idioten van Thomas Erikson is een pseudowetenschappelijk schandaal 4
‘Omgeven door slechte bazen’ is nog niet in het Nederlands verschenen, het gaat vergezeld van een deeltje onder de titel ‘Omgeven door nietsnutten.’

Epiloog, januari 2020.

Sinds de publicatie van dit artikel in het voorjaar van 2019 is het boek van Erikson aan meer dan 35 landen verkocht. In Noorwegen was de allround bestseller van vorig jaar. Forbes nam het boek op in een top-tien “must read”-lijst. Over de hele wereld zijn er nu  naar schatting twee miljoen exemplaren verkocht. En op Amazon.com presenteert zijn uitgever hem nog steeds als “gedragswetenschapper”.


Deze versie werd in het Nederlands vertaald door Pepijn van Erp op basis van de Engelse vertaling van het Zweeds origineel. Daar zijn ook de referenties bij het artikel te vinden.

Filed Under: Buitenland, New Age, Pseudowetenschap Tagged With: DiSC, Omringd door idioten, surrounded by idiots, thomas erikson

De linke weekendbijlage (2-2020)

11 January 2020 by Pepijn van Erp 29 Comments

De linke weekendbijlage (2-2020) 5

Vaak komen we zaken op internet tegen die niet groot genoeg zijn om een heel stuk over te schrijven of soms hebben we daar de tijd niet voor. Daarom willen wij in deze nieuwe rubriek een verzameling interessante of gewoon vermakelijke berichtjes van de afgelopen week met de lezers van Kloptdatwel delen. Leesvoer voor in het weekend!

  • Science: This Italian scientist has become a celebrity by fighting vaccine skeptics
  • NRC: Zijn roeping: NOS bashen
  • Ars Technica: Goop’s Netflix trailer: Paltrow sinks into a vagina, spews pseudoscience
  • The Guardian: Bots and trolls spread false arson claims in Australian fires ‘disinformation campaign’
  • Observant: Hoogleraar cardiologie beticht van wetenschapsfraude
  • BR24: Sportpferd tot: Tierarzt muss 250.000 Euro Schadensersatz zahlen
  • de Volkskrant: Einde van een tijdperk: de laatste uitzending van astrotelevisie
  • The Guardian: My journey into the dark, hypnotic world of a millennial guru
  • Dingen Duiden (Podcast): Populisme en complotten (met Léonie de Jonge)

En nog steeds kun je tijdelijk de laatste Skepter van 2019 zomaar voor noppes downloaden! Mooie kennismaking voor als je blad nog niet kent.

Gratis pdf van Skepter 32.4

Tips zijn welkom! Mail gerust de redactie.

Filed Under: Algemeen

De zaak-basrakarekiet

10 January 2020 by Pepijn van Erp 68 Comments

Malafide gebruik van procedures voor wetenschappelijke integriteit, of een volhardende poging de wetenschappelijke literatuur te ontdoen van een frauduleuze studie?

In januari 2019 schreef Harald Merckelbach in zijn maandelijkse NRC-column over pogingen van lobbyisten om wetenschappers te muilkorven door ze lastig te vallen met klachten bij hun universiteit. Het inspireerde de KNAW een symposium te organiseren over misbruik van de procedures voor wetenschappelijke integriteit die elke universiteit heeft ingesteld, en hoe daar mee om te gaan.

De zaak-basrakarekiet 6
Artikel in het universiteitsmagazine Observant (Maastricht University)

Wat opvalt in het verslag van het symposium, dat plaatsvond op 25 november, is dat de aanwezigen maar één concreet voorbeeld lijken te kennen: een bioloog die jan en alleman zou stalken met een ‘onsamenhangend verhaal’ over een studie naar de basrakarekiet die moet worden ingetrokken. Sommigen spreken zelfs hun vermoeden uit dat hij kampt met psychiatrische problemen.
Dat deze klager erop uit is onwelgevallig onderzoek te frustreren, waar het in de column van Merckelbach om draaide, blijkt nergens uit. En ook nergens vraagt de verslaggever voor Observant zich af of deze persoon misschien toch ergens een punt heeft. Aan wederhoor was blijkbaar niet gedacht.

Die omissie maken we goed hier op Kloptdatwel. Ik interviewde de klager, Klaas van Dijk geheten, telefonisch op 3 januari.


Bruin vogeltje

Als ik het goed begrijp, gaat het in deze kwestie eigenlijk om één artikel uit 2013 over een vogeltje dat voorkomt in Irak. Waar gaat die studie precies over en wat is het belang ervan binnen het vakgebied?
Het gaat om een studie naar het broedgedrag van de basrakarekiet en een korte reactie van de auteurs op een commentaar daarop, twee jaar later. In Nederland heb je soorten als de merel, de koolmees en de wilde eend, waar veel studies naar alle mogelijke aspecten van de broedbiologie zijn uitgevoerd. Wanneer beginnen ze te broeden? Hoeveel eieren leggen ze? Zijn ze monogaam of polygaam? In Nederland werden er al honderd jaar geleden uitgebreide studies gedaan naar koolmezen, in nestkastjes. Daar kun je gewoon met de fiets langs.

Elders is zulk onderzoek vaak veel beperkter. Bij deze soort, die alleen maar in Irak broedt, was er eigenlijk helemaal niets over bekend. Alleen wat losse mededelingen en een paar foto’s.
En dan verschijnt er plotseling een studie die gebaseerd is op duizend nesten, en een paar honderd gevallen die gaan over polygamie. Dan kun je best zeggen dat het een groundbreaking study is. Niet dat die soort niet bekend was, maar van heel veel basale details van de broedbiologie wist men niets.

De zaak-basrakarekiet 7
Basrakarekiet bij zijn nest (foto: Mudhafar Salim)

Als we het vertalen naar een Nederlands context moeten we dan inderdaad aan een koolmeesje denken, een alom bekende vogel?
Nee, ook in Irak is het een onbekende vogel, maar het uitzonderlijke is dat hij bijna uitsluitend in rietmoerassen in het zuiden van Irak broedt. Omdat het een soort is die maar op één plek broedt en waar er niet veel van zijn, kan zo’n soort uitsterven. Er zijn internationale afspraken die bepalen dat je de schaarse onderzoektijd inzet voor soorten die bedreigd zijn. En dat is deze basrakarekiet, want die komt op maar een heel beperkt aantal plekken voor. Hij heeft een speciale status, eigenlijk al vanaf het moment dat hij goed beschreven werd.

Bij ons broeden vergelijkbare vogels in grote rietgebieden als de Oostvaardersplassen of de Biesbosch. Denk aan de kleine en grote karekiet, de rietzanger en de bosrietzanger. Dat zijn gewoon hele vage bruine vogeltjes, die je moeilijk uit elkaar kan houden.

Die studie, waarvan de Irakees Omar Al-Sheikhly de eerste auteur is, is frauduleus volgens jou en flink wat medestanders. Wat zijn de aanwijzingen daarvoor?
De belangrijkste aanwijzing is dat de ruwe data er niet zijn. Op verzoeken om inzage wordt ofwel niet gereageerd, of er komen dreigingen. Nou, dan weet je al bijna zeker dat er wat mis is.
Het tweede is dat als we het hebben over polygamie, dan staat daar de volgende zin in het artikel “Males are often polygynous (42.9%, n=317 observed males)”. Het is maar een zinnetje, maar in de wetenschap gaat het altijd om nuances en om precisie. Zo’n percentage moet je kunnen onderbouwen.
Als je iets wilt zeggen over polygamie, dan moet je natuurlijk wel weten wie man is, en wie vrouw. Klinkt heel simpel. Bij mensen kun je het zo zien, maar hoe zit dat bij vogels? Bij de wilde eend is het makkelijk, want hun verenkleed verschilt. Dat is niet het geval bij rietzangerachtigen. Je hebt ook soorten waarbij je ze op grootte uit elkaar kunt houden. Kan hier ook niet. Dus hoe wil jij het bepalen bij de basrakarekiet, zo’n bruin vogeltje?

Dan moet je ze bijna vangen.
Precies. Dan moet je de vogels vangen en geef je ze verschillende kleurringen om de poten, een individuele kleurencode. Dan weet je dit is er eentje met rood-wit-blauw en daarmee kun je ‘m volgen in het veld, en op grond van het gedrag de mannetjes en vrouwtjes uit elkaar houden. Tegenwoordig kun je het geslacht na het vangen overigens ook heel makkelijk met DNA bepalen, maar dan moet daar materiaal van zijn en dat is er ook niet.
Het volgen kost heel veel tijd, maar het is te doen. Dan zie je bijvoorbeeld: ‘hé, deze man zit nu bij deze vrouw, maar eerder zat hij bij een vrouwtje met andere kleuren.’ Van dat soort veldonderzoek moeten ruwe gegevens zijn. Die zijn er dus niet.

De zaak-basrakarekiet 8
Rietmoeras in Zuid-Irak (foto: H. Janali, U.S. Army | Wikimedia Commons)

Foute boel

Bij het verschijnen van het artikel dachten een aantal mensen dat deze studie te mooi was om waar te zijn, ze vroegen om de data en die werden niet gegeven. Ging het zo?
Dat beestje broedt in de grote moerassen van Irak. Sadam Hoessein heeft geprobeerd om een groot deel daarvan droog te leggen. Dat is bijna vergelijkbaar met het pogen om de Waddenzee droog te leggen, een desastreuze activiteit.
Goed, op een gegeven moment is Hoessein verdreven en werd Irak weer wat toegankelijker. Toen zijn er herstelprojecten op gang gekomen. De eerste stap is dan om vast te stellen wat er allemaal zit aan soorten. Vanuit Westerse landen zijn er samenwerkingsprojecten geweest om dat vast te stellen. De Britse ornitholoog Richard Porter was daar vanuit Birdlife International bij betrokken. Omar Al-Sheikhly was een van de veldmedewerkers die hij had getraind.
Die samenwerking duurde een aantal jaar, ongeveer tot 2008, en dan verschijnt in 2013 plotseling die studie in een wetenschappelijk tijdschrift. Porter had meteen door dat er iets niet klopte.

Terwijl hij misschien eerder had gedacht dat als er een studie verschijnt van de mensen die hij heeft opgeleid ‘hé wat leuk, ben benieuwd wat ze gedaan hebben.’
Porter heeft er ook heel veel moeite ingestoken om die mensen te bewegen hun waarnemingen op papier te zetten. Hij wist ook precies wat deze Al-Sheikhly in huis had, een uitstekende fotograaf. Indertijd heeft hij ook een klein artikeltje gepubliceerd, met het idee dat er bijna niets over deze soort bekend was en dat hij nu in ieder geval mooie foto’s had. Maar dan verschijnt er jaren later ins Blaue hinein die nieuwe studie van hem.

Porter heeft vrij snel een brief gestuurd naar de redactie van het tijdschrift met de redenen waarom het niet kon kloppen. En toen ontstonden de problemen eigenlijk, want de hoofdredacteur van het tijdschrift heeft nooit en te nimmer willen toegeven dat hij een enorme blunder heeft gemaakt.
Na enorm veel vijven en zessen, zo’n anderhalf jaar later, is er uiteindelijk een reactie geplaatst van Richard Porter, die hiervoor een hele zwik medeauteurs om zich heen had verzameld waarvan je kunt zeggen dat het om de crème de la crème gaat van iedereen die iets weet van de basrakarekiet.

Het is duidelijk niet zomaar een clubje ornithologen dat achter de kritiek staat, maar zijn er ook wetenschappers die deze studie wél de voorkeur van de twijfel zouden geven?
Nul.

Waarom is er wel die discussie in het tijdschrift over geweest, is er een Expression of Concern bij het artikel geplaatst, maar is het daarbij gebleven? Waarom is het artikel toen niet ingetrokken?
Die Expression of Concern is pas gekomen nadat ik in 2016 een rapport heb gepubliceerd.

O, die is dus van later? Dus van ná die reactie van Porter, het weerwoord van Al-Sheikhly en een rejoinder weer van Porter? Dat staat er helemaal niet in uitgelegd.
Eerst is er anderhalf jaar lang in stilte geprobeerd de kwestie op te lossen. Dat ging buitengewoon moeizaam. Het was een heel geworstel om uiteindelijk die drie stukken gepubliceerd te krijgen. In het voorjaar van 2015 is het daarna in brede kring in de ornithologische gemeenschap bekend geworden. En toen ben ik erbij betrokken geraakt.

Ik vond dat we ons moesten concentreren om de ruwe data boven tafel te krijgen. Daar draait het altijd om. Tot dan toe hadden ze zich daar nog niet zo in vastgebeten. Op basis van andere dingen wij wel boven tafel hebben gekregen, is dat rapport geschreven dat op 1 juli 2016 is uitgekomen, en die Expression of Concern is daarop gebaseerd. De uitgever wil die link alleen niet leggen.

De zaak-basrakarekiet 9
Het artikel waar het om draait. (link)

Die Expression of Concern is uiteindelijk wel geplaatst door de Editor in Chief?
Dat weet ik niet. Het probleem is dat vrij vlot de uitgever, Taylor & Francis, heeft gezegd: wij communiceren niet. En de hoofdredacteur heeft nog veel eerder gezegd dat hij niet meer communiceert hierover: ‘ik sta op het standpunt dat we een nette wetenschappelijke discussie hebben gevoerd, via dat comment en die rejoinder, en die is wat mij betreft nu afgesloten. Punt.’ En op het verzoek om de ruwe data reageert hij gewoon niet.

Voor dat rapport ben ik behoorlijk tot de bodem gegaan bij de uitgever met mijn verzoek om de ruwe data. Ik heb behoorlijk stevig aan de bel moeten trekken. Maar ik heb een antwoord gekregen, essentieel voor dat rapport.

En dat antwoord was?
Nou, dat ze de data niet hoeven te geven, want dat staat niet in de regels van het tijdschrift. En verder ‘We reageren nooit meer op je. En de manier waarop jij ons benaderd hebt, dat slaat helemaal nergens op.’ Terwijl ik dus iets minder dan een jaar nodig heb gehad om dat simpele antwoord te krijgen op mijn vraag die gewoon luidde – en dat is de essentie van wetenschap – ‘Show me the data’. Zodra er twijfels zijn over studies, in welk vakgebied dan ook, dan moet je terug naar de gegevens.

Het probleem had op dat moment makkelijk opgelost kunnen zijn als die data waren getoond. Dan kan er nog wel iets mis zijn met de gegevens, maar dat hoeft nog niet te wijzen op kwade opzet.
Nee, natuurlijk niet.

Goed, dus Taylor & Francis, een van de grootste uitgevers, weigert jouw verzoek nogal bot en stelt eigenlijk ook dat het onderzoek wel in orde is. Of we ze maar op hun blauwe ogen willen geloven.

Hogerop

Daarna hebben jullie bij het Committee on Publication Ethics, COPE, aangeklopt. Of stond jij vanaf nu alleen hierin?
Toen het allemaal naar buiten kwam in 2015 zijn we gaan samenwerken en hebben verschillende wegen bewandeld om die data los te krijgen. O.a. bij de universiteit van een van de auteurs, bij de uitgever en bij de hoofdredacteur. Vrij vlot werd duidelijk dat de uitgever niet wenste samen te werken en toen hebben wij COPE benaderd. Zo van ’Beste COPE, dit zijn volgens ons de argumenten dat het allemaal niet klopt. En de uitgever, lid van jullie club, weigert met ons samen te werken. Daarom dienen wij een klacht bij jullie in.’

Dat is toen vrij snel in de soep gelopen, omdat COPE weigerde op een inhoudelijke manier naar onze kritiek te kijken en weigerde iets te doen met ons verzoek om inzage te krijgen in de data. Ze gingen mij wel dreigbrieven sturen.

Tot zover kan ik me jullie stappen nog goed indenken. Eigenlijk zou je willen dat die hoofdredacteur adequaat optreedt, die weigert om een of andere reden. Dan ga je een trapje hoger en klop je aan bij de uitgever. Die blijkt ook lastig te doen, en dan is er nog zoiets als COPE. Maar als COPE dan ook niets wil, zouden veel mensen het er maar bij laten zitten, denk ik. Waarom nu toch doorgegaan?
Wij zijn toen een hele tijd wat gescheiden bezig geweest. Ik heb me gefocust op het verkrijgen van die ruwe data, terwijl Richard Porter en anderen achter de schermen alsnog in gesprek probeerden te komen met die uitgever. Dat liep voor geen meter. Achter de schermen zijn er ook gesprekken gevoerd met Al-Sheikhly.

Tot zover krijg ik nog niet de indruk van iemand die op een kruistocht is en daarbij alle perken te buiten gaat. Het is al uitzonderlijk dat iemand zoveel moeite neemt, maar het valt nog binnen wat je de normale procedure zou kunnen noemen.
Ik denk dat het corrigeren van fouten een van de cruciale dingen is van wetenschapsbeoefening. Je kunt wel eindeloos doorgaan met het publiceren van nieuwe dingen, die stapel steeds maar hoger maken. Maar je moet ook altijd zorgen dat dat bouwwerk, waar al die nieuwe blokjes bovenop komen, stevig is. En als daar een rot stuk tussen zit, dan moet dat gewoon weg. Kun je wel zeggen dat dat allemaal niet zo vervelend is, niet belangrijk is, maar uiteindelijk stort je bouwwerk dan in elkaar.

Die motivatie komt niet duidelijk uit de berichtgeving naar voren. Ook niet dat je je niet als eenling druk maakt over deze studie. Je maakt dus sterk voor het opschonen van de wetenschap. Die moet ontdaan worden van duidelijk foute studies.
Daar zijn wel meer mensen mee bezig. Kijk naar de kwestie rond voedselwetenschapper Brian Wansink. Hoeveel tijd hebben mensen daar niet ingestoken? En je hebt in Frankrijk Nicolas Guéguen. Ik ben nu via een achterdeurtje bezig met het gedoe rond Ad van Liempt. Hoeveel tijd denk je wel dat Bart FM Droog er wel niet in gestopt heeft? Dat kost gewoon heel veel tijd. En die hebben de meeste mensen niet, of die stellen andere prioriteiten.

Lastigvallen

Even terug naar waarom dit zo’n beladen kwestie is geworden. Zelf ontving ik een aantal van je mails als cc, heb ook een enkel verontwaardigd antwoord van een geadresseerde gezien. Zonder in de details te treden, lijkt me die verontwaardiging er vooral in te liggen dat jij personen aanspreekt op hun verantwoordelijkheden die ze hebben op grond van hun functie, bijvoorbeeld een bestuurslidmaatschap van COPE. Wanneer ze dan niet of nauwelijks reageren, werp je ze voor de voeten dat ze in feite instemmen met wat die organisatie doet of, vooral, nalaat te doen.
Dat klopt. Ik kan veel doen, omdat ik van niemand afhankelijk ben. Waar dit mee te maken heeft is machtsmisbruik. Ik wijs alleen op de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening. Daar staat gewoon zwart op wit in dat jij een zorgplicht hebt ten aanzien van de wetenschap in zijn algemeen en de onderzoekers in je omgeving. Wangedrag van collega’s toelaten en verheimelijken is een van de acht voorbeelden van schending van de wetenschappelijke integriteit. Dat kun je leuk vinden of niet leuk vinden, maar dat staat er gewoon in.
In de preambule van die gedragscode staat dat die ook bedoeld is om er elkaar op aan te spreken. Als een of andere pipo, een mister nobody, dat doet, vinden ze dat niet leuk. Dat is het hele eiereneten.

COPE heeft een probleem om door te pakken tegen Taylor & Francis. Je kunt gewoon nazoeken dat die uitgever zo’n 50.000 pond per jaar moet betalen om lid te zijn. Hoe meer tijdschriften een uitgever uitgeeft, hoe meer geld die moet betalen. Dus als COPE zou zeggen tegen Taylor & Francis ‘we gaan jullie bestraffen’ dan stoppen die gewoon met betalen.
Ik kan niet bewijzen dat het zo werkt, maar het is wel zo dat er veel meer voorbeelden zijn van mensen die bij COPE hebben aangeklopt en gewoon met een kluitje in het riet worden gestuurd.

Dat ‘met een kluitje het riet insturen’ zou je kunnen zien als ‘wegkijken’ voor het echte probleem.

Sneeuwbaleffect

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) schrijft over een van jouw klachten: “Klager toont een gedragspatroon met een sneeuwbaleffect: Klager dient een klacht in over persoon of instantie X, waarna de behandeling van die klacht door persoon of instantie Y regelmatig leidt tot een nieuwe klacht van Verzoeker, maar dan over persoon of instantie Y, enzovoort.”
Waar ze het hier over hebben is een oude kwestie, die overigens helemaal opgelost is via bemiddeling. Maar daar gebeurde  exact hetzelfde wat nu ook gebeurt, namelijk het in grote mate verwijzen naar elkaar of niet reageren. En daar neem ik geen genoegen mee.

Zo’n gedragspatroon is misschien hinderlijk, maar je doet daarmee nog geen uitspraak of de klacht, en de opvolgende klachten, een grond hebben of niet. LOWI doet voorkomen alsof zo’n sneeuwbal aan klachten op zichzelf al bewijst dat de klager fout zit, ongeacht waar de klacht om draait.
Dat is dus wegkijken. En dat is een heel groot probleem. Niet voor mij, maar voor hen. Zodra ze hiermee één op één geconfronteerd worden, zullen ze bakzeil moeten halen als je ze precies aanspreekt op wat ze verplicht zijn te doen volgens die gedragscodes. Daar kun je niet mee wegkomen.

Ik kan me voorstellen dat het lastig is dat je aangesproken wordt op een verantwoordelijkheid die je zelf misschien meer als een abstractie ziet. Als ik nu een directe collega heb waarvan ik zie dat die de boel flest, OK, daar moet ik wat mee. Maar als ik lid ben van een bestuur van een hoog orgaan dat een beetje kletst over wetenschappelijke integriteit en er komt iemand klagen over een studie waar al een Expression of Concern bij staat … tja, daar kun je me toch niet op aanspreken?
Zorgvuldig wordt vermeden in al die stukken om het over de inhoud te hebben, en over ons simpele verzoek om een uitspraak te doen over die ruwe data. En zorgvuldig vermijden ze zelfs maar te verwijzen naar het uitvoerige rapport dat ik verspreid heb. Dat is niet voor niks.

Los daarvan heb ik ook wel gesprekken gevoerd of e-mailcontact gehad met vertrouwenspersonen die wel weten hoe het moet werken. Echt integere mensen. Dat is helaas lang niet altijd zo. Dat komt omdat er in die hele wetenschappelijke integriteit weinig tegenspraak aanwezig is.

Als je bijvoorbeeld kijkt naar een gemeente. Zodra die besluit om een boom om te hakken, zijn er wel boze inwoners waar je rekening mee moet houden, die zijn mondig en weten de pers te vinden. Dat systeem werkt nog niet goed bij wetenschappelijke integriteit, daar is men dat nog niet gewend. Daar zie je nog veel machtsmisbruik: ‘Ik ben de grote baas, en wie ben jij wel niet? Weg met die klacht!’

Intrekken

Hoe zou deze kwestie nu nog op enigszins bevredigende manier kunnen worden afgesloten? Is intrekking de enige mogelijkheid? Zoiets lijkt alleen te gebeuren als het stuk zelf overduidelijk fout is, of als de instelling waar de frauderende auteur aan verbonden is, dat verzoekt.
Er zijn drie manieren. Er zijn goede redacties, die van de Journal of Biological Chemistry is misschien wel het beste voorbeeld. Zodra ze merken dat er iets niet klopt, dan is het ‘Beste auteurs kom op met een steekhoudende verklaring of de data.’ En als het dan vaag blijft, is het hop, weg met het artikel, retraction.

Auteurs en coauteurs kunnen zelf het initiatief nemen. Het kan goed zijn dat een coauteur niet wist dat het onderzoek deels op fraude is gebaseerd. Maar dan verwacht je dat zo iemand aan de gang gaat om zijn fouten te verbeteren zo gauw hij daarvan op de hoogte is.
Een voorbeeld daarvan is net in het nieuws gekomen. Nobelprijswinnaar Frances Arnold heeft een studie uit 2019 ingetrokken, omdat de resultaten niet reproduceerbaar bleken en de experimenten niet netjes waren vastgelegd. Arnold heeft exact gedaan wat je in zo’n kwestie moet doen. Het onderzoek moet in een labboek staan, als dat er niet is of er ontbreken data, dan heb je maar één optie.

De Saoedische tweede auteur van Al-Sheikhly(2013) is inmiddels overleden. Het is maar de vraag of hij heeft geweten wat er allemaal gebeurd is. Opvallend is ook dat de exacte naam van zijn universiteit zoals die in het artikel staat, helemaal niet bestaat in Saoedi-Arabië. Richard Porter en anderen hadden Omar Al-Sheikhly al zover gekregen om hem het artikel te laten terugtrekken. Toen stak echter de Italiaanse coauteur een stok tussen de deur, die wil dat niet.

Ook een universiteit kan om intrekking verzoeken. In de Nederlandse situatie geldt dat als er een affiliatie van een universiteit staat bij een artikel, dat die universiteit daarvoor verantwoordelijk is en dat blijft in principe voor altijd zo. Wij hebben die weg proberen te bewandelen bij de universiteit van Pisa, waar die Italiaanse onderzoeker aan verbonden is. Maar zelfs met collega’s als tussenpersoon wilde hij niet reageren. Ik heb in 2017 een klacht ingediend, heel netjes, mooi formeel. Geen reactie.

Recht op klagen

De aanleiding voor dit gesprek is het verslag van dat symposium. Daaruit haal je als lezer uit dat jouw strijd een voorbeeld is van hoe je het klachtrecht niet zou moeten gebruiken, dat het een malafide klacht zou zijn.
Dat is machtsmisbruik. Je kunt niet zomaar eenzijdig besluiten iemand het recht ontnemen om dit soort dingen aan de kaak te stellen. Dat hebben ze gedaan. Ik zit daar niet zo erg mee. Het laatste woord is er nog niet over gezegd.

Het enige voorbeeld dat de deelnemers van de workshop naar voren weten te brengen, is jouw casus. Alsof die zou draaien om het belemmeren van onderzoek.
Al die dingen zouden opgelost zijn als al die mensen eens rustig dat rapport hadden doorgelezen en hadden gereageerd met ‘ja inderdaad, ik weet er weliswaar niet veel van, ben geen ornitholoog, maar die ruwe data is een probleem en het ziet er toch wel heel erg naar uit dat dit op fraude is gebaseerd.’ Dan was er niets aan de hand geweest, maar dat doen ze niet.

Dat COPE, zegt u, blijkt toch een wassen neus. Het is natuurlijk prima als uitgevers samen een orgaan opstarten om over integriteitskwesties te overleggen, maar er is geen onafhankelijke instantie daarnaast waar je echt kunt aankloppen?
Het is prima dat ze richtlijnen maken. Ze hebben principes, maar ze worden boos als je ze op die principes wijst. Dat komt toch weer voort uit het grote machtsverschil.
In Nederland hebben we het voorbeeld van het stikstofdossier. Daar werden op politiek niveau enorme machtspelletjes gespeeld. Het moest en zou op een bepaalde manier erdoor gedrukt worden. Dat lukte. Maar er was één persoon, die gewoon gebruik maakt van zijn wettelijke mogelijkheden binnen het klachtrecht. Die beste man heeft niets meer gezegd dan ‘In de wet staat A en volgens mij doen jullie B. Meneer de rechter, kunt u er even naar kijken?’

Dat lijkt wel enigszins vergelijkbaar. Alleen is er in die stikstofkwestie een onafhankelijke rechter die een bindende uitspraak kon doen. In de wetenschap is die er niet.
Ik heb er lang over nagedacht en weet inmiddels ook wel waarom dat niet zo is. Kijk eens naar het medisch tuchtrecht. Als een arts een ernstige fout maakt, dan wordt dat niet onder het tafel gemoffeld. Dat staat meteen in de krant. Dan komt er een klacht en als het ziekenhuis dat niet goed oppakt, dan ga je naar het medisch tuchtcollege en daar is dan een openbare hoorzitting. Daar mag iedereen heen.

Een probleem van het klachtensysteem rondom wetenschappelijke integriteit is, dat het allemaal geheim is. Geheimhouding. Ik heb mails gekregen waar de honden geen brood van lusten. ‘Als jij dit doet, gaan we de zaak onmiddellijk stopzetten!’ Dat slaat helemaal nergens op. Je kunt er alleen uitkomen door het openbaar te doen.
En daar zijn goede argumenten voor, want in bijna alle gevallen gaat het om wetenschappers die volledig door de overheid betaald worden. Dan heeft toch iedereen het recht om te zien hoe ze zich verdedigen tegen redelijke argumenten dat ze zich niet netjes aan de regels hebben gehouden?
Het tegenargument is altijd dat zo iemands carrière beschadigd zou worden. Maar dat geldt precies hetzelfde voor artsen. En je hebt altijd nog de wetgeving op smaad en laster. Als jij echt een kwaadaardige klacht indient, dan valt dat onder smaad en laster. Toch?

In het symposiumverslag wordt gesproken over ‘diep door het slijk halen’ en zelfs stalking, maar volgens mij hebben ze je daarvoor niet daadwerkelijk aangeklaagd. Is er sprake van overdrijving? Want zo lijkt dít haast op laster.
De journalist heeft niets bij mij gecheckt! Er staat in dat artikel bijvoorbeeld een hele concrete uitspraak van Yvonne Erkens, de voorzitter van Leidse commissie voor wetenschappelijke integriteit, dat ik wel vijftig e-mails op een dag gestuurd zou hebben. Ik heb de journalist gevraagd om dat te bewijzen, kom maar op met die mails. Geen reactie.

Filed Under: Wetenschap Tagged With: Al-Sheikhly, basrakarekiet, COPE, Klaas van Dijk, KNAW, LOWI, wetenschappelijke fraude, wetenschappelijke integriteit

De linke weekendbijlage (1-2020)

4 January 2020 by Pepijn van Erp 38 Comments

De linke weekendbijlage (1-2020) 10

Vaak komen we zaken op internet tegen die niet groot genoeg zijn om een heel stuk over te schrijven of soms hebben we daar de tijd niet voor. Daarom willen wij in deze nieuwe rubriek een verzameling interessante of gewoon vermakelijke berichtjes van de afgelopen week met de lezers van Kloptdatwel delen. Leesvoer voor in het weekend!

  • The New York Times: Science Under Attack: How Trump Is Sidelining Researchers and Their Work
  • The New York Times: Science Panel Staffed With Trump Appointees Says E.P.A. Rollbacks Lack Scientific Rigor
  • Undark Magazine: ‘Evidence-Based Medicine’ and the Expulsion of Peter Gøtzsche
  • The Guardian: Samoa ends measles state of emergency as infection rate slows
  • The Guardian: Make a resolution to avoid ‘quick-fix’ diets, says top NHS doctor
  • SKEPP: Meer angst voor straling dan bewezen schade – ook in De Standaard
  • VtdK: Lyme Zelfhulpgroep verhuurt vreemde apparaten – kwakzalver van de maand nr. 1
  • Skeptical Inquirer: Dubious Claims In Psychotherapy For Youth

En tijdelijk kun je de laatste Skepter van 2019 zomaar voor noppes downloaden! Mooie kennismaking voor als je blad nog niet kent.

Gratis pdf van Skepter 32.4

Tips zijn welkom! Mail gerust de redactie.

Filed Under: Algemeen

De linke weekendbijlage (52-2019)

28 December 2019 by Pepijn van Erp 106 Comments

De linke weekendbijlage (52-2019) 11

Vaak komen we zaken op internet tegen die niet groot genoeg zijn om een heel stuk over te schrijven of soms hebben we daar de tijd niet voor. Daarom willen wij in deze nieuwe rubriek een verzameling interessante of gewoon vermakelijke berichtjes van de afgelopen week met de lezers van Kloptdatwel delen. Leesvoer voor in het weekend!

  • NRC: Het gaat helemaal niet om feiten. Het gaat om beleving
  • The Guardian: Church uses crop duster plane to spray holy water upon Louisiana faithful
  • GWUP: Psiram über die Grander-„Studie“ im Raubtierverlag
  • The Guardian: Science made astonishing progress. It was also hijacked by those with an axe to grind
  • NOS: Mensen die brommende of dreunende toon horen willen meer onderzoek
  • The New York Times: Milestones in Mistrust

Tips zijn welkom! Mail gerust de redactie.

Filed Under: Algemeen

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 83
  • Page 84
  • Page 85
  • Page 86
  • Page 87
  • Interim pages omitted …
  • Page 433
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
James Randi test wichelroedelopers in Australië
11 June 2025 - SkepsisSiteBeheerder
James Randi test wichelroedelopers in Australië

In 1980 bezocht James Randi Australië op uitnodiging van Dick Smith om daar een test uit te voeren met wichelroedelopers.Lees meer James Randi test wichelroedelopers in Australië › [...]

Polarisatie juist goed voor democratie?
5 June 2025 - Ward van Beek
Polarisatie juist goed voor democratie?

.Soms lijkt het wel alsof we elkaar de hele dag de tent uit vechten. Op social media, bij verjaardagsfeestjes en in talkshows zijn we het oneens over vaccins, over Gaza, over vrouwenrechten. Dat blijkt ook uit onderzoek van het Sociaal…Lees meer Polarisatie juist goed voor democratie? › [...]

Ype & Ionica zijn Skeptisch
5 June 2025 - Ward van Beek
Ype & Ionica zijn Skeptisch

Zier hier de hele strip!  [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Real Time Computer Communication
18 June 2025 - Steven Novella

For those with advanced ALS (amyotrophic lateral sclerosis) or certain brainstem strokes, they can be what is referred to as “locked in”. They are mostly paralyzed. A tip of the basilar artery brainstem stroke, for example, can leave one only able to move their eyes. Many with ALS, long before they get to this point, lose the ability to speak because of […] The post Real Time Computer Communication first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Infection Control/Infection Prevention
17 June 2025 - Mark Crislip

Summertime. And the living is easy. Janice Joplin has to be the best singer. Ever. There may be those in the comments who disagree, but remember, within the context of the blog, what I write is canon. Which is not the same as being true. Canon. Any-who. I spend summer on the front porch and rarely venture inside. Outside has had the […] The post Infection Control/Infection Prevention first appeared on Science-Based Medicine. [...]

RFK Jr.’s vaccine committee bloodbath: I hope you’re all up-to-date on your vaccines…
16 June 2025 - David Gorski

...because the CDC schedule is about to start shedding vaccines the way antivax newly appointed ACIP members think people vaccinated against COVID-19 shed spike protein. Ground zero for RFK Jr.'s extinction-level event with respect to public health is vaccines and the committee that recommends them for the CDC schedule. The post RFK Jr.’s vaccine committee bloodbath: I hope you’re all up-to-date on your vaccines… first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (24-2025)@Renate1 Het is op klompen aan te voelen dat er niet voldoende natuur in Nederland is om 18-miljoen (of zijn
  • Martin Bier on Koud maanlicht? Een klein skeptisch onderzoekHet is niet moeilijk om dit soort dingen gewoon op te zoeken. Maanlicht heeft een sterkte van maximaal 0,0034 watt
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (24-2025)Gisteren was in 'Met het oog op morgen' iemand te gast, die een half jaar leefde van wat ze in
  • Hans1263 on Koud maanlicht? Een klein skeptisch onderzoekMetingen doen is prima, zo ook hier. Maar de bewering dat maanlicht een koelend effect zou hebben is alleen al
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsDeze nieuwe preprint is gepubliceerd op 1 mei 2025 https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2025.04.30.25326722v1.full-text?s=09 Iedereen kan

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in