• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Martine Busch

Therapeutic Touch bij veel te vroeg geboren baby’s = non-Therapeutic no-Touch

2 May 2016 by Laurens Dragstra 24 Comments

Canadese onderzoekers onderzochten het effect van Therapeutic Touch (TT) bij veel te vroeg geboren baby’s. Ze publiceerden er een artikel over in het Clinical Journal of Pain. De titel die dit stuk meekreeg, zegt eigenlijk alles wat er te zeggen valt: Therapeutic touch is not therapeutic for procedural pain in very preterm neonates: a randomized trial.

Baby geboren na een zwangerschap van 26 weken en 6 dagen (foto: ceejayoz, CC BY 2.0).
Baby geboren na een zwangerschap van 26 weken en 6 dagen (foto: ceejayoz, CC BY 2.0).

Het artikel dateert al van september 2013, maar is niettemin bespreking waard vanwege de zeer goede opzet van het onderzoek. Het onderzoek werd gedaan tegen de achtergrond dat pijnbestrijding bij veel te vroeg geboren baby’s problematisch is. Die kun je immers niet zomaar pijnstillers toedienen. Er zijn wel methoden waarmee succes wordt behaald – orale toediening van sucrose of huid-op-huidcontact (‘kangaroo care’), maar die methoden hebben ook nadelen. De onderzoekers besloten daarom TT een kans te geven. Ze verdeelden baby’s die na gemiddeld zo’n 27 weken zwangerschap geboren waren over twee groepen, TT en sham-TT. In beide groepen kregen de baby’s een hielprik (heel lance procedure), wat bij hen uiteraard fysiologische effecten veroorzaakt. De onderzoekers keken naar het effect van TT op pijnscores, hartslag, heart rate variability en het stresshormoon cortisol.

Methoden

Het was als gezegd methodologisch een sterke studie:

  • hoewel de behandelingen plaatsvonden in twee Canadese centra, werd de randomisering uitbesteed aan een bedrijf uit Stockholm, Zweden;
  • de blindering was erg goed. Alleen de TT-behandelaars (verpleegsters met veel TT-ervaring) wisten welke baby’s in welke groep zaten. Die informatie stond op een website die alleen met een wachtwoord bekeken kon worden;
  • de TT-behandelaars voerden hun behandelingen uit rondom de couveuses, waarbij de couveuses met een gordijn werden afgeschermd. Niemand kon dus zien of ze TT of sham-TT uitvoerden;
  • bij zulke jonge baby’s zijn placebo-effecten waarschijnlijk verwaarloosbaar. Hun ontwikkeling is nog zo gering dat zaken als suggestie en verwachting geen rol zullen spelen;
  • te vroeg geboren baby’s kunnen uiteraard ook geen vragenlijsten invullen over pijnbeleving. De onderzoekers gebruikten hiervoor de Premature Infant Pain Profile (PIPP) methode. Die houdt onder meer in dat video-opnames met close-ups van de gelaatsuitdrukkingen en grimassen van de baby’s bestudeerd worden. Twee onafhankelijke onderzoekers buiten de medische centra bestudeerden de beelden en gaven scores voor pijn.
  • zaken als hartslag, heart rate variability en cortisolniveau zijn goed objectief te meten.

Uitkomsten

In het onderzoek werd eerst 5 minuten een TT- of sham-TT-behandeling uitgevoerd bij de couveuse. Bij de sham-behandeling stond de behandelaar ernaast met de handen naast het lichaam en maakte ze bijvoorbeeld rekensommen in haar hoofd. Daarna werd de hielprik uitgevoerd (hiel verwarmen, prikken, bloed afnemen, afplakken) en vervolgens werd nogmaals 5 minuten een TT- of sham-TT-behandeling toegepast. De preventieve TT-behandeling zal zijn ingegeven door het feit dat ook bijvoorbeeld de orale toediening van sucrose doorgaans vóór de hielprik plaatsvindt.

Op diverse momenten in dit proces werden gegevens verzameld met betrekking tot de baby’s. Dat waren er uiteindelijk 27 in de TT-groep en 28 in de sham-TT-groep (er waren enkele uitvallers, bijvoorbeeld omdat geen hielprik nodig was). Wat waren de uitkomsten? Het abstract vat het perfect samen:

“There were no group differences in any of the outcomes. Mean Premature Infant Pain Profile scores across 2 minutes of heel lance procedure in 30-second blocks ranged from 7.92 to 8.98 in the Therapeutic Touch group and 7.64 to 8.46 in the sham group.”

De onderzoekers schrijven dan ook dat “the most compelling conclusion that can be made is simply that Therapeutic Touch has no comforting effect in this population”. Het enige wat je op deze studie aan kunt merken, is dat de duur ervan nogal kort was. Er werd niet over meerdere dagen gemeten. Dat is ook wel begrijpelijk, want als het gaat om pijnbestrijding bij veel te vroeg geboren baby’s die een hielprik krijgen, zoek je naar een methode die onmiddellijk effect sorteert en niet pas vier dagen later. Anders dan de beperkte duur is het een zeer goed opgezette studie, en ik kan de interpretatie van de auteurs dan ook volledig onderschijven:

“In a tightly controlled study, Therapeutic Touch given in a single dose was no better than a sham control in decreasing pain response or recovery in very preterm neonates. Although there were no safety issues, it seems to offer no benefits and cannot be recommended as a pain control method in this population.”

Het jaar 2013

2013 was sowieso geen goed jaar voor de TT-beroepsgroep. Braziliaanse onderzoekers verrichtten weliswaar een enigszins vergelijkbaar onderzoek naar TT bij baby’s, maar maakten daarbij een beginnersfout door geen controlegroep op te nemen. Dat ze een reductie van pijn vonden ná een TT-behandeling wil dan ook nog niet zeggen dat dit dóór die behandeling komt. Pijn wordt immers ook vanzelf minder, ook bij baby’s.

Cochrane_Logo_Stacked_RGBIn 2013 werd verder de Cochrane review uit 2008 over Touch therapies for pain relief in adults ingetrokken. Die review, enige jaren terug nog besproken door Rob Nanninga in zijn artikel Therapeutic Touch. Evidence based of paranormaal?, was gematigd positief over het effect van TT bij volwassenen met pijn. Als reden voor de intrekking van 2013 wordt slechts opgegeven:

“Reason for withdrawal from publication

This review is out of date and has been withdrawn. The content of the review may be of historical interest to readers.”

Of de onderzoekers geen tijd of zin hadden voor een nieuwe review, vermeldt het verhaal niet. Het doet er ook niet veel toe, de gematigd positieve review uit 2008 is formeel van tafel en zou dus niet meer als autoriteit geciteerd mogen worden. Een andere Cochrane review staat nog wel recht overeind: “There is no robust evidence that TT promotes healing of acute wounds.”

Conclusie

Recentelijk zijn op Klopdatwel? verschillende onderzoeken naar TT besproken. Een goed opgezette studie naar het effect van TT bij borstkankerpatiënten die radiotherapie kregen vond geen effect op de ontwikkeling van dermatitis (huidschade) en zelfs geen placebo-effecten. De hier besproken, eveneens goed opgezette studie naar TT bij veel te vroeg geboren baby’s vond ook geen effecten op bijvoorbeeld pijn en hartslag. Een zeer matige studie naar het effect van TT op misselijkheid als gevolg van een chemokuur is ook aan de orde gekomen. De onderzoekers vonden zogenaamd dat TT de duur van de misselijkheid significant verkortte, maar vergaten even te vermelden dat placebo-TT het weer beter deed dan echte als het ging op de frequentie van de misselijkheid. Ten slotte is een zwaar onethisch onderzoek naar de ontwikkeling van kankertumoren en uitzaaiingen bij laboratoriummuizen besproken. Het vond geen effecten op de groei van de tumoren en haalde een lelijke truc uit om wél een effect op uitzaaiingen te vinden. Een effect dat er dus niet was.

Misschien is het tijd geworden om eens te concluderen dat er wel genoeg onderzoek naar TT gedaan is. Er is genoeg tijd en geld geïnvesteerd om vast te stellen dat TT niet meer is dan een beetje extra aandacht aan patiënten besteden. Dat kun je ook prima doen zonder wonderlijke fantasieën over energievelden die ons hele functioneren zouden reguleren en met de hand gemanipuleerd en geharmoniseerd kunnen worden. En het is ook tijd voor een naamswijziging. Ergens op Internet, ik weet niet meer waar, werd terecht geconstateerd wat TT eigenlijk is: non-Therapeutic no-Touch. Laten we die naam voortaan gebruiken. Af te korten tot noTnoT.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Paranormaal, Pseudowetenschap Tagged With: baby, Martine Busch, pijnbestrijding, therapeutic touch

Therapeutic Touch voor muizen met borstkanker: een nieuw dieptepunt

21 April 2016 by Laurens Dragstra 17 Comments

Beoefenaren van Therapeutic Touch (TT) geloven dat we allemaal omgeven worden door een energieveld. Dit veld kan verstoord raken, waardoor er gezondheidsklachten ontstaan. Een TT-beoefenaar zou het veld af kunnen tasten en met strijkende handbewegingen weer kunnen harmoniseren, dit alles zonder de patiënt aan te raken. Sommige TT-onderzoekers zijn bescheiden en testen of dit soort luchtmassages bij patiënten tot meer rust en reductie van stress leiden. Andere onderzoekers zien een toekomst voor TT bij de behandeling van kankertumoren en uitzaaiingen. Zoals een groep Amerikaanse onderzoekers van het University of Connecticut Health Center. Zij onderzochten het effect van TT op laboratoriummuizen met borstkanker. Het leverde een artikel op waarin lach en traan dicht bij elkaar liggen: het onderzoek is zo bizar dat je voortdurend in de lach schiet, en tegelijkertijd zo wreed en onethisch dat het woede opwekt. Een paar dozijn muizen werd afgemaakt in naam der toverkunst, en het onderzoek was nog zwaar onder de maat ook.

BALB/c muizen (foto: Aaron Logan, CC BY 1.0).
BALB/c muizen (foto: Aaron Logan, CC BY 1.0).

Borstkanker bij muizen vereist wel enige toelichting. De onderzoekers maakten gebruik van vrouwelijke BALB/c-laboratoriummuizen (zie hiernaast). Incidentie van borstkanker bij deze albinomuizen is normaal laag, dus de kanker moest kunstmatig veroorzaakt worden door het inspuiten van kankercellen. Dat gebeurde door middel van een injectie in de zool van de rechterachterpoot, waarop zich dus gedurende een week of vier flinke tumoren begonnen te vormen. Die zaaiden vervolgens uit naar de lymfeklieren in de knieholtes.

TT bij muizen vereist niet alleen heel veel toelichting, maar ook nog veel meer fantasie. Als je gelooft in een energieveld rondom mensen, is het niet zo vreemd dat je ook gelooft in een energieveld rondom andere levende wezens. Alleen de rationele skepticus vraagt zich vervolgens af of je het energieveld van een muis dan op dezelfde manier kan behandelen als dat van een mens. De onderzoekers maken daar geen woord aan vuil. Kennelijk voelt een TT-beoefenaar van nature aan hoe gehandeld moet worden. Maar er ontstaan natuurlijk wel praktische problemen: een menselijke patiënt wordt geacht op een stoel te gaan zitten, de ogen te sluiten, het hoofd leeg te maken en rustig te ademen. Dit is bij een muis tamelijk onuitvoerbaar. In een Iraans onderzoek dat ik onlangs besprak, valt te lezen dat de TT-behandelaar de ziektegeschiedenis met de patiënt moet bespreken. Ook moet hij mentaal toestemming vragen aan de patiënt om de behandeling uit te voeren. Zie dat allemaal maar eens gedaan te krijgen bij muizen die in een kooitje rondkrioelen.

Methoden

De onderzoekers gebruikten tissue culture flask van het merk Sarstedt.
De onderzoekers gebruikten tissue culture flasks van het merk Sarstedt.

De onderzoekers menen er iets op gevonden te hebben door de muizen per twee in een plastic fles van 18 bij 11,5 bij 4 centimeter te stoppen (een zogenaamde ’tissue culture flask’). Die fles werd in een houder geplaatst. Met de handen op een afstand van 5-25 centimeter van deze opstelling voerden de TT-behandelaars vervolgens hun luchtmassages uit. Dat gebeurde twee keer per week gedurende tien minuten. Volgens de onderzoekers kun je prima door het plastic heen het energieveld bereiken: “Previous studies from our laboratory had shown that tissue culture plastic did not impede human biofield treatments”, waarna een verwijzing volgt naar een onderzoek waarin de TT-behandelaars rondom een schaaltje celmateriaal hadden staan handenwapperen.

Er was ook voorzien in een soort placebogroep, waarvoor ook weer muizen paarsgewijs in een fles werden gestopt. De onderzoekers spreken van mock-TT, maar van een behandeling kun je hier eigenlijk niet spreken. Het ging namelijk louter om “a non-TT person standing next to the flask”. Die stond erbij en keek ernaar. Ten slotte was er een controlegroep van muizen die alleen een zoutoplossing ingespoten kregen, kennelijk om aan te tonen dat bij hen geen tumoren en uitzaaiingen ontstonden. Deze muizen kregen ook geen TT of mock-TT. Na 26 dagen werden de muizen met kanker afgemaakt. De onderzoekers herhaalden het experiment vervolgens, maar nu kregen de muizen ook TT twee weken vóórdat de kankercellen werden ingespoten. De beestjes werden dus weer in de fles gestopt en kregen een preventief bedoelde behandeling. Ook na de injecties werd weer TT en mock-TT uitgevoerd, en na 29 dagen hadden de beestjes tumoren aan hun voetzolen van 320-330 mm3, waarna ze uit hun lijden verlost werden. Het Animal Care Committee of the University of Connecticut Health Center had geen ethische bezwaren gezien en alle experimenten van tevoren goedgekeurd.

De resultaten

Voordat we op de resultaten ingaan eerst even iets over het aantal gebruikte muizen. De auteurs schrijven zelf:

“In the first study each treatment group consisted of 16 mice. An additional 8 mice received 20 μL vehicle injections (PBS) as the negative control. For the second study, 12 mice/treatment group were used and an additional 8 mice for the negative control.”

Omdat de onderzoekers ook spreken van mock-treatment, lees ik dit als: 16 muizen kregen TT, 16 kregen mock-TT en 8 vormden de controlegroep. Voor het tweede experiment (met preventieve TT) zijn de cijfers dan 12, 12 en 8. Maar het rare is dat de onderzoekers hun resultaten op andere aantallen baseren:

“Results were obtained from 8 mice/group/assay for the first study and 6 mice/group/assay for the second study as means ± standard error.”

Als de auteurs met “each treatment group consisted of 16 mice” bedoelden dat de TT-groep en de mock-TT-groep bij elkaar 16 muizen (namelijk 2×8) bevatten, dan klopt het aantal (idem voor 12). Maar dat is dan wel heel ongelukkig geformuleerd. Uitgaande van 16 of 12 muizen per groep, wordt steeds maar de helft van een groep gebruikt voor de statistische analyse. ‘Missing data’ dus. Met resultaten gebaseerd op slechts 24 muizen in het eerste experiment (inclusief 8 in de onbehandelde controlegroep) en 20 in het tweede (idem) is het onderzoek sowieso underpowered.

Maar wat zijn de resultaten dan? Met betrekking tot de groei van de tumoren is er een teleurstelling voor de onderzoekers:

“In this study, we found no significant effects of TT on proliferation or apoptosis in the primary tumor.”

Geen effect op de tumorgroei dus, een weinig verrassende conclusie. Treurig is dat de onderzoekers speculeren dat TT bij een minder agressieve vorm van borstkanker wellicht meer resultaat had geboekt. Ze menen dat er als het gaat om uitzaaiingen wel positieve effecten te melden zijn. Om statistische significantie te behalen moeten ze echter een truc uithalen:

“One mouse had 7-fold more colonies (76 colonies) than the mean. If this extreme outlier is excluded since it is greater than two standard deviations from the mean, TT significantly decreased metastasis compared to the mock-treated group.”

De onderzoekers vergelijken dus twee groepjes van 8 muizen, en elimineren de resultaten van één muis uit de TT-groep omdat die teveel afwijken. Bij zulke kleine aantallen kun je dat gewoon niet doen. Met de in de studie gebruikte statistische test is het resultaat met deze outlier meegenomen echter niet significant en impliciet geven de auteurs dat toe. Ook met betrekking tot de uitzaaiingen hadden de onderzoekers dus kunnen (en moeten) concluderen: we hebben niets gevonden.

Wat dan nog volgt is – in de woorden van Orac in zijn schamperende bespreking van dit artikel – “a fishing expedition among cytokines”. Cytokines zijn een brede categorie moleculen (eiwitten) die een rol spelen in de immuunafweer, en dus ook bij kanker. De onderzoekers meten wel 32 verschillende cytokinemarkers en constateren her en der een significante verbetering van cytokines ten gunste van de TT-groepen in de twee experimenten. Omdat het maar om zeer kleine aantallen muizen per groep gaat (hooguit 8), er geen effect gevonden werd op tumorgroei en eigenlijk ook niet op uitzaaiingen en bovendien onduidelijk is of de onderzoekers wel correct gecorrigeerd hebben voor meervoudig toetsen, is er eigenlijk geen reden over de statistisch significante resultaten te gaan jubelen. De onderzoekers doen dat natuurlijk wel: ze schrijven onder Discussion pagina’s vol over hun ‘ontdekkingen’. Maar ook hier moeten ze een teleurstelling incasseren:

“Pretreatment with TT prior to cell injection had no additional effect on metastasis, serum cytokines, or % immune cells.”

Preventief handenwapperen heeft dus ook volgens deze onderzoekers geen toegevoegde waarde.

Slotbeschouwing

EBCAMIk moet bekennen dat ik aanvankelijk dacht dat het hierboven besproken onderzoek, gepubliceerd als Therapeutic Touch Has Significant Effects on Mouse Breast Cancer Metastasis and Immune Responses but Not Primary Tumor Size, een grap was. TT bij muizen met borstkanker is zo bizar dat dit onderzoek toch niet echt kon zijn. Wellicht was het iets uit een kerstnummer van een tijdschrift, vergelijkbaar met het bekende BMJ-onderzoek dat concludeerde dat er nooit RCT’s zijn uitgevoerd met het gebruik van parachutes. Maar deze Amerikaanse onderzoekers zijn bloedserieus. Ze publiceerden hun stuk in Evidence-based Complementary and Alternative Medicine. Dat blad had in 2011 nog een zeer respectabele impact factor van 4.774, maar die is inmiddels gekelderd naar 1.88. Als men dit soort troep blijft publiceren, is een verdere daling alleen maar toe te juichen. Dit is eerder Fantasy-based hocus-pocus and cruelty to animals.

Maar niet iedereen denkt er zo over. Martine Busch, directeur van het parapsychologische Van Praag Instituut, was bijvoorbeeld in de zomer van 2014 heel enthousiast over het muizenonderzoek. Het onderzoek was toen nog niet in artikelvorm gepubliceerd; Busch had slechts een presentatie bijgewoond van de hoofdonderzoekster op een congres over Integrative Medicine in Miami. Het belette haar niet om van ‘harde’ metingen en ‘harde’ resultaten te spreken. Die resultaten waren in werkelijkheid dus boterzacht. Over het ethische gehalte van het eerst pijnigen en vervolgens afmaken van een paar dozijn muizen, allemaal in naam van wilde fantasieën, moeten we het ook nog maar eens hebben.

De genoemde hoofdonderzoekster is dr. Gloria Gronowicz, een gerenommeerde celbiologe. Ze is zelf oud-borstkankerpatiënte en beschrijft in een boekje dat dit jaar verscheen hoe ze tijdens haar eigen behandelingen acupunctuur en supplementen probeerde, maar pas rust en ontspanning vond bij een TT-behandeling. Naar eigen zeggen gebruikt ze ‘strict criteria in science’ bij het onderzoeken van TT, maar daar is in het hier besproken artikel niets van te merken. Dat is geschreven door gelovigen voor gelovigen. Dat moge ook blijken uit de citaten die Martine Busch uit de mond van Gronowicz optekende. Na wat obligate relativeringen over het beperkte aantal muizen, zegt ze dat haar onderzoek aantoont dat “TT diep in het lichaam – in het immuunsysteem – doorwerkt”. In your dreams, zou ik zeggen.

Dit onderzoek naar TT bij muizen met borstkanker moet wel een van de beroerdste, meest nutteloze onderzoeken zijn die ik de afgelopen jaren ben tegengekomen. Een nieuw dieptepunt.

Met dank aan Pepijn van Erp voor hulp bij de statistiek.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Paranormaal, Pseudowetenschap Tagged With: borstkanker, Martine Busch, muizen, therapeutic touch

Therapeutic Touch: zelfs geen placebo-effect

24 December 2015 by Laurens Dragstra 41 Comments

Therapeutic Touch is een complementaire behandelwijze die ervan uitgaat dat alle mensen een energieveld om zich heen hebben. Een behandelaar kan dat veld met zijn of haar handen aftasten op verstoringen. Deze worden vervolgens gedurende 10-20 minuten handmatig weggemanipuleerd. De patiënt wordt al die tijd niet aangeraakt: in wezen geeft de behandelaar een luchtmassage.

Dat Therapeutic Touch niet meer is dan een beetje extra aandacht aan de patiënt besteden werd onlangs pijnlijk duidelijk in een Canadees onderzoek naar de inzet van de methode bij de behandeling van borstkankerpatiënten die radiotherapie krijgen. Een nadeel van bestraling bij zulke patiënten is dat er huidschade (dermatitis) kan ontstaan. Uit het onderzoek bleek dat Therapeutic Touch geen gunstig effect op het voorkomen daarvan had: er was geen significant verschil met de controlegroep. Maar zelfs als gekeken werd naar meer subjectieve factoren als kwaliteit van leven, stemming en vermoeidheid was er niets positiefs te melden.

evidence-tt1Bij een vage, naar pseudowetenschap riekende behandelwijze als Therapeutic Touch zal de skepticus zich direct afvragen waarom daar eigenlijk onderzoek naar gedaan moet worden. De Canadese onderzoekers leggen dat aan het begin van hun in Complementary Therapies in Medicine gepubliceerde onderzoek uit: er zouden klinische onderzoeken zijn waarin een positief effect van Therapeutic Touch op wondherstel werd aangetoond. Die opmerking mag direct verbazing wekken. In de voetnoten wordt naar meer dan 15 jaar oude studies verwezen, én naar een Cochrane Review uit 2014 met een allesbehalve positieve conclusie: “There is no robust evidence that TT promotes healing of acute wounds.”

De onderzoekers, onder wie een Certified Therapeutic Touch Practitioner, rekruteerden hun proefpersonen onder borstkankerpatiënten die op de rol stonden om aanvullende radiotherapie te krijgen. Ze vroegen 17 patiënten om mee te doen en die bleken daar allemaal toe bereid. De onderzoekers namen het rekruteren zeer serieus. Patiënten mochten bijvoorbeeld tijdens het onderzoek geen homeopathische middeltjes tegen dermatitis gebruiken. Stel je voor dat die het resultaat zouden beïnvloeden! De 17 patiënten werden gedurende 5 weken bestraald en kregen 3 keer per week een Therapeutic Touch-behandeling van zo’n 15-20 minuten. In totaal ging het dus om 15 behandelingen per patiënt, oftewel 225-300 minuten. Na afloop werd een controlegroep van 32 patiënten gerekruteerd volgens dezelfde criteria. Ook zij werden bestraald, maar ze kregen geen Therapeutic Touch-behandeling.

TT tabelZouden Therapeutic Touch-behandelingen het ontstaan van dermatitis kunnen voorkomen? De onderzoekers keken naar twee objectieve factoren: “the worst grade of radiation dermatitis experienced and time to develop the worst grade”. Er werd geen positief preventief effect van de behandelingen op de ontwikkeling van huidschade gevonden. Er waren geen significante verschillen tussen de twee groepen als werd gekeken naar de ergste graad van dermatitis (zie tabel) en de onderzoekers moesten zelfs concluderen dat “the number of days to develop any grade radiation dermatitis favored the control group (29 days in control group versus 20 days in the TT group, p < 0.001)”.

Verrassender is dat er ook geen positief nieuws te melden is als gekeken wordt naar meer subjectieve factoren, te weten kwaliteit van leven, stemming en vermoeidheid. Juist klachten op die terreinen zijn gevoelig voor placebo-effecten en enkele honderden minuten extra aandacht zouden hier toch enig effect moeten laten zien. Hoewel het onderzoek op dit punt wat vaag is en tabellen met data ontbreken, is de conclusie van de onderzoekers duidelijk: “The secondary objectives were quality of life, fatigue and mood, which were also not significantly impacted by TT.”

De uitkomsten van deze studie zijn dus duidelijk negatief voor Therapeutic Touch, en aan het einde van het onderzoek merken de onderzoekers ineens op dat dit in overeenstemming is met de conclusie van de hiervoor genoemde Cochrane Review. Diezelfde review dus die indirect werd aangegrepen om het uitvoeren van het onderzoek te rechtvaardigen. In het onderdeel Discussion doen de onderzoekers dan nog een poging de deur voor Therapeutic Touch op een kier te houden. De groep van 17 patiënten was misschien te klein, de follow-up te beperkt, de groepen onderling wellicht te verschillend. Dat mag allemaal zo zijn, de conclusie blijft dat sommige patiënten gedurende 5 weken tot wel 5 uur extra aandacht kregen, en dat dit geen enkel effect bleek op te leveren. De raadselachtige slotopmerking van de onderzoekers is dat “TT may have variation in impact with different TT practitioners, possibly diluting the benefit seen with TT”. Wat willen ze hiermee zeggen? Dat ze een stelletje klunzen hadden ingehuurd om de behandelingen te geven?

Oud-hoogleraar complementaire en alternatieve geneeskunde Edzard Ernst schreef een rake blog naar aanleiding van dit onderzoek, onder de veelzeggende titel “Therapeutic Touch – time to stop taking such rubbish seriously!”. Ernst, die zelf in het verleden ook onderzoek deed naar helen op afstand, schrijft onder meer:

“Like all forms of ‘energy healing’, TT lacks any biological plausibility and is not clinically effective. At best, it can generate a placebo-response; but in this particular study it did not even manage that.”

BuschDe vraag is inderdaad waarom we een behandelwijze die al lang geleden door een destijds 9-jarig meisje (met wat hulp van haar ouders en Stephen Barrett) onderuit is gehaald nog serieus zouden nemen. Te meer daar beoefenaren van Therapeutic Touch in ons eigen land nog altijd steevast weigeren hun gaven op de proef te laten stellen in eenvoudige onderzoekjes door een organisatie als Skepsis.

Filed Under: Gezondheid, Paranormaal, Pseudowetenschap Tagged With: bestraling, borstkanker, dermatitis, kanker, Martine Busch, onzin, paranormaal alternatief, therapeutic touch

Inventarisatie complementaire zorg in Nederlandse zorginstellingen

26 January 2015 by Pepijn van Erp 34 Comments

In april vorig jaar publiceerde ZonMw een omstreden rapport waarin de onderzoeksorganisatie pleit voor meer onderzoek naar complementaire zorg. Vooral aanhangers van alternatieve zorg zagen hierin een steun in de rug voor hun ‘integratieve’ agenda. Laurens Dragstra liet in zijn uitvoerige bespreking ‘Niets nieuws onder de ZonMw‘ zien dat de hardcore alterneuten als homeopaten, acupuncturisten en chiropractors eigenlijk niets te verwachten hebben van dit rapportje. Het is niet meer dan een pleidooi voor nader onderzoek naar ‘complementaire’ zaken die nog niet zo uitgebreid onderzocht zijn en waar misschien nog wél iets in zit. Als eerste vervolg op het ZonMw rapport heeft een werkgroep nu de ‘Eerste Nederlandse Inventarisatie’ op het gebied van complementaire zorg gedaan. Conclusie: “Bijna alle ziekenhuizen bieden complementaire zorg.” Maar die conclusie is misleidend.
inventarisatie-complementaire-zorg
De inventarisatie bestond uit screening van ziekenhuiswebsites en een vragenlijst voor zorgprofessionals. Daarnaast werden drie zorginstellingen uitgekozen waar groepsgesprekken met bestuurders, managers, artsen en verpleegkundigen plaatsvonden. Het rapport is uitgevoerd door het Van Praag Instituut en het Louis Bolk Instituut, waar het op de website gevonden kan worden inclusief ronkend persbericht. Daaruit de volgende conclusie:

Ontspanningsoefeningen, creatieve therapie en mindfulness zijn populair in Nederlandse zorginstellingen. Ruim 90% van alle ziekenhuizen biedt deze en andere complementaire behandelingen aan. Vijf academische ziekenhuizen halen de Top-10 van de complementaire ziekenhuislijst.

Zo ogenschijnlijk lijkt complementaire zorg dus de normaalste gang van zaken en als het ook in de academische ziekenhuizen wordt toegepast zal het wel niet zo onwetenschappelijk zijn, toch? Maar als je het rapport goed leest, blijkt het voornamelijk een definitiekwestie te zijn. Waar denkt een gemiddeld persoon aan bij ‘complementaire zorg’? Waarschijnlijk toch in eerste instantie aan zweveritis als homeopathie, natuurgeneeswijzen, acupunctuur, reiki – kortom, therapieën zonder bewijs van effectiviteit. Om de ziekenhuizen te kunnen aansmeren dat ze ook aan complementaire zorg doen, moet je die term op veel meer laten slaan. Dan laat je er ook zaken als ontspanningsoefeningen, massage en creatieve therapie onder vallen, waarvoor best wel bewijs van effectiviteit is te vinden, of die niet eens als zorg bedoeld zijn, maar eerder als wellness.

Uit het rapport (pdf):

In ziekenhuizen worden 16 verschillende typen interventies aangeboden: acupunctuur, aromazorg, babymassage, creatieve therapie, geleide visualisatie, haptonomie, hypnotherapie,massage, mindfulness, muziektherapie, ontspanningsoefeningen, osteopathie, therapeutic touch, voetreflexmassage, warmte/koude en yoga. Opmerkelijk is dat de traditionele CZ-systemen zoals homeopathie, antroposofische zorg en natuurgeneeskunde helemaal niet gemeld worden.
Ook is het opvallend dat de ziekenhuizen zelf zelden de term complementaire zorg gebruiken. De interventies zijn meestal onder hun specifieke naam terug te vinden, zoals ‘mindfulness’, ‘yoga’ of ‘ontspanningsoefeningen’, en worden niet benoemd als complementaire zorg.

De auteurs van het rapport benoemen dus eerst een hele diverse groep van handelingen als complementaire zorg en vinden dat die term als zodanig niet door de zorginstellingen voor die handelingen wordt gebruikt. Zou je je dan niet eerst eens moeten afvragen waarom die zorginstellingen die term complementaire zorg niet gebruiken voor je er driftig met je eigen etiketje overheen gaat zitten plakken? Ik vermoed dat veel van de instellingen er juist bezwaar tegen maken dat iets als babymassage als complementaire zorg wordt neergezet. Het is geen zorg, maar waarschijnlijk voorziet het wel in een behoefte van patiënten. Net als de kapper in het ziekenhuis.
Als je kijkt naar wat er nog aan echte kwakzalverij bedreven wordt (dus onzinnige handelingen met duidelijke therapeutische pretenties) dan is dat dus echt minimaal te noemen. En de instellingen waar dat nog gebeurt, liggen daarvoor regelmatig onder vuur. Acupunctuur wordt bijvoorbeeld alleen nog in het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem beoefend en in het Vlietlandziekenhuis in Schiedam. Maar die laatste zou er eigenlijk al niet op moeten staan, want in september liet het ziekenhuis weten dat het verouderde informatie betrof. Slordigheidje van de auteurs of hebben ze vaker vertrouwd op informatie van websites van instellingen die achterhaald is?

Dat de auteurs het opmerkelijk vinden dat “de traditionele CZ-systemen zoals homeopathie, antroposofische zorg en natuurgeneeskunde helemaal niet gemeld worden” is op zich opmerkelijk. Wat hadden ze dan gedacht? Dat ziekenhuizen in Nederland nog massaal dat soort onzin zouden toepassen? Blijkbaar lopen de zorginstellingen in Nederland mijlen ver voor op de auteurs van het rapport wat het gebruik van gezond verstand en Evidence Based Medicine betreft. Is het ook niet opmerkelijk dat ZonMw dit rapport juist liet schrijven door onder andere Erik Baars en Martine Busch, aanhangers van antroposofische zorg respectievelijk Therapeutic Touch? Zaken die dus door de zorginstellingen bijna volkomen genegeerd worden (en terecht!). Wat is hun relevante expertise eigenlijk nog?  Busch leidde duizenden cursisten op in Therapeutic Touch en dan blijkt er nu maar een tweetal ziekenhuizen te zijn, waar minstens één persoon nog aan dat placebohandwapperen doet. Dat zou haar toch eens aan het denken moeten zetten, niet? En Erik Baars kennen we hier op Kloptdatwel van het rekenwerk met oogkleppen op aan databases van zorgverzekeraars waaruit zou blijken dat patiënten bij alternatieve huisartsen hun zorgverzekeraar minder kosten. De laatste auteur tenslotte, Miek Jong, is ook projectleider van het volstrekt idiote onderzoek naar toepassing van homeopathie bij het premenstrueel syndroom.

En hoezo is dit eigenlijk de ‘Eerste Nederlandse Inventarisatie’ op dit gebied? In 2011 verscheen bijvoorbeeld Complementaire en alternatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen van Ruud van der Ven, dat door professor Michiel Hengeveld in Skepter 24.2 kritisch werd besproken. Probleem met het boek van Van der Ven zou zijn dat het teveel vanuit Bijbels perspectief geschreven zou zijn, maar een reactie in die trant van een medewerker van het Van Praag Instituut op Twitter werd korte tijd later weer verwijderd. En dan nog, waarom zou je het bestaan ervan min of meer ontkennen door zelf te claimen de ‘eerste’ inventarisatie te hebben gedaan?
Uit de bespreking van Hengeveld komt dat christelijke perspectief overigens niet naar voren als opvallend probleem. Sterker, eigenlijk is de kritiek van Hengeveld op de inventarisatie van Van der Ven bijna naadloos over te zetten op deze nieuwe inventarisatie. Ook hij valt over de definitiekwestie (bij Van der Ven heet het nog ‘complementaire en alternatieve zorg’): “Een allegaartje van activiteiten, waarvan een deel alleen bedoeld is om het verblijf van patiënten te veraangenamen, terwijl een ander deel therapeutische pretenties heeft.” Weer ‘niets nieuws onder de ZonMw’ kunnen we dus vaststellen.

Op basis van deze inventarisatie kun je dus concluderen dat de Nederlandse zorginstellingen over het algemeen uitstekend in staat zijn gebleken om weg te blijven van onzin als homeopathie, antroposofische geneeswijze, acupunctuur en Therapeutic Touch. De vraag is of ze voor een kritische analyse van wat er verder door de auteurs van dit rapport onder complementaire zorg wordt gerekend, de hulp nodig hebben van personen als Martine Busch, Erik Baars en Miek Jong, die zelf die stap nog niet hebben gezet.

Filed Under: Gezondheid Tagged With: complementaire zorg, Erik Baars, Louis Bolk Instituut, Martine Busch, Miek Jong, Van Praag Instituut, ZonMw

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Our Medical Establishment In Power Versus Our Medical Establishment Out of Power
29 May 2025 - Jonathan Howard

Now that they have power, Drs. Marty Makary, Vinay Prasad, and Jay Bhattacharya have different standards than they set for their predecessors. The post Our Medical Establishment In Power Versus Our Medical Establishment Out of Power first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Rethinking Medications: Truth, Power, and the Drugs You Take
28 May 2025 - David Weinberg

A critical appraisal of the state of the prescription medications in the United States The post Rethinking Medications: Truth, Power, and the Drugs You Take first appeared on Science-Based Medicine. [...]

A Checkered History in Vaccine Court: Mark Geier at the VICP 1988-2003
27 May 2025 - Kathleen Seidel

A not so expert "expert" The post A Checkered History in Vaccine Court: Mark Geier at the VICP 1988-2003 first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on De linke weekendbijlage (21-2025)Inderdaad, maar helaas zijn er mensen die op dit soort warhoofden stemmen.
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (21-2025)@Renate1 Het is al erg genoeg dat meneer nog steeds een goed salaris verdient met zijn gore opmerkingen, zoals o.a.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (21-2025)Hoera, Forum voor Democratie stapt uit de parlementaire commissie die het coronabeleid onderzoekt. https://nos.nl/artikel/2568982-forum-voor
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (20-2025)@Renate Domme worm want er waren al nooit hersenen.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (20-2025)Ach, van iemand die in zwaar vervuild water gaat zwemmen met een paar kinderen kan je volgens mij alles verwachten.

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in