• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Jan van der Gaag

Skepsis congres 2011 – Herman Philipse – Vrije wil: een illusie?

20 October 2012 by Jan van der Gaag 85 Comments

In zijn presentatie Vrije wil: een illusie? gaat Herman Philipse vooral in op het boek De vrije wil bestaat niet van Victor Lamme en hoofdstuk XVIII van het boek Wij zijn ons brein van Dick Swaab. Daaraan vooraf belicht hij de raakvlakken tussen filosofie en neurowetenschap. Philipse grijpt de gelegenheid aan om de hersenwetenschappers aan de tand te voelen die denken aangetoond te hebben dat de menselijke vrije wil niet bestaat. Hij gebruikt nadrukkelijk geen PowerPointpresentatie, want er moet een beetje worden nagedacht.

 

Raakvlak filosofie – neurowetenschap

Een belangrijk raakvlak tussen wetenschapsfilosofie en hersenwetenschap is het vraagstuk van de twee verklaringsniveaus. Wanneer we iemand vragen naar de reden waarom hij of zij iets doet, zal die persoon vaak een logisch klinkende reden kunnen geven. Hersenwetenschappers kunnen daarentegen soms een oorzaak in de herseneen aanwijzen; met een scan kunnen ze aantonen dat iemand iets doet doordat er in de hersenen van die persoon een verandering is opgetreden. Beroemd is de ‘readiness potential’ die zich in het brein voordoet kort vóór de eigenlijke handeling van iemand. Hoe verhouden die twee verklaringen zich tot elkaar? Staan ze naast elkaar of is de ene wellicht te reduceren tot de andere? Dat laatste lijkt niet het geval: in een redenering hebben elementen een logisch verband met elkaar, in de hersenen hebben processen een causaal verband met elkaar; de logica van een redenering is niet terug te brengen tot of te destilleren uit de causale processen in het brein.

Filosofen zien vaak redeneerfouten die het gevolg zijn van het niet goed afbakenen van de gebruikte concepten. Een voorbeeld hiervan is de titel van het boek van Dick Swaab: Wij zijn ons brein. Hoe moeten we deze prikkelende uitspraak duiden? Niet letterlijk in elk geval: in de zin “Ik neem de trein” kun je ‘ik’ niet vervangen door ‘mijn hersenen’ – “Mijn hersenen nemen de trein” klinkt toch raar. Wordt wellicht bedoeld dat hersenprocessen het meeste uit ons leven kunnen verklaren? Toch ook niet: omgevingsfactoren spelen een grote rol bij de dingen die iemand kiest of die iemand overkomen, zoals het aanleren van je moedertaal of het verlies van je benen in een gevecht als militair.

Voor de ontkenning van de menselijke vrije wil zijn historisch gezien grofweg drie stadia te onderscheiden. Eerst hebben theologen de vrije wil ontkend, met het argument dat een alwetende God de toekomst volledig kent, wat mensen geen vrije keus laat: alle keuzes liggen vast omdat God die reeds kent. Vervolgens waren het materialistische filosofen die in een newtoniaanse, mechanistische wereld geen plaats zagen voor de vrije wil: met de toestand op één moment liggen alle toekomstige toestanden vast via deterministische natuurwetten. Vandaag de dag zijn het neurowetenschappers die betogen dat de vrije wil niet bestaat: uit hersenonderzoek zou blijken dat alle keuzes louter het gevolg zijn van processen in het brein.

 

Victor Lamme: De vrije wil bestaat niet

Victor Lamme noemt de overtuiging dat ‘wij’ het zijn die handelen door een vrije, op redenen gebaseerde beslissing, een regelrechte vergissing. Hij denkt de verklaring in termen van redenen te kunnen afschaffen ten gunste van de verklaring in termen van hersenprocessen. Hij meent dat wat wij ‘redenen’ noemen slechts rationalisaties zijn die door een mechanisme in de linkerhersenhelft (de ‘kwebbeldoos’) worden geproduceerd. Deze kwebbeldoos zou de illusie van vrije wil creëren om te maskeren dat wij het gedrag van anderen niet kunnen voorspellen: zij blijken telkens weer andere dingen te doen dan wij dachten – zij beschikken schijnbaar over een vrije wil. En omdat wij onze eigen hersenprocessen niet kennen, schrijven we onszelf ook een vrije wil toe. Toch blijft deze vrije wil een illusie, een bedenksel. Aldus Lamme.

Philipse ziet in deze argumentatie echter een joekel van een paradox. Want wij kunnen de conclusie van een betoog alleen dan redelijk aanvaarden indien daar goede redenen voor zijn. Als nu al onze redenen slechts rationalisaties zijn, dan is het betoog van Lamme zelf niet op goede redenen gebaseerd maar op rationalisaties en kunnen wij redelijkerwijs de conclusie (dat redenen slechts rationalisaties zijn) niet aanvaarden. Kortweg: als Lamme gelijk zou hebben, dan kan hij zijn eigen conclusie redelijkerwijs niet aanvaarden. Had Lamme maar een expert in de logica geraadpleegd …

Hoe komt Lamme tot zijn conclusies? Wel, om te beginnen door een onterechte generalisering vanuit bijzondere, pathologische gevallen, waaruit blijkt dat iemands hersenen tot allerlei complexe handelingen en gewaarwordingen in staat zijn zonder dat de persoon zich hiervan bewust is. Het is echter een denkfout om te generaliseren van uitzonderlijke, atypische gevallen naar normale, typische gevallen, te weten mensen die gewone beslissingen zeggen te nemen uit vrije wil.

Daarnaast maakt Lamme een onterechte generalisering vanuit hersenonderzoek bij kikkers. Kikkerhersenen gedragen zich niet alsof ze een vrije wil hebben en mensenhersenen zijn meer van hetzelfde, dus daar zal ook wel geen vrije wil aan te pas komen. In kikkerhersenen zien we geen vrije wil en geen redenen, in mensenhersenen ook niet, ergo: vrije wil en echte redenen bestaan niet. Wederom aldus Lamme. Ja zo lusten we er nog wel één: in hersenen vinden we geen logische redeneringen, dus logische redeneringen bestaan niet!

Ten slotte maakt Lamme een onterechte generalisering vanuit experimenten waarin mensen door de proefleider misleid worden. In de colatest bijvoorbeeld worden proefpersonen 3 glazen cola voorgezet, met achter elk glas een ander merk colafles; aan de proefpersonen wordt verteld dat de cola in elk glas uit de fles erachter komt. Desgevraagd geven de proefpersonen redenen waarom ze de ene cola lekkerder vinden dan de andere. Echter, in alle 3 de glazen zit stiekem hetzelfde merk cola! In zo’n geval is het duidelijk dat de redenen die mensen opgeven rationalisaties moeten zijn, want er is geen verschil tussen de cola’s. Uit het feit dat mensen rationaliseren in die gevallen waarin ze op het verkeerde been worden gezet, volgt niet dat mensen in alle gevallen rationaliseren. Soms kunnen wel degelijk goede redenen bestaan. Al met al staan de argumenten van Lamme voor het niet-bestaan van de vrije wil op erg wankele voet. Het boek rammelt aan alle kanten.

 

Dick Swaab: Wij zijn ons brein

Wat bedoelen we eigenlijk met ‘vrije wil’, of dat bepaalde handelingen ‘vrij’ zijn? Daar vallen diverse begrippen onder. Ten eerste het aantal beschikbare opties: als iemand vrijkomt uit de gevangenis, dan heeft die persoon meer opties (handelingen, bewegingen) tot zijn beschikking dan voorheen. Ten tweede contingentie: indien je in een situatie anders had kunnen handelen dan je daadwerkelijk deed. Omdat je nooit twee keer in precies dezelfde situatie kunt geraken, moet dit gelezen worden als: indien je in dezelfde soort situaties op verschillende manieren kunt handelen, bijvoorbeeld door in restaurants soms witte en soms rode wijn te kiezen. Ten derde een wil de zó vrij is dat deze op geen enkele manier beperkt kan worden. Dit is de meest extreme vorm van het vrijheidsbegrip die o.a. bij Descartes gevonden kan worden. Descartes dichtte de mens een goddelijke, absoluut vrije zielensubstantie toe.

Swaab hanteert deze laatste, extreme vorm van vrijheid. Hij trekt vervolgens uit de resultaten van moderne hersenonderzoeken twee conclusies: dat van volledige vrijheid geen sprake kan zijn én dat wij slechts de illusie hebben een vrije wil te bezitten. De eerste conclusie vormt geen probleem, niemand gelooft nog in de absolute vrijheid van de mens. Iedereen is tot op zekere hoogte vrij én tot op zekere hoogte beperkt in zijn vrijheid. Dat de grenzeloze vrijheid niet bestaat, wisten we dus al, daar hadden we het boek van Swaab niet voor nodig. Daaruit volgt echter niet dat onze vrije wil een illusie is. De vrijheid die we binnen onze beperkingen over hebben, is daarmee niet naar het rijk der fabelen verwezen.

Interessant in dit verband zijn de resultaten van de experimenten van Benjamin Libet. In deze proeven werd mensen gevraagd om meerdere keren hun hand te bewegen binnen een zeker tijdsbestek. De momenten mochten de proefpersonen zelf uitkiezen, daar waren ze helemaal vrij in. Zodra een proefpersoon zijn hand wilde gaan bewegen – de aandrang voelde om te bewegen – moest hij op een (nauwkeurige, maar onconventionele) klok kijken en noteren wat deze klok aangaf. De hersenen van de proefpersonen werden gevolgd door elektroden op het hoofd. Wat bleek? Gemiddeld ongeveer 0,5 seconde voordat een hand bewoog, werd in de hersenen een readiness potential gemeten: de hersenen bereidden het aansturen van de spieren al voor. Maar de proefpersonen rapporteerden gemiddeld 0,2 seconde voordat hun hand bewoog, dat ze hun hand wilden gaan bewegen. Dat is 0,3 seconde ná de readiness potential! Het is alsof de vrije wil achter de feiten aanloopt. Maar is dat echt zo? Philipse laat dit in het midden en schuift deze kwestie door naar de discussieronde.

 

Conclusie

Ter afsluiting poneert Philipse enkele stellingen.

(1) De gedachte dat hersenonderzoek onomstotelijk heeft uitgewezen dat de menselijke vrije wil niet bestaat, is pertinent onjuist. Begrippen worden niet geanalyseerd, men generaliseert erop los en er wordt anderszins slecht geredeneerd – het is droevig gesteld.

(2) Als je de menselijke vrijheid ontkent, dan zou je ook de zinvolheid van alle moraal moeten ontkennen. Moraal veronderstelt mensen die verantwoordelijk zijn voor (de gevolgen van) hun keuzes en hun handelingen.

(3) Het schaadt de wetenschap enorm wanneer je niet heel zorgvuldig populariseert, als je je laat verleiden tot uitspraken die het onderzoek niet rechtvaardigt. Zo heeft de overdrijving door Al Gore in diens klimaatfilm de klimaatwetenschap geen goed gedaan.

Alles bij elkaar blijkt de kritiek van Philipse op de conclusies van de hersenonderzoekers niet mals. Wat zouden de neurowetenschappers terugzeggen? Gelukkig volgde na de lezing een discussie- en vragenronde, zodat in elk geval Dick Swaab weerwoord kon geven.

 

Discussie, vraag en antwoord

Een van de eerste vragen uit het publiek is: “Wat is het verschil tussen de ervaringen van iemand die in de echte wereld leeft en een los brein in een vat dat exact de juiste impulsen krijgt toegediend om een illusoire wereld te beleven?”

Philipse: De subjectieve ervaringen zijn in beide gevallen precies hetzelfde. Immers, in het gedachte-experiment met het brein in een vat is de proef zo opgezet dat de illusoire wereld niet van echt te onderscheiden is. Een andere vraag is of wij van buitenaf een bepaalde psychologische toestand aan zo’n brein kunnen toeschrijven. Normaliter gebruiken we iemands gedrag om in te schatten in welke psychologische toestand hij of zij zich bevindt. Een los brein vertoont echter geen gedrag dat we zouden kunnen duiden. In theorie zou dat kunnen, als de hersenwetenschap zó ver gevorderd was, dat we elke specifieke bewustzijnsactiviteit kunnen relateren aan daarbij horende hersenprocessen; maar daar zijn we nog lang niet.

Dick Swaab voegt zich bij Herman Philipse zodat het publiek vragen aan beide kan stellen en de twee heren met elkaar in discussie kunnen gaan.

 

Publiek: Kennis van onze hersencellen is niet voldoende om alle hersenactiviteit te verklaren. Er zijn zoveel cellen in ons brein dat dit zich chaotisch en onvoorspelbaar gedraagt, waardoor er altijd ruimte blijft voor iets als vrije wil.

Swaab: Inderdaad zullen we niet alle hersencellen kunnen volgen om daaruit precieze voorspellingen te doen. Wel kunnen we reeds veranderingen in een netwerk van cellen volgen om daaruit simpele, niet al te specifieke, antwoorden te destilleren. Deze techniek zal zeker verder worden ontwikkeld.

Schertsend laat Swaab weten dat hij later als hij groot is ook filosoof wil worden. Immers, neurowetenschappers doen de experimenten en het enige wat filosofen doen is zeggen dat het geen ideaal experiment was.

Swaab heeft uiteraard geen ideaal experiment met betrekking tot het ‘brein in een vat’, maar kent wel een benadering hiervan, namelijk het locked-insyndroom: een vrijwel volledige verlamming waarbij de hersenen niets van het lichaam kunnen aansturen, op de oogleden na. Met ooglidbewegingen kan zo iemand nog communiceren. Zijn brein blijkt nog steeds te denken en te voelen – er is wel degelijk een persoon aanwezig. Philipse werpt hierop tegen dat dit niet geldt als een brein in een vat, want die heeft zelfs geen oogleden om te bewegen, zodat communicatie niet mogelijk is.

Swaab komt met het voorbeeld van iemand in coma die werd gevraagd zich twee bewegingen voor te stellen: door zijn huis lopen en tennissen. Dit gaf twee verschillende signalen in de hersenen die als ‘ja’ en ‘nee’ konden dienen, waardoor communicatie mogelijk was. Mijn tegenwerping hierop zou zijn dat zo’n brein nog steeds oren heeft om de buitenwereld waar te nemen. Een brein in een vat heeft zelfs geen oren, zodat communicatie niet mogelijk is. Hoe stel je een los brein vragen?

Swaab vindt Philipses stelling dat er zonder vrije wil geen moraal mogelijk is, veel te kort door de bocht. Hij vindt dat je het een kind niet kwalijk kan nemen dat-ie met justitie in aanraking komt indien het kind door zijn genen en een slechte zwangerschap een grote kans heeft om uit de bocht te vliegen. Toch heeft moraal zin, maar meer voor de groep dan voor het te straffen individu – zonder moraal functioneert de samenleving niet. Philipse merkt op dat er verschil is tussen het opvoeden van een kind, dat moraal nog moet aanleren, en het handelen van een toerekeningsvatbare volwassene. Volgens hem valt dit verschil weg als vrije wil niet bestaat. Swaab kan niets met het begrip ‘toerekeningsvatbaar’, vindt zelfs dat iedereen in meer of mindere mate ontoerekeningsvatbaar is.

Volgens Swaab zijn er wel redenen om te straffen: genoegdoening voor de samenleving, het voorkomen van recidive, en het feit dat sommige mensen zoveel schade aan de maatschappij berokkenen dat zij opgesloten moeten worden om de maatschappij te beschermen. Een andere reden die soms genoemd wordt, is dat een hoge straf een afschrikkende werking zou hebben; uit onderzoek blijkt dat helemaal niet het geval, dus dit is geen legitieme reden.

Swaab blijft erbij dat je mensen niet kunt aanrekenen dat ze een slecht werkende prefrontale cortex hebben en hun impulsen niet kunnen remmen. Dus toch ontoerekeningsvatbaar, werpt Philipse op. Nee, zegt Swaab, dat hoeft geen probleem te zijn als je maar de juist baan hebt: de meeste psychopaten zitten immers op hoge posten bij banken en in het bedrijfsleven …

 

Publiek: Is er een ondergrens aan leven dat we een wil zouden toeschrijven, en waarom?

Swaab: Ook een minder complexe levensvorm zoals een eencellige neemt beslissingen, daarbij reagerend op de omgeving, bijvoorbeeld door naar voedsel toe en van gifstof af te kruipen. Of je dit een ‘wil’ kunt noemen, daar is een filosoof voor nodig.

Philipse merkt op dat wij in de eerste plaats leren al onze psychologische concepten aan mensen toe te kennen. Om te bepalen of andere dieren ook over een psychologisch concept, i.c. een wil, beschikken, vergelijken we het type gedrag dat dieren vertonen met dat van mensen. Bij een hond zijn we eerder geneigd om te zeggen dat-ie over een wil beschikt, dan bij een microbe. Philipse zou een microbe zelfs geen ‘beslissingen’ toedichten. Daarnaast zijn er zaken die we aan een hond niet zullen toeschrijven: een hond verheugt zich niet op het brokje dat hij met de volgende kerst krijgt, hij vertoont geen gedrag waaruit blijkt dat hij zo’n tijdspanne overziet. Een harde ondergrens voor het toeschrijven van een wil is er in ieder geval niet, het is gradueel.

 

Publiek: De vrij wil is toch niet in tegenspraak met de uitspraak “wij zijn ons brein”: het is immers mijn eigen brein. Gaat het niet eerder om de vraag: “Wat is een autonoom individu?”

Swaab: Wijst op het feit dat hersenen in het centrum staan van het begrip ‘wij’: we kunnen ledematen amputeren of organen transplanteren, het zal iemands persoonlijkheid zelf niet veranderen; maar een hersenbeschadiging op de juiste plek en iemand wordt een heel ander persoon. Daarnaast is bekend dat veel beslissingen onbewust genomen worden.

Philipse erkent dat veel van wat we doen automatisch gebeurt, maar werpt tegen dat er ook momenten zijn waarop iemand weloverwogen een beslissing neemt, en daar gaat de vrije wil over. De problematiek rond wat precies aan wat vooraf gaat en of een zeker proces in de hersenen (zoals de readiness potential) wellicht identiek is aan het nemen van de beslissing, is bijlange na niet opgelost. Swaab refereert aan een experiment waarin bij proefpersonen het bewustzijn tijdelijk werd uitgeschakeld (door een bepaalde stimulus) en de proefpersonen toch de juiste beslissing konden nemen: voor beslissen is geen bewustzijn nodig. Het uitvoeren van een beslissing en het bewust worden van die beslissing zijn twee verschillende zaken.

Philipse heeft moeite met het toekennen van beslissingen aan hersenen: in laatst genoemd experiment zou het meer om automatische handelingen gaan dan om beslissingen. Een beslissing wil hij definiëren als een bewustzijnshandeling. Dat nu, zegt Swaab, blijkt empirisch niet het geval.

 

Iemand uit de zaal bekent dat hij na vandaag tot de conclusie gekomen is dat de vrije wil inderdaad niet bestaat. Daar sluit ik me in beginsel bij aan. De grote afwezige in deze hele discussie is een experiment met een uitkomst die (vrijwel) alleen te rijmen is met het bestaan van de vrije wil. De bewijslast ligt ondertussen bij degene die beweert dat vrije wil wel bestaat, niet bij degene die beweert dat zij niet bestaat – ondanks het boek van Lamme en ondanks de kritiek van Philipse. Afijn, voer voor verder nadenken en discussie.

Geïnteresseerd in de besproken boeken? Bestel ze via de onderstaande link bij Bol.com en steun daarmee Kloptdatwel.nl!

Skepsis congres 2011 - Herman Philipse - Vrije wil: een illusie? 1
Skepsis congres 2011 - Herman Philipse - Vrije wil: een illusie? 2
Skepsis congres 2011 - Herman Philipse - Vrije wil: een illusie? 1
Skepsis congres 2011 - Herman Philipse - Vrije wil: een illusie? 2
Skepsis congres 2011 - Herman Philipse - Vrije wil: een illusie? 1
Skepsis congres 2011 - Herman Philipse - Vrije wil: een illusie? 2

Filed Under: Skepsis Congres, Skepticisme, Skeptische TV, Wetenschap

Skepsis-congres 2011 – Iris Sommer – Stemmen in het hoofd

18 October 2012 by Jan van der Gaag 117 Comments

In haar presentatie ‘Stemmen in beeld’ gunt prof. dr. Iris Sommer ons een kijkje in de hoofden van mensen die stemmen horen. Sommer runt de Stemmenpoli van het UMC Utrecht.

Stemmen in het hoofd

Stel: u hoort uw naam roepen terwijl er verder niemand in huis is, de radio uitstaat en de buren zich rustig houden. U hoort zelfs een hele zin zeggen. Later blijkt dat alleen u deze stem hoort en niemand anders. U zoekt natuurlijk een verklaring. Denkt u dan aan telepathie? Een geest? Communicatie met overledenen? Of toch aan een hallucinatie? Een stem horen wanneer er niemand is, is inderdaad een vorm van hallucinatie. En u zou zeker niet de enige zijn die dit overkomt, want 15% van alle mensen maakt dit een of twee keer mee in hun leven. Wie last heeft van een psychose (speciaal bij schizofrenie), epilepsie, of doofheid/hardhorendheid, heeft zelfs 70% kans om een stem in het hoofd te horen. Ook wie een trauma heeft opgelopen of aan de drugs is geweest, heeft een verhoogde kans op het horen van stemmen in het hoofd.

Zo’n stem in het hoofd hoeft niet eens vervelend te zijn, dat ligt helemaal aan wat er gezegd wordt. Er zijn mensen bij wie de boodschappen aardig en lief zijn, maar er zijn ook mensen bij wie ze kwaadaardig en gemeen zijn. Zo kan de één het idee hebben door een beschermengel onder de hoede te zijn genomen, terwijl de ander de vreselijkste verwijten krijgt en zelfs dood zou moeten. Sommer geeft van beide gevallen een voorbeeld door deze boodschappen te laten horen. Dat kan, want ze heeft mensen laten inspreken wat de stem in hun hoofd letterlijk zegt.

Foutje in het brein

Bij iedereen die leest of luistert is een taalperceptiegebied in de hersenen actief en bij iedereen die praat of schrijft is een taalproductiegebied actief. Dit taalproductiegebied is zelfs actief als we alleen maar denken, zonder ons te uiten. Hierbij is de linkerhersenhelft dominant, dat will zeggen dat taalperceptie en taalproductie bij een grote meerderheid van de mensen overwegend in de linkerhersenhelft plaatsvinden. Door stemmenhoorders in een fMRI-scanner te volgen en hen te laten aangeven wanneer ze stemmen horen en wanneer niet, blijkt dat telkens tijdens het horen van stemmen de taalproductie juist in de niet-dominante hersenhelft plaatsvindt.

Wat zien we nu bij mensen die psychotisch zijn? Precies hetzelfde. En bij verder gezonde mensen die zeggen boodschappen paranormaal binnen te krijgen? Precies hetzelfde! Bij stemmenhoorders, psychoten en paranormalen werkt de taalproductie op dezelfde doch verkeerde manier. Welke manier is dat? In vergelijking met mensen die nog nooit een stem in het hoofd gehoord hebben, blijkt de zogeheten fasciculus arcuatus (Engels: arcuate fasciculus) van stemmenhoorders meer vrij water te bevatten. De fasciculus arcuatus (Latijn voor boogvormig bundeltje) is een zenuwbaan, een bundel axonen, die het taalperceptiegebied met het taalproductiegebied verbindt. Het extra vrije water duidt erop dat deze verbinding minder goed werkt, oftewel dat de communicatie tussen de twee gebieden wat verstoord is.

Mogelijke verklaring

Wat triggert een stem? Wat gaat aan een stem vooraf? Door weer mensen in een fMRI-scanner te volgen, vond men verhoogde activiteit in de hippocampus en parahippocampus enkele seconden voordat een stem optreedt. Van deze gebieden is bekend dat ze een grote rol spelen bij het opslaan en ophalen van herinneringen en dus een belangrijke functie vervullen bij het geheugen. Dit kan betekenen dat de boodschappen van de stemmen vooral voortkomen uit
(bijna) vergeten herinneringen die per abuis geïnterpreteerd worden als komende van iemand anders. De (flarden van) zinnen kunnen komen van wat mensen vroeger tegen iemand gezegd hebben, van wat iemand zelf ooit bedacht heeft en van de films die iemand gezien heeft.

Conclusie

Het horen van stemmen in je hoofd kan worden samengevat als:
1. Zowel taalperceptie als taalproductie speelt een rol
2. in beide hersenhelften, vooral in de niet-dominante,
3. waarbij de fasciculus arcuatus van mindere kwaliteit is
4. en het geheugen de trigger is.

Voor skeptici zijn vooral de volgende resultaten van belang:
5. Boodschappen ‘van boven’ komen in werkelijk ‘van binnen’,
6. want functioneel (fMRI) is er geen verschil tussen paranormalen en psychoten.

Vraag en antwoord

Enkele vragen uit de zaal betroffen andere culturen. Sommer antwoordde dat niet alleen drugs, trauma’s en pesten maar ook immigratie een risicoverhogende factor voor het horen van stemmen is. En hoewel het hebben van psychoses en het horen van stemmen overal ter wereld voorkomen, is de inhoud van de boodschappen cultureel gekleurd. Gelovige mensen bijvoorbeeld menen de stem van God te horen. Wanneer mensen naar de stemmenpoli komen, probeert Sommer hen van de neutrale, klinische theorie achter hun stemmen te overtuigen, ongeacht hun achtergrond.

Er zijn stemmenhoorders die dialogen aangaan met hun stem in het hoofd. Dat helpt natuurlijk niet bij het proberen van de stem af te komen. Het is voor hen moeilijk om een conversatie te onderdrukken wanneer er iets gezegd wordt. Het lijkt een beetje op de opdracht “Denk nu even niet aan een olifant.” Onderdrukken of bijsturen van een stem via training lukt over het algemeen slecht; men kan wel leren de stem te negeren.

Sommer uit haar bezorgdheid over het feit dat de neurologie en de psychiatrie uit elkaar zijn gegroeid. Die zitten vaak op hun eigen eilandje, terwijl ze van elkaar kunnen leren. Sommer zag graag dat er, net als vroeger, meer samengewerkt werd tussen deze disciplines. In haar onderzoek naar stemmen in het hoofd heeft zo’n samenwerking reeds vruchten afgeworpen.

 

Met dank aan Han van der Put voor de bewerking van de video.

Filed Under: Skepsis Congres, Skepticisme, Skeptische TV, Wetenschap Tagged With: skepsis congres

4e spreker Skepsis-congres 2010: Jan-Willem van Prooijen

29 January 2011 by Jan van der Gaag 2 Comments

4e spreker Skepsis-congres 2010: Jan-Willem van Prooijen 7
Jan-Willem van Prooijen is de laatste spreker van het Skepsis-congres 2010: de psychologie van het geloof in complottheorieen.

Dit bericht is eerder gepubliceerd op 26-11-2010. UPDATE 28-01-2011: onderaan de pagina staat de video van deze presentatie samen met de gebruikte powerpoint presentatie.

Dit is een samenvatting van de lezing:

De psychologie van het geloof in complottheorieën.

Jan-Willem van Prooijen is Associate professor aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

In deze lezing gaat Jan-Willem van Prooijen in op de psychologische aspecten van het geloof in complotten. Daarbij is het niet relevant of een complottheorie waar is of niet: het gaat om hoe en waarom mensen in complotten geloven, vooral om welke psychologische factoren mensen gevoelig maken voor geloof in complottheorieën.

Van Prooijen verstaat onder een complottheorie: de verdenking dat een bedreiging van de sociale orde opzettelijk gepland en uitgevoerd werd door een kwaadaardig complot, vaak van legitieme autoriteiten of instituten. Een complottheorie ontstaat vooral na bedreiging van de sociale orde; deze bedreiging kan reëel en objectief zijn, maar ook irreëel en subjectief.

De 2 hoofdstellingen van Van Prooijen zijn:
1.  Complottheorieën zijn psychologisch gezien functioneel: mensen hebben behoefte om betekenis te verlenen aan stressvolle sociale gebeurtenissen en complottheorieën komen tegemoet aan deze behoefte.
2.  Complottheorieën zijn een reactie op grote maatschappelijke gebeurtenissen: mensen zoeken voor een groot gevolg graag naar een grote oorzaak.

Uit onderzoek blijkt (Whitson & Galinsky, 2008; Science) dat onzekerheid en gebrek aan controle de behoefte om betekenis te verlenen versterken. Mensen zien eerder onterecht patronen nadat ze een situatie in herinnering hebben geroepen waarin ze geen controle hadden. Uit ander onderzoek blijkt dat het identificeren van specifieke, benoembare vijanden effectiever is in het reduceren van angst dan het erkennen van het bestaan van toeval. Mensen vrezen toeval meer dan onrechtvaardigheid.

Van Prooijen heeft samen met anderen een vijftal studies uitgevoerd, waarvan hij de resultaten kort belicht. Voor de toehoorders is het wel even goed opletten, want in de getoonde statistieken begint de schaal van de staafjes niet bij 0!

Studie 1: Noord-Zuidlijn in Amsterdam
Insteek: manipulatie van controle.

Dit onderzoek had dezelfde opzet als dat van Whitson & Galinsky en besloeg o.a. vragen over corruptie bij gemeenteraadsleden. In de antwoorden maakte het verschil of mensen vooraf hadden gedacht aan een situatie met veel controle, een situatie met weinig controle, of een controleneutrale situatie.

De waargenomen immoraliteit van een autoriteit blijkt een goede indicator voor geloof in complottheorieën te zijn. Wanneer iemand als moreel goed wordt gezien, is complotdenken minder aan de orde. Denk bijv. aan de gestegen populariteit van George W. Bush na de aanslagen van 11 september 2001, of het geloof in God na rampspoed. Immoraliteit is zelfs een randvoorwaarde voor complotdenken. Oftewel gebrek aan controle leidt tot geloof in complotten mits de betreffende autoriteit als immoreel wordt gezien.

Studie 2: Aanslagen van 11 september 2001 (‘9/11’)
Insteek: behoefte aan structuur.

Dit onderzoek besloeg vragen over de regering van George W. Bush en onderzocht de invloed van de behoefte aan structuur, het kunnen omgaan met onzekerheid. De correlatie tussen waargenomen immoraliteit en geloof in complotten bleek sterker voor mensen die behoefte aan structuur hebben.

Studie 3: Westerse oliemaatschappijen
Insteek: manipulatie van moraliteit.

Dit onderzoek besloeg vragen over westerse oliemaatschappijen en de oorlog in Irak. Vooraf hadden mensen een stuk te lezen gekregen waarin westerse oliemaatschappijen als moreel of juist als immoreel werden afgeschilderd. In de antwoorden maakte het verschil of mensen vooraf hadden gedacht aan een situatie met weinig controle of een controleneutrale situatie.

Uitkomst: combinatie onzekerheid + immoraliteit = complotdenken.

Studies 4 en 5: Het ongeluk van ‘Yayi Godo’ uit Benin
Insteek: manipulatie van emotionele betrokkenheid.

Yayi Godo is een fictief persoon in een fictief krantenbericht in studie 4. Godo is oppositieleider in Benin en krijgt een auto-ongeluk. De mate van dreiging in het bericht kon zijn: groot (Godo overlijdt) of klein (Godo herstelt). In de antwoorden maakte het verschil of mensen vooraf het subjectieve perspectief hadden genomen van Godo zelf of afstand hadden genomen voor een objectieve beschrijving.

Uitkomst: combinatie subjectief perspectief + grote dreiging = complotdenken.

De opzet van studie 5 was gelijk aan die van studie 4, maar dan met het perspectief van een inwoner van Benin i.p.v. Godo zelf. Dit lost het mogelijke probleem op van het moeten nemen van het perspectief van een overleden persoon. De uitkomst is gelijk aan die van studie 4.

Ten slotte
Er dient zich een nieuwe onderzoeksvraag aan: Hoe kunnen we complotdenken tegengaan? De hypothese is dat transparantie helpt. Ter afsluiting geeft Van Prooijen daarom ‘openheid van zaken’ en laat weten dat zijn onderzoek gefinancierd werd door de CIA, MI6, de Mossad en het Nederlandse ministerie van Defensie. Dus in hoeverre wij hem kunnen geloven…

 

Filed Under: Complottheorieën, Skepsis Congres, Skepticisme Tagged With: complot, complottheorieen, jan, prooijen, willem

2e spreker Skepsis-congres 2010: Jan Willem Nienhuys

15 January 2011 by Jan van der Gaag 7 Comments

2e spreker Skepsis-congres 2010: Jan Willem Nienhuys 8
Jan Willem Nienhuys geeft als 2e spreker van het Skepsis-congres 2010 een kort overzicht van complottheorieen.

Dit bericht is eerder gepubliceerd op 24-11-2010. UPDATE 14-01-2011: onderaan de pagina staat de video van deze presentatie samen met de gebruikte powerpoint presentatie.

Dit is een samenvatting van de lezing waarin Jan Willem Nienhuys in vogelvlucht een overzicht van complottheorieën door de jaren heen geeft.

Beroemde mensen en beruchte incidenten
Nienhuys begint met een korte opsomming van enkele echte samenzweringen (van de moord op Caesar tot Watergate) en noemt ter inleiding van vermeende complotten de Pink Swastika, waarin beweerd wordt dat Adolf Hitler en Friedrich Nietzsche homo’s waren en dat het nazisme  is bedacht opdat homo’s de wereld konden overnemen.

Hierna stelt Nienhuys de zaal de vraag wie een voorbeeld kan noemen van een complot rond een moord of aanslag op een beroemdheid. De allereerste suggestie is ‘JFK’, de moord op John F. Kennedy. Enige hilariteit ontstaat als Nienhuys vertelt dat hij wel helderziend moet zijn, want JFK is precies de eerste die op zijn volgende dia staat. Nienhuys legt uit dat de dood van een beroemdheid vaak tot complotdenken leidt, en noemt daar voorbeelden van, zoals Martin Luther King, prinses Diana, Pim Fortuyn en veel Amerikaanse presidenten. Ook de organisatoren moeten helderziend zijn, want vlak voor deze presentatie werd een aflevering van That Mitchell and Webb Look getoond die over de dood van prinses Diana ging.

Daarna is het weer de beurt aan de zaal. Nienhuys vraagt voorbeelden van beroemde ongelukken en incidenten. Het publiek doet gretig mee en Nienhuys schrijft het allemaal op een overklapper. Grote ongelukken, zoals die met de Titanic, die met de spaceshuttles of de Bijlmerramp, leiden vaak tot complotdenken, evenals onopgeloste misdaden; zo is nog altijd onbekend wie Jack the Ripper was.

Uiteraard mag ‘9/11’ niet ontbreken in een overzicht van vermeende complotten. De aanslagen op de Twin Towers op 11 september 2001 waren inderdaad het werk van een samenzwering, namelijk van moslimfundamentalisten, maar er zijn lieden die geloven dat de Amerikaanse regering van George W. Bush zelf achter de aanslagen zat. (Nienhuys haalt even Reagan en Bush door elkaar, wat tot gegrinnik in de zaal leidt.) De film Loose Change is aan dit vermeende complot gewijd.

Geheime genootschappen
Dan komen de geheime genootschappen aan bod. De Protocollen van de Wijzen van Zion vormen het bekendste geschrift, waarin beschreven wordt hoe de joden de wereldmacht willen grijpen. Tevens zijn hierin de standaardtrucs van leiders te vinden hoe de bevolking te misleiden en te onderdrukken. Ze zijn een rommelig samenraapsel van allerlei teksten van diverse oorsprong en zijn al bijna een eeuw geleden ontmaskerd. Helaas zijn er tot op heden mensen die geloven dat deze Protocollen echt zijn.

Het bekendste hedendaagse geheime genootschap vormen de Illuminati, hoewel zij niet meer waren dan een achttiende-eeuwse leesclub van verlichte denkers in Beieren, Duitsland. Karl Theodor verbood op zeker moment alle geheime genootschappen waaronder de Illuminati. Dat is koren op de molen van complotdenkers, die nog altijd geloven dat de Illuminati achter de grote wereldgeschiedenis zitten.

Een andere vermeldenswaardige episode is de hoax van Léo Taxil (pseudoniem van M.J.G.A. Jogand-Pagès). Eerst publiceerde hij stukken tegen het katholicisme. Later bekeerde hij zich en richtte hij zich, in navolging van de r.-k. kerk, tegen de vrijmetselarij. Toen hij na jaren tijdens een persconferentie onthulde dat hij het allemaal verzonnen had, zelfs zijn bekering, moest hij de zaal ontvluchten.

Maanlanding en Bielefeld
Volgens miljoenen Amerikanen zijn wij mensen nooit op de Maan geland. De maanlandingen zijn van A tot Z gefilmd in de studio om ons maar wat wijs te maken. De bewijzen die hiervoor worden aangedragen zijn vaak amateuristisch, terwijl de complotdenkers zichzelf juist slimmer dan de NASA achten. Aan de andere kant verstopt de Amerikaanse regering buitenaardsen die op Aarde zijn geland (of gecrasht). Of zij heeft zelfs een deal met de aliens gesloten. Of zij bestaat zelf uit aliens. Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt wel geloofd. Het is wel opmerkelijk dat geloof in de maanlandingshoax, anders dan bij de meeste complottheorieën, niet lijkt te stoelen op angst of onzekerheid.

Een grappig moment aan het eind is als Nienhuys vraagt wie er in Bielefeld, Duitsland is geweest; 3 handen gaan omhoog. Dat kan niet omdat Bielefeld helemaal niet bestaat. Althans, de Bielefeld-Verschwörung beweert dat deze plaats verzonnen is, dat foto’s en BI-kentekens misleiding zijn en dat Google wordt omgekocht om de plaats te tonen. Op de plaats waar Bielefeld zou liggen verstopt de CIA namelijk John F. Kennedy omdat die anders zou onthullen dat de maanlanding een hoax is.

Al met al een geslaagde lezing waarin zowel bekende als minder bekende complottheorieën voor het voetlicht worden gebracht. Nienhuys vertelt met flair en gevoel voor humor. Je zou bijna vergeten dat het hier om een serieus onderwerp gaat.

 

Filed Under: Complottheorieën, Skepsis Congres, Skepticisme Tagged With: complot, complottheorieen, Jan Willem Nienhuys

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • SKEPP
  • SBM
Skepter 36.1 – Lentenummer 2023
25 February 2023 - SkepsisBlogBeheerder
Skepter 36.1 – Lentenummer 2023

De eerste Skepter van 2023 is eergisteren van de drukker gekomen en zit in de verzending. Hij zal ergens komende week wel bij abonnees en donateurs bezorgd worden. Weer veel moois in dit nummer. Herkent u zich in het portret hier rechts? Dit is volgens de kunstmatig intelligente plaatjesgenerator DALL·E hoe een skepticus eruitziet. Gert Jan van ’t ... Meer lezen Het bericht Skepter 36.1 – Lentenummer 2023 verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Skepter 35.4 – Winternummer 2022
1 December 2022 - Pepijn van Erp
Skepter 35.4 – Winternummer 2022

Brengen genetici de mammoet, de dodo en de buidelwolf weer terug? Komt kernfusie er sneller dan velen denken? Het nut van sciencefiction als lesmateriaal. Een interview met pendelwinnaar Marieke Kuypers, en nog veel meer in dit nummer. Het bericht Skepter 35.4 – Winternummer 2022 verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Piramidependelprijs voor Marieke Kuypers en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met 35-jarig bestaan
20 November 2022 - Pepijn van Erp

Marieke Kuypers onderscheiden door Skepsis voor haar video's op TikTok en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met een feestrede met het 35-jarig bestaan Het bericht Piramidependelprijs voor Marieke Kuypers en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met 35-jarig bestaan verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Komeet van Halley in “Het verhaal van Vlaanderen”?
13 February 2023 - Paul De Belder

De aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ over de Guldensporenslag heeft ongetwijfeld de meeste commentaar opgewekt. Ook vanuit de astronomie valt er kritiek op te leveren. Inderdaad begon de bewuste aflevering met een voorstelling van de komeet van Halley.  Bij het kijken dacht ik heel even dat ik in een documentaire over sterrenkunde en niet over geschiedenis zat. Maar meteen werd de band duidelijk. [...]

Desmet dwaalt, draait en duikt
9 January 2023 - Paul De Belder

Hoewel de uitspraken van Desmet over de coronamaatregelen al langer op veel kritiek van factcheckers stuiten, kwam hij pas recentelijk echt flink in opspraak. Op een tournee langs verschillende Amerikaanse talkshows en podcasts om de Engelse vertaling van zijn boek te promoten, was hij ook te gast bij Infowars, de show van Alex Jones. Het optreden bij deze veroordeelde complotdenker en het doen van nogal stellige uitspraken over openhartoperaties onder hypnose waren de aanleiding voor een hausse aan kritische artikelen in de Vlaamse media. [...]

QAnon
26 October 2022 - Ledenadmin Skepp

In de herfst van 2016 verspreidde zich het gerucht dat de Amerikaanse Democratische Partij vanuit de kelder van een pizzeria in Washington D.C. een pedofielennetwerk organiseert. De pizzeria met de grappige naam Comet Ping Pong was allesbehalve willekeurig gekozen. Met zijn eigenzinnige atmosfeer is het een hotspot voor excentriekelingen: punkers, holebi’s, kunstenaars, outsiders en linksen1. Het was een voor de hand liggend doelwit voor mensen uit de alt-rightbeweging2,die vatbaar zijn voor complotdenken. [...]

Ivermectin is now fast becoming the new MMS
20 March 2023 - David Gorski

A recent VICE story described a Telegram channel devoted to promoting veterinary ivermectin to treat autism. It has echoes of autism quackery going back at least to the use of MMS (a kind of bleach) to "cure" autism by eliminating "parasites." The post Ivermectin is now fast becoming the new MMS first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Science-Based Satire: Florida Authorities Report First Case of Mosquito-Borne Fentanyl Overdose
17 March 2023 - Clay Jones

Can a mosquito bite result in a fentanyl overdose? Will police soon be fitted with wearable naloxone pumps? Can fentanyl be detected by a handheld electronic device? The answer...is no. This is merely more nonsense cooked up in the mind of someone who probably should stick to his day job. The post Science-Based Satire: Florida Authorities Report First Case of Mosquito-Borne Fentanyl Overdose first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Sleep and Vaccination Response
15 March 2023 - Steven Novella

A meta-analysis finds a non-significant trend in decreased antibody response with poor sleep. What is the significance? The post Sleep and Vaccination Response first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Richard Rasker on De linke weekendbijlage (11-2023)Zie ook https://www.vice.com/en/article/z3mb89/ivermectin-danny-lemoi-death en https://sciencebasedmedicine.org/ivermectin-is-now-fast-becom
  • Satria on De linke weekendbijlage (11-2023)bij ongelovigen zijn die kwabjes al maximaal....
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (11-2023)Zelf knutselen met geneesmiddelen is in het algemeen niet ongevaarlijk. Als je leest wat mensen met ivermectine uithalen, is het
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (11-2023)Ik zou wel eens een proefje willen zien waarin "neurotheoloog" Newberg een paar verstokte absoluut niet gelovende mensen (ik haat
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (11-2023)Ivermectine lijkt steeds meer een panacee voor alle kwalen te worden. Oorspronkelijk een middel tegen parasieten. Eerst gebruikte men het

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2023 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in