Reclame voor homeopathische middeltjes is door de Geneesmiddelenwet sterk aan banden gelegd. Maar hoe zit het met reclame voor homeopathie als behandelwijze, zonder specifieke middelen te noemen? Mag je bijvoorbeeld als homeopaat beweren dat je heel succesvol met je geschudde water chronische ziekten kunt behandelen? Uit diverse uitspraken van de Reclame Code Commissie blijkt dat de ruimte voor dit soort claims bijzonder klein is.
Homeopathie is een placebobehandeling, of zo men wil: een geloof. Wie het tegendeel beweert, heeft een flink aantal rapporten te weerleggen dat de afgelopen jaren is verschenen. Zo concludeerde het Science and Technology Committee van het Britse House of Commons in 2009 dat er geen enkel bewijs is voor de werkzaamheid van homeopathische middelen. In 2011 bereikte het Belgische Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg dezelfde conclusie. Nog recenter stelde de Australische National Health and Medical Research Council (NHMRC) in haar eindrapport van maart 2015 vast dat voor 0 van de 68 onderzochte aandoeningen voldoende bewijs van effectiviteit van homeopathie was gevonden.
In Nederland zijn enkele duizenden homeopathische middelen geregistreerd bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Kort gezegd mogen van de Geneesmiddelenwet alleen indicaties (“bij griep”, “bij verkoudheid” e.d.) op de verpakkingen en in de bijsluiter staan als er bewijs van effectiviteit is. En dat is er voor welgeteld nul middelen. Indicaties mogen ook niet genoemd worden in reclames, waardoor de ruimte om reclame te maken voor homeopathische middelen heel beperkt is. Veel meer dan “Neem in de winter… Oscillococcinum” is eigenlijk niet toegestaan. Zie ook dit artikel uit 2012.
Maar je kunt natuurlijk ook reclame maken voor homeopathie zonder specifiek bepaalde middelen te noemen. Dat doen klassiek homeopaten en homeopathische artsen veelvuldig op hun websites om klanten te werven. De bewering dat “homeopathie zeer effectief is bij aandoening X” valt in principe niet onder de Geneesmiddelenwet, maar wel onder de Nederlandse Reclame Code (NRC), een in het kader van zelfregulering opgestelde lijst met reclameregels. De interessantste regel is misschien wel in artikel 15 van de NRC te vinden: de adverteerder moet de juistheid of de eerlijkheid van de reclame aannemelijk maken indien deze gemotiveerd wordt aangevochten. Dat lijkt voor homeopaten geen gemakkelijke opgave, zeker niet in het licht van al het onderzoek dat laat zien dat homeopathie niet effectiever is dan een placebo.
Chronische ziekten
Het genoemde Australische rapport uit 2015 merkte op p. 6 op dat “Homeopathy should not be used to treat health conditions that are chronic, serious, or could become serious”. Claims dat homeopathie chronische ziekten kan verhelpen vindt men echter veelvuldig op homeopathische websites. De claim “Homeopathie kan heel goed helpen bij chronische verkoudheid” en enkele aanverwante claims werden echter afgekeurd door de voorzitter van de Reclame Code Commissie (RCC). In bezwaar werd deze beslissing door de voltallige RCC bevestigd. Noch de voorzitter, noch de voltallige RCC achtte aannemelijk gemaakt dat “adverteerder in staat is de in de uiting bedoelde resultaten met haar behandeling te boeken bij chronische verkoudheid”. De reclame-uitingen waren daarmee misleidend en oneerlijk. Een beroep op het beruchte ‘Zwitserse rapport’ kon de adverteerder niet baten.
Ernstige ziekten
Van tijd tot tijd zijn er homeopaten die overtuigend aantonen dat hun geloof allesbehalve onschuldig is. Zo waren er homeopaten die Ebola wilden gaan behandelen en ontstond er veel ophef over een homeopathisch arts die een lintje kreeg, ondanks het feit dat hij met een door hemzelf verzonnen middel aan AIDS-bestrijding in Afrika deed. AIDS geldt zonder meer als een ernstige ziekte zoals bedoeld in het Australische rapport, en het rapport meldt zowaar dat er onderzoek is gedaan naar homeopathische behandeling van AIDS. Uiteraard was het resultaat dat er geen bewijs voor effectiviteit voorhanden is. De Australiërs baseerden zich hierbij op een systematische evaluatie van Mills, Wu en de bekende CAM-onderzoeker Edzard Ernst.
Op grond van het voorgaande zal het geen verbazing wekken dat een reclame-uiting op de website van een Nederlandse homeopaat met de tekst “Iemand met aids kan dus heel goed geholpen worden met homeopathie” niet door de beugel kon. De uiting gebruikte ook meerdere keren de termen “genezen” of “genezing”. De RCC kende geen genade en oordeelde dat de reclame misleidend en oneerlijk was nu de juistheid ervan geenszins aannemelijk was gemaakt. Het verweer dat met “genezen” slechts was bedoeld dat de algemene levenskwaliteit beter wordt, werd van tafel geveegd. De RCC achtte het niet aannemelijk dat patiënten het begrip zo zullen opvatten, waarbij de adverteerder nog om de oren werd geslagen met een pseudo-wijsgerige spreuk over genezen op zijn eigen website.
Nepziekten
Sommige homeopaten bieden homeopathie en homeopathische middelen aan bij problemen die vrij weinig met ziekten te maken hebben. Zo opereert er in ons land een artsenpraktijk die homeopathie aanprijst als probaat middel bij pestgedrag bij kinderen. Zowel de pester als de gepeste zou er baat bij hebben. Hierbij werden diverse middelen met moeilijke Latijnse namen genoemd. Waar ieder ander bij pestgedrag zou denken aan psychologische of pedagogische begeleiding voor de betrokkenen schrijven sommige homeopaten dus liever pillen en drankjes voor, ongetwijfeld tot grote vreugde van de homeopathische industrie.
Dat is tamelijk treurig, maar daarmee is nog niet de vraag beantwoord of een kreet als “Pestgedrag goed te behandelen met homeopathie” in overstemming is met de NRC. De voorzitter van de RCC vond van niet. Sterker nog, hij vond dat de aangeprezen middelen met de moeilijke namen werden gepositioneerd als geneesmiddel in de zin van de Geneesmiddelenwet. Nu gesteld noch gebleken was dat voor deze middelen een handelsvergunning was verleend, waren de reclame-uitingen in strijd met de Geneesmiddelenwet. Kortom, hier was niet alleen sprake van overtreding van de NRC, maar ook van wetsovertreding. In theorie kan dat tot een botsing met de Inspectie leiden.
CEASE-therapie
Het is zeer de vraag of CEASE-therapie – in de regel: behandeling van autisme met hoogverdunde vaccins – wel onder de noemer “homeopathie” te brengen is. Homeopaten doen dat zelf in elk geval wel en de tot CEASE-therapeut opgeleiden onder hen beweren niet alleen dat vaccins autisme kunnen veroorzaken – en allang weerlegd fabeltje – maar ook dat deze aandoening met CEASE-therapie te verhelpen is. Al eerder hebt u op Kloptdatwel? kunnen lezen dat de RCC deze claims misleidend en oneerlijk achtte. Bovendien oordeelde de RCC in een aantal gevallen dat de uitingen zonder te rechtvaardigen reden appelleerden aan gevoelens van angst door vaccinaties als oorzaak van autisme aan te wijzen. Ook dat was in strijd met de NRC.
Het meest interessant was dat de RCC in drie gevallen wettelijk verboden geneesmiddelenreclame ontwaarde. Daarvoor is niet vereist dat het middel ook een naam heeft, of dat die naam in de reclame genoemd wordt. In dit geval werden respectievelijk “de toxische (giftige) stoffen als homeopathisch geneesmiddel”, “verschillende homeopathisch verdunde en gepotentieerde stoffen” en “de homeopathische variant van de verstorende stof” aangeprezen. De RCC vond dit reclame voor geneesmiddelen, en nu voor die geneesmiddelen geen handelsvergunning is verleend, is het ook nog eens verboden geneesmiddelenreclame. Ook hier was niet alleen sprake van overtreding van de NRC, maar ook van de Geneesmiddelenwet.
Begin juni 2016 heeft de (voorzitter van de) RCC opnieuw een reclame voor CEASE-therapie afgekeurd.
Van alles en nog wat
Ten slotte is interessant dat de voorzitter van de RCC recentelijk de facto een hele homeopathische website heeft afgekeurd. De klacht richtte zich tegen 10 subpagina’s, en daarmee feitelijk tegen alles wat de homeopate in kwestie op haar website beweerde. Mede omdat er nauwelijks verweer werd gevoerd (wel werd de hele website aangepast, op weinig bevredigende wijze overigens), werd de volledige klacht gegrond verklaard. De reclame-uitingen waren ofwel misleidend en oneerlijk, ofwel wederom in strijd met de Geneesmiddelenwet. Dat laatste gold voor het aanprijzen van een bij de adverteerder te bestellen homeopathische “pollenkuur” en voor een door haar aangeprezen middel dat na tandheelkundige ingrepen onder meer bloedingen zou stelpen.
Misleidend en oneerlijk waren – kort samengevat – de volgende claims:
– dat kinkhoest vaak goed homeopathisch te behandelen is;
– dat homeopathie als “diep werkende geneeswijze” helpt bij allergische klachten, zoals koemelkallergie, eczeem en astma;
– dat homeopathie de ideale geneeswijze is om van de bijwerkingen van geneesmiddelen af te komen;
– dat homeopathie vrouwen van overgangsklachten af kan helpen;
– dat homeopathie een effectieve behandeling is voor de ziekte van Lyme;
– dat homeopathie hulp kan bieden bij de ziekte van Pfeiffer en het Epstein-Barr-virus kan ontstoren;
– dat homeopathie uitstekend ondersteuning kan bieden rondom zwangerschap en bevalling, en bovendien de kans op een zwangerschap kan vergroten. Ook zouden met CEASE-therapie de negatieve effecten van pilgebruik “ontstoord” kunnen worden;
– dat homeopathie speciaal voor kinderen de ideale geneeswijze is.
Conclusie
Homeopaten zijn er tot nu toe niet in geslaagd de juistheid van hun reclame-uitingen bij de RCC aannemelijk te maken. Gelet op de overweldigende hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek die aantoont dat we met een placebobehandeling te maken hebben, hoeft dat geen verbazing te wekken. De ruimte om nog op verantwoorde wijze reclame te maken voor homeopathie – of het nu om middelen of behandelingen in het algemeen gaat – is duidelijk zeer beperkt. Mijns inziens kan dat, in het licht van de bescherming van kwetsbare consumenten, alleen maar toegejuicht worden. Niettemin valt aan te nemen dat homeopaten lak zullen hebben aan de regels voor verantwoorde reclame. Net zoals ze zich niets aantrekken van de wetenschap.