• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Cees Renckens

Is er vooruitgang in de filosofie?

29 January 2014 by Cees Renckens 47 Comments

Is er vooruitgang in de filosofie? 1
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

Die al vaak gestelde vraag kwam bij mij op toen ik las dat er op woensdag 29 januari 2014 (vanavond) in het Amsterdamse Felix Meritis een Nationaal Religiedebat wordt georganiseerd waar twee atheïsten in discussie gaan met twee christenen. Er drong zich ook een sterk sentiment du déjà vu bij mij op, want precies vijftig jaar geleden in 1964 vond er in het kader van het Studium Generale te Groningen een groot debat plaats tussen studentenpastor Krop en vrijdenker Anton Constandse. Ik was 17, eerstejaars student, en ten prooi aan zware geloofstwijfel na een streng katholieke opvoeding. Voor het eind van mijn eerste studiejaar was ik atheïst mede als gevolg van die avond.

Ook in Felix Meritis zal het weer gaan over godsbewijzen en kerkvader Augustinus lijkt onverminderd actueel. Onze door mij zeer gewaardeerde nationale atheïst Herman Philipse gaat, gesecondeerd door de Vlaamse filosoof Boudry, in debat met Stefan Paas, professor aan de Theologische Universiteit Kampen en filosoof Rik Peels. Philipse schreef twee mooie boeken tegen het godsgeloof en de beide christenen deden recent God bewijzen het licht zien.
In een voorproefje bij Knevel & Van den Brink kruisten Philipse en Paas de degens reeds en dat liet zien in welke richting het debat zal gaan. Net als vijftig jaar geleden betoogde de christen dat het kosmologisch argument (iemand moet het heelal toch geschapen hebben) nog steeds opgeld doet en het antwoord van de atheïst is ook onveranderd: het feit dat wij iets niet weten kan rustig erkend worden en de invulling van dat vacuüm met een figuur waarvan niets te merken is, dat helpt ons niet verder. De theoloog beweerde ook dat geloven je gelukkiger en gezonder maakt, maar zelfs als dat waar zou zijn, dan kan dat nooit een ondersteuning voor een godsgeloof zijn. Net zo min als dat het lijden in deze wereld strijdig is met het bestaan van een god. Paas kan zich voorstellen dat iemand zijn geloof verliest na confrontatie met menselijk leed, maar de logica ervan ontbreekt.

Het debat is een initiatief van de Theologische Universiteit Kampen en krijgt steun van De Groene, EO, Ref. Dagblad en Ned. Dagblad. Het zal vast een geanimeerde avond worden, want theologiseren blijft zelfs bij afvalligen als ondergetekende een favoriete liefhebberij. Intussen rijst de vraag hoeveel gelovigen er in de gelederen van de Stichting Skepsis te vinden zijn. Het is nooit onderzocht, maar ik maak mij sterk dat dat percentage wel eens onder vijf zou kunnen liggen.
In haar beginjaren tolereerde men de antroposoof Hugo Verbrugh in de Skepter en hij schreef daar o.a. over reïncarnatie en noemde zich graag ‘antroposoof, actief in de stichting Skepsis’.  Ik vond toen al dat hij te veel ruimte kreeg, maar heb nu tevergeefs gezocht naar een godsgelovige, die zich profileert als ‘christen, actief in de skeptische beweging’. En dat brengt ons op de vraag of dat eigenlijk wel kan: zijn er, zoals evolutiebioloog Stephen Jay Gould betoogde, twee gescheiden werkelijkheden, die elkaar niet bijten: de ‘non overlapping magisteria’ (NOMA) of moeten alle claims op uitspraken over de werkelijkheid op dezelfde wijze empirisch en logisch beoordeeld worden? In dat laatste geval zie ik weinig hoop voor gelovigen binnen Skepsis. Maar misschien vergis ik mij en komt zich straks een witte raaf melden. Ik blijf benieuwd naar zijn argumenten.

De vraag naar de psychische gezondheid van iemand die rotsvast gelooft en die in dat opzicht vergelijkbaar lijkt met een persoon met een zogenaamde monosymptomatische waan, is weer een geheel andere. De legendarische psychiater Ladee meende dat een monosymptomatische waan bij iemand die verder geen symptomen vertoont niet tot de diagnose psychose mag leiden. Anders zouden CPN-leden en aanhangers van erkende godsdiensten als psychotisch moeten worden betiteld en dat ging hem te ver. Maar emeritus hoogleraar psychiatrie Hengeveld is het met Ladee niet op voorhand eens. Hij betoogde dat het niet (alleen) de inhoud is, die bepaalt of iets een waan is, maar de intensiteit, de invloed ervan op het leven, de irrationaliteit, de hardnekkigheid, de emotionele lading ervan, etc. evenzeer. Ook als je vrouw echt vreemd gaat kun je nog een jaloersheidswaan hebben, zo had hij van zijn leermeester Piet Kuiper geleerd. En er zijn genoeg psychotische stoornissen, die zich monosymptomatisch uiten, zoals de moeilijk te genezen parasietenwaan. Hier eindig ik mijn overpeinzingen, want ik dreig te belanden in de vraag of er vooruitgang is in de psychotherapie en haast me mij op dat dossier incompetent te verklaren.

NB Het debat in Felix Meritis zal vanavond, deo volente,  via een livestream op de site van de EO gevolgd kunnen worden [redactie]

 

Filed Under: (Bij)Geloof, Columns Tagged With: geloof, Skepsis, skepticsme, theologie

Gun mij toch de eer: ik kwakzalf en ik promoveer

14 January 2014 by Cees Renckens 42 Comments

Gun mij toch de eer: ik kwakzalf en ik promoveer 2
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

In Groningen promoveerde op 13 januari 2014 de psychiater Rogier Hoenders op een proefschrift over ‘integratieve psychiatrie’.  Dat alternatieve genezers promoveren is niet uniek maar wel vrij zeldzaam. Eerst een korte terugblik op hen, die hem voorgingen.

In juni 2008 promoveerde de Amerikaanse chiropractor Sidney Rubinstein, thans verbonden aan het EMGO van de Vrije Universiteit (VU), op een onderzoek naar de complicaties van de chiropractische behandeling van nekpijn. Deze waren volgens hem erg beperkt en daarom behoefde deze behandelwijze, die volgens hem werkzaam was, niet te worden ontraden. Voor die beweerde werkzaamheid kon hij echter geen goede argumenten verzinnen. Promotor was prof.dr. M. van Tulder, bewegingswetenschapper en epidemioloog.

In december 2010 promoveerde de fysiotherapeut/acupuncturist Ineke Van den Berg – de Lange op The contribution of acupuncture and moxibustion to healthcare; an evidence-based approach. Zij achtte op grond van een ten tijde van het verschijnen van het proefschrift reeds gedateerde en achterhaalde meta-analyse bewezen dat moxabranden op de kleine teen tot correctie van stuitligging naar hoofdligging leidt. Over het werkingsmechanisme produceerde zij wat gebrabbel, dat door de hoogleraar gynaecologie aan dezelfde Erasmus Universiteit als ‘lariekoek’ werd betiteld. Promotores waren prof.dr. M.G.M. Hunink, epidemioloog en dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog.

Erik Baars, antroposofisch basisarts, promoveerde  in november 2011 aan de Universiteit Wageningen op A systems biology-orientated treatment of seasonal allergic rhinitis with Citrus/Cydonia comp. Het onderzochte middel is een antroposofisch kruidenmengsel dat wordt ingespoten bij hooikoorts, bestaande uit kweepeer en citroenzuur. Het middel is niet geregistreerd en verboden in ons land. Baars heeft dat verbod genegeerd en maakt ook nergens melding van goedkeuring van zijn onderzoek door een medisch-ethische commissie. Dr. Gerard te Meerman, klinisch epidemioloog, besprak het proefschrift in het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij (NTtdK) van maart 2012. Hij constateerde dat de artikelen uit het proefschrift niet in peer reviewed tijdschriften zijn gepubliceerd. Het begrip ‘systems biology’ zoals in de biologie gehanteerd, heeft helemaal niets te maken met de curieuze betekenis die er in dit proefschrift aan gegeven wordt. Het is Te Meerman bovendien een raadsel waarom de herhaalde dubieuze niveauwisselingen (tussen erkende, plausibele geneesmiddelen en antroposofische middelen) niet onderkend zijn door de promotores en de leescommissie. Zo lijkt het proefschrift op ‘een documentaire afgewisseld door reclame’. Promotores waren prof.dr.ir. H.F.J. Savelkoul, biochemicus (Universiteit Wageningen) en co-promotor was prof.dr. E.M. Kingma, filosoof (TU Eindhoven).

René Castien, manueel therapeut, promoveerde op 26 september 2013 aan de VU op ‘Manual therapy and chronic tension-type headache: A study into the effectiveness of manual therapy of chronic tension-type headache’. Hij vergeleek de resultaten van manuele therapie (MT) bij spanningshoofdpijn met die van de gemiddelde huisarts en de MT deed het veel beter. Hij bood echter geen MT in engere zin, maar tuigde dit op met twee andere interventies. Het blijft goed mogelijk dat alleen alle aandacht en de ambiance van de MT als ‘theatraal placebo’ (Colquhoun) heeft gewerkt, waartegenover die weinig spectaculaire huisartsenzorg natuurlijk te kampen heeft gehad met een nocebo-effect, dat het natuurlijk beloop nadelig zal hebben beïnvloed. Als er al een conclusie mogelijk is uit dit onderzoek met al zijn beperkingen, dan zou dat moeten zijn dat spierversterkende oefeningen wellicht een gunstig effect kunnen hebben bij spanningshoofdpijn, maar dat houdingsadviezen en zeker manuele handgrepen achterwege kunnen blijven. Een plausibel werkingsmechanisme heeft Castien niet kunnen vinden, maar de ‘mobilisatie’ van de nek was het zeker niet. Promotores waren prof.dr. J. Dekker, gezondheidspsycholoog (VU) en prof.dr. D.A.W.M. van der Windt , eerste lijns epidemioloog (Keele University).

Eric Manheimer, Amerikaans acupuncturist en epidemioloog aan de EMGO, promoveerde in november 2013 op  Systematic reviews in the field of complementary and alternative medicine: importance, methods and examples concerning acupuncture. Vermeulen besprak deze dissertatie in het NTtdK van december 2013 en concludeerde: ‘Samenvattend, heeft de promovendus een zoekstrategie beschreven, een register van methodologisch zwakke trials gemaakt, een aantal Cochrane reviews samengevat waarbij hij geen blijk geeft van inzicht in de betekenis van statistische significantie, de zoveelste inleiding voor het opzetten van systematische reviews geschreven, een naïeve vragenlijst rondgestuurd en drie met andere reviews overlappende systematische reviews aan de literatuur toegevoegd. Hiermee verkreeg hij aan de Vrije Universiteit zijn doctoraat’. Promotores waren prof.dr. L.M. Bouter, bioloog en epidemioloog EMGO (VU), en prof.dr. D.A.W.M. van der Windt, eerstelijnsepidemioloog (Keele University).

Als voorlopig hoogtepunt in deze reeks proeven van bekwaamheid, veelal al te welwillend beoordeeld door promotoren en leescommissies, promoveerde op 13 januari een heuse medisch specialist uit Groningen op de ‘integrative’ psychiatry’, een uit Amerika overgewaaid eufemisme waarmee alternatieve geneeswijzen de reguliere geneeskunde worden binnengesmokkeld. Bij Rogier Hoenders betreft dat vooral boeddhistische technieken, acupunctuur, Chinese en ayurvedische kruiden, ontspanning, spiritualiteit en desgewenst verwijzing naar genezers buiten zijn GGZ-centrum. De kern van de dissertatie wordt gevormd door drie artikelen die zijn gepubliceerd in het Journal of Alternative and Complementary Medicine, een blad waarvan hoofdredacteur dr. K. Jobst zowel homeopaat als acupuncturist is. Het is volgens zijn promotores en rector magnificus prof.dr. E. Sterken echter een regulier peer reviewed tijdschrift en die publicaties kunnen dus gewoon meetellen. Enkele weken voor de 13de januari ontving de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) de uitnodiging om een van de hoogleraren uit haar bestuur te laten opponeren tijdens de promotie. Om vervolgens niet medeplichtig te worden aan de te kwader ure uit te reiken bul, zag het VtdK-bestuur daar van af. Het attendeerde de rector op de bedenkelijke kwaliteit van het proefschrift en verzocht om een herbeoordeling door een minder pro-alternatieve leescommissie.  Binnen twee dagen besliste Sterken dat het proefschrift aan alle eisen voldeed.

Promotores waren prof.dr. P. de Jonge, psycholoog met leeropdracht psychiatrische epidemiologie (Rijksuniversiteit Groningen) en prof.dr. J.T.V.M. de Jong, emeritus transculturele psychiatrie (VU). Zij zijn medeverantwoordelijk voor de forse knauw, die de reputatie van het doctoraat aan de Groningse universiteit met deze ernstige beoordelingsfout heeft  opgelopen. Als het Peerd van Ome Loeks nog had geleefd, dan zou het zich daarvoor alsnog dood geschaamd hebben.

Filed Under: Alternatieve schade, Columns, Gezondheid, Wetenschap Tagged With: Eric Manheimer, Erik Baars, Ineke Van den Berg - de Lange, promotie, René Castien, Rogier Hoenders, Sydney Rubinstein

Over het kraken van de nek. Wie wil er de dood riskeren om van zijn hoofdpijn of nekpijn af te komen?

26 November 2013 by Cees Renckens 28 Comments

Over het kraken van de nek. Wie wil er de dood riskeren om van zijn hoofdpijn of nekpijn af te komen? 3
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

Afgelopen zomer informeerde IGZ bij de Nederlandse Vereniging van Manueel Therapeuten (NVMT) of zij inzake het kraken van de nek een richtlijn hanteerde. IGZ was daartoe gekomen omdat er in 2012 zes calamiteiten na een dergelijke behandeling waren gemeld, waarvan een met dodelijke afloop. Al jaren is bekend dat het kraken van de nek door manueel therapeuten of chiropractors kan leiden tot beschadiging van de slagaders die langs de nekwervels naar het achterste deel van de  hersenen lopen. Hoe vaak dit probleem (meestal een scheur in de binnenste laag van het vat, een zgn. dissectie van de arteria vertebro-basilaris) zich voordoet is onduidelijk, want niemand houdt dit bij en er is waarschijnlijk onderrapportage.

Het bestuur van de NVMT, als geplaagd door een slecht geweten, ontraadde in juli 2013 n.a.v. de IGZ-brief zijn leden om nog nekmanipulaties of -mobilisaties toe te passen. Op 5 november relativeerde de NVMT dit preadvies over hoog cervicale manipulaties echter al weer en kondigde besluitvorming aan op de ledenvergadering van 18 november. Men zou dan komen met een drieledig voorstel: de patiënt moet van tevoren worden voorgelicht over de kans op ernstige complicaties en men gaat d.m.v. goed uitvragen van de klachten en een lichamelijk onderzoek alvorens over te gaan op MT de kans op optredende (vaat-)complicaties zo klein mogelijk maken. Daarbij moeten de NVMT-leden zich conformeren aan de richtlijn, die the International Federation of Orthopaedic Manipulative Physical Therapists (IFOMPT) in 2012 opstelde: het ‘International Framework for Examination of the Cervical Region for potential of Cervical Arterial Dysfunction prior to Orthopaedic Manual Therapy Intervention’. Zoals verwacht ging de vergadering akkoord met dit voorstel.

Het framework van de IFOMPT

Alle reden dus om dit raamwerk van de IFOMT eens nader onder de loep te nemen. Welnu: dat is geruststellend, want als elk NVMT-lid zich daaraan gaat houden, dan zullen er nog maar bitter weinig nekken wordt gekraakt en dan zal die edele kunst straks alleen nog voorbehouden zijn aan de echte chiropractors, die zoals bekend nergens bang voor zijn. Ga maar na. Het raamwerk vereist een hoge graad van ‘klinisch redeneren’ waarover maar weinig manuelen beschikken en wat des te meer klemt, omdat de verzekeraar in ons land geen verwijzing door een arts vereist. Iedereen kan zich drempelvrij laten kraken. Wel zelf betalen tenzij aanvullend verzekerd. In de ronkende inleiding van het raamwerk wordt gebazeld over het biopsychosociale model en over de ‘cognitieve en metacognitieve processen’, die daarbij van belang zijn. Kern van de zaak is dat de therapeut zich door middel van anamnese (gesprek met de patiënt) en lichamelijk onderzoek een indruk vormt van het risico op complicaties en van de kans dat de ingreep zal helpen. Ook moet nadrukkelijk op de risico’s gewezen worden alvorens consent te vragen. Een enquête onder de aangesloten IFOMT-verenigingen uit 2007 bracht aan het licht dat minder dan de helft wijst op het risico op overlijden door de therapie en maar iets meer dan de helft wijst op de kans op een beroerte (t.g.v. vaatproblemen). Hoewel men zich meer bewust werd van de risico’s ging bij 95% van de aangesloten nationale verenigingen het hoog cervicaal manipuleren nog gewoon door. Het document somt vervolgens zeventien competenties op waarover de therapeut moet beschikken om bovengenoemde risk/benefit afweging te kunnen maken. Als dat de therapeut nog niet voldoende heeft ontmoedigd, dan volgen er acht absolute contra-indicaties (‘rode vlaggen’) en dertien condities die tot grote voorzichtigheid zouden moeten leiden. De specificiteit van al deze risicofactoren is overigens, ook volgens het raamwerk zelf, beperkt. Daarna krijgt de potentiële kraker te kampen met dertien risicofactoren op vaatziekte in het algemeen en op vijf risicofactoren voor instabiliteit van de nek. Dan geeft het raamwerk de vroege symptomen van vaatproblemen in de nek, die erg zouden lijken op nekpijn van andere origine. Anders dan in werkelijkheid het geval is, zouden nek- en hoofdpijn vaak kunnen wijzen op vaatpathologie ter plaatse. De waarheid is dat bij een beroerte hoofdpijn vaak vooraf gaat aan de ontwikkeling van neurologische symptomen, maar dat nekpijn daarbij zelden of nooit bestaat. Hier citeert het raamwerk de literatuur wel erg selectief [1].

Daarna stelt de therapeut zijn plan op voor het lichamelijk onderzoek, dat bloeddrukmeting inhoudt alsmede onderzoek naar nek-instabiliteit, neurologisch onderzoek van de perifere en hersenzenuwen, het voelen van de carotis-slagader en het eventueel bekijken of de patiënt met het hoofd in bepaalde posities niet onwel wordt of neurologische symptomen ontwikkelt. Tenslotte volgt het advies om alleen dan tot behandeling over te gaan als de risicofactoren beperkt lijken en de kans op succes van de therapie reëel is. Hoe dat laatste in zijn werk gaat, dat wordt niet uitgewerkt en men gaat geheel voorbij aan de vraag of er voldoende bewijs is dat het kraken van de nek überhaupt meer presteert dan placebo’s of natuurlijk beloop. En tijdens de therapie moet de therapeut goed op het gezicht en de lichaamstaal van de patiënt letten om ter zien of het wel goed met hem gaat. En bij elke vervolgafspraak opnieuw consent vragen.

Helemaal dol wordt het – wat zijn ze bang! – als het raamwerk wijst op ’het welbekende feit’ dat ook manipuleren van de borstwervels, zeker indien gecombineerd met nekspier-oefeningen, een zeer gunstig effect op nekpijn kan hebben en veel minder gevaarlijk is voor de halsvaten! De therapeut die na inachtneming van al deze obstakels de nek toch nog durft te kraken, die mag daarbij maar weinig kracht gebruiken en de nek vooral bij het draaien en strekken niet tot in de uiterste bewegingsmogelijkheden brengen. De manier waarop de (beweerde) behandelingsresultaten tot stand komen zou vooral van neurologische aard zijn en niet te zeer afhangen van de bewegelijkheid van de ruggenwervels. Aldus het raamwerk. Tenslotte waarschuwt de IOMFT-richtlijn voor patiënten die graag herhaaldelijk gekraakt willen worden. Dat laatste lijkt mij zeer terecht.

Conclusie

Het valt te betreuren dat de NVMT niet gekozen heeft voor een totaal verbod op manuele therapie bij nekpijn. De bewijzen dat het werkt zijn er niet en de risico’s op ernstige bijwerkingen zijn dan natuurlijk direct al te groot. De meeste vaat-incidenten na MT van de nek treden op bij relatief jonge mensen van rond de veertig, die geen risicofactoren vertoonden. Die zullen zich dus voor blijven doen. En als dat verbod er toch nog eens mocht komen, dan daarna graag de Cochrane-gegevens ter harte nemen, waaruit blijkt dat noch voor acute [2] noch voor chronische lage rugpijn [3] het nut van manuele therapie is aangetoond. Dus de rug ook met rust laten. Het blijft allemaal toch kwakzalverij en dat is misschien ook niet zo verwonderlijk voor een behandelwijze die ooit werd bedacht door D.D.Palmer (1845-1913). Hij was kruidenier, bijenhouder en magnetiseur.

Noten

1 http://www.sciencebasedmedicine.org/update-chiropractic-neck-manipulation-and-stroke/

2 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for acute low-back pain. Sidney M Rubinstein, Caroline B Terwee, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 12 Sept. 2012.

3 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for chronic low-back pain. Sidney M Rubinstein, Marienke van Middelkoop, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 16 Feb 2011

Filed Under: Algemeen, Columns, Gezondheid Tagged With: chiropraxie, kraken, NVMT

Een ‘oplichtende vlek in de maag-darm krause’ of: hoe de Eerste Kamer haar bestaansrecht kan bewijzen

21 October 2013 by Cees Renckens 54 Comments

Een ‘oplichtende vlek in de maag-darm krause’ of: hoe de Eerste Kamer haar bestaansrecht kan bewijzen 4
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

De Eerste Kamer heeft tegenwoordig de neiging om steeds politieker te worden en als het ware het werk van de Tweede Kamer nog eens over te doen. De huidige politieke constellatie werkt dit fenomeen in de hand, maar als dit een gewoonte gaat worden, dan kan de Eerste Kamer worden afgeschaft. Traditioneel was het ‘slechts’ de taak van de Eerste Kamer om wetsontwerpen, die in de Tweede Kamer waren aangenomen, te toetsen op kwaliteit, verenigbaarheid met de Grondwet en uitvoerbaarheid.

Het is te hopen dat de Eerste Kamer haar werk goed zal doen als zij dit najaar de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) gaat behandelen. Het onderwerp valt volledig binnen haar traditionele takenpakket en heeft geen politieke dimensie. Deze wet werd er op de laatste nacht (van 7 op 8 juni 2013) voor het zomerreces in de Tweede Kamer doorheen gejast, waarbij alleen de SP in de gaten had dat er iets grondig mis mee was. In dit wetsontwerp wordt er, voor het eerst sinds Thorbecke in 1865 de wet op de uitoefening der geneeskunde invoerde, in een wet een passage gewijd aan alternatieve genezers, een categorie die ooit als onbevoegde uitoefenaren der geneeskunde konden worden bestraft en sinds de invoering van de Wet BIG (1993) weliswaar hun strafbaarheid kwijt raakten, maar verder nooit op enige vorm van erkenning of regulering konden rekenen. Dat was uitstekend, dat moet zo blijven, maar gaat nu wellicht veranderen.

Wat behelst de wet op dit punt? Alle beoefenaren van zorg, zowel regulier als alternatief, zullen worden vermeld op een website van de overheid (de iriscopisten hebben hun mailtje al klaar liggen). Daarnaast zullen ontevreden zorggebruikers zich niet meer moeten wenden tot de IGZ – dat haalde meestal trouwens bijzonder weinig uit, zeker in geval van niet BIG-geregistreerden – maar tot geschilleninstanties, die per discipline zullen worden bevolkt door ‘cliëntenorganisaties’. Deze geven een bindend advies. Deze geschilleninstanties zullen door de minister worden goedgekeurd.

De onbegrensde hoeveelheid genezers – er is geen vak als geneeskunde dat zoveel charlatans aantrekt – die op de VWS-website willen komen, is het eerste probleem. Wat te doen met handopleggers, medisch astrologen, tarotkaartleggers, exorcisten etc.? Waar legt de minister de grens? En vervolgens: wie beoordeelt de deskundigheid van de geschilleninstantie – ik noem maar een voorbeeld – chiropraxie? Er zijn alleen al drie onderling verdeelde chiropractorenverenigingen (NCA, DCF en CCA), terwijl de homeopaten en acupuncturisten nog sterker verdeeld zijn. Hoeveel geschilleninstanties moeten er komen, waar er ten minste 400 verschillende alternatieve geneeswijzen bestaan? En als wordt besloten meerdere disciplines bij één geschilleninstantie onder te brengen, dan krijgen wij de situatie zoals die nu al bestaat bij het TBNG (Tuchtrecht Beoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg), die eigener beweging een soort tuchtrecht in het leven riep voor een aantal alternatieve ‘beroepsverenigingen’. In de zaak tegen een iriscopist (pdf), die complicaties ten gevolge van de ziekte van Crohn lange tijd ‘gemist’ had, vroeg toen mevrouw Beck, alternatief therapeut en lid van het ‘Hof’, aan de ingeroepen deskundige mevrouw Heyligers (eerder voorzitter van het Gilde van Iriscopisten) of de ziekte van Crohn waarneembaar is in de iris. Heyligers beantwoordde die vraag bevestigend: ‘dat is te zien in de onderste sector van de maag- darm krause als een oplichtende vlek’. Dat had die stomme iriscopist dus moeten zien!

De wet (Wkggz) is onuitvoerbaar: wie bepaalt welke gek niet meer mag figureren op de VWS-website alternatieve genezers? En hij is zeer slecht: wie zit er te wachten op straks officieel erkende aanfluitingen van klachtbehandeling als hierboven beschreven voorbeeld uit de rechtspraak van het TBNG? Kent u dus een senator, die binnenkort over deze wet mag stemmen, benader hem of haar s.v.p. en leg uit waarom dit zo echt niet kan.

Filed Under: Algemeen, Alternatieve schade, Columns, Gezondheid Tagged With: alternatieve genezers, Eerste Kamer, iriscopie, wkkgz

Voor de laatste keer over de total body scan

9 September 2013 by Cees Renckens 4 Comments

Voor de laatste keer over de total body scan 5
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

Voor de laatste keer over de total body scan.

Als er op basis van een onjuiste redenering een verwerpelijke beslissing wordt genomen die later toch goed blijkt uit te pakken, betekent dat natuurlijk niet dat de initiële afweging een juiste is geweest. Een voorbeeld. Ik herinner ik mij uit mijn gynaecologische carrière een verhit dispuut over het te voeren beleid bij een nog piepjonge driezwangerschap, resultaat van te uitbundige ovulatie-inductie en een negeren door de patiënt van een coitusverbod. Een drielingzwangerschap is een soms een obstetrische ramp, maar eigenlijk altijd een sociale, pedagogische en financiële catastrofe.  Meer dan de helft van alle drielingmoeders eindigt bij de psychiater. Sinds de mogelijkheid ertoe bestaat moet ‘selectieve embryo-reductie’ serieus worden overwogen en zeker in alle rust met de vrouw worden besproken. In voornoemde casus was ik sterk geporteerd voor embryo-reductie (de vrouw was ook nog eens primigravida) maar mijn meer obstetrisch ingestelde collega niet en hij slaagde erin de vrouw te motiveren de zwangerschap uit te dragen zonder dat ik nog een kans kreeg haar te spreken. Aan het eind van de zwangerschap bleek een van de drie kinderen een niet met het leven verenigbare congenitale afwijking te hebben en was de vrouw heel gelukkig met haar twee overgebleven kinderen. Van mijn collega kreeg ik herhaaldelijk te horen, dat er met de uitvoering van de door mij voorgestane reductie tot tweeling misschien maar één kindje voor haar was overgebleven (de later letaal blijkende afwijking was bij tien weken zwangerschapsduur nog niet te zien). Ik vond en vind dat geen steekhoudende  argumentatie, maar hij bleef – hamerend op deze onvoorzienbare toevallige bijkomende factor – triomfantelijk zijn vermeende juiste beleidslijn verdedigen.

Over de voor- en nadelen van de nu nog verboden total body scan, waarover de minister begin volgend jaar een besluit zal nemen is in de lekenpers, de vakpers en op Twitter zoveel gediscussieerd dat ik mijn afwijzen ervan hier niet ga onderbouwen. Dat is al door velen op voortreffelijke wijze gedaan. Veel steun is er ook over de wenselijkheid eventueel vervolgonderzoek, dat maar zelden iets nuttigs oplevert, door die mensen zelf te laten betalen en de kosten ervan niet af te wentelen op het collectief van zorgpremiebetalers. Moeilijker lijkt het wel te liggen om die mensen bij wie wel een zinvol behandelbare afwijking wordt gevonden de eruit voortvloeiende kosten ook zelf te laten betalen. Dat wordt meestal ook erg duur. Toch vind ik dat we hier te maken hebben met  een variant op het ‘onrechtmatig verkregen bewijs’ uit ons strafrecht en heb ik in Medisch Contact (21 febr. 2013, p. 455) al eens voorgesteld om ook in die gevallen de vervolgkosten niet voor de volle honderd procent door de verzekeraar te laten betalen. De eerste € 1000, – zag ik graag door henzelf betaald. De DBC, die daarvoor geopend moet worden is in beide groepen VOMIT’s (Victims Of Modern Imaging Technology) identiek: DBC ‘Rompslomp slachtoffer ongerichte screening’. Ik vrees intussen dat dat allemaal niet gaat gebeuren en dat minister Schippers de ongerichte screening via total body scans gewoon gaat goedkeuren. Specialisten, die straks nog vaker dan nu zo’n VOMIT op hun spreekuurlijst zien staan, doen er goed aan hun ergernis te leren overwinnen of althans te verbergen. Geen wenkend perspectief.

Filed Under: Columns, Gezondheid Tagged With: minister Schippers, screening, total body scan, VOMIT

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 13
  • Page 14
  • Page 15
  • Page 16
  • Page 17
  • Page 18
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

David Geier, Mail Order Pharmacist
10 May 2025 - Kathleen Seidel

David Geier was in the drug business. What was he selling before the FDA stepped in? The post David Geier, Mail Order Pharmacist first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails.
9 May 2025 - Jonathan Howard

"I wish Vinay all the best for his new role. It's a whole new state of play when the buck stops with you." The post Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis
8 May 2025 - Scott Gavura

Spring is a miserable season for those with seasonal allergies. There are effective drug- and non-drug measures that can control most symptoms effectively. The post Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsOp https://archive.is/1Exnu staat een gearchiveerde versie van een recente posting van Ronald Meester op LinkedIn. In deze posting verwijst
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsEen verbeterde versie van Hoofdstuk 6 van dit rapport van Ronald Meester en Marc Jacobs is op 22 april 2025
  • Hans1263 on Volgens Maurice de Hond beschikt hij over telepathische gavenHet filmpje waarin hij een trucje met Jeroen Pauw uithaalt, bewijst natuurlijk helemaal niets, ja misschien het denkniveau van De
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (17-2025)En de paashaas is er snel vandoor gegaan,
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (17-2025)@Renate1 Nee, de paashaas heeft het in een mandje op zijn rug. 😅😅😅

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in