De toekenning van een lintje aan homeopathisch arts Jan Scholten in 2014 leidde tot de nodige ophef. Scholten bleek immers ook de bedenker van een homeopathisch middel dat in Kenia aan aids-patiënten werd voorgeschreven. Er werden Kamervragen over de kwestie gesteld en televisieprogramma Rambam toonde aan hoe gemakkelijk het is een koninklijke onderscheiding voor iemand te regelen. In opdracht van de minister van VWS heeft de IGZ bovendien onderzoek naar de handel en wandel van Scholten verricht. Kennelijk vond de IGZ dat er voldoende grond was om de zaak voor het Tuchtcollege te brengen. Dat wees de klacht echter af.
Homeopaat Scholten kreeg zijn koninklijke onderscheiding voor het bedenken van “een verbinding tussen de homeopathie en het periodiek systeem der elementen, waarmee hij de behandelingsmogelijkheden van de homeopathie heeft verruimd”. Kortom, voor het naaien van een knoop aan de nieuwe kleren van de keizer. Het was al erg genoeg dat deze non-prestatie met een benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau werd beloond, maar het werd nog veel erger toen bleek dat de gedecoreerde met zijn dubieuze AIDS Remedy Fund betrokken was bij homeopathische experimenten in Kenia. Het ging daarmee om het door hemzelf bij elkaar gefantaseerde middel Iquilai (homeopathisch verdund thulium), dat als aids-remmer zou kunnen werken. Barbara Vreede schreef er een boos artikel over, PvdA-Kamerleden stelden kritische Kamervragen en Scholten maakte zichzelf ronduit belachelijk met een interview in de Volkskrant (En aids? ‘Daar zit vaak een minderwaardigheidsgevoel onder.’).
In haar antwoorden op de Kamervragen gaf de minister van VWS aan dat het niet mogelijk was de toekenning van de onderscheiding ongedaan te maken. Wel zou zij de IGZ vragen de zaak nader te onderzoeken. Dat onderzoek leverde voor de IGZ kennelijk genoeg materiaal op om Scholten voor het Tuchtcollege te brengen. Het was echter van meet af aan duidelijk dat het geen gemakkelijke zaak zou worden, nu de handelingen die Scholten verweten werden voornamelijk in Kenia hadden plaatsgevonden. Op zichzelf sluit handelen in het buitenland tuchtrechtelijke aansprakelijkheid in Nederland niet uit, aldus ook het Tuchtcollege:
“Volgens vaste tuchtrechtelijke jurisprudentie wordt de werkingssfeer van het tuchtrecht niet zonder meer beperkt door de Nederlandse landsgrenzen. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en de ernst van het verwijt en de aard van de relatie, kan aan de BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar ook met succes een verwijt worden gemaakt indien deze tuchtrechtelijk verwijtbaar in het buitenland heeft gehandeld of nagelaten.”
In dit geval zijn volgens het Tuchtcollege echter geen verwijten op hun plaats, aldus de uitspraak van 21 oktober vorig jaar (20 december openbaar uitgesproken). De patiënten in Kenia zijn niet behandeld door Scholten zelf en zijn collega, maar door een Keniaanse arts. Scholten heeft slechts het middel Iquilai verstrekt. Dat hij daarbij heeft gevraagd de effecten van het middel te registreren, brengt volgens het Tuchtcollege nog niet mee dat sprake is van door hem verricht medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen.
Ook het door Scholten en collega geschreven en door het AIDS Remedy Fund uitgegeven rapport over de door de Keniaanse arts geregistreerde effecten van Iquilai levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. In dit rapport kwam de gewraakte zin “In many cases, the ARV therapy introduction may be postponed, yielding significant saving in cost” voor. Het Tuchtcollege kan hierin echter geen overtreding van de KNMG-gedragsregel “De arts en niet-reguliere behandelwijzen” zien, aangezien die ziet op behandelrelaties, waarvan hier geen sprake was. Scholten en collega behandelden immers niet, dat deed de Keniaanse arts.
Kennelijk heeft de IGZ niet volstaan met het beoordelen van de Afrikaanse activiteiten van Scholten, maar ook zijn Nederlandse praktijk en die van zijn collega doorgelicht. Volgens de IGZ was in enkele dossiers sprake van overtreding van de genoemde KNMG-gedragsregel. Het Tuchtcollege vindt echter dat niet is komen vast te staan dat Scholten zijn Nederlandse patiënten onvoldoende heeft voorgelicht over het alternatieve karakter van zijn behandelingen, dan wel hen van reguliere zorg heeft afgehouden. De conclusie van het Tuchtcollege is dat de klacht van de IGZ in al haar onderdelen ongegrond is. Scholten gaat vrijuit, en zijn collega ook.
Het is natuurlijk wel spijtig dat deze zaak niet op z’n minst een berisping oplevert, want het blijft schandalig dat een wetenschappelijk opgeleide Nederlandse arts zijn homeopathisch evangelie in Afrika probeert te verspreiden, en dan ook eens bij een dodelijke ziekte als aids. Lichtpuntje in dat verband is dat het Tuchtcollege zich nog waagt aan een obiter dictum, een overweging ten overvloede. Daaruit maak ik op dat het College ook niet zo blij is met de activiteiten van Scholten:
“Ten overvloede voegt het college hieraan nog het volgende toe. Het gaat in deze zaak niet om de vraag of M [Iquilai] werkzaam is als homeopathisch geneesmiddel ten behoeve van aids en/of hiv-patiënten. Die vraag kan en behoeft het college hier niet te beantwoorden, al kan wel vastgesteld worden dat het (pilot)onderzoek in N [Kenia] niet voldoet aan de Nederlandse en internationale vereisten voor onderzoek naar de effectiviteit van M [Iquilai] en dat in die zin vraagtekens gezet kunnen worden bij de geclaimde effecten, mede door het ontbreken van medisch wetenschappelijk (vervolg)onderzoek (zie onder 2.8).”
Dat is de uitspraak, en daar moeten we het dan maar mee doen.
Op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij zijn diverse artikelen over Scholten te vinden: hier, hier en hier.
Hans1263 says
“Een verbinding tussen de homeopathie en het periodiek systeem der elementen”.
Moet ik hier nog meer over zeggen? Laat ik het toch maar eens proberen.
Ik ben bezig een verbinding te zoeken tussen het eten van ontbijtkoek en de derde wet van Kepler.
Lachwekkend? Nee, even idioot en even treurig!
Jan Willem Nienhuys says
De eerste wet van Kepler houdt in volgens Newton dat de aantrekkingskracht tussen 1 planeet en de zon omgekeerd evenredig is met het kwadraat van de afstand. De tweede wet komt neer op het behoud van de hoeveelheid draaiing. De derde wet zegt dat die zwaartekrachtsversnelling voor alle planeten hezelfde is. Het is dus niet zo dat een gasplaneet een lagere zwaartekracht ondervindt dan een rotsachtige planeet.
Kortom, de derde wet van Kepler vertelt dat alle stof gelijkelijk aan de zwaartekracht is onderworpen. Het wegwerpen van ontbijtkoek (met een bepaalde snelheid) kost evenveel energie als het wegwerpen van een even zwaar ander object. Een stuk ontbijtkoek verandert ook niet van gewicht nadat je het opgegeten hebt – al kan het subjectief zwaar op de maag liggen.
Zie: een verband tussen het eten van ontbijtkoek en de derde wet van Kepler.
Hans1263 says
🙂
Hans1263 says
En helaas voor Hahnemann zijn diens verzinsels nooit “wetten” geworden (ik bedoel natuurlijk wetten in dezelfde zin als de wetten van Kepler), wat de homeokwakzalvers ook aan zogenaamd bewijs aanvoeren. Ze hebben zelfs nog geen begín van bewijs kunnen leveren, ondanks alle bravoure. Het is lachwekkend en tegelijk ook triest dat ze hun allang onjuist gebleken theorietjes nog steeds niet hebben kunnen loslaten om zich bezig te gaan houden met nuttiger werkzaamheden.
Renate1 says
Onder het stukje van Barbara Vreede staat de reactie van iemand die van mening is dat de heer Scholten alleen al een lintje verdient, omdat hij geen gebruik maakt van dierproeven. Dat mensen door deze flauwekul sterven, is kennelijk minder belangrijk.
Hans1263 says
Waarom zou je überhaupt gebruik moeten maken van dierproeven bij homeopatische “middelen”? Er zit niets in. Dierproeven met water en evt. een beetje alcohol resp. met melksuiker hebben dan ook geen enkele zin.
Homeopathie heeft natuurlijk an sich geen enkele zin. Het is niets, het doet niets en berust op allang achterhaalde en nutteloos gebleken theorietjes en dus slechts op geloof. Ik laat mijn auto liever niet een beurt geven door een beunhaas zonder gereedschap en zonder kennis van auto’s.
Die iemand zou zich dus eerst eens moeten afvragen wat je nu eigenlijk met dierproeven beoogt.
En die iemand realiseert zich ook niet dat dierproeven steeds minder worden gedaan omdat er vaak alternatieven voorhanden zijn. Als er in geneesmiddelonderzoek dierproeven nodig zijn, wordt dat zoveel mogelijk beperkt, omdat het nu eenmaal een dure aangelegenheid is.
Renate1 says
Ik doe ook dagelijks dierproeven met homeopathische middeltjes, die zomaar uit m’n kraan komen, op de kat.
Hans1263 says
Dat doet u al jaren?
En het helpt?
Dat u dat zomaar durft!
🙂
Renate1 says
Het zorgt er in ieder geval dat m’n kat niet uitdroogt.
Hans1263 says
Heel verstandig, dat preventief gebruik van ad libitum dihydrogenii oxydum dilutum! Doet u het potentiëren zelf of zorgt uw waterleidingbedrijf daar automatisch voor?
Renate1 says
Ik vertrouw daarbij op de vaardigheden van het waterleidingsbedrijf en de kat levert ook nog wel eens een bijdrage.
Hans1263 says
Toch gaat er niets boven het zelf potentiëren mw. Renate1! Het liefst door stoten tegen de band van een in leer gebonden dik boek. Ja, dat laatste moet u bij een antiquaar zien te vinden maar dan kunt u er ook stevig op los gaan en maakt u alle geneesmiddelen op een koopje helemaal zelf, zonder enige hinder van Big Pharma, zonder die flauwekul van problemen met bewijslast en registratie. Als u dan maar het vermelden van een indicatie achterwege laat op de flesjes (dat kunt u wel kwijt op een website, toch?), nou, dan is uw kostje toch gekocht? Het lage BTW-tarief is bovendien niet te versmaden. Wij onder elkaar weten natuurlijk heel goed dat we knollen voor citroenen verkopen, ja zelfs geen knollen, hihi, maar wat malen de gelovigen, eenvoudigen van geest daar om, nietwaar?
Jan Willem Nienhuys says
reactie op Hans: je moet voor de aardigheid eens googelen op dihydrogenii oxydum dilutum
RV says
Aardig als ik ben, heb ik gegoogled op:dihydrogenii oxydum dilutum. Op twee-waterstof zuurstof vervuiling in normaal Nederlands? Maar ik kreeg geen hits op dihydrogenii oxydum dilutum behalve ruim 20 naar Kloptdatwel? Klopt dat wel? Overigens, buiten is er thans veel dihydrogenii oxydum dilutum. Wie buiten de huis- en autodeur is, voelt nattigheid.
Ceterum censeo homeopathiam esse delendam.
Hans1263 says
Vervuiling?
Dat kan ik niet volgen.
FVerweven says
[ aldus de uitspraak van 20 december vorig. ]
Vorig jaar, neem ik aan.
Overigens was de beslissing op 21 oktober en de openbare uitspraak op 20 december.
Pepijn van Erp says
aangepast.
Laurens Dragstra says
Inderdaad, vorig jaar.
Ik weet niet precies hoe dat werkt met uitspraken van de medische tuchtrechter. Er staat inderdaad “beslist op 21 oktober 2016”, maar dat was ook de datum van de zitting. Misschien dat een tuchtcollege direct na afloop van zo’n zitting een beslissing neemt over de vraag of de klacht gegrond is, maar een uitspraak met alle afwegingen en argumenten zal er dan zeker nog niet zijn. Die moet nog uitgewerkt worden en daar gaan nog wel enkele weken overheen. In elk geval is de datum die op de uitspraak wordt gezet – ook afgaande op de metagegevens van tuchtrecht.overheid.nl – kennelijk altijd de datum waarop de beslissing wordt uitgesproken. Of partijen dan al eerder gehoord hebben wat de beslissing is, weet ik niet.
Ik zal eens navragen hoe dit precies werkt.
FVerweven says
Heeft het tuchtcollege niet vóór de zitting de stukken al kunnen bestuderen?
Dan is de mondelinge behandeling toch alleen maar om onduidelijkheden weg te werken en kun je direct een beslissing nemen?
Laurens Dragstra says
Dat zou kunnen als de klacht evident gegrond of ongegrond is. Meestal zal toch wel enige discussie tussen de – in dit geval vijf – rechters plaats moeten vinden. Deze willen wellicht ook de pleitnota’s nog eens teruglezen. Wat dat betreft wijkt een tuchtzaak volgens mij niet veel af van een strafzaak.
Het zou trouwens ook aan het tuchtcollege in kwestie kunnen liggen hoe zaken worden opgeschreven. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak van het Zwolse tuchtcollege inzake een bejaarde gynaecoloog die nu aan alto doet:
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2017/ECLI_NL_TGZRZWO_2017_18?ecli=ECLI%3ANL%3ATGZRZWO%3A2017%3A18&Pagina=1&ItemIndex=1
Daar staat boven “Beslissing d.d. 20 januari 2017” en het eindigt met “uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2017”. Die zaak was veel eenvoudiger. De beklaagde was niet eens ter zitting verschenen.
Enfin, ik ging dus navragen hoe dit precies zit.
Laurens Dragstra says
Het Tuchtcollege Amsterdam meldt dat meestal nog dezelfde dag een beslissing genomen wordt, als alle informatie nog “vers” is. Het uitwerken van de beslissing duurt vervolgens nog een paar weken. Pas op het moment van de openbare uitspraak krijgen partijen te horen of de klacht gegrond is of niet. De datum die de uitspraak meekrijgt is wel altijd die van de openbare uitspraak. Dus in het geval van Scholten 20 december.
Men kon mij niet vertellen of dit in Zwolle anders gaat en zo ja, waarom. Ik denk echter dat het Zwolse tuchtcollege pas van een beslissing spreekt op het moment dat er een geschreven uitspraak ligt. Vandaar dat daar beslissing en openbare uitspraak samenvallen.
FVerweven says
Dank voor het uitzoeken.
Wilma S. says
(**) In dit geval zijn volgens het Tuchtcollege echter geen verwijten op hun plaats, aldus de uitspraak van 21 oktober vorig jaar (20 december openbaar uitgesproken). De patiënten in Kenia zijn niet behandeld door Scholten zelf en zijn collega, maar door een Keniaanse arts. Scholten heeft slechts het middel Iquilai verstrekt. Dat hij daarbij heeft gevraagd de effecten van het middel te registreren, brengt volgens het Tuchtcollege nog niet mee dat sprake is van door hem verricht medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen.
Ook het door Scholten en collega geschreven en door het AIDS Remedy Fund uitgegeven rapport over de door de Keniaanse arts geregistreerde effecten van Iquilai levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. In dit rapport kwam de gewraakte zin “In many cases, the ARV therapy introduction may be postponed, yielding significant saving in cost” voor. Het Tuchtcollege kan hierin echter geen overtreding van de KNMG-gedragsregel “De arts en niet-reguliere behandelwijzen” zien, aangezien die ziet op behandelrelaties, waarvan hier geen sprake was. Scholten en collega behandelden immers niet, dat deed de Keniaanse arts. (**)
De KNMG-gedragsregel “De arts en niet-reguliere behandelwijzen” is van april 2008 en was toen al niet echt om over naar huis te schrijven. Een stap in de goede richting maar ook niet meer dan dat.
Het lijkt mij zaak om die regels te herzien en aan te passen aan 2017>. Het is eigenlijk te erg voor woorden dat deze conclusie getrokken moet worden:
(**) Het is natuurlijk wel spijtig dat deze zaak niet op z’n minst een berisping oplevert, want het blijft schandalig dat een wetenschappelijk opgeleide Nederlandse arts zijn homeopathisch evangelie in Afrika probeert te verspreiden, en dan ook eens bij een dodelijke ziekte als aids. Lichtpuntje in dat verband is dat het Tuchtcollege zich nog waagt aan een obiter dictum, een overweging ten overvloede. Daaruit maak ik op dat het College ook niet zo blij is met de activiteiten van Scholten:… (**) [vet door mij]
Niet lullen maar poetsen dan zou ik zeggen en er als de gesmeerde bliksem voor zorgen dat de activiteiten zoals die van Scholten voorgoed verleden tijd worden.
By the way:
Hoe zit het trouwens met zijn registratie? Scholten is sowieso het haasje per 1 januari 2018 of wat?
https://kloptdatwel.nl/2017/02/15/rechtbank-jannes-koetsier-is-geen-deskundige/
Pepijn van Erp says
De inspectie gaat in hoger beroep: http://www.kwakzalverij.nl/nieuws/igz-tuchtcollege-pak-homeopaten-scholten-en-van-gelder-toch-aan/