• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Algemeen

Bij het overlijden van Victor Stenger

13 October 2014 by Martin Bier 195 Comments

Op 27 augustus 2014 is de Amerikaanse natuurkundige, skepticus en atheïst Victor Stenger overleden. Hij is 79 jaar oud geworden. Hij polemiseerde overmoeibaar tegen Intelligent Design en andere pseudowetenschappelijke uitwassen. Met New Age magiërs die de kwantummechanica bij hun woordenbrij betrokken maakte hij korte metten. Hij was ook één van de meest vooraanstaande Nieuwe Atheïsten. Z’n dertiende boek, God and the Multiverse: Humanity’s Expanding View of the Cosmos, stond net op het punt om in september 2014 gelanceerd te worden. 

Victor Stenger, als hij tijdens één van zijn reizen uitkijkt over het "Beloofde Land."
Victor Stenger tijdens één van zijn reizen, uitkijkend over het “Beloofde Land”

Totdat hij in 2000 met emeritaat ging, deed Victor Stenger onderzoek in de fysica van de elementaire deeltjes. Hij is auteur en medeauteur van vele tientallen wetenschappelijke artikelen over gamma straling, quarks, neutrino’s, etc. Hij heeft gewerkt met onderzoeksgroepen aan CERN en aan het Kamioka Observatorium in Japan. Hij was verbonden aan de natuurkundefaculteit van de Universiteit van Hawaï.

Het was aan het eind van de jaren 80 dat Stenger is gaan schrijven voor een breder publiek. Al z’n boeken zijn verschenen bij de door Paul Kurtz in 1969 opgerichte uitgeverij Prometheus Books. Stengers tweede boek, Physics and Psychics: The Search for a World Beyond the Senses (1990), leidde tot een rel. Stenger had z’n bronnen fout geïnterpreteerd en schreef over Uri Geller: “He began his career as a stage magician in Israel where he was once 
arrested for claiming his feats were performed with psychic power.” In werkelijkheid was Geller toen gedaagd in een civielrechtelijke procedure. De fout werd gecorrigeerd. Niettemin spande Geller rechtszaken aan tegen Stenger en Prometheus op drie plaatsen tegelijk: in Miami, op Hawaï en in London. Geller eiste vier miljoen dollar schadevergoeding. Hij verlangde verder dat z’n naam overal uit het boek verwijderd zou worden en dat er paginagrote rectificaties in kranten zouden verschijnen. Echter, de rechter in Miami achtte de zaak niet ontvankelijk en vond de eis belachelijk. Geller moest uiteindelijk van het gerecht 50.000 dollar betalen aan Stenger en Prometheus als tegemoetkoming in de gemaakte juridische kosten. De zaak in London lag moeilijker. De wetten op smaad en laster zijn stricter in het Verenigd Koninkrijk dan dat ze in de Verenigde Staten zijn. Maar uiteindelijk is de zaak nooit voorgekomen nadat er een brede schikking werd getroffen tussen Geller en het Committee for the Scientific Investigation of Claims of the Paranormal (CSICOP, tegenwoordig heet het CSI, Committee for Skeptical Inquiry). De zaak van Geller tegen James Randi maakte deel uit van dezelfde schikking. Geen van Gellers eisen werd ingewilligd.

Het emeritaat van Victor Stenger is waarschijnlijk één van de meest actieve en productieve ooit geweest. Hij gaf aan de lopende band interviews, verscheen in panels en gaf overal ter wereld lezingen. Hij schreef essays en was columnist bij de Huffington Post. In de afgelopen paar jaar publiceerde hij zo ongeveer één boek per jaar.

Amerikanen geloven vrij algemeen dat je van godsdienst een beter en moreler mens wordt. Op de elfde september van 2001 werd het op heel pijnlijke manier duidelijk dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn. De elfde september werd het beginsein van het “Nieuwe Atheïsme.” Het atheïsme kwam uit het verdomhoekje, werd assertief en zelfs enigszins respectabel. Een aantal begaafde essayisten richtte hun pijlen op God, kerk, bijbel en clerus. Stenger werd een vooraanstaand vertegenwoordiger van de beweging. Daar waar Richard Dawkins, Sam Harris en Daniel Dennett vooral schreven over biologie, evolutie en bewustzijn, daar schreef Stenger over de geschiedenis en structuur van de kosmos en over de oorsprong van de meest elementaire natuurwetten. Hij werd veel geprezen om een heldere schrijfstijl en om de manier waarop hij complexe natuurkundige zaken op een begrijpelijke manier aan een groot lekenpubliek wist te presenteren. In z’n essays, lezingen en boeken pleitte hij ook vurig en onomwonden voor “freedom from religion,” i.e. het recht om in het openbare leven niet geconfronteerd te worden met door de overheid gesanctioneerde religieuze uitingen. Een van z’n meest bekende quotes is uit het boek The New Atheism: Taking a Stand for Science and Reason (2009): “Science flies you to the moon. Religion flies you into buildings.”

De omslag van Victor Stengers meest succesvolle boek.
De omslag van Victor Stengers meest succesvolle boek

Stengers bekendste boek is “God: The Failed Hypothesis: How Science Shows that God Does Not Exist” (2007). Velen hadden reeds betoogd dat er geen bewijs is voor het bestaan van God. Victor Stenger ging een stap verder in dit boek en stelde dat er bewijs is tegen het bestaan van God. In het boek behandelt hij het bestaan van een judeo-christelijke-islamitische God als een hypothese. De God van het Oude en Nieuwe Testament bemoeit zich heel intensief met wat er in de wereld gebeurt. Als zo’n God de kosmos en het leven heeft geschapen, dan zouden er sporen moeten zijn van al die goddelijke activiteit. Er zouden empirische aanwijzingen gevonden moeten worden van al die bovenatuurlijke bedrijvigheid, vooral nu wetenschappers de realiteit bestuderen en doorgronden op de schaal van femtometers (1 femtometer =10-15 meter) tot aan de schaal van miljarden lichtjaren. Maar dit blijkt niet het geval te zijn. Zoals Stenger meerdere malen zegt: “… we conclude beyond a reasonable doubt that the universe and life look exactly as they can be expected to look if there is no God.” In maart 2007 haalde het boek de New York Times bestseller list. Een Nederlandse vertaling van de hand van Jan Willem Nienhuys is verkrijgbaar via bol.com. [red: zie ook het Skepsis-blog: ‘God bestaat niet‘]

Victor Stenger polemiseerde ook heel doeltreffend tegen het zogenaamde fine-tuning argument.

Het fine-tuning argument vormt de natuurkundeafdeling van de Intelligent Design en gaat als volgt. De natuurkunde maakt veelvuldig gebruikt van een aantal universele constanten, i.e. constanten die altijd en overal dezelfde waarde hebben. De lichtsnelheid in vacuüm (c = 300.000 km/s) en de gravitatieconstante (G = 6,67 × 10-11 m3/kg s2) zijn voorbeelden van zulke universele constanten. De waarden van deze constanten kunnen worden gemeten, maar kunnen verder niet als consequentie van een theorie worden afgeleid. Ze zijn in wezen “toevallig.” Er zijn ongeveer 25 van zulke constanten. Een kleine verandering in de waarde van elk van deze constanten leidt tot een heelal dat er heel anders uit ziet. Een iets grotere gravitatieconstante G leidt bijvoorbeeld tot een heelal dat kort na de Big Bang weer instort. Bij een iets kleinere waarde van G vormt de materie na de Big Bang nooit de clusters die leiden tot ontwikkeling van sterren. De aanhangers van het fine-tuning argument stellen dat het God zelf is geweest die, aan het begin der tijden, de natuurconstanten expres zodanig heeft afgesteld. Hierbij zou Hij ons, het toekomstig mensdom, in gedachten hebben gehad. Met het fine-tuning argument zou de wetenschap God gevonden hebben. Francis Collins, de directeur van het Amerikaanse National Institutes of Health, is bijvoorbeeld een vurig pleitbezorger van de fine tuning.

Een van Stengers boeken, The Fallacy of Fine-Tuning: Why the Universe Is Not Designed for Us (2011), is volledig gewijd aan de weerlegging van het fine-tuning argument. Hij wijst in eerste instantie op het volgende. Als je van kilo’s naar ponden gaat, dan wordt het gewicht van een auto aangegeven met een ander getal zonder dat er iets aan die auto verandert. Voor wezenlijke zaken, zoals dat een Fiat Panda 1,7 maal zo zwaar is als een Lelijk Eendje, maakt het uiteindelijk niet uit of je nu in ponden of in kilo’s werkt. Op dezelfde manier kun je de lichtsnelheid, de gravitatieconstante en andere natuurconstanten van numerieke waarde veranderen door je gewichtsmaat, lengtemaat, tijdseenheid, etc. te veranderen. Hierbij verandert er echter niets aan wat er in het heelal gebeurt. Als je dit feit in ogenschouw neemt, dan kun je de natuurconstanten terugbrengen tot een kleiner maar fundamenteel aantal. Stenger laat vervolgens zien dat de waarde van sommige natuurconstanten niet veel kan verschillen van wat ze is zonder de logica geweld aan te doen. Z’n volgende stap bestaat uit het aantonen d.m.v. computersimulaties dat je wel degelijk langlevende en levensvriendelijke universums kunt creëeren door twee of meer natuurconstanten tegelijk te veranderen. In dat geval kunnen de veranderingen elkaar min of meer compenseren. Als we ons er daarbij ook van bewust zijn dat leven niet noodzakelijkerwijs gebaseerd hoeft te zijn op koolstofverbindingen en waterige oplossingen, dan vinden we een vrij groot gebied voor de waarden van de natuurconstanten waarbinnen de ontwikkeling van leven mogelijk moet zijn. Tenslotte wijst Stenger er op dat het overgrote deel van het heelal een heel onvriendelijke omgeving vormt voor menselijk leven. Eigenlijk is het alleen een klein stukje aardoppervlak waar we redelijk goed uit de voeten kunnen. Daarbuiten is ons vooralsnog geen andere geschikte leefomgeving bekend.

Victor Stengers boodschap, verkondigd door middel van stadsbus.
Victor Stengers boodschap op een stadsbus

Net als Einstein en Feynman werd Stenger gedreven door een gevoel dat de natuurkunde van de kosmos en de elementaire deeltjes uiteindelijk simpel, logisch en elegant in elkaar moet zitten. Dit gevoel was de motivatie achter Stengers activiteiten en vormt een rode draad in z’n omvangrijk oeuvre.

Bij het vernemen van Victors overlijden moest ik onwillekeurig denken aan een uitspraak van hem uit hetzelfde boek dat de heibel met Uri Geller veroorzaakte: “Selling eternal life is an unbeatable business, with no customers ever asking for their money back after the goods are not delivered.” Victor was een effectief polemist. Z’n uitspraken prijken op T-shirts en op stadsbussen. Het is heel ironisch dat hij juist in z’n strijd tegen de grossiers in eeuwig leven een zekere mate van onvergankelijkheid voor zichzelf heeft gecreëerd.

 

Geïnteresseerd in één van de genoemde boeken? Bestel ze via onderstaande link bij Bol.com en steun daarmee Kloptdatwel!

Bij het overlijden van Victor Stenger 1
Bij het overlijden van Victor Stenger 2
Bij het overlijden van Victor Stenger 1
Bij het overlijden van Victor Stenger 2
Bij het overlijden van Victor Stenger 1
Bij het overlijden van Victor Stenger 2
Bij het overlijden van Victor Stenger 1
Bij het overlijden van Victor Stenger 2
Bij het overlijden van Victor Stenger 1
Bij het overlijden van Victor Stenger 2

 

Filed Under: (Bij)Geloof, Algemeen, Buitenland, De ideeën van, Skepticisme, Wetenschap Tagged With: intelligent design, skepticisme, Victor Stenger, wetenschap

Ecobeach – hoe een mislukt experiment beloond werd met een staatsbonus

10 October 2014 by Pepijn van Erp 6 Comments

Tussen 2006 en 2011 vond er bij Egmond aan zee een experiment plaats met een Deense uitvinding om het strand te beschermen: project Ecobeach. Aannemer BAM voerde het uit in samenwerking met Rijkswaterstaat. Op no-cure no-pay basis. Zo groot was blijkbaar het vertrouwen van BAM in het merkwaardige systeem waarvan wetenschappers niet konden bedenken waarom het zou werken. Na afloop waren BAM en Rijkswaterstaat heel tevreden en BAM haalde de maximale bonus binnen. Volgens wetenschappelijk instituut Deltares was er echter geen reden om aan te nemen dat de Deense buizen iets gedaan hebben. Onduidelijkheid troef. Na een Wob-verzoek zijn documenten openbaar gemaakt, die iets meer helderheid verschaffen.

Ecobeach, een proef opgezet door BAM in samenwerking met Rijkswaterstaat
Ecobeach, een proef opgezet door BAM in samenwerking met Rijkswaterstaat

Net voor kerst 2013 schreef ik hier op Kloptdatwel over de uitvinding van de Deen Poul Jakobsen en de proef die in Nederland werd uitgevoerd onder de naam Ecobeach: ‘Kustbescherming met Poul Jakobsen, innovatie of pseudowetenschap?‘ Daarin schrijf ik dat de proef goed doordacht opgezet lijkt te zijn, maar dat die volgens de wetenschappelijke evaluatie van Deltares eigenlijk laat zien dat het systeem niet werkt. Toch werd de maximale bonus uitgekeerd aan BAM, die het project op no-cure no-pay basis zou hebben uitgevoerd. Merkwaardig. Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) heb ik geprobeerd erachter te komen hoe de vork nu in de steel steekt.

Wob-verzoek

Mijn verzoek diende ik nog net in 2013 in en uiteindelijk kreeg de laatste stukken die onder mijn verzoek vielen ergens in maart van dit jaar; het werd intussen dus wel eens tijd dat ik daarover iets terugkoppel. De beantwoording van het verzoek nam wel zo’n beetje de maximaal toegestane tijd in beslag, omdat BAM bezwaren had tegen het openbaar maken van bepaalde documenten, maar die heeft de Wob-coördinator niet zwaar genoeg bevonden. Als het goed is, heb ik dus alle stukken ontvangen die er toe doen (of ik heb mijn verzoek niet ruim genoeg geformuleerd, dat kan natuurlijk ook nog). Hier een lijst met de stukken en een korte beschrijving:

Document met link (pdf) Toelichting
Beantwoording Wob-verzoek begeleidende brief Toelichting op hoe de procedure is verlopen en welke documenten aangetroffen zijn en geopenbaard worden.
Praktijkproef met BAM Ecobeach Dit is de projectovereenkomst, het contract met afspraken over de bonus en de eindrapportage.
Diverse facturen Betalingen door RWS aan o.a. Deltares en BAM
Vragen nav concept eindrapport Ecobeach Deltares Kritiek van Rijkswaterstaat en BAM op de rapportage van Deltares
Eindvergoeding Ecobeach Verantwoording en berekening van de bonus aan BAM
Eindafrekening Ecobeach Factuur van de bonus

Een aantal opmerkelijke zaken in de stukken zal ik in het vervolg bespreken.

Het contract

Wie het contract bestudeert, zal zich af vragen “hoezo no-cure no pay?” Voor tal van kostenposten zijn er namelijk vaste bedragen afgesproken. In plaats van no-cure no-pay is het beter te spreken van een contract waarin een prestatieafhankelijke bonus kan worden uitgekeerd bovenop een vaste vergoeding. Het is lastig in te schatten wat het risico van BAM was in dit project. Als de bonus op nul euro zou uitkomen, welke kosten zou BAM dan niet gedekt hebben? De bonus is in het contract gerelateerd aan een netto-groeivolume, dus niet aan een toename in absolute zin. Die netto toename zou je logischerwijs toch zien als het verschil tussen de (mogelijke) toe- of afname van het stuk strand met de buizen en het controle stuk zonder die buizen, maar heel precies gedefinieerd is dat niet in het eerste aanhangsel bij het contract:

Er vindt jaarlijks een volumevaststelling plaats. Als Ecobeach een positieve waarde (besparing op onderhoudskosten) genereert in de vorm van een gemiddelde zandtoename in het proefvak nr. 2 dan zal dit in de [sic] totale groeivolume na 3 jaar worden samengebracht.

Het ‘positieve waarde genereren’ suggereert toch sterk dat het moet gaan om zandtoename die toegeschreven kan worden aan Ecobeach en niet om toename door natuurlijke schommelingen. Waarom zou je anders ook de moeite te nemen een controlevak aan te wijzen? En had je met het innovatieve project ‘de natuur zijn gang laten gaan’ dan misschien ook Rijkswaterstaat kunnen verleiden tot zo’n bonusregeling? Grote kans op het vangen van een vette bonus en dat met nog lagere kosten.

Het eindrapport

De partijen hechten ook aan een zorgvuldige evaluatie staat in de overeenkomst. Uit de publieksfolder (pdf) was echter al duidelijk geworden dat er geen eindrapport meer komt, tenminste niet eentje die de goedkeuring kan wegdragen van Rijkswaterstaat, BAM én Deltares. Bij de geopenbaarde stukken zit een fors document waarmee BAM en Rijkswaterstaat gaten proberen te schieten in de analyse van Deltares. Veel van de vragen zijn helemaal niet gericht op het vinden van een goed antwoord of de vinding nou werkt of niet. Het lijkt er meer op dat het rapport van Deltares (pdf) vanwege de conclusie ondermijnd moest worden en niet vanwege de gevolgde methodiek. Of die bijeenkomst überhaupt nog doorgang heeft gevonden? Deltares heeft het rapport in ieder geval niet meer gewijzigd op grond van deze laatste aanval en zelf maar gepubliceerd op zijn website.

De bonus

Volgens het contract zou het rapport een voorwaarde zijn voor afronding van het project. Daar heeft Rijkswaterstaat echter voor het vaststellen van de bonus niet op gewacht. Al in 2011 werd de maximale bonus van ongeveer drie ton overgemaakt aan BAM. In het memo ‘Eindvergoeding Ecobeach’ van september 2011 staat hoe de berekening ging. Daar vallen een paar zaken aan op. Ten eerste wordt er tussen neus en lippen opgemerkt dat de projectgroep al in 2009 besloten had om het referentiejaar van 2006 naar 2007 te verschuiven. Waarom? Nou, begin 2007 was er een flinke storm die voor behoorlijk wat afslag zorgde. In het contract is wel opgenomen dat er onder dat soort omstandigheden mogelijk een ander basisjaar gekozen kon worden, maar waarom eigenlijk? Gaat het dan inderdaad niet om het netto-verschil, dat tussen de proef- en controle strook? De berekening laat zien, dat dat logische idee, als het al de bedoeling van het contract was, is losgelaten en dat de bonus is berekend op basis van de absolute groei! Dan komt het voor BAM natuurlijk wel erg goed uit om het referentiejaar zo te verschuiven dat begonnen wordt met meten vanaf een niveau dat zo laag mogelijk ligt.

In een spreadsheetje dat bij het memo zit, kunnen we zien dat er wel degelijk discussie is geweest over de grondslag van de berekening, in ieder geval over welk beginpunt genomen moest worden voor de berekening van de strandaanwas. Als ik het goed nagerekend heb, leverde die verschuiving een voordeel op van ongeveer twee ton voor BAM. Toch een fors bedrag, en dat op basis van een beslissing die volgens een voetnoot niet eens schriftelijk blijkt te zijn vastgelegd op het moment dat die genomen werd! De gekozen interpretatie van ‘netto-groeivolume’ is al discutabel, maar het wordt nog gekker: die toename wordt verdubbeld door te stellen dat die ook wel zal hebben plaatsgevonden op de andere proefstrook (waar geen controle-strook tegenover stond). Een winstverdubbelaar zonder enig risico voor BAM!

Totale kosten

Op basis van de stukken kunnen we proberen het kostenplaatje rond te maken. In de publieksfolder wordt gesproken over een totaal van 960.000 euro, waarvan 510.000 euro voor installatie, licentie, onderzoek, onderhoud en verwijderen en 450.000 euro voor monitoring en analyse. Dit is zover ik uit de stukken op kan maken allemaal door Rijkswaterstaat betaald. Die 510.000 bestaat uit de 70.000 euro vaste vergoeding per jaar (3 keer) plus die maximale bonus. Van die 450.000 kan ik in de facturen ongeveer 240.000 euro terugvinden. Wat de rest van dat bedrag behelst, weet ik niet, misschien zijn het projectkosten (uren) van Rijkswaterstaat zelf. Een integrale begroting is nooit opgesteld en hoefde dus ook niet openbaar gemaakt te worden naar aanleiding van mijn Wob-verzoek. Het zou natuurlijk ook interessant zijn om te weten wat BAM betaald heeft aan Jakobsen voor het gebruik van zijn systeem. En of daar nog resultaatafhankelijke afspraken bij gemaakt zijn. Daar zullen we echter niet zo snel achter komen.

Conclusies

Rijkswaterstaat was er blijkbaar veel aan gelegen om dit als een succes van publiek-private samenwerking te verkopen aan de buitenwacht. Lees bijvoorbeeld de folder ‘Innoveren en leren‘ (pdf, blz. 35 t/m 57).  In de discussie of het systeem nou werkt of niet lijkt Rijkswaterstaat volledig aan de kant van BAM te zijn gaan staan. Met name op de berekening van de bonus valt wel wat aan te merken. Er is eigenlijk geen goede reden gegeven dat alle keuzes daarin zo gemaakt zijn dat ze het gunstigst uitvallen voor de aannemer. Helemaal natuurlijk als je weet dat het systeem volgens de wetenschappers helemaal geen bijdrage heeft geleverd.
Deltares zal wel in een lastig parket gezeten hebben. Enerzijds stonden (en staan ze nog steeds) achter hun rapport en conclusies, maar anderzijds zijn ze natuurlijk grotendeels afhankelijk van opdrachten van de overheid en in het bijzonder Rijkswaterstaat. Te hard zeuren in die situatie is dan misschien linke soep. Niet zo verwonderlijk dat ze er geen zin in hadden om mij te vertellen hoe dit allemaal verlopen was.

Website van BAM over Ecobeach, met wel heel positieve kijk op de resultaten van de proef
De Ecobeach-website van BAM geeft een wel heel positief beeld van de resultaten van de proef

BAM lijkt spekkoper. Ze kregen de maximale bonus en kunnen het Nederlandse ‘succes’ natuurlijk goed gebruiken in hun PR bij het aan de man brengen van het systeem in het buitenland. De vraag is of dat zo’n vaart zal lopen. In Denemarken visten ze in ieder geval in januari dit jaar achter het net, maar daar kennen ze de uitvinding van Jakobsen (en de man zelf) natuurlijk al wat langer. Onlangs was BAM op een beurs in Seoul met een posterpresentatie en er is ook een nieuwe, gelikte website opgezet met informatie over Ecobeach in het Nederlands en Engels. Maar de mogelijk geïnteresseerde partijen zullen zich toch ook wel afvragen hoe het nu kan dat Nederland zo enthousiast was over het systeem met de buizen, maar het zelf nergens geïmplementeerd heeft?

Ik zou denken dat als de betrokken ambtenaren wat behoudender met het belastinggeld waren omgesprongen en het BAM wat lastiger hadden gemaakt met een striktere, maar goed verdedigbare uitleg van het contract, er van een bonus geen sprake zou zijn geweest. Maar ja, wat is nu die drie ton voor het vieren van een ‘succesvolle’ publieke-private samenwerking als er zo weinig andere projecten zijn waarover je de bewindslieden goed nieuws kunt laten brengen op dit gebied.

Filed Under: Algemeen, Factchecking Tagged With: BAM, Deltares, ecobeach, Poul Jakobsen, Rijkswaterstaat, WOB

Halotherapie, te nemen met een korreltje..?

1 October 2014 by Jan Broekhof 28 Comments

Halotherapie, te nemen met een korreltje..? 11
Relaxen in een zoutkamer. Klinkt speciaal, maar is het niet. Zoutgrot in Toledo, Spanje (foto: Saltium | Wikimedia Commons)

Als er een prijs zou zijn te vergeven voor de therapie met de meest attractieve naam dan scoort “Halo”, als begroeting en als de feeërieke nimbus rond de zon of maan, met een podiumplaats. Maar of het altegaar schone schijn is moeten we nog bezien.

(inf. : hal/halo is Grieks voor zout)

We gaan een jaar terug in de tijd als schrijver dezes en zijn bridgepartner constateren dat ze beide lijden aan dezelfde kwalen. Ouderdom komt met gebreken en bij ons uit zich dat in voorhoofdsholteontstekingen, verkoudheden en de gevreesde druppel aan de neus. De bestrijding is moeizaam met fysiologische zoutoplossingen, stoombaden, Otrivin, Nasivin e.d. en dozen zakdoeken. Allemaal korte termijn oplossingen.

En als de wakkere burger niet onmiddellijk zijn arts wil raadplegen, dan wel de talloze huismiddeltjes van de drogist of apotheek, dan is de eerste gang naar het internet waar de reguliere arts te vinden is alsmede het KNO maar ook de homeopathische behandelaars en hun producten, acupuncturisten, voetreflexologen en een exclusieve voedingsmiddeleningrediënt als Argan olie, uit de Fytotherapie: Gingko Biloba en uit de parfumindustrie: Buchu olie. Mocht dit alles nog niet voldoende aanspreken dan vinden we ook recentere introducties van behandelingen die een oplossing voorstaan die een langere duur hebben, een geconditioneerde omgeving propageren en met bewijzen komen van klinisch onderzoek. Zo’n nouveauté is de Halotherapie.

Heden ten dage worden Halotherapieën aangeboden in bijvoorbeeld Zaandam (de eerste Haloclinic in Nederland gestart rond 2010) Rotterdam, Almere, Heemstede, Drachten en Nieuwegein. Zij beschikken over zoutkamers met fraaie namen zoals “Sea Breeze Salt room” of “Medisalt centre of Sea climate”. De prijs die gemiddeld wordt gehanteerd is € 25 per uur, maar dan zijn er wel zo’n 20 behandelingen in het geding.

De historie van het ontstaan van de zoutkamers wordt het meest beeldend beschreven door de “A-style Beautyfarm” in Nieuwegein die gewaagt van Belgische monniken die rond 1520 hun zieke collega’s meenamen naar zoutgrotten (uit angst voor besmetting). Zij genazen razendsnel! En 100 jaar later werd dit op een bijeenkomst van abdijen nogmaals bevestigd met verwijzing naar behandeling in een andere zoutgrot.

Mag ik hierbij de “Klopt dat wel” lezers oproepen tot een bijdrage!? Mij zijn namelijk wel Belgische zoutgrotten bekend, maar de monniken nog zijn nog apocrief. Mijn dank als er historische georiënteerde wetenschappers hun licht op de geschiedenis van deze zoutgrotten behandeling laten schijnen.

Een meer modern aandoend onderzoek werd verricht in 1843 door de Poolse arts Feliks Boczkowski. Hij wordt het meest geciteerd als zijnde de eerste die het Solotvino fenomeen identificeerde d.w.z. dat de Poolse werkers in de zoutmijnen, ondanks slechte voeding en uitputtend werk, zich in prima conditie bevonden en steeds goed gehumeurd. Zelden waren ze verkouden of hadden last hadden van aandoeningen van de luchtwegen. Boczkowski stelde dat zout in aerosole vorm oorzaak was van hun welbevinden.

Het moderne gebruik stamt uit Duitsland waar Dr. Karl Hermann Spannagel tijdens de tweede wereldoorlog een verbetering constateerde in de gezondheid van zijn patiënten, nadat zij zich hadden verborgen in de Kluterhöhle Karst grot tijdens de bombardementen. De Wikipedia geeft verdere details onder het hoofd “Salt Therapy”.

De populariteit van behandelingen in zoutkamers van sanatoria en in zoutgrotten is voornamelijk een Duits/Zwitserse en Oost Europese aangelegenheid. Een toenemende populariteit is te registreren in Ned., België, de U.K. en de V.S.

Een behandeling

Als kort intermezzo richten wij de schreden naar een van de Haloklinieken en het is een “Ollands” gevoel als de eerste sessie om niet wordt aangeboden. In de meeste gevallen kunnen we de dagelijkse kleren aanhouden om de behandeling die rond 40 minuten duurt te ondergaan. De ergonomische ligstoel nodigt uit tot rusten en de sfeer wordt bepaald door “New Age”-muziek met als alternatief de ruisende golven en krijsende meeuwen. De verlichting kan bijdragen aan het holistische gevoel als er veelkleurige lampen zijn aangebracht (zoals ook in de zoutgrotten) en in vooraanstaande klinieken dragen de zoutlampen, uitgehakt uit grotere kristallen, bij aan het attractieve gebeuren door de roze, oranje gloed veroorzaakt door de ingesloten mineralen. Er zijn beweringen als zouden de lampen negatieve ionen afgeven ofwel positieve energie, echter een wetenschappelijke onderbouwing voor dit fenomeen is volgens referentie op Wikipedia niet voorhanden. Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Himalayan_salt

Keren wij terug naar de suggesties die de klinieken doen voor aan te pakken aandoeningen. Vrijwel alle Nederlandse klinieken zitten in het zelfde spoor en indiceren meestal o.a. :

  • Halotherapie, te nemen met een korreltje..? 12
    Halotherapie in Slovenië (foto: Kúpele Štós | Wikimedia Commons)

    Kinderen (astma en allergie)

  • Astma
  • Bijholteontsteking (Sinusitis)
  • Hooikoorts
  • COPD
  • Bronchitis
  • Hoesten
  • Rokers klachten
  • Oorontsteking
  • Eczeem
  • Psoriasis
  • Sporters (betere prestaties)
  • Stress, angstigheid, nerveusheid
  • Slapeloosheid
  • Pijnlijke gewrichten en artritis
  • Verkoudheden van frequente aard

Maar ook wat vagere werkingen als:

  • Verbetering van de longfunctie
  • Verlaging van de dosering van medicijnen (in overleg met de arts)
  • Vergroten van de weerstand tegen luchtwegaandoeningen
  • Een huid die rustiger wordt ofwel zich beter hersteld
  • Ontstekingsremmend en bacteriedodend c.q. groeivertragend
  • Verwijdering van pollen uit de luchtwegen
  • Vermindering van eczeemplekken enz.

Onze geestverwante bij de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VdtK) duidt erop dat dit klassieke rijtjes van chronische aandoeningen zijn die van nature een wisselend verloop hebben. Als men een behandelaar bezoekt op het ergste punt van de kwaal of aandoening dan zal het natuurlijke beloop voor de verbetering zorgen. De (alternatieve) behandelaar krijgt automatisch krediet!

Psoriasis, met zijn opvallende kenmerken, laat zich spectaculair genezen als zon, goede weersgesteldheid, zout water (vooral in concentraties als in de Dode Zee) en afwezigheid van stress de elementen zijn. Scoren voor open doel!

Bewijzen?

Mogen we uit het bovenstaande al twijfel distilleren over de werkzaamheid van de zoutkamers; zwaarder geschut wordt aangedragen door H-Jo van Healthy dose of skepticism en die het op zich nam de vooraanstaande medische literatuur databases Medline en Embase te screenen. Alleen op Embase werd een Russisch onderzoek uit 1997 gevonden waarbij een groep van 29 patiënten in een sanatorium omgeving halotherapie onderging. De Russen vonden een positief resultaat, maar rapporteerden niet meer dan dat. Zonder extra gegevens [die normaliter standaard in het abstract staan, Red.] kan dit resultaat niet goed beoordeeld worden.

Opvallend is ook de discussie op de advieslijn van het Longforum (van voorheen het Astmafonds) waarbij de positieve recensies van de Halo klinieken veel patiënten doen besluiten een Halokliek te bezoeken. (De Skepticus vraagt zich in die gevallen altijd af waar de negatieve recensies zijn gebleven.)

Als we ons wijden aan de door de Halo klinieken gepresenteerde bewijzen voor de effectiviteit van de therapie dan vinden we die o.a. op de website van de Rotterdamse onderneming Salt Rooms-Halotherapie [link via internet archive want de website saltrooms.nl lijkt niet meer actief te zijn, Red.] die een drietal studies aangeeft als onderbouwing, maar dan wel van zeer lichtvoetige aard. De eerste referentie van Garavello et al. geeft aan dat een “Hypersaline nasal irrigation in children with symptomatic seasonal allergic rhinitis“ aan een “randomized study” is onderworpen. Het verband met een behandeling in een zoutkamer ligt er niet duimendik op.

De tweede referentie van onderzoekers E.Daviskas et al. geeft aan dat “inhalation of hypertonic saline aerosol enhances mucociliary clearance in asthmatic and healthy subjects”. Ook hier wordt voor Salt Rooms maar even aangenomen dat de zoutconcentratie bij verstuiven van een aerosol met een zoutoplossing in de buurt ligt van de zout concentratie boven zoutkristallen. Een wandeling langs de noordzee, op een stormachtige dag, leert dat het verstoven zeewater veel zout in de lucht (en op onze huid) brengt. Wie ooit uitgebreid snuffelde aan een potje zout zal bemerkt hebben dat er dan geen enkele geur of zoutresten op de huid zijn waar te nemen.

Nummer drie is van Mark R.Elkins et al. Het geeft aan dat patiënten met “cystic fibrosis” (taaislijm ziekte) baat hebben bij het gebruik van een “hypertonic saline” inhalatie als die wordt voorafgegaan door een “bronchodilator” (zou dat op zich al niet helpen??) hetgeen zou resulteren in een “inexpensive, safe, and effective additional therapy”. Niet bepaald een aanpak die vergelijkbaar is met die in een zoutkamer.

Het “bon mot” van Voltaire vertaald naar het Engels luidt: “the art of medicine consists in amusing the patient while nature cures the disease”. Dit citeren we van de website van de Rotterdamse Saltrooms en voor deze skeptische opmerking kunnen we ze alleen maar huldigen!

De gedachten die we koesteren over de werkzaamheid van de zoutkamers worden bepaald niet onderschreven door de natuurkundigen omdat met de dampspanning van zout bij kamertemperatuur het zoutgehalte in de lucht lager is dan één miljardste gram per kubieke meter. Voor homeopaten is dit een werkzame hoeveelheid. De gedachte die ook meespeelt is hoe bereiken de zoutkamers in Nederland bijv. de steriliteit c.q. pollenarme situatie van de ondergrondse grotten. Om het microklimaat in die grotten te simuleren zou de lokale lucht mee geleverd moeten worden. Dan pas zijn we holistisch aan de gang.

resized_640px-Bad_Soden_Salzgrotte
Een zoutgrot met kleurige lampjes, Bad Soden-Salmünster (foto: Reise-Line | Wikimedia Commons)

Conclusie

In de richtlijnen van longartsen, medisch specialisten en huisartsen wordt halotherapie nooit genoemd als behandeloptie omdat er geen bewijs is van klinisch relevante behandeleffecten. Zoutkamers, al dan niet verbonden aan een sauna en spafaciliteiten, zijn een leuke locatie voor wie zich wil ontspannen maar de medische claims over de effectiviteit van halotherapie zijn ongegrond en misleidend.

Op de advieslijn van het Longforum wordt door de adviseur opgemerkt dat er niet voldoende informatie over de Halotherapie beschikbaar is om tot enig advies te komen. Zouttherapie is niet wetenschappelijk bewezen, de verwijzingen zoals genoemd zijn misplaatst en veranderen niets aan het ontbreken van wetenschappelijk bewijs. Verlichting van klachten kan gebaseerd zijn op de rituelen, voorkomendheid van de behandelaars en placebo/nocebo effecten ook nooit uit te sluiten. Eenieder doet er verstandig aan het commentaar op www.longforum.nl op waarde te schatten voordat men zich weer tijd en geld uit de zak laat kloppen. En sla er in geval van twijfel ook even de polis van de zorgverzekeraar op na.

De aanraders voor degenen die zich nog verder in de materie willen verdiepen:

http://twentyfirstfloormirror.wordpress.com/2011/06/23/a-pinch-of-salt/ – Jolige aanpak van de Schotse skeptici!
www.thesaltpipe.co.uk – Fraaie keramische inhalator.

Met dank aan Piet Rademaker voor de kritische opmerkingen en aanpassingen.

Filed Under: Algemeen, Gezondheid Tagged With: asthma, halo, halotherapie, luchtwegen, zout, zoutkamer

Première: An Honest Liar: The Amazing Randi Story

29 September 2014 by Maarten Koller 6 Comments

Begin 2013 schreven we over het kickstart project “An Honest Liar”, de film over James Randi. Ik heb destijds ook een bedrag gestort, dus ik vind het erg leuk om aan te mogen kondigen dat de film zijn Nederlandse première krijgt op 7 oktober te Groningen.

De bezichtiging wordt georganiseerd door Studium Generale Groningen in het kader van de serie ‘Are you being fooled?‘:

Honest LiarDatum:
Dinsdag 7 oktober 2014 – 19:30 tot 22:00
Locatie:
Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Tickets:
Admission free

An Honest Liar is a feature documentary about the life and career of James ‘The Amazing’ Randi and his mission for truth by perpetrating a series of unparalleled investigations and elaborate hoaxes.

These grand schemes fooled scientists, the media, and a gullible public, but always with a deeper goal of demonstrating the importance of evidence and the dangers of magical thinking. But can you trust a master deceiver?
Introduction and discussion led by Psychologist Anastasios Sarampalis, University of Groningen.

De serie vervolgt op 29 oktober met een lezing van Johan Braeckman: “Critical thinking: pitfalls and possibilities“.

 

Met dank aan Alexander Pietrus-Rajman voor de tip.

Filed Under: Algemeen, Skepticisme Tagged With: documentaire, Honest Liar, james randi

Sperma naar de klote door mobiele telefonie?

18 September 2014 by Laurens Dragstra 58 Comments

Vrij laconiek berichtte de Volkskrant enige tijd terug over een nieuwe studie die een verband suggereert tussen het gebruik van mobiele telefoons en een verminderde kwaliteit van sperma. De elektromagnetische golven van de telefoons zouden de beweeglijkheid en levensvatbaarheid van zaadcellen negatief beïnvloeden en daarmee bijdragen aan verminderde vruchtbaarheid. In hetzelfde artikel sprak een hoogleraar in de humane voortplantingsbiologie geruststellende woorden. Hij wees onder meer op de matige kwaliteit van het onderzoek naar de effecten van telefoonstraling op zaadcellen. Als we kijken naar het onderzoek waarop de nieuwste studie is gebaseerd, lijkt die relativering zonder meer terecht.

De studie in kwestie is Effect of mobile telephones on sperm quality: a systematic review and meta-analysis door Adams et al., gepubliceerd in het tijdschrift Environment International (hier het volledige artikel). Achtergrond van de studie is het gegeven dat in diverse landen geconstateerd wordt dat de kwaliteit van het sperma achteruit gaat. Zo’n 14% van de stellen in geïndustrialiseerde landen ondervindt op enig moment problemen bij het zwanger worden en onvruchtbaarheid of zwak zaad van de man kan daarvoor verantwoordelijk zijn. Bijna al die mannen hebben een mobiele telefoon, dus was het volgens de onderzoekers nuttig om in een systematische keuring met meta-analyse na te gaan of de radiofrequente elektromagnetische golven van mobiele telefoons de beweeglijkheid (motility), levensvatbaarheid (viability) en concentratie van het zaad verminderen. Daarbij ging het overigens niet alleen om het dragen van een mobiele telefoon in de broekzak – zoals het Volkskrantartikel suggereert – maar in het algemeen om het effect van de telefoonstraling op het zaad. Voor hun meta-analyse verzamelden de onderzoekers eerst de relevante studies over het onderwerp die tussen 2000 en 2012 gepubliceerd waren. Uiteindelijk voldeden tien studies aan alle door de onderzoekers gestelde criteria, in totaal goed voor 1492 samples sperma. Dat betekent overigens niet dat het ook om 1492 personen ging: zaadmonsters werden in sommige onderzoeken opgedeeld in meerdere samples van dezelfde proefpersoon.

Resultaten van de meta-analyse

(foto: Mk2010, CC-licentie)
Een bedreiging voor onze vruchtbaarheid? (foto: Mk2010, CC-licentie)

Negen van de tien studies met in totaal 1448 samples keken naar de beweeglijkheid van het sperma. Zes daarvan vonden significant negatieve effecten van de elektromagnetische straling van mobiele telefoons op die beweeglijkheid. Vijf van de tien studies met in totaal 816 samples hadden mede betrekking op de levensvatbaarheid. Vier van de vijf vonden “a significant negative association between mobile phone exposure and sperm viability”. Ten slotte werd in zes van de tien studies (1376 samples) mede gekeken naar de spermaconcentratie. De resultaten waren hier dubbelzinnig en onduidelijk. De auteurs concluderen in hun artikel dat de mogelijkheid bestaat dat radiofrequente elektromagnetische straling thermische en niet-thermische effecten op cellen heeft. Die thermische effecten kunnen bijvoorbeeld optreden als de telefoon in de broekzak, dus dicht bij de testikels, wordt gedragen. Maar de auteurs geven ook toe dat andere factoren dan de straling, zoals leeftijd en roken, een rol kunnen spelen, en dat deze in de gebruikte studies lang niet altijd zijn meegenomen. Niettemin vinden zij hun resultaten dusdanig consistent dat zij die zien als bewijs voor een causaal verband tussen de elektromagnetische straling en de gemeten negatieve effecten.

Een probleem met de meta-analyse van Adams et al. is dat deze uitsluitend gebruik maakt van studies die op zichzelf niet zo heel veel duidelijkheid kunnen verschaffen over de relatie tussen mobiele telefonie en de kwaliteit van sperma. Idealiter wordt dat onderzocht in een RCT, waarbij een groep proefpersonen (bij voorkeur ‘normale’ personen zonder vruchtbaarheidsproblemen) at random wordt verdeeld over twee subgroepen, waarvan de ene wordt blootgesteld aan de elektromagnetische straling van een mobiele telefoon en de andere niet. De onderzoekers kunnen vooraf bepalen of het gaat om blootstelling door te bellen of door het dragen van de telefoon in de broekzak of elders. Door de randomisering zullen beide groepen ongeveer evenveel rokers, oudere mannen en mannen met overgewicht bevatten. Op vooraf bepaalde momenten kan dan de kwaliteit van het sperma worden gemeten, uiteraard liefst blind, zodat de onderzoekers niet weten of het zaad van een blootgestelde proefpersoon afkomstig is of niet. Zulke RCT’s zouden op zichzelf niet moeilijk te realiseren moeten zijn, maar de meta-analyse kon er geen gebruik van maken, want dergelijke studies zijn nog niet uitgevoerd. Het onderzoek van Adams et al. is daarom helaas op twee andere soorten onderzoek gebaseerd, namelijk in vitro-studies en observerende in vivo-studies. In de Volkskrant merkte hoogleraar Sjoerd Repping, specialist op het gebied van humane voortplantingsbiologie, hierover op:

“Vaak ondervragen onderzoekers mannen die naar een ivf-kliniek komen over hun gsm-gebruik: een methode die niet de meest betrouwbare resultaten oplevert. Vaak wordt verzuimd om verstorende factoren (Is een man te dik? Rookt hij?) mee te wegen. Soms doen wetenschappers wonderlijk onderzoek en stellen ze zaadcellen in een schaaltje bloot aan de straling van een telefoon. Maar dat geeft natuurlijk niet weer wat er in een mannentestikel gebeurt, zegt Repping.”

In vitro-studies

cellsDe studie van Adams is gebaseerd op zes in vitro-studies en vier in vivo observatiestudies. Zes studies waarbij sperma in een schaaltje wordt blootgesteld aan telefoonstraling is wel erg veel, ook al waren die zes studies met in totaal 234 samples slechts goed voor zo’n 16% van alle samples. Wat op een schaaltje gebeurt, hoeft niet representatief te zijn voor wat er in het lichaam gebeurt. De hiernaast afgebeelde cartoon geeft dat treffend weer. Als we bijvoorbeeld zaadcellen op een schaaltje blootstellen aan de warme lucht die geproduceerd wordt door een föhn, dan is het best aannemelijk dat we effecten op de kwaliteit van het zaad kunnen meten. Maar moeten we daaruit de conclusie trekken dat een man beter maar beter geen föhn kan gebruiken om zijn haar te drogen (gesteld dat hij, echte kerel dat hij is, dat wil)? Dat een mobiele telefoon boven een schaaltje zaadcellen effecten veroorzaakt, wil dus nog helemaal niet zeggen dat een telefoon in een broekzak hetzelfde effect heeft. Over mobiel bellen, waarbij de telefoon tegen het hoofd wordt gehouden, op ruime afstand van de testikels, zegt dit soort in vitro-onderzoek al helemaal weinig.

Dit zijn alle gebruikte in vitro-studies:

Agarwal et al., 2009
A. Agarwal, N.R. Desai, K. Makker, A. Varghese, R. Mouradi, E. Sabanegh, et al.
Effects of radiofrequency electromagnetic waves (RF-EMW) from cellular phones on human ejaculated semen: an in vitro pilot study
Fertil Steril, 92 (2009), pp. 1318–1325

Ahmed and Baig, 2011
L. Ahmed, N.M. Baig
Mobile phone RF-EMW exposure to human spermatozoa: an in vitro study
Pak J Zool, 43 (2011), pp. 1147–1154

De Iuliis et al., 2009
G. De Iuliis, R. Newey, B. King, R. Aitken
Mobile phone radiation induces reactive oxygen species production and DNA damage in human spermatozoa in vitro
PLoS One, 4 (7) (2009), p. e6446

Dkhil et al., 2011
M. Dkhil, M. Danfour, S. Al-Quraishy
Sperm function is affected by the electromagnetic radiation emitted by mobile phone
Afr J Microbiol Res, 5 (2011), pp. 4896–4900

Erogul et al., 2006
O. Erogul, E. Oztas, I. Yildirim, T. Kir, E. Aydur, G. Komesli, et al.
Effects of electromagnetic radiation from a cellular phone on human sperm motility: An in vitro study
Arch Med Res, 37 (2006), pp. 840–843

Falzone et al., 2008
N. Falzone, C. Huyser, F. Fourie, T. Toivo, D. Leszczynski, D. Franken
In vitro effect of pulsed 900 MHz GSM radiation on mitochondrial membrane potential and motility of human spermatozoa
Bioelectromagnetics, 29 (2008), pp. 268–276

Ik zal ze niet in detail bespreken. Dat zou saai zijn en weinig toevoegen, want we kunnen nu al vaststellen dat op basis van dit soort in vitro-onderzoeken geen harde conclusies kunnen worden getrokken over wat er in het lichaam gebeurt. Bovendien kan ik niet van alle studies de volledige tekst vinden. Maar enige opmerkingen wil ik de lezer niet onthouden. Wat direct opvalt, is dat twee van de zes onderzoeken – Ahmed and Baig en Dkhil et al. – in tamelijk obscure tijdschriften zijn gepubliceerd, namelijk het Pakistan journal of zoology en het African Journal of Microbiology Research. Beide staan niet in PubMed, al kent die databank wel twee publicaties uit het eerstgenoemde tijdschrift uit 1979 en 1980. Het African Journal of Microbiology Research is een uitgave van Academic Journals, en dat staat op de lijst van Jeffrey Beall [mirror] met dubieuze open access uitgevers. Je kunt je ook afvragen of Adams et al. deze studies, los van eventuele kwalitatieve gebreken, wel bij hun meta-analyse hadden moeten betrekken. Adams et al. richtten zich immers op vruchtbaarheidsproblemen in “in high- and middle-income countries” en je kunt je serieus afvragen of landen als Pakistan, Egypte en Libië daar wel onder te brengen zijn. In het Pakistaanse onderzoek werd overigens ook nog een beetje vitamine E aan de zaadcellen op het schaaltje toegevoegd. En jawel, dat bood enige bescherming tegen de telefoonstraling!

Petrischaaltje (foto: Miaow Miaow, CC-licentie)
Petrischaaltje (foto: Miaow Miaow, CC-licentie)

Wat verder opvalt, is dat de zaadcellen in het schaaltje doorgaans worden blootgesteld aan de elektromagnetische golven van een mobiele telefoon ‘in talk mode’. Daarmee is kennelijk bedoeld een mobiele telefoon die actief data verzendt en ontvangt. Nu vermoed ik dat de zaadcellen niet veel te melden hadden, maar het moge duidelijk zijn dat een mobiele telefoon die actief data verzendt naar en ontvangt van een zendmast (of meerdere zendmasten als de beller onderweg is) meer elektromagnetische straling produceert, c.q. een hogere SAR-waarde (uitgedrukt in W/kg) heeft dan een telefoon die op stand-by in de broekzak wordt gedragen. De onderzoekers van Agarwal et al., 2009 probeerden ook specifiek de situatie te benaderen van mannen die met een headset belden terwijl de mobiele telefoon zich in de broekzak bevond. Maar dat zegt dus niets over bellen met de mobiele telefoon tegen het hoofd en evenmin over het effect van een mobiele telefoon die in de stand-by stand in de broekzak zit op de testikels en het sperma. Bovendien bellen veel mensen die een oortje gebruiken met de telefoon in de hand.

De duur van de blootstelling aan de elektromagnetische golven verschilde van studie tot studie. De Turkse studie van Erogul et al. deed dat kennelijk maar vijf minuten, terwijl de meest alarmistische studie, die van De Iuliis et al., de effecten van maar liefst 16 uur blootstelling in kaart bracht. We mogen aannemen dat maar weinig mannen zo lang bellen of zoveel uur een mobiele telefoon in hun broekzak dragen. Het onderzoek van De Iuliis et al. valt sowieso uit de toon, omdat het op slechts 8 samples is gebaseerd (het onderzoek zelf stelt steeds “All results are based on 4 independent samples”; die zijn kennelijk dan gesplitst). Bovendien gebruikten de onderzoekers geen mobiele telefoons, maar een “waveguide, connected to a function generator and RF amplifier”, waarmee de cellen werden blootgesteld aan frequenties van 1,8 GHz en SAR-waarden tot wel 27,5 W/kg. Ter vergelijking, de limiet van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) is 2,0 W/kg, in de Verenigde Staten geldt een limiet van 1,6 W/kg en veel mobiele telefoons hebben een nog lagere SAR-limiet. Bij een Nokia Lumia 520 is die volgens de handleiding bijvoorbeeld 1,09 W/kg. Omdat tegenwoordig overal zendmasten staan, zal een mobiele telefoon bovendien lang niet altijd op maximaal vermogen hoeven te zenden en te ontvangen, zodat de SAR-waarde in de praktijk nog lager is.

In vivo-studies

Adams et al. maakten voor hun meta-analyse ook gebruik van vier in vivo-studies, die allemaal werden uitgevoerd met bezoekers van vruchtbaarheidsklinieken als proefpersonen. De in vivo-studies zijn voor de conclusies van de meta-analyse nog veel belangrijker, want zij betreffen zo’n 84% van de 1492 samples. Het zijn de volgende studies:

Agarwal et al., 2008
A. Agarwal, F. Deepinder, R.K. Sharma, G. Ranga, J. Li
Effect of cell phone usage on semen analysis in men attending infertility clinic: an observational study
Fertil Steril, 89 (2008), pp. 124–128

Feijo et al., 2011
C. Feijo, S. Verza Junior, S.C. Esteves
Lack of evidence that radiofrequency electromagnetic waves (RF-EMW) emitted by cellular phones impact semen parameters of Brazilian men (zie ook hier)
Hum Reprod, 26 (2011), pp. i139–i140

Fejes et al., 2005
I. Fejes, Z. Zavaczki, J. Szollosi, S. Koloszar, J. Daru, L. Kovacs, et al.
Is there a relationship between cell phone use and semen quality?
Arch Androl, 51 (2005), pp. 385–393

Sajeda and Al-Watter, 2011
S. Sajeda, Y. Al-Watter
Effect of mobile phone usage on semen analysis in infertile men
Tikrit J Pharm Sci, 7 (2011), pp. 77–82

Ook hier weer een paar opmerkingen. Het laatste onderzoek is wel erg curieus. De auteurs zijn verbonden aan de Universiteit van Mosul in Irak (tegenwoordig Islamitische Staat) en hun studie is gepubliceerd in het totaal onbekende Tikrit Journal of Pharmaceutical Sciences. Dat is kennelijk een Open Access tijdschrift. Je kunt de redactie mailen via een Yahoo-adres. Sajeda and Al-Watter vonden net als Agarwal et al., 2008 negatieve effecten van telefoonstraling op de kwaliteit van het sperma. Opvallend is hoe intensief het belgedrag was van de in deze studies onderzochte personen. In de Irakese studie belden 50 van de 300 proefpersonen 4 uur of meer per dag. In de studie van Agarwal et al. ging het om 114 van de 361 proefpersonen. Je kunt je afvragen of zulke beltijden realistisch zijn en de auteurs van Agarwal et al. doen dat dan ook: “We relied only on the self-perceived history of the subjects and did not validate their cell phone use.” Wie werkelijk meer dan 4 uur of meer per dag mobiel belt, heeft misschien ook te weinig tijd om voldoende te bewegen. Dat kan leiden tot overgewicht, wat mogelijk weer invloed heeft op de vruchtbaarheid van de man. Ook hiervoor konden de auteurs niet corrigeren: “Inability to analyze covariates other than age is also a limiting factor”.

Roken heeft zéker invloed op de kwaliteit van sperma (foto: Tomasz Sienicki, CC-licentie)
Roken heeft zéker invloed op de kwaliteit van sperma (foto: Tomasz Sienicki, CC-licentie)

Als je andere mogelijk verstorende factoren buiten beschouwing laat, kun je totaal verkeerde conclusies trekken. Dat is overigens bij discussies over ‘elektrosmog’ een bekend fenomeen. Alarmisten meenden lang dat een overtuigend verband tussen bovengrondse elektriciteitsleidingen en leukemie bij kinderen was aangetoond, maar later bleken benzeen bevattende uitlaatgassen van auto’s een misschien wel veel aannemelijkere boosdoener (zie Marcel Hulspas, ‘Bang voor het broodrooster’, Skepter 1993a, vol. 6 (1), p. 23-27). Interessant is dat de studie van Feijo et al. wél naar “confounding factors such as cigarette smoking, body mass index and alcohol intake” keek. De studie, gepubliceerd in het respectabele tijdschrift Human Reproduction, onderzocht 571 mannen met vruchtbaarheidsproblemen, waarvan er slechts 23 (4%) nooit een mobiele telefoon zeiden te gebruiken. Ook hier weer veel mannen die beweerden meer dan 4 uur per dag te bellen (120), maar de auteurs vonden dit keer geen negatieve effecten van de elektromagnetische golven van mobiele telefoons op beweeglijkheid, levensvatbaarheid en concentratie van het sperma:

“Sperm count, progressive motility, viability, strict sperm morphology and HOST results were not significantly different in non-users and users with daily talk-time duration of < 120 minutes, 120–240 min and > 240 min. Evaluation of confounding factors such as cigarette smoking, body mass index and alcohol intake did not alter results. (…) Among this group of Brazilian men the length of talk time was not correlated with sperm concentration, viability, progressive motility and HOST scores.”

Merkwaardig genoeg staat deze studie in de meta-analyse van Adams et al. vermeld met een sample size van slechts 343, terwijl er als gezegd 571 deelnemers waren. De tabel uit het abstract van Feijo et al. geeft echter 497 proefpersonen aan. Hoe dat allemaal kan, is helaas niet vast te stellen, nu de volledige tekst van het onderzoek van Feijo et al. niet vrij beschikbaar is. Het onderzoek staat ook niet in PubMed, terwijl meer dan 13.000 artikelen uit Human Reproduction daar wél in staan. Hoe dit ook zij, uit de meta-analyse van Adams et al. blijkt wel duidelijk dat het voor de uitkomsten van hun studie veel uitmaakt of ze het onderzoek van Feijo et al. wel of niet buiten beschouwing laten. Buiten beschouwing laten levert veel dramatischer conclusies op.

Vergelijk overigens eens de tabel uit Feijo et al. eens met die uit Agarwal et al., 2008 en die uit Sajeda and Al-Watter (Fejes et al. zit achter een betaalmuur). Dan vallen twee zaken op: de grote verschillen tussen de tabellen en binnen de tabellen. Met name bij de concentratie (sperm count) is de standaard deviatie heel hoog. Hier hebben de respectieve onderzoekers blijkbaar zeer variabele waarden gemeten, waarbij we overigens niet moeten vergeten dat alles vanaf ca. 15 miljoen zaadcellen als ‘normaal’ wordt beschouwd, al is het gemiddelde volgens Sjoerd Repping 50-100 miljoen (zie hierna; andere bronnen noemen 20-40 miljoen in de westerse wereld). Kijken we naar de verschillen tussen de tabellen, dan zien we dat niet-bellende Irakezen veel minder zaadcellen produceerden dan Brazilianen die meer dan vier uur belden! Geen wonder dat Adams et al. met hun wiskundige modellen niet tot eenduidige conclusies konden komen ten aanzien van de concentratie. Braziliaanse mannen die mobiel belden kregen iets beweeglijker zaad dat gemiddeld ook nog 4-7,6% meer levensvatbaar was. Maar bij Agarwal gingen beweeglijkheid en levensvatbaarheid juist tot meer dan 20% achteruit naarmate er meer gebeld werd. In beide gevallen overigens weer aanzienlijke standaard deviaties, vooral bij Feijo.

Tabel uit Agarwal et al. 2008
Tabel uit Agarwal et al. 2008
Tabel uit Feijo et al.
Tabel uit Feijo et al.
Sajeda and Al-Watter (group 1 : 4 h / day ; group 2 : 3 h / day ; group 3 : 2 h / day; group 4 : no use)
Sajeda and Al-Watter (group 1 : 4 h / day ; group 2 : 3 h / day ; group 3 : 2 h / day; group 4 : no use)

Besluit

Adams et al. geven toe dat hun meta-analyse beperkingen kent. Niettemin menen zij, zoals aan het begin van deze bijdrage al opgemerkt, dat hun resultaten bewijs leveren voor de stelling dat elektromagnetische straling van mobiele telefoons een negatieve impact heeft op sperma. Gelet op het voorgaande en de kritiek van een hoogleraar als Repping kun je daar best vraagtekens bij plaatsen. Het in vitro-onderzoek is maar van beperkte waarde, terwijl op basis van het observerende in vivo-onderzoek ook geen harde, eenduidige conclusies getrokken kunnen worden. Nergens in hun meta-analyse doen Adams et al. een poging de tien gebruikte studies te beoordelen op kwaliteit. Dat is bij meta-analyses wel gebruikelijk, zodat studies van mindere kwaliteit kunnen worden buitengesloten.

Om een voorbeeld te geven: de deskundigen die in de studie van Agarwal et al. (2008) de zaadmonsters onderzochten, waren geblindeerd, terwijl die in de Irakese studie dat vermoedelijk niet waren (het staat nergens vermeld). Als dan bij het meten van bijvoorbeeld de beweeglijkheid van de zaadcellen subjectieve factoren een rol kunnen spelen, dan maakt het nogal uit of de onderzoekers weten of het zaadmonster van een proefpersoon is die veel of weinig belt. Adams et al. pleiten aan het slot van hun artikel voor een RCT, uitgevoerd buiten de muren van een vruchtbaarheidskliniek. Maar misschien hadden ze die beter zelf kunnen uitvoeren in plaats van studies uit alle delen van de wereld te verzamelen, waarvan een groot aantal methodologisch zwak of in obscure tijdschriften gepubliceerd, en daar een weinig zeggende meta-analyse van te maken.

Mannen die na het lezen van de studie van Adams et al. vrezen voor hun vruchtbaarheid, kunnen gerustgesteld zijn: de studie rechtvaardigt geen conclusies over een causaal verband tussen mobiel bellen en verminderde kwaliteit van sperma. Wie toch nog enigszins vrees koestert, kan zijn telefoon voortaan in de binnenzak in plaats van de broekzak meenemen. En voor wie dan nog steeds in een paniekstemming verkeert, komen deze relativerende woorden van Repping wellicht van pas:

“De onderzoeksresultaten laten nu ook weer niet zien dat het sperma van mobiele telefoongebruikers dramatisch verslechtert. Per zaadlozing komen gemiddeld 50- tot 100 miljoen zaadcellen vrij, zegt Repping, en al zouden dat er 5 miljoen minder zijn, die iets langzamer zwemmen, dan maakt dat niets uit voor de vruchtbaarheid. ‘Bij problemen met de voortplanting is de kwaliteit van het sperma van ondergeschikt belang. Beter sperma geeft wel een iets hogere kans op zwangerschap, maar veruit de belangrijkste factor is de leeftijd van de vrouw. Mannen doen er pas echt toe als ze helemaal geen zaadcellen hebben.'”

Titelafbeelding via Flickr

Filed Under: Algemeen, Buitenland, Gezondheid, Wetenschap Tagged With: elektromagnetische straling, gsm, meta-analyse, sperma, stralingsangst, telefoonstraling, zaadcellen

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 106
  • Page 107
  • Page 108
  • Page 109
  • Page 110
  • Interim pages omitted …
  • Page 147
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Fluoride-angst?
30 June 2025 - Ward van Beek
Fluoride-angst?

Raad eens’, vraagt Cor van Loveren: ‘Het is begin jaren zeventig. Hoeveel gaatjes denk je dat een kind van vijf gemiddeld had?’ Het antwoord: achttien. ‘In haast elke tand zat wel een gat.’ Gemiddeld genomen dan. Er waren ook tanden…Lees meer Fluoride-angst? › [...]

James Randi test wichelroedelopers in Australië
11 June 2025 - SkepsisSiteBeheerder
James Randi test wichelroedelopers in Australië

In 1980 bezocht James Randi Australië op uitnodiging van Dick Smith om daar een test uit te voeren met wichelroedelopers.Lees meer James Randi test wichelroedelopers in Australië › [...]

Polarisatie juist goed voor democratie?
5 June 2025 - Ward van Beek
Polarisatie juist goed voor democratie?

.Soms lijkt het wel alsof we elkaar de hele dag de tent uit vechten. Op social media, bij verjaardagsfeestjes en in talkshows zijn we het oneens over vaccins, over Gaza, over vrouwenrechten. Dat blijkt ook uit onderzoek van het Sociaal…Lees meer Polarisatie juist goed voor democratie? › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

RFK Jr.’s reconstituted vaccine committee meets for the first time, and I can’t help but think of clowns…antivax clowns
30 June 2025 - David Gorski

Last week, HHS Secretary Robert F. Kennedy Jr.'s reconstituted Advisory Committee for Immunization Practices (ACIP) met for the first time. The proceedings reminded me, more than anything else, of an antivax clown car. The post RFK Jr.’s reconstituted vaccine committee meets for the first time, and I can’t help but think of clowns…antivax clowns first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Jay Bhattacharya Tried to Summon a Social Media Mob to Bully and Silence a Dissident Scientist, but the Mob Had Other Ideas
28 June 2025 - Jonathan Howard

The mob doesn't trust the medical establishment, and today Dr. Bhattacharya is the medical establishment. The post Dr. Jay Bhattacharya Tried to Summon a Social Media Mob to Bully and Silence a Dissident Scientist, but the Mob Had Other Ideas first appeared on Science-Based Medicine. [...]

As Trust in our Medical Establishment Justifiably Collapses, They Are Making Cheerful Propaganda Podcasts From Their Safe Spaces
27 June 2025 - Jonathan Howard

Some of us believe in civil debate and discussion, even though Drs. Vinay Prasad, Marty Makary, and Jay Bhattacharya do not. The post As Trust in our Medical Establishment Justifiably Collapses, They Are Making Cheerful Propaganda Podcasts From Their Safe Spaces first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • O misterioso vídeo do disco voador em Mingachevir, no Azerbaijão - Portal Vigília on UFO’s – waar komen ze vandaan?[…] e produtiva, principalmente entre céticos. Um grupo de trabalho da iniciativa internacional “Skepsis”, começou
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsNaar aanleiding van reacties op X van Bram Bakker aka @bramkoers_tweet heeft Jaime Borjas meerdere malen opnieuw gereageerd op problemen
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc Jacobs@Hans1263, bedankt voor je bemoedigende woorden. Ik ben er behoorlijk zeker van dat mensen als Ronald Meester, Jona Walk en
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het ‘retraction paper’ voor de Corman-Drosten PCR-testOndertussen is er een uitspraak van de zaak tegen huisarts Berber Pieksma, 1 van de vele co-auteurs van dit broddelwerk
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (24-2025)Benieuwd naar het resultaat. Vaak is de klokkeluider de kwaaie pier.

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in