Ankh-Hermes is bezig met de publicatie van een serie van twaalf monografieën waarin de belangrijkste alternatieve geneeswijzen successievelijk worden beschreven. In november 2015 verscheen als vijfde in de serie het boekje over de antroposofische geneeskunde en gezien het aantal citaten van Baars, Van der Bie, Staal (‘Huidziekten zijn niet altijd huidziekten’) en Van Dijk lijkt de inhoud ervan betrouwbaar. [1]
Zo valt er te lezen dat ‘warme ziekten’ als roodvonk, mazelen en kinkhoest kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en hun immuunsysteem. Antroposofen laten hun kinderen daarom ongaarne inenten en niet zelden onthouden zij hun kinderen een aantal vaccinaties met alle gevolgen van dien. Koude ziekten kennen de antroposofen ook: die zijn het gevolg van de ‘verstarrende werking van een sterke overheersing van het zenuw-zintuigsysteem (bovenpool)’ en voorbeelden ervan zijn steenvorming, artrose, verlammingen en ‘sclerosen’.
Deze antroposofische wartaal schoot mij weer te binnen, toen ik in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 21 mei 2016 een medisch-historisch verhaal las over de behandeling van syfilis met malaria of warmte. De parasitoloog Verhave beschreef daarin de interessante geschiedenis van de behandeling van tertiaire syfilis (aantasting van de hersenen in het derde stadium van de ziekte: neurosyfilis) met kunstmatig bewerkstelligde malaria, zoals die in de eerste helft van de twintigste eeuw werd toegepast.
De ontdekker van deze therapie was de Oostenrijkse arts Julius Wagner-Jauregg (1857-1940) en het was hem opgevallen dat patienten met psychosen (destijds veelal gevolg van neurosyfilis) soms genazen na een koortsende ziekte. Hij ging experimenteren met het inbrengen van bloed van malariapatiënten en vermoordde op deze wijze eerst een aantal patiënten, omdat hij de meest gevaarlijke vorm van malaria overbracht, de malaria tropica. Wijs geworden door deze ervaring beperkte hij zich later tot het gebruik van de goedaardiger malaria tertiana. Die had slechts 10% sterfte als gevolg.
Psychiaters geloofden heilig in de werkzaamheid van de malariatherapie, maar dan moesten er wel minimaal acht koortspieken zijn opgetreden. Malaria – wisselkoorts – kenmerkt zich door dagen met koorts afgewisseld door dagen zonder koorts. De psychiaters betrokken hun entingsmateriaal van de artsen voor tropische geneeskunde. Toen ik de Nationale Tropencursus voor Artsen volgde in 1974 was mijn docent malaria de legendarische professor Zuidema en hij mocht graag nog wat mopperen op die kieskeurige psychiaters uit die tijd (tot medio de jaren 50), die zich bij hem en zijn collega’s beklaagden als de ziekte voortijdig door de syfilis patiënt werd overwonnen en het vereiste aantal koortsdagen van acht niet werd gehaald. Dan hielp het natuurlijk niet.
De komst van de penicilline na WO II maakte praktisch een einde aan de neurosyfilis en de malariatherapie was hier en daar trouwens ook al vervangen door hyperthermie: opwarming van het lichaam in een tent zonder gebruik te maken van ziektekiemen. Momenteel wordt hyperthermie nog toegepast bij bepaalde vormen van kanker en bij hepatitis C, maar ziek worden de patiënten niet meer gemaakt. En dat koortsende ziekten een gunstig effect hebben op iemands geestelijke gesteldheid of immuunstelsel, dat geloven alleen antroposofen nog maar. Zij zijn natuurlijk knettergestoord en het je nakomelingen op vermijdbare wijze laten doormaken van mazelen, kinkhoest en/of roodvonk moet als ordinaire kindermishandeling worden beschouwd. Helaas is dat besef bij de Kinderbescherming nog niet doorgedrongen.
Noot
1. Erik Baars is lector Antroposofische Gezondheidszorg aan de Hogeschool Leiden, zijn werk is wel vaker besproken op Klopdatwel. Guus van der Bie is huisarts en doceert ook binnen het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg aan de Hogeschool Leiden. Peter Staal is antroposofisch huisarts en zat o.a. in het NCRV programma ‘Uitgedokterd!?‘ Paul van Dijk is huisarts en schrijver van het boek Geneeswijzen in Nederland, wat hem de Meester Kackadorisprijs 2004 opleverde