• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

wetenschappelijke fraude

Stapelgate en de Ondoorgrondelijkheid van de Wetenschapsfraude

23 June 2020 by Martin Bier 12 Comments

Stapelgate en de Ondoorgrondelijkheid van de Wetenschapsfraude 1
Diederik Stapel (uit een interview)

Het is inmiddels al bijna tien jaar geleden dat Diederik Stapel na jaren van wetenschappelijke fraude door de mand viel. Het haalde zelfs de New York Times. In het jaar daarna schreef hij een boek van meer dan 300 pagina’s. Het boek is een autobiografie, een schuldbekentenis, een zelfanalyse, een inleiding tot wat eens z’n vakgebied was en een beschrijving van het leven aan het front van de wetenschap. Na het lezen van het boek heb ik ook het rapport van de Commissie Levelt gelezen en interviews bekeken die op Stapels eigen website staan. Maar uiteindelijk ben ik met veel vragen blijven zitten.

Precedenten

In z’n boek en in interviews beschrijft Stapel z’n wetenschappelijke fraude verschillende malen als “sjoemelen.”  Het zou hiermee volgens hem gaan om een verschijnsel dat algemener is dan gedacht wordt. Het gebeurt inderdaad dat wetenschappers hun data oppoetsen, masseren en bijstellen. “Outliers” in een dataset worden vaak weggegooid. Maar het is erg zeldzaam dat iemand het prestigieuze wetenschapsperiodiek Science haalt met de beschrijving van een onderzoek dat nooit plaatsgreep en data die gefingeerd zijn. Inmiddels zijn 58 artikelen van Stapel ingetrokken. Op de wereldranglijst voor de meeste intrekkingen neemt hij hiermee thans de vijfde plaats in.  Dat is toch wel meer dan wat “sjoemelen.”

In de natuurkunde hadden we in 2002 het “Schön Schandaal.” Bij het lezen van Stapels boek moest ik verschillende malen terugdenken aan een boek over het Schön schandaal. Zo’n dertig jaar oud was Hendrik Jan Schön in 2002 en net gepromoveerd aan de Universiteit van Konstanz. Hij had een onderzoeksbaan bij Bell Labs in New Jersey en werkte aan de constructie van organische moleculen met unieke elektrische eigenschappen. In 2000 en 2001 was er bijna iedere week een baanbrekend artikel waarop Schön de eerste auteur was. Het ging steevast om mijlpalen waarvan men wist dat ze in het verschiet lagen, maar waarbij werd gedacht aan een termijn van nog zo’n vijf á tien jaar. Hij leek op een Nobelprijs af te stevenen totdat, in het voorjaar van 2002, alles tot een einde kwam. Resultaten bleken gefingeerd te zijn. Iemand merkte dat precies dezelfde grafiek voorkwam in twee verschillende artikelen over twee geheel verschillende onderwerpen. Dat zelfs de ruis in de twee grafieken identiek was, dat was een beetje té toevallig. Men begreep toen ook al snel waarom laboratoria in de gehele wereld er steeds maar niet in geslaagd waren om Schöns prachtige resultaten te reproduceren. Schön zelf heeft zich naderhand nooit laten interviewen over de zaak. Dat is jammer. Ik had indertijd graag geweten wat iemand ertoe drijft om grootschalig te frauderen en dat te doen op een manier die uiteindelijke ontmaskering eigenlijk onvermijdelijk maakt.

Diederik Stapel zit wat betreft de openheid van zaken volledig aan het andere eind van het spectrum. In z’n boek “Ontsporing” legt hij z’n ziel volledig bloot. Gemoedstoestanden, ambities, twijfels, successen en teleurstellingen, privé en professioneel, en vanaf z’n vroege jeugd tot na het schandaal – alles staat erin.  Ook heeft hij zich veel op televisie laten interviewen en de interviews staan op z’n eigen website.

Meesterverteller

Het moet gezegd worden dat Diederik een goed schrijver is. Elk woord staat op de juiste plek.  Zinnen en alinea’s volgen elkaar vloeiend op. Nooit is er een voornaamwoord, een die, dat, of het, waarvan je niet weet waarop het terugslaat. Nooit hoef je een zin of alinea een paar keer te herlezen voordat je begrijpt wat er bedoeld wordt. Als lezer blijf je steeds nieuwsgierig naar wat er volgt en het leest soms als een verhaal van een meesterverteller uit de wereldliteratuur.

Ook de manier waarop het boek in hoofdstukken is verdeeld is effectief. Het eerste hoofdstuk beschrijft de stressvolle momenten toen alles begon in te storten. Een collega had hem verteld dat er twijfels waren gerezen met betrekking tot de waarachtigheid van z’n data. Diederik reist af naar Zwolle en naar Groningen. Dat waren de plaatsen waar hij z’n vragenlijsten zou hebben laten invullen. In de auto neemt hij in gedachten mogelijke scenario’s door – scenario’s voor de verhoren die hem te wachten staan. In het tweede hoofdstuk vertelt hij van z’n jeugd, z’n tijd aan de middelbare school en het jaar aan een Amerikaanse universiteit. Hij groeit op in Oegstgeest in een hogere-middenklasse-milieu. Het is een zorgeloze jeugd in een harmonisch gezin. Hij gaat gemakkelijk met mensen om en hij heeft een levendige interesse in wetenschap in cultuur. Hij heeft moeite met de keuze van een studie, maar hij komt uiteindelijk terecht in de sociale psychologie.

Sociale Psychologie

Stapelgate en de Ondoorgrondelijkheid van de Wetenschapsfraude 2
Het resultaat van een websearch naar Stapels artikel van 2011 in Science.

De sociale psychologie gaat erover hoe menselijk gedrag wordt beïnvloed door omgeving en omstandigheden. Het is eigenlijk de meest blijmoedige tak van de psychologie. Veel psychologie gaat over onontkoombare zaken als genen, neurotransmitters, persoonlijkheidsstoornissen en DSM-5. Maar voor de sociale psychologie is de mens kneedbaar en de samenleving daarmee maakbaar. In april van 2011 had Diederik een artikel in het prestigieuze periodiek Science. In het artikel wordt aangetoond dat racisme en vooroordeel consequenties zijn van een rommelige omgeving. In een straat vol vuilnis zoekt een mens compensatie door het creëren van een ordentelijke gedachtewereld waarin Friezen stug, vrouwen dom en negers lui zijn. Kortom, met beter onderhoud van openbare ruimten verdwijnt niet alleen de rotzooi, maar ook racisme. Stapel zou tot z’n conclusies zijn geraakt door dezelfde vragenlijst voor te leggen in een rommelige en in een opgeruimde omgeving. Het had mooi en eenvoudig geweest, ware het niet dat onderzoek en data gefingeerd waren. Het artikel in Science werd in december van 2011 ingetrokken.

Het boek bevat veel beschrijvingen van hoe in de sociale psychologie onderzoek wordt gedaan.  Wellicht ben ik als natuurwetenschapper enigszins bevooroordeeld, maar ik was niet echt onder de indruk van de wetenschappelijke gedegenheid in Stapels vakgebied. Vaak komt het erop neer dat je de proefpersoon een vragenlijst over een aantal persoonlijke voorkeuren laat invullen nadat je hem of haar een foto hebt laten zien. Met de eerste groep proefpersonen gaat het dan bijvoorbeeld om een foto van een biefstuk en met de tweede groep om een foto van een boom. Het was op ongeveer deze manier dat Stapel had uitgevogeld dat je van vlees hufteriger wordt. Het trof me dat dit soort proefjes steeds met vrij kleine groepen werd gedaan en dat de resultaten de chi-kwadraattoets maar net doorstonden, i.e., balanceerden op de rand van de statistische significantie. Al vroeg in z’n studie viel het Stapel op dat veel gepubliceerde resultaten in het vakgebied moeilijk te reproduceren waren. Als hij dan contact opnam met de betreffende onderzoekers, dan werd hem steevast verteld dat het resultaat ook afhing van allerlei subtiliteiten die niet vermeld stonden in de artikelen met de betreffende resultaten!?!?! In hoofdstuk 4, op pagina 107, schrijft Stapel dat het dan bijvoorbeeld gaat om zaken als het lettertype op de vragenlijst. Even verder vat hij één en ander samen met een slagzin die in het boek verschillende malen herhaald wordt: “Experimenteren is een kunst.”

Op een natuurwetenschapper komt dit bevreemdend over. In de betahoek van de universiteit is het de norm dat een experiment zodanig wordt beschreven dat iemand die nauwgezet het protocol volgt op het beoogde resultaat uitkomt. Reproduceerbaarheid en niet kunstigheid is de grondgedachte achter een experimenteel resultaat!

De Ondergeschikte Rol van het Experiment

In 1999 ontving Stapel een onderscheiding van de European Association of Social Psychology en kreeg hij de daarbij behorende uitnodiging om de driejaarlijkse Jos Jaspars Lecture te geven. Z’n naam is inmiddels verwijderd van de erelijst, maar de tekst van de lezing is nog te vinden. In z’n rede doet Stapel wat men geacht wordt te doen na de ontvangst van een belangrijke prijs. Hij praat over het vakgebied in het algemeen en bespiegelt, onder andere, over de relatie tussen theorie en experiment. Wanneer een natuurwetenschapper een experimentele test voor een theorie ontwerpt, dan is dat met de gedachte dat de uitkomst eventueel strijdig met de theorie zou kunnen zijn. Zo’n eventuele negatieve uitkomst is dan vervolgens tevens een doodvonnis voor de theorie. Maar Stapel en de sociale psychologie gaan hier op een veel vloeibaardere manier mee om.  In de lezing zegt Stapel:

“Sometimes, for example, our research is theory- rather than data- or observation-driven. My point is that whatever way we arrive at our theories and hypotheses, the experiments and tests we design are made to verify, not to falsify our conjectures. The leeway, the freedom we have in the design of our experiments is so enormous that when an experiment does not give us what we are looking for, we blame the experiment, not our theory. (At least, that is the way I work). Is this problematic? No.”

De laatste deel van dit citaat wordt ook aangehaald in het rapport van de Levelt Commissie. De commissie was enigszins onthutst door de minachting jegens de experimentele werkelijkheid die hieruit spreekt. Twee verdere quotes laten zien hoe onverschilligheid ten aanzien van feiten en data centraal staat in Stapels methodologie:

“Our results are often paradigm-contingent. That is, we find what we are looking for because we design our experiments in such a way that we are likely to find what we are looking for. Of course! Should we design our experiments such that we are unlikely to find support for our hypotheses? Should we try to prove ourselves wrong? No, for the best results, we should use the methods that are likely to work best. Use a spoon to eat your soup and a cup to drink your tea. Not vice versa.”

“If we drop each theory, each fashion, each trend as soon as the slightest negative evidence crops up, there results the danger that we will wander around in circles and not obtain any clarification.”

Ook de Levelt Commissie stelt vast dat het met de mentaliteit die hieruit spreekt maar een klein stapje is naar het volledig fingeren van uitkomsten van proeven die nooit zijn uitgevoerd.

Statistisch Stuntwerk

Stapelgate en de Ondoorgrondelijkheid van de Wetenschapsfraude 3
Werp tien dobbelstenen tegelijk en neem de som der ogen. Wie dit een miljoen doet vind een mooi, glad, bell-shaped histogram waaruit het gemiddelde van 35 en de standaardafwijking van 5,4 duidelijk zijn af te lezen. Bij slechts honderd van zulke tien-dobbelstenen-worpen zijn er duidelijke afwijkingen.

Stel je neemt tien dobbelstenen. Je werpt ze allemaal tegelijk en je neemt het totale aantal ogen van alle dobbelstenen samen. Het is niet moeilijk te berekenen dat het gemiddelde en de standaardafwijking respectievelijk 35 en 5,4 zijn. Wanneer je deze tien-dobbelstenen-worp een miljoen maal doet en met een staafdiagram de frequentie van elke uitkomst weergeeft, dan vindt je een bijna perfecte “bell-shaped” curve (zie figuur).  Maar wanneer je de tien-dobbelstenen-worp honderd maal doet, dan is je steekproef te klein van omvang om een gladde “bell-shaped” curve te verkrijgen (zie figuur).  Er zijn dan relatief grote statistische fluctuaties rondom die bell-shaped curve.

Als je een meting doet, dan heb je in het algemeen te maken met ruis en onzekerheden. Wanneer er verschillende bronnen van ruis en onzekerheid zijn, dan is de uitkomst van je meting zoiets als de uitkomst van de tien-dobbelstenen-worp uit de vorige alinea. Er is een spreiding van resultaten rondom het gemiddelde en slechts door je meting een groot aantal malen te herhalen kun je dan inzoomen op dat gemiddelde.

Wie de uitkomsten van 100 metingen gaat fingeren zal, om geloofwaardig te zijn, niet alleen een bell-shaped curve moeten fingeren, maar ook de fluctuaties rondom die curve als in het onderste staafdiagram in de figuur. Het is niet eenvoudig om dit op het gevoel te doen. Hendrik Jan Schön was voor z’n val al eens aan de tand gevoeld omdat in één van z’n artikelen de spreiding van de meetpunten een te perfecte “bell-shaped” curve vormde. Hij heeft zich toen hieruit kunnen praten.

Het 5de deel van hoofdstuk 2 van het rapport van de Levelt Commissie is vrij droog.  Maar het komt er in wezen op neer dat Diederik Stapel in dezelfde val was gelopen als Hendrik Jan Schön. De fluctuaties die Stapel in z’n data had ingebouwd waren keer op keer onwaarschijnlijk klein, uiteindelijk te klein om voor realistisch door te kunnen gaan.

Maar ook op een meer elementair niveau waren de gefingeerde data van Stapel veelal weinig doordacht. Pepijn van Erp wijst er in z’n blog op hoe Stapel in een steekproef met 16 personen op een percentage van 15 uitkomt. Een meer koelbloedige en berekenende fraudeur zou zich gerealiseerd hebben dat het met twee van de 16 personen om 13 procent gaat en met drie van 16 personen om 19 procent.

De Motivatie

Waarom gaat iemand op grote schaal frauderen? En frauderen op een manier die eigenlijk heel doorzichtig is … Schön en Stapel waren allebei Russisch roulette aan het spelen en dat was niet alleen omdat de statistiek van de gefingeerde resultaten niet klopte. Schön had in de loop van 2000 en 2001 negen artikelen in Science en zeven artikelen in Nature. Zo beschreef hij bijvoorbeeld de constructie van een transistor die bestaat uit maar één molecuul. Het is niet moeilijk te voorspellen dat andere laboratoria dit willen reproduceren en als dat dan vervolgens steeds niet lukt, dan worden er steeds dringender vragen gesteld. Zoals hierboven vermeld is de sociale psychologie nogal vrijblijvend in de manier waarop ze omgaat met reproduceerbaarheid van experimentele resultaten. Maar het is gebruikelijk in dit vak dat het de studenten en de jongere medewerkers zijn die met de vragenlijsten op pad gaan. Uiteindelijk leveren ze de spreadsheets met resultaten af bij de professor. Die laatste schrijft dan de artikelen en tracht fondsen te verwerven voor verder onderzoek. Stapel, echter, zou zelf met de vragenlijsten op pad zijn gegaan. De medewerkers kregen uitgewerkte resultaten op hun bureau; resultaten die de theorieën spectaculair bevestigden. Stapel meldde hen daarbij dat hij de ingevulde vragenlijsten inmiddels al had weggegooid. Het waren uiteindelijk dan ook jongere medewerkers die de bal aan het rollen brachten door met hun argwaan hogerop te gaan.

Stapel beschrijft in z’n boek hoe het begon met het “bijstellen” van getalletjes in z’n spreadsheets, hoe het vervolgens steeds verder uit de hand liep en hoe het eindigde met verzonnen resultaten van enquêtes die nooit waren uitgevoerd. Hij wilde respect en bewondering van collegae en vakbroeders, zo luidt z’n eigen verklaring. Dat lukte inderdaad. Maar hij bleef doorgaan met de fraude, ook nadat hij onderzoeksprijzen had ontvangen en het tot professor en zelfs tot decaan had gebracht.

Tegenstrijdigheden

Als we hoofdstuk 6 van “Ontsporing” mogen geloven, dan is Stapel doodongelukkig geworden door z’n fraude. Gesprekken over z’n werk vermeed hij, omdat hij vreesde door de mand te vallen wanneer er eventueel doorgevraagd zou worden. Op congressen was hij bang het vuur aan de schenen gelegd te krijgen en schuwde hij z’n vakbroeders zoveel mogelijk. Hij bezocht een paar presentaties en liet zich even zien op een postersessie, maar hij ging niet naar gezamenlijke maaltijden en, in plaats van te verblijven in hetzelfde hotel als waar ook het congres plaatsvond, zocht hij een hotel elders in de stad waar hij dan in eenzaamheid veel films keek. Stapel beschrijft in z’n boek hoe hij zichzelf ook op de faculteit probeerde weg cijferen. Hij overhandigde z’n gefingeerde uitkomsten zoveel mogelijk in het voorbijgaan en op vrijdagmiddag. Door de weekendbeslommeringen zouden de medewerkers zich de eventuele vragen de maandag daarop dan hopelijk niet meer herinneren.

In “Ontsporing” vergelijkt Stapel z’n herhaaldelijke fraude met een drugsverslaving. Maar is dit wel de juiste vergelijking? Een drugsverslaafde heeft van tijd tot tijd nog een gelukzalige “high,” ook als z’n hele leven instort. Het boek beschrijft daarentegen hoe de voortdurende fraude tot niets dan chronische stress leidde. Toch bleef hij ermee doorgaan. Een begrijpelijke gang van zaken zou zijn dat je een beetje sjoemelt en dan beseft dat de stress die erop volgt maakt dat je zoiets misschien maar beter niet kunt herhalen.

In een vraaggesprek bij VPRO Boeken zegt Stapel iets dat lijnrecht indruist tegen de chronische gepakt-worden-vrees waarvan hij in z’n boek verhaalt. Elf minuten in het interview zegt hij dat hij de val nooit voelde aankomen, tenminste niet “op een hoog bewustzijnsniveau.” Toen ik dat hoorde, toen vroeg ik me af of de vergelijking met een drugsverslaving wellicht een poging was geweest om van de wetenschapsfraude een medisch probleem te maken en daarmee impliciet verminderde toerekeningsvatbaarheid te claimen.

Er zijn meer inconsistenties. De Levelt Commissie heeft met veel voormalige medewerkers van Stapel gesproken en schetst in z’n rapport een beeld dat niet overeenkomt met het joviale beeld van zichzelf dat Stapel in z’n boek schetst. Stapel was decaan en was als zodanig een machtig man aan de universiteit. Volgens medewerkers was hij er niet wars van z’n autoriteit te gebruiken om mensen de mond te snoeren. De commissie heeft Stapel geconfronteerd met wat de medewerkers zeiden. Stapel verklaarde zichzelf daarin niet te herkennen en omdat het te pijnlijk voor hem was wilde hij er toen verder liever over zwijgen.

Schön zwijgt en de motivatie en de gemoedstoestanden achter z’n fraude blijven derhalve een raadsel. Stapel heeft met z’n boek, de interviews en z’n medewerking aan het onderzoek van de Levelt Commissie een overstelpende hoeveelheid schuldbekentenis in de openbaarheid gebracht. Echter, door de tegenstrijdigheden blijven de beweegredenen achter de fraude uiteindelijk net zo raadselachtig als in het geval van Schön. Aan het eind van een interview bij PAUW verhaalt Stapel over een Havo-scholiere die hem thuis kwam interviewen. Het meisje maakte een profielwerkstuk over leugenaars en wilde graag verklaren wat Stapel dreef. Stapel en het meisje hadden een lang gesprek, maar ze kwamen er niet uit. “Die verklaring is er niet. Het is heel ingewikkeld,” zegt Stapel uiteindelijk ook zelf tegen Jeroen Pauw. Waarachtiger woorden heeft hij wellicht zelden gesproken.

Filed Under: Wetenschap Tagged With: diederik stapel, wetenschappelijke fraude, wetenschapsfraude

De zaak-basrakarekiet

10 January 2020 by Pepijn van Erp 68 Comments

Malafide gebruik van procedures voor wetenschappelijke integriteit, of een volhardende poging de wetenschappelijke literatuur te ontdoen van een frauduleuze studie?

In januari 2019 schreef Harald Merckelbach in zijn maandelijkse NRC-column over pogingen van lobbyisten om wetenschappers te muilkorven door ze lastig te vallen met klachten bij hun universiteit. Het inspireerde de KNAW een symposium te organiseren over misbruik van de procedures voor wetenschappelijke integriteit die elke universiteit heeft ingesteld, en hoe daar mee om te gaan.

De zaak-basrakarekiet 4
Artikel in het universiteitsmagazine Observant (Maastricht University)

Wat opvalt in het verslag van het symposium, dat plaatsvond op 25 november, is dat de aanwezigen maar één concreet voorbeeld lijken te kennen: een bioloog die jan en alleman zou stalken met een ‘onsamenhangend verhaal’ over een studie naar de basrakarekiet die moet worden ingetrokken. Sommigen spreken zelfs hun vermoeden uit dat hij kampt met psychiatrische problemen.
Dat deze klager erop uit is onwelgevallig onderzoek te frustreren, waar het in de column van Merckelbach om draaide, blijkt nergens uit. En ook nergens vraagt de verslaggever voor Observant zich af of deze persoon misschien toch ergens een punt heeft. Aan wederhoor was blijkbaar niet gedacht.

Die omissie maken we goed hier op Kloptdatwel. Ik interviewde de klager, Klaas van Dijk geheten, telefonisch op 3 januari.


Bruin vogeltje

Als ik het goed begrijp, gaat het in deze kwestie eigenlijk om één artikel uit 2013 over een vogeltje dat voorkomt in Irak. Waar gaat die studie precies over en wat is het belang ervan binnen het vakgebied?
Het gaat om een studie naar het broedgedrag van de basrakarekiet en een korte reactie van de auteurs op een commentaar daarop, twee jaar later. In Nederland heb je soorten als de merel, de koolmees en de wilde eend, waar veel studies naar alle mogelijke aspecten van de broedbiologie zijn uitgevoerd. Wanneer beginnen ze te broeden? Hoeveel eieren leggen ze? Zijn ze monogaam of polygaam? In Nederland werden er al honderd jaar geleden uitgebreide studies gedaan naar koolmezen, in nestkastjes. Daar kun je gewoon met de fiets langs.

Elders is zulk onderzoek vaak veel beperkter. Bij deze soort, die alleen maar in Irak broedt, was er eigenlijk helemaal niets over bekend. Alleen wat losse mededelingen en een paar foto’s.
En dan verschijnt er plotseling een studie die gebaseerd is op duizend nesten, en een paar honderd gevallen die gaan over polygamie. Dan kun je best zeggen dat het een groundbreaking study is. Niet dat die soort niet bekend was, maar van heel veel basale details van de broedbiologie wist men niets.

De zaak-basrakarekiet 5
Basrakarekiet bij zijn nest (foto: Mudhafar Salim)

Als we het vertalen naar een Nederlands context moeten we dan inderdaad aan een koolmeesje denken, een alom bekende vogel?
Nee, ook in Irak is het een onbekende vogel, maar het uitzonderlijke is dat hij bijna uitsluitend in rietmoerassen in het zuiden van Irak broedt. Omdat het een soort is die maar op één plek broedt en waar er niet veel van zijn, kan zo’n soort uitsterven. Er zijn internationale afspraken die bepalen dat je de schaarse onderzoektijd inzet voor soorten die bedreigd zijn. En dat is deze basrakarekiet, want die komt op maar een heel beperkt aantal plekken voor. Hij heeft een speciale status, eigenlijk al vanaf het moment dat hij goed beschreven werd.

Bij ons broeden vergelijkbare vogels in grote rietgebieden als de Oostvaardersplassen of de Biesbosch. Denk aan de kleine en grote karekiet, de rietzanger en de bosrietzanger. Dat zijn gewoon hele vage bruine vogeltjes, die je moeilijk uit elkaar kan houden.

Die studie, waarvan de Irakees Omar Al-Sheikhly de eerste auteur is, is frauduleus volgens jou en flink wat medestanders. Wat zijn de aanwijzingen daarvoor?
De belangrijkste aanwijzing is dat de ruwe data er niet zijn. Op verzoeken om inzage wordt ofwel niet gereageerd, of er komen dreigingen. Nou, dan weet je al bijna zeker dat er wat mis is.
Het tweede is dat als we het hebben over polygamie, dan staat daar de volgende zin in het artikel “Males are often polygynous (42.9%, n=317 observed males)”. Het is maar een zinnetje, maar in de wetenschap gaat het altijd om nuances en om precisie. Zo’n percentage moet je kunnen onderbouwen.
Als je iets wilt zeggen over polygamie, dan moet je natuurlijk wel weten wie man is, en wie vrouw. Klinkt heel simpel. Bij mensen kun je het zo zien, maar hoe zit dat bij vogels? Bij de wilde eend is het makkelijk, want hun verenkleed verschilt. Dat is niet het geval bij rietzangerachtigen. Je hebt ook soorten waarbij je ze op grootte uit elkaar kunt houden. Kan hier ook niet. Dus hoe wil jij het bepalen bij de basrakarekiet, zo’n bruin vogeltje?

Dan moet je ze bijna vangen.
Precies. Dan moet je de vogels vangen en geef je ze verschillende kleurringen om de poten, een individuele kleurencode. Dan weet je dit is er eentje met rood-wit-blauw en daarmee kun je ‘m volgen in het veld, en op grond van het gedrag de mannetjes en vrouwtjes uit elkaar houden. Tegenwoordig kun je het geslacht na het vangen overigens ook heel makkelijk met DNA bepalen, maar dan moet daar materiaal van zijn en dat is er ook niet.
Het volgen kost heel veel tijd, maar het is te doen. Dan zie je bijvoorbeeld: ‘hé, deze man zit nu bij deze vrouw, maar eerder zat hij bij een vrouwtje met andere kleuren.’ Van dat soort veldonderzoek moeten ruwe gegevens zijn. Die zijn er dus niet.

De zaak-basrakarekiet 6
Rietmoeras in Zuid-Irak (foto: H. Janali, U.S. Army | Wikimedia Commons)

Foute boel

Bij het verschijnen van het artikel dachten een aantal mensen dat deze studie te mooi was om waar te zijn, ze vroegen om de data en die werden niet gegeven. Ging het zo?
Dat beestje broedt in de grote moerassen van Irak. Sadam Hoessein heeft geprobeerd om een groot deel daarvan droog te leggen. Dat is bijna vergelijkbaar met het pogen om de Waddenzee droog te leggen, een desastreuze activiteit.
Goed, op een gegeven moment is Hoessein verdreven en werd Irak weer wat toegankelijker. Toen zijn er herstelprojecten op gang gekomen. De eerste stap is dan om vast te stellen wat er allemaal zit aan soorten. Vanuit Westerse landen zijn er samenwerkingsprojecten geweest om dat vast te stellen. De Britse ornitholoog Richard Porter was daar vanuit Birdlife International bij betrokken. Omar Al-Sheikhly was een van de veldmedewerkers die hij had getraind.
Die samenwerking duurde een aantal jaar, ongeveer tot 2008, en dan verschijnt in 2013 plotseling die studie in een wetenschappelijk tijdschrift. Porter had meteen door dat er iets niet klopte.

Terwijl hij misschien eerder had gedacht dat als er een studie verschijnt van de mensen die hij heeft opgeleid ‘hé wat leuk, ben benieuwd wat ze gedaan hebben.’
Porter heeft er ook heel veel moeite ingestoken om die mensen te bewegen hun waarnemingen op papier te zetten. Hij wist ook precies wat deze Al-Sheikhly in huis had, een uitstekende fotograaf. Indertijd heeft hij ook een klein artikeltje gepubliceerd, met het idee dat er bijna niets over deze soort bekend was en dat hij nu in ieder geval mooie foto’s had. Maar dan verschijnt er jaren later ins Blaue hinein die nieuwe studie van hem.

Porter heeft vrij snel een brief gestuurd naar de redactie van het tijdschrift met de redenen waarom het niet kon kloppen. En toen ontstonden de problemen eigenlijk, want de hoofdredacteur van het tijdschrift heeft nooit en te nimmer willen toegeven dat hij een enorme blunder heeft gemaakt.
Na enorm veel vijven en zessen, zo’n anderhalf jaar later, is er uiteindelijk een reactie geplaatst van Richard Porter, die hiervoor een hele zwik medeauteurs om zich heen had verzameld waarvan je kunt zeggen dat het om de crème de la crème gaat van iedereen die iets weet van de basrakarekiet.

Het is duidelijk niet zomaar een clubje ornithologen dat achter de kritiek staat, maar zijn er ook wetenschappers die deze studie wél de voorkeur van de twijfel zouden geven?
Nul.

Waarom is er wel die discussie in het tijdschrift over geweest, is er een Expression of Concern bij het artikel geplaatst, maar is het daarbij gebleven? Waarom is het artikel toen niet ingetrokken?
Die Expression of Concern is pas gekomen nadat ik in 2016 een rapport heb gepubliceerd.

O, die is dus van later? Dus van ná die reactie van Porter, het weerwoord van Al-Sheikhly en een rejoinder weer van Porter? Dat staat er helemaal niet in uitgelegd.
Eerst is er anderhalf jaar lang in stilte geprobeerd de kwestie op te lossen. Dat ging buitengewoon moeizaam. Het was een heel geworstel om uiteindelijk die drie stukken gepubliceerd te krijgen. In het voorjaar van 2015 is het daarna in brede kring in de ornithologische gemeenschap bekend geworden. En toen ben ik erbij betrokken geraakt.

Ik vond dat we ons moesten concentreren om de ruwe data boven tafel te krijgen. Daar draait het altijd om. Tot dan toe hadden ze zich daar nog niet zo in vastgebeten. Op basis van andere dingen wij wel boven tafel hebben gekregen, is dat rapport geschreven dat op 1 juli 2016 is uitgekomen, en die Expression of Concern is daarop gebaseerd. De uitgever wil die link alleen niet leggen.

De zaak-basrakarekiet 7
Het artikel waar het om draait. (link)

Die Expression of Concern is uiteindelijk wel geplaatst door de Editor in Chief?
Dat weet ik niet. Het probleem is dat vrij vlot de uitgever, Taylor & Francis, heeft gezegd: wij communiceren niet. En de hoofdredacteur heeft nog veel eerder gezegd dat hij niet meer communiceert hierover: ‘ik sta op het standpunt dat we een nette wetenschappelijke discussie hebben gevoerd, via dat comment en die rejoinder, en die is wat mij betreft nu afgesloten. Punt.’ En op het verzoek om de ruwe data reageert hij gewoon niet.

Voor dat rapport ben ik behoorlijk tot de bodem gegaan bij de uitgever met mijn verzoek om de ruwe data. Ik heb behoorlijk stevig aan de bel moeten trekken. Maar ik heb een antwoord gekregen, essentieel voor dat rapport.

En dat antwoord was?
Nou, dat ze de data niet hoeven te geven, want dat staat niet in de regels van het tijdschrift. En verder ‘We reageren nooit meer op je. En de manier waarop jij ons benaderd hebt, dat slaat helemaal nergens op.’ Terwijl ik dus iets minder dan een jaar nodig heb gehad om dat simpele antwoord te krijgen op mijn vraag die gewoon luidde – en dat is de essentie van wetenschap – ‘Show me the data’. Zodra er twijfels zijn over studies, in welk vakgebied dan ook, dan moet je terug naar de gegevens.

Het probleem had op dat moment makkelijk opgelost kunnen zijn als die data waren getoond. Dan kan er nog wel iets mis zijn met de gegevens, maar dat hoeft nog niet te wijzen op kwade opzet.
Nee, natuurlijk niet.

Goed, dus Taylor & Francis, een van de grootste uitgevers, weigert jouw verzoek nogal bot en stelt eigenlijk ook dat het onderzoek wel in orde is. Of we ze maar op hun blauwe ogen willen geloven.

Hogerop

Daarna hebben jullie bij het Committee on Publication Ethics, COPE, aangeklopt. Of stond jij vanaf nu alleen hierin?
Toen het allemaal naar buiten kwam in 2015 zijn we gaan samenwerken en hebben verschillende wegen bewandeld om die data los te krijgen. O.a. bij de universiteit van een van de auteurs, bij de uitgever en bij de hoofdredacteur. Vrij vlot werd duidelijk dat de uitgever niet wenste samen te werken en toen hebben wij COPE benaderd. Zo van ’Beste COPE, dit zijn volgens ons de argumenten dat het allemaal niet klopt. En de uitgever, lid van jullie club, weigert met ons samen te werken. Daarom dienen wij een klacht bij jullie in.’

Dat is toen vrij snel in de soep gelopen, omdat COPE weigerde op een inhoudelijke manier naar onze kritiek te kijken en weigerde iets te doen met ons verzoek om inzage te krijgen in de data. Ze gingen mij wel dreigbrieven sturen.

Tot zover kan ik me jullie stappen nog goed indenken. Eigenlijk zou je willen dat die hoofdredacteur adequaat optreedt, die weigert om een of andere reden. Dan ga je een trapje hoger en klop je aan bij de uitgever. Die blijkt ook lastig te doen, en dan is er nog zoiets als COPE. Maar als COPE dan ook niets wil, zouden veel mensen het er maar bij laten zitten, denk ik. Waarom nu toch doorgegaan?
Wij zijn toen een hele tijd wat gescheiden bezig geweest. Ik heb me gefocust op het verkrijgen van die ruwe data, terwijl Richard Porter en anderen achter de schermen alsnog in gesprek probeerden te komen met die uitgever. Dat liep voor geen meter. Achter de schermen zijn er ook gesprekken gevoerd met Al-Sheikhly.

Tot zover krijg ik nog niet de indruk van iemand die op een kruistocht is en daarbij alle perken te buiten gaat. Het is al uitzonderlijk dat iemand zoveel moeite neemt, maar het valt nog binnen wat je de normale procedure zou kunnen noemen.
Ik denk dat het corrigeren van fouten een van de cruciale dingen is van wetenschapsbeoefening. Je kunt wel eindeloos doorgaan met het publiceren van nieuwe dingen, die stapel steeds maar hoger maken. Maar je moet ook altijd zorgen dat dat bouwwerk, waar al die nieuwe blokjes bovenop komen, stevig is. En als daar een rot stuk tussen zit, dan moet dat gewoon weg. Kun je wel zeggen dat dat allemaal niet zo vervelend is, niet belangrijk is, maar uiteindelijk stort je bouwwerk dan in elkaar.

Die motivatie komt niet duidelijk uit de berichtgeving naar voren. Ook niet dat je je niet als eenling druk maakt over deze studie. Je maakt dus sterk voor het opschonen van de wetenschap. Die moet ontdaan worden van duidelijk foute studies.
Daar zijn wel meer mensen mee bezig. Kijk naar de kwestie rond voedselwetenschapper Brian Wansink. Hoeveel tijd hebben mensen daar niet ingestoken? En je hebt in Frankrijk Nicolas Guéguen. Ik ben nu via een achterdeurtje bezig met het gedoe rond Ad van Liempt. Hoeveel tijd denk je wel dat Bart FM Droog er wel niet in gestopt heeft? Dat kost gewoon heel veel tijd. En die hebben de meeste mensen niet, of die stellen andere prioriteiten.

Lastigvallen

Even terug naar waarom dit zo’n beladen kwestie is geworden. Zelf ontving ik een aantal van je mails als cc, heb ook een enkel verontwaardigd antwoord van een geadresseerde gezien. Zonder in de details te treden, lijkt me die verontwaardiging er vooral in te liggen dat jij personen aanspreekt op hun verantwoordelijkheden die ze hebben op grond van hun functie, bijvoorbeeld een bestuurslidmaatschap van COPE. Wanneer ze dan niet of nauwelijks reageren, werp je ze voor de voeten dat ze in feite instemmen met wat die organisatie doet of, vooral, nalaat te doen.
Dat klopt. Ik kan veel doen, omdat ik van niemand afhankelijk ben. Waar dit mee te maken heeft is machtsmisbruik. Ik wijs alleen op de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening. Daar staat gewoon zwart op wit in dat jij een zorgplicht hebt ten aanzien van de wetenschap in zijn algemeen en de onderzoekers in je omgeving. Wangedrag van collega’s toelaten en verheimelijken is een van de acht voorbeelden van schending van de wetenschappelijke integriteit. Dat kun je leuk vinden of niet leuk vinden, maar dat staat er gewoon in.
In de preambule van die gedragscode staat dat die ook bedoeld is om er elkaar op aan te spreken. Als een of andere pipo, een mister nobody, dat doet, vinden ze dat niet leuk. Dat is het hele eiereneten.

COPE heeft een probleem om door te pakken tegen Taylor & Francis. Je kunt gewoon nazoeken dat die uitgever zo’n 50.000 pond per jaar moet betalen om lid te zijn. Hoe meer tijdschriften een uitgever uitgeeft, hoe meer geld die moet betalen. Dus als COPE zou zeggen tegen Taylor & Francis ‘we gaan jullie bestraffen’ dan stoppen die gewoon met betalen.
Ik kan niet bewijzen dat het zo werkt, maar het is wel zo dat er veel meer voorbeelden zijn van mensen die bij COPE hebben aangeklopt en gewoon met een kluitje in het riet worden gestuurd.

Dat ‘met een kluitje het riet insturen’ zou je kunnen zien als ‘wegkijken’ voor het echte probleem.

Sneeuwbaleffect

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) schrijft over een van jouw klachten: “Klager toont een gedragspatroon met een sneeuwbaleffect: Klager dient een klacht in over persoon of instantie X, waarna de behandeling van die klacht door persoon of instantie Y regelmatig leidt tot een nieuwe klacht van Verzoeker, maar dan over persoon of instantie Y, enzovoort.”
Waar ze het hier over hebben is een oude kwestie, die overigens helemaal opgelost is via bemiddeling. Maar daar gebeurde  exact hetzelfde wat nu ook gebeurt, namelijk het in grote mate verwijzen naar elkaar of niet reageren. En daar neem ik geen genoegen mee.

Zo’n gedragspatroon is misschien hinderlijk, maar je doet daarmee nog geen uitspraak of de klacht, en de opvolgende klachten, een grond hebben of niet. LOWI doet voorkomen alsof zo’n sneeuwbal aan klachten op zichzelf al bewijst dat de klager fout zit, ongeacht waar de klacht om draait.
Dat is dus wegkijken. En dat is een heel groot probleem. Niet voor mij, maar voor hen. Zodra ze hiermee één op één geconfronteerd worden, zullen ze bakzeil moeten halen als je ze precies aanspreekt op wat ze verplicht zijn te doen volgens die gedragscodes. Daar kun je niet mee wegkomen.

Ik kan me voorstellen dat het lastig is dat je aangesproken wordt op een verantwoordelijkheid die je zelf misschien meer als een abstractie ziet. Als ik nu een directe collega heb waarvan ik zie dat die de boel flest, OK, daar moet ik wat mee. Maar als ik lid ben van een bestuur van een hoog orgaan dat een beetje kletst over wetenschappelijke integriteit en er komt iemand klagen over een studie waar al een Expression of Concern bij staat … tja, daar kun je me toch niet op aanspreken?
Zorgvuldig wordt vermeden in al die stukken om het over de inhoud te hebben, en over ons simpele verzoek om een uitspraak te doen over die ruwe data. En zorgvuldig vermijden ze zelfs maar te verwijzen naar het uitvoerige rapport dat ik verspreid heb. Dat is niet voor niks.

Los daarvan heb ik ook wel gesprekken gevoerd of e-mailcontact gehad met vertrouwenspersonen die wel weten hoe het moet werken. Echt integere mensen. Dat is helaas lang niet altijd zo. Dat komt omdat er in die hele wetenschappelijke integriteit weinig tegenspraak aanwezig is.

Als je bijvoorbeeld kijkt naar een gemeente. Zodra die besluit om een boom om te hakken, zijn er wel boze inwoners waar je rekening mee moet houden, die zijn mondig en weten de pers te vinden. Dat systeem werkt nog niet goed bij wetenschappelijke integriteit, daar is men dat nog niet gewend. Daar zie je nog veel machtsmisbruik: ‘Ik ben de grote baas, en wie ben jij wel niet? Weg met die klacht!’

Intrekken

Hoe zou deze kwestie nu nog op enigszins bevredigende manier kunnen worden afgesloten? Is intrekking de enige mogelijkheid? Zoiets lijkt alleen te gebeuren als het stuk zelf overduidelijk fout is, of als de instelling waar de frauderende auteur aan verbonden is, dat verzoekt.
Er zijn drie manieren. Er zijn goede redacties, die van de Journal of Biological Chemistry is misschien wel het beste voorbeeld. Zodra ze merken dat er iets niet klopt, dan is het ‘Beste auteurs kom op met een steekhoudende verklaring of de data.’ En als het dan vaag blijft, is het hop, weg met het artikel, retraction.

Auteurs en coauteurs kunnen zelf het initiatief nemen. Het kan goed zijn dat een coauteur niet wist dat het onderzoek deels op fraude is gebaseerd. Maar dan verwacht je dat zo iemand aan de gang gaat om zijn fouten te verbeteren zo gauw hij daarvan op de hoogte is.
Een voorbeeld daarvan is net in het nieuws gekomen. Nobelprijswinnaar Frances Arnold heeft een studie uit 2019 ingetrokken, omdat de resultaten niet reproduceerbaar bleken en de experimenten niet netjes waren vastgelegd. Arnold heeft exact gedaan wat je in zo’n kwestie moet doen. Het onderzoek moet in een labboek staan, als dat er niet is of er ontbreken data, dan heb je maar één optie.

De Saoedische tweede auteur van Al-Sheikhly(2013) is inmiddels overleden. Het is maar de vraag of hij heeft geweten wat er allemaal gebeurd is. Opvallend is ook dat de exacte naam van zijn universiteit zoals die in het artikel staat, helemaal niet bestaat in Saoedi-Arabië. Richard Porter en anderen hadden Omar Al-Sheikhly al zover gekregen om hem het artikel te laten terugtrekken. Toen stak echter de Italiaanse coauteur een stok tussen de deur, die wil dat niet.

Ook een universiteit kan om intrekking verzoeken. In de Nederlandse situatie geldt dat als er een affiliatie van een universiteit staat bij een artikel, dat die universiteit daarvoor verantwoordelijk is en dat blijft in principe voor altijd zo. Wij hebben die weg proberen te bewandelen bij de universiteit van Pisa, waar die Italiaanse onderzoeker aan verbonden is. Maar zelfs met collega’s als tussenpersoon wilde hij niet reageren. Ik heb in 2017 een klacht ingediend, heel netjes, mooi formeel. Geen reactie.

Recht op klagen

De aanleiding voor dit gesprek is het verslag van dat symposium. Daaruit haal je als lezer uit dat jouw strijd een voorbeeld is van hoe je het klachtrecht niet zou moeten gebruiken, dat het een malafide klacht zou zijn.
Dat is machtsmisbruik. Je kunt niet zomaar eenzijdig besluiten iemand het recht ontnemen om dit soort dingen aan de kaak te stellen. Dat hebben ze gedaan. Ik zit daar niet zo erg mee. Het laatste woord is er nog niet over gezegd.

Het enige voorbeeld dat de deelnemers van de workshop naar voren weten te brengen, is jouw casus. Alsof die zou draaien om het belemmeren van onderzoek.
Al die dingen zouden opgelost zijn als al die mensen eens rustig dat rapport hadden doorgelezen en hadden gereageerd met ‘ja inderdaad, ik weet er weliswaar niet veel van, ben geen ornitholoog, maar die ruwe data is een probleem en het ziet er toch wel heel erg naar uit dat dit op fraude is gebaseerd.’ Dan was er niets aan de hand geweest, maar dat doen ze niet.

Dat COPE, zegt u, blijkt toch een wassen neus. Het is natuurlijk prima als uitgevers samen een orgaan opstarten om over integriteitskwesties te overleggen, maar er is geen onafhankelijke instantie daarnaast waar je echt kunt aankloppen?
Het is prima dat ze richtlijnen maken. Ze hebben principes, maar ze worden boos als je ze op die principes wijst. Dat komt toch weer voort uit het grote machtsverschil.
In Nederland hebben we het voorbeeld van het stikstofdossier. Daar werden op politiek niveau enorme machtspelletjes gespeeld. Het moest en zou op een bepaalde manier erdoor gedrukt worden. Dat lukte. Maar er was één persoon, die gewoon gebruik maakt van zijn wettelijke mogelijkheden binnen het klachtrecht. Die beste man heeft niets meer gezegd dan ‘In de wet staat A en volgens mij doen jullie B. Meneer de rechter, kunt u er even naar kijken?’

Dat lijkt wel enigszins vergelijkbaar. Alleen is er in die stikstofkwestie een onafhankelijke rechter die een bindende uitspraak kon doen. In de wetenschap is die er niet.
Ik heb er lang over nagedacht en weet inmiddels ook wel waarom dat niet zo is. Kijk eens naar het medisch tuchtrecht. Als een arts een ernstige fout maakt, dan wordt dat niet onder het tafel gemoffeld. Dat staat meteen in de krant. Dan komt er een klacht en als het ziekenhuis dat niet goed oppakt, dan ga je naar het medisch tuchtcollege en daar is dan een openbare hoorzitting. Daar mag iedereen heen.

Een probleem van het klachtensysteem rondom wetenschappelijke integriteit is, dat het allemaal geheim is. Geheimhouding. Ik heb mails gekregen waar de honden geen brood van lusten. ‘Als jij dit doet, gaan we de zaak onmiddellijk stopzetten!’ Dat slaat helemaal nergens op. Je kunt er alleen uitkomen door het openbaar te doen.
En daar zijn goede argumenten voor, want in bijna alle gevallen gaat het om wetenschappers die volledig door de overheid betaald worden. Dan heeft toch iedereen het recht om te zien hoe ze zich verdedigen tegen redelijke argumenten dat ze zich niet netjes aan de regels hebben gehouden?
Het tegenargument is altijd dat zo iemands carrière beschadigd zou worden. Maar dat geldt precies hetzelfde voor artsen. En je hebt altijd nog de wetgeving op smaad en laster. Als jij echt een kwaadaardige klacht indient, dan valt dat onder smaad en laster. Toch?

In het symposiumverslag wordt gesproken over ‘diep door het slijk halen’ en zelfs stalking, maar volgens mij hebben ze je daarvoor niet daadwerkelijk aangeklaagd. Is er sprake van overdrijving? Want zo lijkt dít haast op laster.
De journalist heeft niets bij mij gecheckt! Er staat in dat artikel bijvoorbeeld een hele concrete uitspraak van Yvonne Erkens, de voorzitter van Leidse commissie voor wetenschappelijke integriteit, dat ik wel vijftig e-mails op een dag gestuurd zou hebben. Ik heb de journalist gevraagd om dat te bewijzen, kom maar op met die mails. Geen reactie.

Filed Under: Wetenschap Tagged With: Al-Sheikhly, basrakarekiet, COPE, Klaas van Dijk, KNAW, LOWI, wetenschappelijke fraude, wetenschappelijke integriteit

Congresorganisatie accepteert flauwekulstuk – geschreven door iOS

1 November 2016 by Gert Jan van 't Land Leave a Comment

De goedgekeurde paper
De goedgekeurde paper

Op 20 oktober 2016 kreeg Christoph Bartneck van de Universiteit van Canterbury in Nieuw Zeeland het verzoek om een paper in te dienen voor een conferentie over kernfysica. Bartneck schrijft op zijn blog dat hij weinig tot geen kennis heeft over kernfysica. Hij had dus geen zin om hierover een paper te schrijven. Maar hij had wel zin om de congresorganisatie te testen. Hij liet de autocomplete functie van iOS een paper schrijven (in zijn blogpost over zijn paper legt hij uit hoe dat in z’n werk gaat). iOS leverde, zoals mag worden verwacht, een nonsensikale tekst. De eerste zinnen van zijn paper met de titel ‘Atomic Energy will have been made available to a single source’ luiden:

‘Atomic Physics and I shall not have the same problem with a separate section for a very long long way. Nuclear weapons will not have to come out the same day after a long time of the year he added the two sides will have the two leaders to take the same way to bring up to their long ways of the same as they will have been a good place for a good time at home the united front and she is a great place for a good time. The atoms of a better universe will have the right for the same as you are the way we shall have to be a great place for a great time to enjoy the day you are a wonderful person to your great time to take the fun and take a great time and enjoy the great day you will be a wonderful time for your parents and kids’.

Bartneck deed er een plaatje uit de Wikipedia bij en stuurde zijn paper in. Die werd een paar uur later geaccepteerd. Bizar.

De congresorganisatie, Omics, is volgens de Wikipedia een organisator van ‘predatory meetings’. ‘Predatory conferences or predatory meetings are meetings set up to appear like legitimate scientific conferences but which are exploitative as they do not provide proper editorial control over presentations and advertising includes claims of involvement of prominent academics who are, in fact, uninvolved, aldus de Wikipedia. Omics doet volgens de Wikipedia ook aan ‘predatory open access publishing’. Ook in Nederland vind je Omics-congressen. Een voorbeeld is dit congres over alternatieve geneeswijzen in Schiphol.

 

Filed Under: K-d-Weetjes Tagged With: Christoph Bartneck, omics, predatory meetings, predatory open access publishing, wetenschappelijke fraude

Wetenschappelijk artikel over chemtrails ingetrokken

7 September 2015 by Pepijn van Erp 5 Comments

Vorige maand verscheen een opmerkelijk artikel in een speciale editie van het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health. De auteur J. Marvin Herndon betoogt daarin bewijs te hebben gevonden dat overheden op grote schaal aan het sleutelen zijn aan het klimaat door met vliegtuigen vliegas uit te strooien in hogere luchtlagen. Het effect zien we in eerste instantie natuurlijk als de beruchte chemtrails.
Chemtrails-MarvinHerndon-ingetrokken

Ai, wetenschappelijk bewijs dat alle sceptici die het chemtrailverhaal als onzinnige complottheorie naar de prullenbak hebben verwezen ongelijk hadden? Niet zo snel! Dat een artikel gepubliceerd is in een peer reviewed tijdschrift zegt niet alles, zeker niet als het om een open access tijdschrift uit de MDPI-stal gaat. Die uitgever stelt zich wel vaker als gemakzuchtig doorgeefluik voor pseudowetenschap op, zie bijvoorbeeld het onderzoek naar elektroacupunctuur bij koeien van de Wageningen Universiteit dat in een speciale editie van Animals verscheen.

Op de website Metabunk.org werd het artikel van Herndon vakkundig gefileerd. Er bleek zovel mis, dat er eigenlijk alleen van kwade opzet van de auteur gesproken kan worden. Misschien het sterkste bewijs daarvoor is het knip-en-plakwerk dat in de linkergrafiek wordt getoond in onderstaand plaatje met de samenvatting van de ernstigste problemen in het artikel.

Herndon-Key-Problems-Metabunk-3

Redacteuren die wat hoger in de MDPI-boom zitten, werden op de onregelmatigheden opmerkzaam gemaakt en dat heeft inmiddels geleid tot intrekking van het artikel. Herndon heeft wel meer fringe science op zijn naam staan, op de preprint server arxiv.org staat een aardig rijtje van artikelen dat hij er op gezet heeft. De affaire laat maar weer eens zien dat peer review niet zo veel hoeft voor te stellen en je altijd kritisch moet blijven kijken, wat zo’n tijdschrift nu eigenlijk voorstelt. Ook als er serieuze artikelen in staan, hoeft dat weinig te zeggen over de kwaliteit van de rest en vooral die special editions worden nogal eens compleet weggegeven aan redacteuren die er naar eigen welbevinden mee aan de slag kunnen.

Via Retractionwatch.com, zie ook het blog van Jeffrey Beall [mirror]

 

Filed Under: Complottheorieën, Pseudowetenschap Tagged With: chemtrails, J. Marvin Herndon, open access, wetenschappelijke fraude

Skepsis Congres 2014 – Universitaire onwetenschap: een échte nachtmerrie – Gustaaf Cornelis

21 February 2015 by Björn 6 Comments

Op 8 November 2014 was in de Jaarbeurs in Utrecht het jaarlijkse Skepsis Congres. De lezingen van die dag zijn vastgelegd en zijn te vinden op Youtube. Hieronder de informatie en een link naar de vierde spreker op het Congres dr. G.C. Cornelis.

dr. G.C. Cornelis is hoofddocent wetenschapsfilosofie aan de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Antwerpen. In 2013 publiceerde hij Eerlijke wetenschap.

Het stinkt in de tuin van akademos. Absurd hoge werkdruk en een kille administratie leiden tot oneerlijke wetenschap, onbetrouwbare resultaten en onzinnige kennis. De schade die deze onwetenschap aan ons wereldbeeld toebrengt, doet het maatschappelijke effect van de kolderieke pseudowetenschap verbleken.

Filed Under: Skeptische TV, Wetenschap Tagged With: skepsis congres, statistiek, wetenschappelijke fraude

  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Interim pages omitted …
  • Page 6
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Rethinking Medications: Truth, Power, and the Drugs You Take
28 May 2025 - David Weinberg

A critical appraisal of the state of the prescription medications in the United States The post Rethinking Medications: Truth, Power, and the Drugs You Take first appeared on Science-Based Medicine. [...]

A Checkered History in Vaccine Court: Mark Geier at the VICP 1988-2003
27 May 2025 - Kathleen Seidel

A not so expert "expert" The post A Checkered History in Vaccine Court: Mark Geier at the VICP 1988-2003 first appeared on Science-Based Medicine. [...]

The MAHA Report: The Good, The Bad, and The Ugly (mostly the bad and ugly)
26 May 2025 - David Gorski

President Donald Trump and HHS Secretary's MAHA report has landed. It's a mix of the good (a little), but mostly the bad and the ugly (a lot). The post The MAHA Report: The Good, The Bad, and The Ugly (mostly the bad and ugly) first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on De linke weekendbijlage (21-2025)Hoera, Forum voor Democratie stapt uit de parlementaire commissie die het coronabeleid onderzoekt. https://nos.nl/artikel/2568982-forum-voor
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (20-2025)@Renate Domme worm want er waren al nooit hersenen.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (20-2025)Ach, van iemand die in zwaar vervuild water gaat zwemmen met een paar kinderen kan je volgens mij alles verwachten.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (20-2025)Hoe vapes op de markt zijn gekomen is mij ook een raadsel. Het zal de lobby van de tabaksindustrie wel
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (20-2025)Als Kennedy ooit ernstig ziek wordt, lijkt het me een prima idee hem uitsluitend te "behandelen" met homeopathie. Misschien dat

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in