• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

DNA-bewijs identiteit Jack the Ripper niet afdoende

9 September 2014 by Pepijn van Erp 101 Comments

Klaar is Kees. Mysterie opgelost na 126 jaar. Eindelijk weten we wie Jack the Ripper was. Dat claimt tenminste Russel Edwards aan de hand van geanalyseerde DNA-fragmenten die zitten op een sjaal, aangetroffen bij één van de slachtoffers. Bloedspetters van  de vermoorde Catherine Eddowes én sperma van één van de personen die altijd al op het verdachtenlijstje had gestaan: de Poolse immigrant Aaron Kosminski. ‘Ladies and gentleman, we got him!’

Jack the Ripper is misschien wel de meest tot de verbeelding sprekende seriemoordenaar. Talloze boeken en films verschenen over de gruwelijke moorden op prostituees die in 1888 in Londen plaatsvonden. En talloze wilde en minder wilde theorieën over de identiteit van the Ripper doen de ronde. Is nu het laatste woord erover gezegd?

Edwards mocht zijn verhaal uitgebreid doen in de Mail. Kort samengevat: alles draait om de sjaal die gevonden zou zijn bij het lichaam van Eddowes. Omdat de politie er in die tijd niet echt iets mee kon doen, kon het zomaar gebeuren dat een politieman hem mee naar huis nam om aan zijn vrouw te geven. Uiteindelijk kwam de sjaal bij het Crime Museum terecht, maar omdat de herkomst niet met zekerheid kon worden vastgesteld, lag die daar alleen maar in de opslag. In 2007 werd het stuk zijde op een veiling aangeboden.
Op grond van een wat vergezochte associaties had Edwards het idee, dat de sjaal toch wel eens authentiek zou kunnen zijn en kocht hem daarom op die veiling. Hij wist vervolgens dr. Jari Louhelainen, expert op het gebied van de analyse van genetisch materiaal verkregen bij dit soort oude misdaden, zo ver te krijgen om de vlekken op de sjaal te analyseren. DNA dat daarin werd aangetroffen bleek overeen te komen met DNA van nazaten van (familieleden van) slachtoffer Eddowes en verdachte Kosminski. Daarmee zou aangetoond zijn dat de sjaal authentiek is en zeer sterk wijzen op Aaron Kosminski als dader.

Whitehall_murder_school_illustrationIn de New Statesman plaatst Ian Steadman toch wat kanttekeningen bij dit verhaal. Allereerst is het gevaarlijk al te zeer op Edwards verhaal alleen te leunen, die verdient immers zijn geld met het Jack the Ripper verhaal via een souvenirwinkel en georganiseerde wandeltours. Het boek over ‘zijn oplossing’ kan natuurlijk ook wel publiciteit gebruiken en dat doe je niet door heel genuanceerd de beperkingen van je analyse aan te wijzen.
En die nuanceringen zijn wel op zijn plaats zoals Steadman schrijft. De herkomst van de sjaal is nog een stuk minder zeker dan Edwards in de Mail doet voorkomen. Het verhaal van de agent die de sjaal mee naar huis nam, klopt volstrekt niet met de officiële verslagen. De enige ‘harde’ link met Eddowes zijn feitelijk die aangetroffen DNA fragmenten. Mitochondriaal DNA (mtDNA) is echter veel minder specifiek dan DNA uit de celkern, je erft het over in vrouwelijke lijn. Er zijn dus veel personen met hetzelfde materiaal. De analyse gebeurde met een polymerasekettingreactie, een methode waarmee je heel weinig materiaal kan vermenigvuldigen tot er genoeg is voor verdere analyse. Maar het is ook een methode die heel gevoelig is voor besmetting met andere DNA. Als je weet dat nazaten van Eddowes aanwezig zouden zijn geweest bij die veiling in 2007, is een recente besmetting met hun genetisch materiaal bijvoorbeeld niet uitgesloten. Ook heeft Edwards het over zes DNA profielen die Louhelainen aantrof, waarvan er één (?) overeenkwam met Eddowes. Hoe zit het eigenlijk met de rest? De DNA-analyse is niet in een wetenschappelijk artikel gepubliceerd, over de precieze methoden die gebruikt zijn, valt dus nog niet zoveel te zeggen.

Aaron Kosminski
Aaron Kosminski

Die Kosminski zou altijd al op het lijstje verdachten hebben gestaan als verdachte, maar dat was in zijn geval slechts een aantekening van een rechercheur betrokken bij de zaak (zonder voornaam of nadere aanduiding). Van die Kosminski schreven politieagenten ook op dat hij kort na opname in een gesticht zou zijn overleden. Toen latere onderzoekers gingen zoeken in de archieven van het gesticht naar Kosminksi kwamen ze bij Aaron Kosminski uit, maar die overleed pas in 1919. Zo sterk wijst dat dus allemaal niet naar de verdachte Kosminski.
Maar zelfs als we aannemen dat het aangetroffen materiaal inderdaad van Catherine Eddowes en Kosminski (of een van zijn twee broers) is, weet je niet veel meer dan dat die beiden op een bepaald moment in aanraking zijn geweest met de lap stof. Daar kun je allerlei scenario’s voor bedenken, die misschien net zo waarschijnlijk zijn als dat de moordenaar van Eddowes zijn zijden sjaal, waar hij eerder zijn zaad op had geknoeid, bij zich had tijdens de moord en daar besmeurde met haar bloed en vervolgens vergat mee te nemen. Bewijs van schuld van Aaron Kosminski aan de moord op Eddowes is het zeker niet.

Het verhaal van Edwards is dus niet zo sterk als hij doet voorkomen. Het berust op aannames waarop allemaal wel wat valt aan te merken en daarmee wordt het een sterk staaltje tunnelvisie. En zelfs als Aaron Kosminski Catherine Eddowes ombracht, is hij dan Jack the Ripper? Van april 1888 tot februari 1891 werden elf vrouwen omgebracht in Whitechapel die als één zaak onderzocht werden. Vijf daarvan worden nu als de moorden van Jack the Ripper gezien, maar er is geen zekerheid dat die vijf door één en dezelfde persoon werden begaan. Jack the Ripper bestaat misschien niet eens.

[via Peter Burger]

 

 

Filed Under: Algemeen, Overig Tagged With: Aaron Kosminski, bewijs, dna, Jack the Ripper

Ultra-Psychonics

3 September 2014 by Pepijn van Erp 44 Comments

Jonathan Goldstein kreeg als een kleine jongen een interessant boek van zijn vader: Ultra-Psychonics: How to Work Miracles with the Limitless Power of Psycho-Atomic Energy. Het boek leert je hoe je mentale laserstralen kunt afvuren, objecten kunt laten bewegen met de kracht van je geest, anderen je orders kunt laten opvolgen als waren ze willoze robots, je hersenvermogens duizendvoudig vergroten én hoe je jezelf kunt beschermen tegen demonische aanvallen. Het boek was onlangs onderwerp van een aflevering van het radioprogramma This American Life.

Het exemplaar van Ultra-Psychonics dat Jonathan Goldstein van zijn vader kreeg op elfjarige leeftijd
Het exemplaar van Ultra-Psychonics dat Jonathan Goldstein van zijn vader kreeg op elfjarige leeftijd

This American Life is een radioprogramma van Ira Glass gemaakt voor public radio, waarin journalistieke non-fictie uitgebreid de ruimte krijgt. In een uur komen een aantal onderwerpen aan bod, vaak gemaakt door free-lance journalisten. Goldstein, die ook een eigen radioshow heeft, maakte het item over Ultra-Psychonics.

Walter Delaney – Joseph Schaumberger

Het boek bestaat uit veertien hoofdstukken, die telkens bestaan uit theoretische verhandelingen en praktijkvoorbeelden. De titels van de hoofdstukken lopen uiteen van Ultra Psychonics: How to Release the Surging Power of Your “Psychic Atoms” tot Ultra Egonics: How to Have Better Health, More Vitality and a Longer Life. Die succesverhalen zijn in de trant van How Elmer W. Controlls the Fall of Dice en How Lila B. became a Social Leader in Her Community. Het is één grote verzameling onzin, maar voor de jonge Goldstein klonk het best plausibel.

Goldstein kwam het boek onlangs bij een verhuizing weer tegen en vroeg zich af of de schrijver het nu allemaal zelf geloofd had. Hij kwam erachter deze ‘Walter Delaney’ een pseudoniem was van ene Joseph Schaumberger, die in 2011 overleden is. Goldstein spoorde zijn dochter op en kwam zo achter de oorsprong van het boek. Schaumberger werkte als editor bij een uitgeverij die gespecialiseerd was in occulte zelfhulpboeken met titels als Secrets From Beyond The Pyramids en The Magic Of Chantomatics. Hij verbaasde zich erover dat de schrijvers van dat soort boeken behoorlijke goed verdienden. Zijn vrouw vroeg hem waarom hij het zelf niet eens zou proberen. Dat leek niet eens zo’n slecht idee.

Schaumberger ging aan de gang, las kranten, tijdschriften, wetenschappelijke literatuur en plukte overal wat vandaan, wat hij vervolgens combineerde tot iets dat wel lekker klonk. Geschreven stukken testte hij vaak uit op zijn gezin, dat zo meegenoot van de grap in wording. Het pseudoniem Delaney werd tenslotte gevonden op het toilet: Schaumbergers oog viel op de naam van het doortrekmechanisme boven de pisbak, de Delany Flushboy.

Rijk worden!

Het boek legde Schaumberger geen windeieren. Volgens zijn dochter kon hij van de opbrengsten een mooi, groot huis kopen en met zijn vrouw verschillende malen op vakantie in Europa. Ook kreeg Schaumberger dozen vol brieven van tevreden lezers, die soms ook om nadere adviezen vroegen. Het programma kun je als podcast terugluisteren en er is ook een transcript beschikbaar. Het boek zelf trof ik ook nog online aan. Uit het hoofdstuk Ultra-Pictronics: How to Materialize the Riches You Desire, waaraan het gezin Schaumberger het meeste lol beleefd had, een voorbeeldje:

Uit Ultra Psychonics (pag. 55)
Uit Ultra Psychonics (pag. 55)

Doe er uw voordeel mee!

 

via The Skeptic’s Dictionary Newsletter (en JW Nienhuys)

Filed Under: Hoax, Pseudowetenschap Tagged With: Ira Glass, Jonathan Goldstein, Joseph Schaumberger, This American Life, ultra-psychonics, Walter Delaney

Rechtbank niet onder de indruk van beroep op studie Kooreman & Baars

1 September 2014 by Laurens Dragstra 4 Comments

Jarenlang betaalde zorgverzekeraar Achmea forse bedragen aan het Medisch Centrum Rhijnauwen (MCR) te Bunnik voor door het MCR gedeclareerde laboratoriumonderzoeken. Totdat de verzekeraar erachter kwam dat deze onderzoeken niet waren aangevraagd door huisartsen – zoals op de declaraties stond – maar door natuurartsen, orthomoleculaire artsen en diëtisten. Onderzoeken aangevraagd door dergelijke behandelaars kwamen volgens de polisvoorwaarden niet voor vergoeding in aanmerking. Achmea begon daarop een civiele procedure tegen het MCR en in mei 2013 stelde de rechtbank al vast dat de verzekeraar de declaraties onverschuldigd betaald had.
In het eindvonnis van 9 juli 2014 heeft de rechtbank vervolgens niet alleen bepaald dat het MCR een bedrag van € 1.313.402,35 (plus enkele duizenden euro’s aan beslag- en proceskosten) terug moet betalen aan Achmea, maar ook dat de beide bestuurders van het MCR persoonlijk aansprakelijk zijn voor dit bedrag. Opmerkelijk feit: de bestuurders hadden betoogd dat Achmea geen schade had geleden. Alternatief werkende artsen zouden volgens hen juist zorgen voor forse besparingen voor zorgverzekeraars, waarbij de bestuurders met de bekende studie van Kooreman en Baars wapperden. Helaas voor hen wilde de rechtbank er niet aan.

Urinemonster
Urinemonster

Het MCR (“Medische zorg zoals u altijd gewild heeft”) is blijkens zijn website gevestigd op dezelfde locatie als het Europees Laboratorium voor Nutriënten (ELN), Vital Cell Life en het Gezondsheidscentrum Bunnik. “Door de samenwerking met het Europees Laboratorium voor Nutriënten is er de mogelijkheid niet alledaagse onderzoekingen in bloed en urine te laten verrichten”, aldus de website. Om die laboratoriumonderzoeken ging het in de rechtszaak van Achmea tegen het MCR. De rechterlijke uitspraken maken niet duidelijk om welke onderzoeken het precies ging (het waren er honderden), maar het ELN heeft ook een eigen website, die net als die van het MCR nogal gedateerd overkomt. Daar vinden we een heel scala aan testen die door het laboratorium worden uitgevoerd. Het gaat dan om het testen van bloed of urine op de aanwezigheid van spoorelementen, aminozuren, vetzuren en vitaminen, maar ook om testen voor het vaststellen van allergieën, testen voor het detecteren van belasting met zware metalen (o.a. kwik in speeksel-test), testen voor het functioneren van organen en testen voor het opsporen van verstoring van de darmflora. Ook voor testen op de ziekte van Lyme draait het ELN zijn hand niet om.

De casus

Het MCR kreeg veel aanvragen voor laboratoriumonderzoek van natuurartsen, orthomoleculaire artsen en diëtisten. Het laboratoriumonderzoek werd uitgevoerd door het ELN en door het MCR via een factoringbedrijf (Mediparc) gedeclareerd bij Achmea. Op basis van de overeenkomst tussen het MCR en Achmea mocht het MCR het aanleveren van declaraties uitbesteden aan een derde partij, maar de overeenkomst bepaalde tevens dat de zorgaanbieder zelf te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk bleef voor de declaraties. Verzekerden van Achmea konden aanspraak maken op vergoeding van de kosten voor laboratoriumonderzoek mits dit was aangevraagd door huisartsen, bedrijfsartsen, verloskundigen of medisch specialisten. Bij de declaraties van het MCR leek deze voorwaarde geen problemen op te leveren: op de declaraties stond vrijwel altijd dat de onderzoeken waren aangevraagd door huisartsen. Kennelijk begon Achmea eind 2009 toch nattigheid te voelen. De verzekeraar voerde een steekproef uit onder 51 willekeurige verzekerden die aan een door het MCR gedeclareerd laboratoriumonderzoek waren onderworpen. Achmea stelde daarop vast dat in slechts 4% van de gevallen laboratoriumonderzoek was gedeclareerd dat volgens de polisvoorwaarden voor vergoeding in aanmerking kwam.

Zo ging een balletje rollen, dat leidde tot een claim van Achmea (aanvankelijk ruim 2 miljoen euro) vanwege ten onrechte betaalde declaraties en uiteindelijk een rechtszaak, die op 9 juli 2014 voorlopig geëindigd is met een forse overwinning van de verzekeraar. Het MCR moet € 1.313.402,35 plus beslag- en proceskosten betalen, al is het vonnis op dit punt voor een groot deel niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat dat tot het faillissement van het MCR zou kunnen leiden en het centrum dan zijn hoger beroep niet meer zelf zou kunnen bekostigen (r.o. 3.11 van het eindvonnis). Met andere woorden, er hoeft pas betaald te worden als ook het hoger beroep verloren wordt.

Bijzonder is dat ook de bestuurders van het MCR – een stichting – door de rechtbank aansprakelijk worden gehouden voor de door Achmea geleden schade, en nog wel hoofdelijk ook (i.e. beiden kunnen voor het volledige bedrag worden aangesproken). Bestuurdersaansprakelijkheid bestaat daar waar de bestuurders van een rechtspersoon een ernstig verwijt van bepaalde wanpraktijken kan worden gemaakt. Een groot deel van het eindvonnis gaat over de vraag of de bestuurders inderdaad een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het is nogal een lang verhaal (r.o. 3.14-5.16 van het eindvonnis), maar in het kort komt het hier op neer: de rechtbank constateert dat een andere grote zorgverzekeraar (CZ) al eens contact met het MCR had opgenomen over declaraties waarop ten onrechte “huisarts” vermeld stond en dat had ertoe moeten leiden dat de beide bestuurders gingen onderzoeken hoe het stond met declaraties bij andere zorgverzekeraars. Dat hebben zij echter nagelaten, waardoor het factoringbedrijf declaraties met de veldcode “huisarts” bleef versturen, hetgeen in een zeer groot aantal gevallen in strijd met de waarheid was. Dat kan hen ernstig verweten worden en de bestuurders draaien daarom op voor de door Achmea geleden schade van ruim 1,3 miljoen euro. Overigens onderzoekt het Openbaar Ministerie nog of de declaraties opzettelijk verkeerd zijn ingevuld (zie ook dit artikel).

Kostenbesparingen door alternatieve artsen?

Achmea had aangevoerd dat de kosten van het MCR voor laboratoriumonderzoeken gemiddeld drie keer zo hoog waren als het landelijk gemiddelde (tussenvonnis, r.o. 6.17). De bestuurders meenden echter dat Achmea juist blij moest zijn met al die laboratoriumonderzoeken verricht op verzoek van de genoemde natuurartsen, orthomoleculaire artsen en diëtisten. Die leiden volgens wetenschappelijk onderzoek immers juist tot flinke kostenbesparingen voor zorgverzekeraars:

“5.17. Volgens [gedaagde 1] heeft Achmea geen schade geleden. In verband daarmee betoogt hij dat in zijn algemeenheid door MCR laboratoriumonderzoeken worden gedaan van patiënten met langdurige klachten die de huisartsen of medisch specialisten niet (geheel) kunnen oplossen. Na onderzoek bij MCR en de daaropvolgende zorg verminderen de klachten en kan het traject bij de medisch specialist worden beëindigd of verminderd, wat een forse besparing voor de zorgverzekeraar oplevert. Dit blijkt volgens MCR uit wetenschappelijk onderzoek. Daarom moet Achmea volgens [gedaagde 1] specificeren welke kosten aan de betreffende verzekerden zijn betaald die betrekking hebben op een laboratoriumonderzoek en welke kosten anders zouden zijn gemaakt.

5.18. Het argument van [gedaagde 1], verband houdend met de besparing van kosten door Achmea, slaagt niet. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [gedaagde 1] een artikel overgelegd van [X] en [Y] gepubliceerd op [link] op 22 juni 2011. In dit artikel, met de titel “Patients whose GP knows complementary medicine tend to have lower cost and live longer”, concluderen de auteurs dat patiënten van wie de huisarts (‘general practitioner’) aanvullende training heeft op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde (‘complementary and alternative medicine’) 0 tot 30% lagere zorgkosten hebben, afhankelijk van de leeftijdsgroep en het type complementaire en alternatieve geneeskunde. De drie voornaamste stromingen hierin zijn volgens de auteurs antroposofische geneeskunde, acupunctuur en homeopathie. Een eerste punt dat opvalt is dat de onderzoekers zich hebben beperkt tot huisartsen met aanvullende training op een van deze drie terreinen. Vaststaat dat alle laboratoriumonderzoeken waarover het in dit geding gaat afkomstig zijn van niet-huisartsen. Al op grond hiervan faalt het besparingsargument van [gedaagde 1]. Verder concluderen de auteurs dat de resultaten van hun onderzoek niet kunnen worden gegeneraliseerd omdat het onderzoek zich heeft beperkt tot één zorgverzekeraar, actief in een beperkt gebied in Nederland, en tot een klein aantal huisartsen met de hiervoor genoemde aanvullende training. Ook merken de onderzoekers op dat zij niet alle gegevens hebben gebruikt die nodig zijn om een optimale vergelijking te maken van de kosteneffectiviteit en dat een groot aantal onderwerpen nader moet worden onderzocht. Andere resultaten van soortgelijke onderzoeken zijn door [gedaagde 1] niet overgelegd. Dat Achmea kosten heeft bespaard op de wijze zoals [gedaagde 1] betoogt kan dus niet worden aangenomen.”

dr. Erik Baars
dr. Erik Baars

Hoewel de auteurs van het onderzoek Patients whose GP knows complementary medicine tend to have lower cost and live longer merkwaardig genoeg geanonimiseerd zijn, is hun identiteit gemakkelijk te achterhalen. Het gaat om de onderzoekers Peter Kooreman en Erik Baars, beiden met antroposofische sympathieën. Hun onderzoek verscheen pas eind 2012 in het European Journal of Health Economics, maar was daarvoor al meer dan twee jaar beschikbaar via internet, o.a. via de eigen website van Kooreman, die om die reden ook als [link] zal zijn weergegeven in het vonnis. Cees Renckens en Jan Willem Nienhuys leverden in juni 2010 al stevige kritiek op het onderzoek en hier op Kloptdatwel? verscheen in mei 2013 een uitgebreid commentaar van Pepijn van Erp. Een vervolgonderzoek van Kooreman en Baars werd eveneens door Pepijn bekritiseerd. En ten slotte reageerden ook in het European Journal of Health Economics zelf enkele critici (zie ook hier).

prof. dr. Peter Kooreman
prof. dr. Peter Kooreman

Ik zal de genoemde kritiekpunten hier niet herhalen; de lezer zij verwezen naar de relevante artikelen. Wel is het misschien nog aardig op te merken dat de rechtbank kennelijk denkt dat uit de studie van Kooreman en Baars volgt dat patiënten van alternatieve huisartsen 0 tot 30% lagere zorgkosten hebben. Dat schrijven de onderzoekers inderdaad, maar Pepijn van Erp liet in zijn eerste artikel al zien dat hun eigen tabellen uitwijzen dat het eerder -47 tot 30% is. Jongeren waren bij de homeopaat aanzienlijk duurder uit (47% duurder) en 75-plussers kunnen beter niet naar de acupuncturist (16% duurder)! Zorgverzekeraars van 50-74-jarigen zullen op hun beurt weer niet staan te juichen bij de keuze voor een antroposofische huisarts: bijna 8% duurder. Ik verzin het niet: dit volgt allemaal uit de tabellen van Kooreman en Baars. Voor wat die waard zijn natuurlijk.

Ook de terughoudendheid die de rechtbank bij de onderzoekers meent te bespeuren lijkt me niet helemaal terecht. Was het immers niet Kooreman die nog vóór publicatie van het onderzoek in de Volkskrant repte van “spectaculaire” kostenverschillen die “niet te verwaarlozen zijn, zeker met het oog op de stijgende zorguitgaven”? In datzelfde stukje trouwens ook de idiote constatering van Kooreman dat een antroposofische arts “minder snel [zal] adviseren een kind in te enten tegen de bof en mazelen. Hij gelooft dat het goed is voor de opbouw van het immuunsysteem om die ziekten door te maken, wat de latere kans op ziekte doet verkleinen.” Tsja, als je op basis van je geloof mensen belangrijke zorg onthoudt, kun je inderdaad flink besparen…

Slot

De rechtbank kon het beroep op de studie van Kooreman en Baars gemakkelijk pareren door erop te wijzen dat die studie op huisartsen zag, terwijl het in de casus van het MCR in de meeste gevallen juist niet om huisartsen ging. Een van de bestuurders heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan en blijkens zijn toelichting tegenover RTL Nieuws zal het argument van “alternatieven leveren zorgverzekeraars besparingen op” ook daar waarschijnlijk gevoerd worden:

“Wij doen veel met voeding, allemaal wetenschappelijk onderbouwd. De politiek wil dat ook van zorgverleners, om te voorkomen dat de zorgkosten verder stijgen.”

Het argument van de vermeende besparingen door alternatieve artsen is dankzij het onderzoek van Kooreman en Baars erg populair in alternatieve kringen. Het Patiënten Platform Complementaire Gezondheidszorg deed er vorig jaar in een open brief aan minister Schippers bijvoorbeeld gretig een beroep op. De beroemdheden die de brief medeondertekenden waren er blijkbaar niet van op de hoogte dat de studie van de beide onderzoekers tamelijk pover is en zeker geen verstrekkende conclusies over kostenbesparingen rechtvaardigt. De uitspraak van de rechtbank in de zaak van het MCR biedt gelukkig een mooie kapstok om dat laatste nog eens uitdrukkelijk onder de aandacht te brengen.

Verder lezen:

Op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij zijn eerder drie artikelen over deze zaak verschenen (1, 2, 3).

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Gezondheid Tagged With: acupunctuur, alternatieve behandelwijzen, antroposofie, Erik Baars, homeopathie, medisch centrum rhijnauwen, Peter Kooreman, statistiek, zorgfraude, zorgkosten

Ebola en de kwakzalvers

27 August 2014 by Pepijn van Erp 28 Comments

Idioten, gevaarlijke idioten, en kwakzalvers. Op het Internet bieden ze ook bizarre therapieën aan tegen Ebola. In werkelijkheid zijn er voor serieuze behandeling van deze ernstige virusziekte slechts een aantal experimentele medicijnen, die nog maar in zeer beperkte mate worden toegepast. Nu de ziekte dood en verderf zaait in West Afrika springen charlatans en kwakzalvers echter op om hun producten en ‘kunde’ aan te bieden. Er zijn aanwijzingen dat dit al tot verergering van de situatie heeft geleid. Een opsomming van de rondwarende onzin.

Embed from Getty Images

Klassieke homeopathie

Gezien het feit dat homeopaten in Afrika ook met hun onwerkzame middelen aanrommelen tegen andere levensgevaarlijke aandoeningen als malaria en hiv/aids, komt het niet echt als een verassing dat er nu ook een aantal zijn die homeopathie wel tegen Ebola willen inzetten. Joette Calabrese bijvoorbeeld, of Vickie Menear. Nu werkt klassieke homeopathie met het similiaprincipe waarbij middelen worden toegepast die dezelfde symptomen in gezonde personen veroorzaken als die je ziet bij de patiënt. Het similiaprincipe is onzin, maar hebben ze dan geneesmiddelproeven gedaan met middelen die dezelfde symptomen veroorzaken als we zien bij ebolapatiënten? Nee, natuurlijk niet. Het komt neer op wat vage overeenkomsten die ze zien tussen de symptomen van de Spaanse Griep en Ebola, maar dan moet je wel heel selectief kijken.

Gevaarlijk? In ieder geval vond de WHO het belangrijk genoeg om er op Twitter tegen te waarschuwen:

There is no evidence base that #homeopathy can cure #Ebola. Severely ill patients require intensive supportive care http://t.co/itpATExjBk

— WHO (@WHO) July 31, 2014

Je zou denken dat dit soort ideeën alleen bij extreem fanatieke homeopaten leeft, maar als je een beetje op Twitter of Facebook rondkijkt, zie je dat heel veel homeopaten het wel een geloofwaardig idee vinden, GeenStijl zettte er zo ééntje in het zonnetje. Ook artsen die aan homeopathie doen zijn niet te brengen tot een veroordeling van deze gevaarlijke uitspraken van hun collega’s. Ik moet de eerste vooraanstaande homeopaat die er ronduit afstand van neemt nog tegenkomen.
[update: zie ook “Homeopaten in Liberia: ‘Mission Ebola‘”]

Homeopathische frequenties

Een van de ‘verklaringen’ voor de vermeende werking van homeopathische middelen is dat alleen de informatie van de  uitgangsstof overblijft na het herhaaldelijk schudden en verdunnen. Dat er naar verwachting geen moleculen van die stof (uit de oertinctuur) in de druppels of korrels te vinden zijn, doet er dan zogenaamd niet toe; die informatie is op een of andere manier nog wel aanwezig. Met die gedachte is het maar een klein sprongetje om het helemaal materieloos aan te pakken en alleen met die informatie te werken. ‘Remedy Makers‘ worden gebruikt om middelen via frequenties te kopiëren en sommigen homeopaten zetten die om in geluidsfragmenten, die je dan kunt afluisteren om al doende de helende informatie zijn werk laten doen.
Eén zo’n fantast is Dr. Bill Gray met zijn ‘eRemedies’, MP3tjes die je via zijn website kunt afspelen. Hoewel hij stelt dat “there is no proven medical treatment” laat hij dat vrij snel volgen door:

If used properly, these eRemedies are nontoxic and may rapidly enhance recovery through improved functioning.

Willekeurig gegenereerde ruis, hoe krankzinnig moet  je zijn om dat voor te stellen als serieuze ondersteuning bij de behandeling van Ebola. Natuurlijk is hij (net als die klassieke homeopaten) zo handig om ergens wel te vermelden dat je het alleen als aanvulling op andere behandeling moet gebruiken, maar dat is vermoedelijk alleen om zich in te dekken.

Een andere beruchte organisatie, de Amma Resonance Healing Foundation van Peter Chappell en Harry van der Zee, levert min of meer hetzelfde in de laatste nieuwsbrief. Deze in Nederland gevestigde stichting met ANBI-status is al jaren bezig om hun PC Technology in Afrika in te zetten tegen malaria en hiv/aids. Wat die PC middelen precies inhouden, houdt Chappell angstvallig geheim, maar het is iets van een aids-simillimum dat op alcohol is overgebracht (vast met zo’n Remedy Maker). In ieder geval heeft een medewerker nu een website ingericht waar je ook kunt luisteren naar geluidjes die moeten beschermen tegen Ebola, eventueel gecombineerd met anti-paniek en anti-malaria. Uit de nieuwsbrief kunnen we ook opmaken dat helaas nog niemand Nico Beentjes zijn paspoort heeft afgepakt

MMS  (Master Mineral Solution – Miracle Mineral Solution)

Ook dit middel zijn we al vaker op Kloptdatwel tegengekomen, bijvoorbeeld ingezet tegen malaria. Niets is te dol voor bedenker Jim Humble. Zonder enige gêne raadt hij het middel ook tegen Ebola aan:

Maar geneest MMS ook Ebola?
Het is niet 100% zeker of MMS ook Ebola geneest omdat het simpelweg nog niet is uitgeprobeerd bij ebola patiënten. Maar waarschijnlijk bestrijdt MMS ook Ebola. Jim Humble adviseert voor Ebola het gebruik van Claras 6 and 6 protocol en Protocol 1000.

Colloïdaal Zilver

Het spul is nergens goed voor als je het inneemt, met een beetje pech kleur je er zelfs grijs of blauw van. Op veel plekken wordt het op Internet door kwakzalvers aangeboden, nu ook met sterke beweringen als:

Inside the body, silver forms no toxic compounds nor reacts with anything other than a germ’s oxygen metabolization. Colloidal Silver is truly a safe, natural remedy for many of mankind’s ills. It would appear highly unlikely that even germ warfare agents could survive an encounter with Colloidal Silver.

Since viruses like Ebola and Hunta, or even the dreaded “flesh-eating bacteria” are in the end merely hapless viruses and bacteria. To top it off Colloidal Silver is non-toxic, making it safe for both children and adults, as well as pets. In short, anything bigger than a one-cell animal seems to like it.

Vitamine C

Maar dat zilververhaal wordt door anderen gezien als een complot, waar je vooral niet moet intrappen:

Beware the current Colloidal Silver psy op, the actual cure for Ebola has been given to this web site.

Dat staat in wat schreeuweriger lettertje op de site van complotdenker Jim Stone. Volgens hem is het allemaal eenvoudig op te lossen met wat extra vitamine C, immers:

Consider this: The elite would never release a plague without an easy cure, and along with this ebola outbreak an American biowarfare firm has been working in Sierra Leon for the last five years.

Gebedsgenezers en traditionele geneeskunde

Een Nigeriaanse christelijke gebedsgenezer, Temitope Balogun Joshua, stuurde per privévliegtuig 4.000 door hem ingezegende flessen water naar Sierra Leone. Dat water geneest volgens hem van alles, kanker, hiv, dus Ebola kan het vast ook aan. Als je dat soort lieden aan de gang ziet, vind je het vast niet zo vreemd dat de Nigeriaanse overheid het nodig vond om religieuze voorgangers en genezers te waarschuwen tegen het doen van claims omtrent Ebola.
Er zijn veel geruchten die lastig te checken zijn, maar er is in ieder geval het verhaal dat een traditional healer uit Sierra Leone verantwoordelijk gehouden kan worden voor de verspreiding van Ebola van Guinee naar Sierra Leone. Zij hield praktijk in een dorpje niet ver van de grens en liet weten met haar krachten Ebola te kunnen genezen. Een aantal met besmette patiënten stak de grens over om door haar geholpen te worden met verschrikkelijke gevolgen: de dame in kwestie werd zelf besmet en bij haar begrafenis ook weer een flink aantal anderen. Aangezien ze blijkbaar een bepaalde status had, zijn op haar begrafenis veel mensen afgekomen van verder afgelegen dorpen. Dat werkt een snelle verspreiding in de hand.

Besluit

Dit is vast geen uitputtende opsomming en wat er in Afrika daadwerkelijk van opgepikt wordt en eventueel toegepast, is natuurlijk maar de vraag. Ervaring leert echter dat mensen in uitzichtloze situaties ook naar de meest vergezochte middelen grijpen. Als patiënten met Ebola dat doen en de reguliere zorg mijden, levert dat acuut gevaar op voor de besmetting van anderen.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid Tagged With: colloïdaal zilver, ebola, frequenties, gebedsgenezer, homeopathie, MMS, traditional healer, vitamine C

Het kind van de koning

26 August 2014 by Laurens Dragstra 12 Comments

In zijn vorig jaar verschenen biografie van koning Willem III (1817-1890) bespreekt neerlandicus en biograaf Dik van der Meulen ook het gerucht dat deze tegenwoordig weinig tot de verbeelding sprekende vorst helemaal niet de vader van de latere koningin Wilhelmina (1880-1962) was. De echte vader zou de particulier secretaris van de koning zijn geweest, of anders een liberale politicus. Van der Meulen schrijft dat het gerucht sinds eind negentiende eeuw regelmatig opduikt en een heuse hype op het internet heeft veroorzaakt. Dat kan goed kloppen. Eerder dit jaar kreeg voormalig lijsttrekker van de SOPN Johan Oldenkamp ruimte op de site van de Volkskrant om het gerucht daar rond te toeteren. Lezing van de fraaie biografie van Van der Meulen leert evenwel dat er voor het gerucht geen bewijs is. Of dat mensen als Oldenkamp op andere gedachten zal brengen, valt echter te betwijfelen.

Biografie van koning Willem III door Dik van der Meulen
Biografie van koning Willem III door Dik van der Meulen

Ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden verschenen vorig jaar vuistdikke biografieën van de eerste drie Oranjekoningen, Willem I, II en III. Het zijn bijzonder gedetailleerdere, maar toch goed leesbare historische werken, met uitgebreide notenapparaten en literatuurlijsten. De auteurs hebben voor hun onderzoek toegang gekregen tot de archieven van de drie koningen in het Koninklijk Huisarchief, hetgeen veel nieuwe informatie (o.a. persoonlijke correspondentie) heeft opgeleverd. Van der Meulen schetst in zijn biografie over Willem III een genuanceerd beeld van de man die 41 jaar op de Nederlandse troon heeft gezeten (1849-1890). Aan de ene kant is dat beeld weinig positief: veel van de geruchten over zijn omgang met andere vrouwen zijn waar. De koning was bepaald geen intellectueel, militaire zaken en jagen hadden zijn voorkeur, de koning lokte een onnodige oorlog met Atjeh uit, misdroeg zich in Zwitserland, kon bijzonder opvliegend en sadistisch zijn en was voor zijn zonen bepaald geen liefhebbende vader. Aan de andere kant was de koning gedurende een groot deel van zijn regering wel tamelijk populair bij de bevolking, vooral vanwege zijn ‘vaderlijke’ optreden bij rampen als de Watersnood van 1855 en soortgelijke watersnoden in 1861.

Uit het eerste huwelijk van Willem III met Sophie van Württemberg (1818-1877) werden drie zonen geboren. Het huwelijk was desondanks slecht en de echtelieden leefden vanaf 1855 gescheiden van tafel en bed. Na het overlijden van Sophie op 3 juni 1877 hertrouwde de koning op 7 januari 1879 met een prinses uit het tamelijk onbeduidende Duitse vorstendom Waldeck-Pyrmont, Emma geheten. Emma (1858-1934) was op het moment van het huwelijk nog maar 20 jaar oud, terwijl de koning al de – zeker voor die tijd – respectabele leeftijd van 61 jaar had bereikt. Op 31 augustus 1880 werd hun dochter Wilhelmina geboren. Op zichzelf is het heel goed mogelijk dat een man van dik in de zestig nog kinderen weet te verwekken bij een vrouw van begin twintig. Daar hebben we in Nederland recent nog een kras voorbeeld van gezien. In het geval van Wilhelmina zijn er echter kennelijk vragen gerezen over het vaderschap van Willem III. In plaats van de grijze koning wordt wel diens particulier secretaris Sebastiaan de Ranitz als werkelijke vader aangewezen, of anders de liberale politicus Joan Roëll, die na het overlijden van de koning nog een naar hem genoemd kabinet (1894-1897) zou formeren. Ik heb al aangegeven dat Van der Meulen geen bewijzen voor het gerucht heeft gevonden, maar laten we eens kijken welke argumenten Johan Oldenkamp aanvoert voor de stelling dat het gerucht waar is.

Syfilis

Portret van koning Willem III door Nicolaas Pieneman (foto via Wikimedia Commons)
Portret van koning Willem III door Nicolaas Pieneman (foto via Wikimedia Commons)

In het al genoemde interview met de Volkskrant stelt Oldenkamp dat het ‘algemeen bekend’ is dat Willem III twee jaar voor de geboorte van Wilhelmina syfilis opliep en daardoor geen kinderen meer kon krijgen met Emma. Het leek hem ‘goed als dat een keer wordt gemeld in de media’. Kennelijk vond hij deze boodschap nog niet genoeg, want een dag later publiceerde hij een uitgebreider artikel op zijn eigen website. Daarin herhaalt hij nog maar eens het verhaal over de vermeende syfilis van de koning, als gevolg van zijn uitbundige seksleven. Nu kan met betrekking tot dat laatste met recht gezegd worden dat Willem vele affaires met vrouwen heeft gehad, maar voor het syfilisverhaal (of voor welke andere geslachtsziekte ook) lijkt geen spat bewijs te bestaan. Van der Meulen heeft voor zijn boek diverse ziekteverslagen van de koning bestudeerd. Die kwalificeert hij als ‘weinig verhullend’, maar aanwijzingen voor syfilis of andere geslachtsziekten heeft hij er niet in gevonden (p. 594). Daarnaast analyseerde Van der Meulen uit het Koninklijk Huisarchief opgediepte correspondentie van een hofarts van de koning aan een collega-arts. Daarin schreef de hofarts over de medicatie die de koning gebruikte. Hij noemde laxeermiddelen als bitterwater, aqua laxativa viennensis en senna, en daarnaast kalmerende middelen als scopolamine en broomkalium. Geen van deze middelen, zo schrijft Van der Meulen, werd destijds ingezet tegen geslachtsziekten.

Dat de auteur niet over één nacht ijs is gegaan, bewijst het notenapparaat. In een eindnoot legt hij uit dat hij de haastig en in afkorting genoteerde medicijnen uit de correspondentie liet ontcijferen door twee deskundigen, waaronder Toine Pieters. Als dat deze Toine Pieters is, betreft het een bijzonder hoogleraar op het gebied van de geschiedenis van de farmacie. Een deskundige bij uitstek, lijkt me. Wat stelt iemand als Oldenkamp daar tegenover? Voor de mogelijkheid van het vaderschap van De Ranitz of Roëll – en, naar ik aanneem, de onvruchtbaarheid van de koning – beroept hij zich in zijn artikel op “de feiten uit het boek ‘De nachtwaker; het koningscomplot’ van Thomas Ross”. Ross is een thrillerschrijver, geen historicus en zijn boeken zijn romans, geen geschiedkundige onderzoeken. Het plot in zijn boeken is doorgaans wel op feiten gebaseerd, maar altijd vermengd met fictie (‘faction’). Ik beken dat ik het door Oldenkamp genoemde boek niet heb gelezen, maar blijkens deze recensie gaat het om een thriller speciaal geschreven ter gelegenheid van de heropening van het Rijksmuseum. In het boek komt blijkens de recensie ook een fictieve dichter Klaas van Os voor. Zou die nu volgens Oldenkamp echt bestaan hebben? Voor hem betekent ‘Wholly Science’, de kreet waaronder hij zegt wetenschap te bedrijven, kennelijk zoiets als ‘alles is wetenschap’. Daaronder vallen dan blijkbaar ook romans.

DNA

Maar Oldenkamp heeft meer pijlen op zijn boog. Hij beweert tevens dat prinses Juliana altijd zou hebben geweigerd mee te werken aan een DNA-onderzoek. Datzelfde zou gelden voor haar dochter Beatrix, door Oldenkamp ooit omschreven als een ‘inhalige, machtsgeile, dictatoriale, tirannieke en parasitaire topcrimineel’. Hij licht niet nader toe om welk DNA-onderzoek het zou gaan en wie daarom gevraagd zou hebben, maar Van der Meulen noemt (p. 593-594) het verhaal dat Russische onderzoekers in de jaren negentig van de 20e eeuw om het DNA van prinses Juliana zouden hebben gevraagd om vast te kunnen stellen of in 1991 opgegraven beenderen toebehoorden aan de in 1918 vermoorde tsaar Nicolaas II van Rusland en leden van zijn gezin. Juliana zou het verzoek geweigerd hebben, maar Van der Meulen schrijft stellig dat een dergelijk verzoek nooit is ingediend. In een eindnoot wijdt hij hier verder over uit door te verwijzen naar een verklaring uit 1998 van de leider van het gerechtelijk onderzoek naar de moord op de Romanovs tegenover een Nederlandse journalist. Deze Vladimir Solovjov verklaarde geen verzoek te hebben gedaan. De echtheid van de botten stond al vast door vergelijking met DNA-materiaal van een broer van de tsaar en van de Britse prins Philip, een achterneef van tsarina Alexandra Fjodorovna. Ook het DNA-verhaal snijdt dus geen hout.

Toondoof

Koning Willem III en zijn tweede vrouw, Emma van Waldeck-Pyrmont (foto via Wikimedia Commons)
Koning Willem III en zijn tweede vrouw, Emma van Waldeck-Pyrmont (foto via Wikimedia Commons)

Van der Meulen noemt nog een derde argument dat wordt aangevoerd om te bewijzen dat Willem III niet de vader van Wilhelmina was. De genoemde Sebastiaan de Ranitz zou toondoof zijn geweest, wat wil zeggen dat hij geen tonen kon onderscheiden. Deze aandoening treft zo’n 4% van de bevolking en is erfelijk. Ook Wilhelmina zou eraan lijden, maar Willem III en Emma niet, hetgeen zou pleiten voor het vaderschap van De Ranitz. Van der Meulen is hierover kort (p. 593): “Een bron hiervoor is niet bekend”, waarmee hij kennelijk wil zeggen dat er geen (betrouwbare) bron is die de stelling ondersteunt dat Wilhelmina daadwerkelijk toondoof was. Jammer genoeg wijst de auteur er in de voetnoot slechts op dat de vermeende toondoofheid bijvoorbeeld helemaal niet genoemd wordt in de Wilhelmina-biografie van Cees Fasseur. Uit andere eindnoten blijkt dat Fasseur wel ingaat op de relatie tussen De Ranitz en Wilhelmina (hij werd in 1894 haar kamerheer), dus het had voor de hand gelegen dat hij het verhaal over hun beider toondoofheid had vermeld als hij daar concrete aanwijzingen voor had. Nu staan de kwaliteiten van Fasseur buiten kijf, maar omdat hem nog wel eens verweten wordt wat al te Oranje-vriendelijk te zijn, is het jammer dat Van der Meulen de kwestie van de toondoofheid niet iets verder heeft uitgezocht (wat overigens ook geldt voor de vele ano- en pseudoniemen die het ‘feit’ zonder nadere onderbouwing op internetfora en blogs melden). Dat neemt niet weg dat het natuurlijk aan degenen die het verhaal geloven is daar ook een geloofwaardige bron voor te tonen. Johan Oldenkamp heeft die niet – hij noemt het verhaal niet eens – dus wie doet het beter?

De roode duivel en Koning Gorilla

Van der Meulen traceert het gerucht dat Willem III niet de vader van Wilhelmina was tot het satirische en antimonarchistische weekblad De roode duivel, dat tussen 1 augustus 1892 en 13 december 1897 verscheen. Hoofdredacteur van het blad was Louis Maximiliaan Hermans (1861-1943), die later politicus voor de SDAP zou worden. In het blad konden de avonturen gevolgd worden van koning Gorilla III (ook wel Billem III genoemd), diens vrouw koningin Emmer (Koningin van Kikkerland) en hun dochter Heintje. Ook ene Raspie komt in de verhalen voor. Lezers herkenden in deze figuren gemakkelijk koning Willem III, diens vrouw Emma, dochter Wilhelmina en jonkheer De Ranitz. Van der Meulen citeert een aantal versjes uit het blad waarin wordt gesteld dat Heintje het kind ‘van een partikulier sjikkeretaris’ is en dat de koning ‘die zelfs zijn keukenmeid vol wellust haalde in zijn bed’ door zijn gestoei met vrouwen ‘aan lager wal’ was geraakt, waardoor ‘er toch niets van kwam’ toen hij de liefde bedreef met zijn wettige echtgenote. Raspie zou de echte vader van Heintje zijn. In de geciteerde versjes wordt het woord syfilis niet gebruikt, maar dat was kennelijk de eerste geslachtsziekte waaraan tijdgenoten dachten als het ging om onvruchtbare, overspelige mannen.

Standbeeld van koningin Wilhelmina voor de Grote Kerk te Apeldoorn.
Standbeeld van koningin Wilhelmina voor de Grote Kerk te Apeldoorn.

Van der Meulen noemt het gerucht over de onvruchtbaarheid van koning Willem III ‘een vrolijk bedenksel’ van hoofdredacteur Hermans. Het paste goed bij het zowel antimonarchistische als satirische karakter van het tijdschrift. Daar kan ik aan toevoegen dat De Ranitz pas op 1 oktober 1881 ‘partikulier sjikkeretaris’ van de koning werd, ruim een jaar na de geboorte van Wilhelmina. Van der Meulen merkt ten slotte op dat het opmerkelijk is dat het gerucht niet wordt vermeld in het pamflet Uit het leven van Koning Gorilla, een schotschrift uit 1887 van de hand van de publicist Sicco Roorda van Eysinga(1825-1887). In het stuk staan veel boude beweringen, waaronder de beschuldiging dat prins Gorilla (i.e. Willem toen hij nog Prins van Oranje was) zijn vader had doodgeslagen met een ploertendoder om de troon te verwerven (in werkelijkheid bevond de prins zich op het moment van overlijden van zijn vader in Schotland). Verhalen over onvruchtbaarheid en een andere vader voor Wilhelmina komen er niet in voor. Dat dit bedenksels waren van een allesbehalve koningsgezinde satiricus als Hermans lijkt inderdaad de meest voor de hand liggende verklaring te zijn. Wie bewijs voor het tegendeel wil leveren, is natuurlijk welkom. Ik vermoed echter dat het bij het recyclen van het gerucht via internet zal blijven.

Filed Under: Algemeen, Overig Tagged With: dna, geschiedenis, johan oldenkamp, koningshuis, syfilis, toondoof, Willem III

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 250
  • Page 251
  • Page 252
  • Page 253
  • Page 254
  • Interim pages omitted …
  • Page 437
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie
12 October 2025 - Ward van Beek
Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie

.Op 4 oktober vond in de Geertekerk in Utrecht het jaarlijkse symposium plaats van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Het thema dit jaar was Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie. Meester KackadorisprijsDe middag begon traditioneel met de toekenning van…Lees meer Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie › [...]

Het ‘Red Panda Effect’
8 October 2025 - Ward van Beek
Het ‘Red Panda Effect’

.In de Skeptical Inquirer van october/november (Volume 49, No. 5) wordt door Craig A. Foster en Kelsey M. McGinn teruggeblikt naar een uitgave van het blad uit 1979, met daarin een verhaal over een verdwenen panda, ontsnapt uit Blijdorp, wiens ontsnapping…Lees meer Het ‘Red Panda Effect’ › [...]

Kernenergie is een keuze
3 October 2025 - Ward van Beek
Kernenergie is een keuze

.In sceptische kringen is kernenergie geen taboe. Maar veel argumenten vóór kernenergie zijn op wensdenken gebaseerd. door Frank Biesboer, voormalig hoofdredacteur van De Ingenieur, Skepter 38.3 Voor de Nederlandse energiewereld was de brief die minister Hermans van Klimaat en Groene Groei in mei publiceerde over…Lees meer Kernenergie is een keuze › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

The opposite of “turbo cancer”: COVID-19 vaccines sensitize cancer to immunotherapy
27 October 2025 - David Gorski

A new preliminary study published in Nature suggests that COVID-19 vaccines might actually boost the immune system to make immunotherapy more effective. If confirmed in followup studies, this result suggests that the vaccines do the opposite of causing "turbo cancer." The post The opposite of “turbo cancer”: COVID-19 vaccines sensitize cancer to immunotherapy first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Vinay Prasad Doesn’t Realize He’s The Establishment. It’s His Job to Produce Results for the American Public, Not Fluff Donald Trump.
26 October 2025 - Jonathan Howard

Because he can masterfully feign concern over evidence and data, Dr. Prasad is the Shohei Ohtani of spreading doubt and mistrust about vaccines. It's no surprise that under his "leadership", diseases are spreading and Andrew Wakefield is taking a victory lap. The post Dr. Vinay Prasad Doesn’t Realize He’s The Establishment. It’s His Job to Produce Results for the American Public, Not Fluff Donald Trump. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Professor Stephen Macedo: How Does it Feel to Have Elevated MAGA/MAHA Propagandists?
24 October 2025 - Jonathan Howard

The fault is not yours alone. You were just a bit player in a larger misinformation media ecosystem that was devoted to rewriting the history of the pandemic, numbing people to the grave risk We Want Them Infected doctors. The post Professor Stephen Macedo: How Does it Feel to Have Elevated MAGA/MAHA Propagandists? first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (42-2025)@Renate1 Er is een aanzienlijk verschil tussen westelijk en oostelijk Europa qua tijd van zonsopgang en -ondergang. Dus: los het
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (42-2025)Ik denk dat men het graag in Europees verband wil regelen in verband met grensverkeer. Dan gaat het misschien ook
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (42-2025)@Renate1 U bent me voor. Ik vervloek al vele jaren die volstrekt nutteloze en ontregelende wissel tussen "zomertijd" en "wintertijd",
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (42-2025)Kennelijk is er iets fout gegaan, want de blockquotes zijn verdwenen.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (42-2025)En ja hoor, hier is al weer een ander stuk over de wintertijd. https://www.parool.nl/columns-opinie/het-plan-om-de-zomertijd-af-te-schaffen-

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in