• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Biggenstudie krijgt prijs: homeopaten blij met dode mus?

4 April 2012 by Pepijn van Erp 28 Comments

Biggenstudie krijgt prijs: homeopaten blij met dode mus? 1De International Academy of Classical Homeopathy (IACH) heeft de biggenstudie van Irene Camerlink en Liesbeth Ellinger gekozen tot beste studie gepubliceerd in een peer-reviewed tijdschrift. Dit heugelijke nieuws las ik op de site van de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland. De studie is al eerder terloops ter sprake gekomen op Kloptdatwel.nl, maar nog niet uitgebreid besproken. De uitverkiezing  tot het beste artikel op het gebied van homeopathie door het instituut van Vithoulkas zelf, is aanleiding om er toch even nader naar te kijken. Eventjes dan. 

Biggenstudie krijgt prijs: homeopaten blij met dode mus? 2
foto van jref.org

George Vithoulkas is namelijk een heel grote meneer in homeopathische kringen en onder andere winnaar van een Right Livelihood Award, de ‘alternatieve Nobelprijs’. En het is dus niet zo vreemd dat het winnen van de IACH Research Award door de aanhangers van homeopathie als een belangrijke erkenning wordt gezien. Vithoulkas durfde het ook aan om in te gaan op de ‘1 million $ Challenge’ van James Randi.  Maar uiteindelijk kwam het niet tot een echte test en de heren geven elkaar natuurlijk de schuld van het niet doorgaan (JREF, Vithoulkas).

In 1995 stichtte Vithoulkas de International Academy of Classical Homeopathy op Alinissos  in Griekenland. Het is vooral een zomerschool waar homeopaten van over de hele wereld bijgeschoold worden. Volgens de website gaat het al om 9.000 homeopaten uit 32 landen.

De biggenstudie
Wat behelst die studie ook al weer? Irene Camerlink deed het onderzoek in het kader van een minor scriptie bij de Leerstoelgroep Biologische Landbouwsystemen aan de Universiteit Wageningen. Het artikel verscheen in het blad Homeopathy onder de titel Homeopathy as replacement to antibiotics in the case of Escherichia coli diarrhoea in neonatal piglets (hier vrij toegankelijk) en er is ook een Nederlandse versie.

Biggenstudie krijgt prijs: homeopaten blij met dode mus? 3
foto Flickr (woodleywonderworks)

De proef werd gedaan met 52 zeugen, die in twee gelijke groepen verdeeld werden, waarbij de ene groep een placebo kreeg en de andere groep een Coli 30K oplossing. Dat is weer zo’n bizar hoog  aantal keer verdund mengseltje dat er eigenlijk geen moleculen van de opgeloste stoffen in aanwezig kunnen zijn. Daar deed Camerlink overigens ook niet geheimzinnig over in een e-mail aan mij. Zij geeft ruiterlijk toe dat een wetenschappelijke verklaring voor de veronderstelde werking nog niet voorhanden is. Zij verwacht die echter wel snel.

De vloeistoffen werden twee keer per week in de vulva’s van de zeugen gesprayd gedurende de laatste vier weken van de dracht. Hoogstwaarschijnlijk is de blindering weer met de ‘Wageningse methode‘ gebeurd: de zeugen kregen labeltje ‘A’ of ‘B’ en werden dan met spuitje ‘A’ of ‘B’ besproeid.
Maar dat is helemaal geen goede blinderingsmethode. In feite test je in het onderzoek dan maar twee ‘deelnemers’ (N=2). Uit het artikel komt sterk naar voren dat gedurende het onderzoek bekend was of een zeug in groep ‘A’ of ‘B’ hoorde. Om het goed te doen moet je 52 verschillende spuitbusjes maken, die ofwel placebo ofwel verum bevatten. Het is wat meer gedoe, maar wel essentieel.

Uiteindelijk werd er gekeken hoeveel van de biggetjes, die de zeugen kregen, diarree kregen door E.coli-besmetting. Tenminste, dat zou je denken. Maar als je goed leest, zie je dat het vaststellen van de E.coli geschiedde door visuele inspectie van de uitwerpselen. Er werd slechts één sample ingestuurd naar een laboratorium om op E.coli te testen, het betrof een mengsel van de uitwerpselen uit drie verschillende worpen. En daar kwam niets uit. We weten dus niet eens of er sprake is geweest van diarree door E.coli! En eigenlijk kunnen we nu wel ophouden met verder zoeken naar methodologische fouten in het onderzoek, hoewel je er zo een flinke lijst van kunt opstellen.

Het onderzoek als zodanig vond ik daarom ook helemaal niet zo interessant, maar de aandacht van homeopathie aanhangers ervoor wel. Die voeren deze studie namelijk op als echt wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van homeopathie, want het zou immers gaan om een keurig uitgevoerde Randomized Controlled Trial (RCT) met een niet te ontkennen significant positief resultaat. Voor mij aanleiding om die algemene claim (een enkel positief significant resultaat uit RCT is ‘bewijs’) onderuit te halen in mijn artikel “RCT, homeopathie en biggetjes: ‘The Good, the Bad & the Ugly’?“

Het is overigens wel grappig te lezen wat er als resultaat van de studie vermeld wordt in het nieuwsbericht op de site van de KVHN:

Resultaat was dat van de groep aan wie het echte homeopathische geneesmiddel werd toegediend slechts 10 van de 265 biggetjes diarree kregen in vergelijking tot 63 van de biggen uit de even grote placebogroep. Dit houdt een significantie in van P<0,0001 op biggenniveau, en van P<0,05 op zeugenniveau. Heel duidelijk positief voor het homeopathisch geneesmiddel.

Die vetgemaakte zinssnede is de correcte statistische conclusie als je toch wil gaan rekenen met de resultaten die niet voorstellen wat de onderzoekers suggereren. Maar deze uitkomstwaarde is nergens in het oorspronkelijke artikel te vinden! Daar wordt alleen gewezen op de indrukwekkende score op biggenniveau. En dat cijfer is volkomen verkeerd berekend, want houdt geen rekening met het feit dat de kans op besmetting binnen een worp biggen heel groot is. Je kunt het al dan niet waarnemen van diarree bij de individuele biggen niet als onafhankelijke uitkomsten beschouwen. Dit merkte ik op in een commentaar op een artikel hier op Kloptdatwel, waarop Jan Willem Nienhuys voorrekende hoe de p-waarde op zeugenniveau is. Inderdaad significant, maar het is wel een grensgeval: was er één zeug in de verumgroep meer geweest met diarree in haar worp, was dat al niet meer het geval geweest.

Tsja, dit is dus volgens de International Academy of Classical Homeopathy het beste onderzoek dat er de laatste tijd verschenen is op het gebied van homeopathie. Of in ieder geval het beste van die artikelen die ingestuurd waren voor de IACH Research Award. Hoeveel dat er waren (en welke) weet ik niet. Ook niet wie er in de jury zaten en of er een juryrapport is. Die vragen stelde ik aan het instituut per e-mail en een week later kreeg ik als antwoord dat ze die informatie in dezer dagen op de website plaatsen, maar ik heb nog niets  gezien daarvan.

foto titelpagina  Flickr:woodleywonderworks

Filed Under: Alternatieve schade, Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: alternatieve diergeneeskunde, biggen, george vithoulkas, homeopathie, international academy of classical homeopathy, statistiek, Wageningen

Ganzfeld and friends

3 April 2012 by Gert Jan van 't Land 9 Comments

Vandaag geen doorwrocht stuk. Wel een cartoon van ‘Ganzfeld and Friends’ dat ik vond op een forum uit 2008. Daar staan er nog een paar voor de liefhebber. Natuurlijk leuk voor de Garfield-fan. En leuk genoeg voor Kloptdatwel, dacht ik. Ganzfeld verwijst naar de experimenten die met name in de jaren ’70 en ’80 zijn gedaan met ESP (Extra Sensory Perception), ofwel telepathie. Deze experimenten hebben volgens skeptische onderzoekers geen enkele aanwijzing opgeleverd voor het bestaan van  ESP. Dit wordt betwist door sommige parapsychologen. Lees meer in de Wikipedia, in dit artikel uit het skeptische tijdschrift Skepter of in dit lemma uit de Skepdic .

Ganzfeld and friends 4

 

Filed Under: Algemeen, Humor, Paranormaal Tagged With: ganzfeld, garfield, telepathie

Genieten van statistiek

31 March 2012 by Maarten Koller 2 Comments

Hieronder staat de documentaire ‘The Joy of Stats’. Omdat statistiek belangrijk is en je er best van kan genieten.

Met dank aan Jan Verhoeven voor de tip.

Filed Under: Skeptische TV, Wetenschap Tagged With: statistiek

De pedoscan: valse zekerheid

30 March 2012 by Pepijn van Erp 18 Comments

Sinds enige tijd schrijft Victor Lamme, hoogleraar Cognitieve Neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, columns in de krant nrc.next. Op 16 maart publiceerde hij er een met de titel ‘De pedoscan‘. Die is gewijd aan het onderzoek van Jorge Ponseti waarin die bekijkt of je met hersenscans onderscheid kunt maken tussen pedofielen en ‘normale’ mensen. Opmerkelijke conclusie van dat onderzoek is dat dat vrij precies mogelijk lijkt te zijn. Ponseti ontwikkelde een test waarin proefpersonen werden blootgesteld aan plaatjes van naakte volwassenen en kinderen. En door te kijken hoe verschillend de scans eruit zien, kan met een hoop rekenwerk ‘bepaald’ worden of iemand pedofiel dan wel ‘normaal’ is. Maar dit soort rekenpartijen op basis van meetgegevens hebben toch altijd te maken met marges, fout-positieven en dat soort statistische kanttekeningen? Hoe zit het daar mee? Victor Lamme trekt in ieder geval niet de goede conclusies uit het gecijfer. Een 100 procent betrouwbare pedoscan ligt nog niet om de hoek.

De pedoscan: valse zekerheid 5
De fMRI scans die als basis dienen voor de test van Ponseti

Bij zo’n beetje elke test die twee uitslagen geeft, positief of negatief, heb je naast de correcte (positieve en negatieve) uitslagen ook fout-negatieve en fout-positieve uitslagen. Een fout-negatieve uitslag wil zeggen dat je test de eigenschap niet aanwijst, terwijl die er in werkelijkheid wel is. Een fout-positieve uitslag is net andersom: de eigenschap wordt ten onrechte aangetoond door de test.
Nu wil je graag dat een test zo weinig mogelijk fout-negatieve resultaten geeft, dat heb je een hoge sensitiviteit, maar ook zo weinig mogelijk fout-positieve, een hoge specificiteit. Meestal is het lastig om zowel de sensitiviteit als de specificiteit heel hoog te krijgen. Vooral in juridische aangelegenheden is een hoge specificiteit van belang, je wil immers niet mensen ten onrechte beschuldigen.

Hoe betrouwbaar is de ‘pedoscan’?
De resultaten van Ponseti zijn zo mooi, omdat zijn test de hersenscans van de 32 ‘normale’ proefpersonen allemaal als ‘normaal’ herkende, een specificiteit van 100 procent! Op de sensitiveit moet dan wel wat ingeleverd worden, want van de 24 pedofielen, werden er 3 niet juist geïdentificeerd. De sensitiviteit is dus 21/24 = 88 procent, afgerond. Lamme legt uit waarom het zo belangrijk is, dat het niet net andersom is:

Pedofilie is gelukkig zeldzaam. Precieze getallen zijn er niet, schattingen lopen uiteen van 0,1 procent tot 4 procent. Laten we uitgaan van 1 procent. Als je dan 1.000 mannen scant zijn er 10 pedofiel. Stel nu eens dat de specificiteit 88 procent was, en de sensitiviteit 100 procent (dus dat er nooit een pedofiel wordt gemist). Dan zou je alle 10 pedofielen eruit vissen, maar tegelijk ook 120 mannen ten onrechte beschuldigen (12 procent van die 1.000). Met de door Ponseti behaalde specificiteit van 100 procent beschuldig je nooit een man ten onrechte, maar haal je wel 9 van de 10 pedofielen eruit. Tot zover de wiskunde.

De pedoscan: valse zekerheid 6
Zo presenteert een zelfverzekerd kijkende Victor Lamme zich op zijn website (victorlamme.nl) met foto en deze tekst: ‘Ik ben Victor Lamme, hersenonderzoeker bij de afdeling Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. Ik onderzoek het bewustzijn’. Wiskunde en statistiek lijken wat minder zijn sterke kant te zijn.

Tsja, tot zover gaat misschien de wiskunde van Victor Lamme. En dat is wel een beetje gênant, want het geeft een volstrekt verkeerd beeld. De specificiteit van de test van Ponseti is de uitkomst van een steekproef en is hooguit de beste schatting van de ‘echte’ specificiteit. Je kunt niet uit het feit dat geen van de 32 gezonde proefpersonen als pedofiel word aangewezen, afleiden dat de specificiteit precies 100 procent is.
Het is eenvoudig in te zien dat je net zo goed kunt stellen dat die specificiteit bijvoorbeeld maar 95 procent is (één op twintig is dan fout-positief). Ook dan is de kans behoorlijk groot dat je de 32 mannen in het goede vakje plaatst. Die kans is gelijk aan het niet gooien van ’20’ in 32 beurten met een dobbelsteen met 20 vlakken: ongeveer 19 procent (0,95 tot de macht 32). Een kleine kanttekening moet ik hierbij wel maken, je gaat er dan van uit dat er wel een zekere spreiding in de gemeten waarden is. Maar dat blijkt wel uit het vervolg.

Wil je preciezer berekenen wat die specificiteit voor waarden kan hebben, kun je een van de vele tools op Internet gebruiken. Als je de steekproefresultaten invoert, kom je uit op een 95 procent betrouwbaarheidsinterval van 87 tot 100 procent. Dat is even wat anders dan te stellen dat Ponseti’s test geen fout-positieven kan opleveren! Er is zelfs nog een kans van één op twintig dat de specificiteit in werkelijkheid lager is dan 87 procent. [update: deze tools blijken niet zo precies in dit geval. De echte ondergrens is 91 procent. Zie de commentaren.]

Het rekenwerk van Ponseti
De valse zekerheid van het abstracte gegoochel met getallen wordt ook wat duidelijker als je bekijkt hoe die test van Ponsetti nou eigenlijk in elkaar steekt. Het artikel Assessment of Pedophilia Using Hemodynamic Brain Response to Sexual Stimuli is niet voor iedereen toegankelijk, maar ik kan er wel het een en ander over vertellen. In het onderzoek werden aan proefpersonen vier soorten blote plaatjes getoond van vrouwen, meisjes, mannen en jongens. Bij elke vertoning van een afbeelding werden fMRI-scans gemaakt. Dat levert plaatjes als hierboven op. Deze plaatjes, in feite een hele berg getallen, worden omgezet in een waarde die aan moet geven hoe opgewonden de proefpersoon is. Dit kan al op heel veel verschillende manieren, die je met een ander soort meting (die ook onnauwkeurigheden heeft) moet toetsen. Vervolgens worden er per proefpersoon twee uitkomstwaarden berekend, namelijk het verschil in opwinding bij het zien van vrouwen ten opzichte van meisjes en het verschil tussen het zien van mannen en jongens. Met die waarden kun je alle proefpersonen in een grafiekje zetten.

De test die Ponseti nu eigenlijk heeft bedacht, bestaat voor het belangrijkste deel in het bepalen van een verdeling van het vlak van de grafiek  in twee delen. De verdeling moet zodanig zijn dat in het ‘goede’ stuk alle ‘normale’ personen vallen en in het ‘foute’ gebied zoveel mogelijk pedofielen.

De pedoscan: valse zekerheid 7
Lamme suggereert: als je in het witte gebied valt, ben je zeker geen pedofiel

In het plaatje hiernaast is dat duidelijk gemaakt. De rondjes zijn de ‘normale’ mannen die meededen. Zij vallen allemaal in het goede, witte, gebied. Er zijn een paar pedofielen, de driehoekjes, die er echter ook in vallen. Dat zijn de fout-negatieven.

Je kunt (en moet) je afvragen of deze verdeling niet heel erg afgestemd is op deze 56 deelnemers aan het onderzoek, of andere verdelingen niet net zo goed zouden zijn. Dat doen de onderzoekers gelukkig ook wel een beetje en ze deden een zogenaamde ‘leave-one-out crossvalidation‘. Je laat dan telkens één persoon uit de dataset, doet opnieuw de verschillende splitsingen in zwart en wit in de grafiek en kijkt of de weggelaten persoon in het goede vlak zou vallen. De beste methode bleek deze simpele lineaire verdeling te zijn.

Het is dus ook helemaal niet zo dat er van tevoren een test bedacht is, die in het onderzoek zo bleek uit te pakken dat die een specificiteit van 100 procent geeft. Nee, de test is achteraf zo afgesteld dat die in ieder geval die specificiteit geeft. Het bijzondere is alleen dat je dan nog zo’n hoge sensitiviteit overhoudt.

Mooie oplossing, of niet?
Allemaal leuk en aardig, maar waar zijn we nu eigenlijk helemaal mee bezig? Is het resultaat wel generaliseerbaar naar de gehele populatie? Die 24 pedofielen zijn misschien wel helemaal niet representatief voor alle pedofielen, die we zouden willen testen. Deze waren namelijk allemaal al ‘uit de kast gekomen’ en zaten in programma’s om om te leren gaan met hun pedofilie.

Dat is één probleem, maar er zijn ook fundamentele twijfels aan de waarde van dit rekenwerk op basis van fMRI-scans. Bert Keizer stelt in een stuk in Trouw zeer terecht de vraag of we wel kúnnen weten wat we meten met zo’n hersenscan en wat voor conclusies we mogen trekken op basis daarvan:

Stel dat een pedofiel van wie we het niet vermoeden, maar die voor deze test gescreend wordt, bij het zien van pedoplaatjes helemaal geen plezier beleeft, maar zich schaamt? Precies dezelfde schaamte die, plaatsvervangend, wordt gevoeld door de hetero die ernaar kijkt. Wat zeggen we als Robert M. brandschoon blijkt op zo’n scan? Dat hij eigenlijk niks gedaan heeft? De drogreden blijft dat je op basis van een scan precies weet wat er door iemand heen gaat én dat je op grond daarvan gedrag kunt voorspellen.

Victor Lamme geeft in zijn column niet alleen een verkeerde weergave van de betrouwbaarheid van de ‘pedoscan’ maar verwacht er ook veel te veel van:

Was het Amsterdamse drama dat Robert M. heeft aangericht hiermee voorkomen? Het lijkt me dat een pedofiel niet eens gaat solliciteren als hij weet dat er van zijn brein een dergelijke scan wordt gemaakt. Een crèche kan zich mooi onderscheiden in de nu zo moeilijke markt voor kinderopvang: ‘onze medewerkers zijn pedoscanproof!’

Het kan best zo zijn dat pedofielen minder zullen solliciteren naar functies in de kinderopvang als dit soort detectie ingang vindt. Maar dat maakt de kans alleen maar groter dat iemand die wel solliciteert en positief uit de test komt, geen pedofiel is. En de term  ‘pedoscanproof’ wekt, bij mij in ieder geval, eerder de suggestie dat er geen fout-negatieven zouden voorkomen. En die zijn er dus juist wel met de test van Ponseti. Ook is er onderzoek dat aantoont dat soortgelijke tests die gebruikt worden voor leugendetectie, te foppen zijn.

De valse zekerheid van dit soort testen zal hopelijk niet zo gaan uitpakken, dat we begeleiders in de kinderopvang die ‘slagen’ voor de test blindelings gaan vertrouwen. En dat we zeer verstandige maatregelen, zoals minstens twee begeleiders tegelijkertijd op een groep, overboord gaan gooien, omdat je dan kunt bezuinigen in deze ‘nu zo moeilijke markt voor kinderopvang‘.

Een paar andere artikelen over het onderzoek van Ponseti:

  • Discover Magazine: Can Brain Scans Detect Pedophiles?
  • Neuroskeptic: To Catch A Predator… With A Brain Scanner?

 

Filed Under: Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: fmri, hersenscan, pedofilie, statistiek, verkeerde berichtgeving, Victor Lamme

De Neo-Astrologie van Peter Toonen

28 March 2012 by Martin Bier 7 Comments

In de nieuwe Skepter besteedt Rob Nanninga aandacht aan “De Angst Voorbij”.  Het gaat hier om een groot 2012 manifest dat is geschreven door een collectief van kopstukken van de Nederlandse New Agebeweging. Het hoofdstuk “Klimaatverandering” van Peter Toonen trok m’n speciale aandacht. De titel van dit hoofdstuk doet vermoeden dat het hier om een meteorologische verhandeling gaat. Echter, bij lezing wordt al snel duidelijk dat Peter Toonen hier een geheel nieuwe en nog nooit vertoonde vorm van astrologie heeft ontwikkeld.

Peter Toonen windt er geen doekjes om. CO2 en Al Gore zijn volksverlakkerij. “Milieu-fascisme” is een uitvloeisel van de klimaathype. Toonen ziet de grotere verbanden – de verbanden dus waar het werkelijk om gaat. Weer en klimaat, zo stelt Toonen vast, zijn in het gehele zonnestelsel uit de hand aan het lopen. Het zijn dus de kosmische verbanden die Toonen voor ons blootlegt.

Toonen gaat de planeten één voor één van binnen naar buiten af. Rob Nanninga geeft in z’n stuk in Skepter al aan dat er veel mis is met de feiten die Toonen ons voorschotelt. Van begin tot einde is er eigenlijk weinig in Toonens opsomming dat correct is. In z’n alinea over Mercurius schrijft Toonen dat deze planeet in de jaren zeventig geen magnetisch veld had en dat het magnetisch veld nu steeds sterker aan het worden is. Echter, in zo ongeveer elke legitieme bron over Mercurius staat vermeld dat het magnetisch veld in 1974 voor het eerst werd gemeten door de ruimtesonde Mariner 10. Er is toen vastgesteld dat de magnetische veldsterkte van Mercurius ongeveer 1% bedraagt van die van de Aarde. Recentelijk is de Messenger-satelliet in een baan om Mercurius gebracht. Aan de magnetische veldsterkte van Mercurius blijkt niets veranderd te zijn.

Venus is de volgende planeet die de revue passeert. “… planeet Venus is net als onze Maan altijd met hetzelfde gezicht naar ons gekeerd (!)” schrijft Toonen. Je hoeft er helemaal geen natuurkunde voor gestudeerd te hebben om in te zien dat Venus in dat geval met een steeds variërende hoeksnelheid om z’n eigen as of om de Zon zou moeten draaien. Onzin natuurlijk! Zoiets druist in tegen elementaire mechanica. Toonens bewering vindt z’n basis in de spreekwoordelijke klok en klepel. Telkens als Venus precies tussen de aarde en de zon in staat (de zogenaamde benedenconjuctie), dan staat ze namelijk met dezelfde kant naar ons gericht. De volgende zin luidt: “Maar de gehele helderheid van haar ‘nachtzijde’ is tussen 1975 en 2001 met een verbijsterend percentage van twee-en-een-half-duizend (2.500) procent toegenomen. En ook haar voor ons zichtbare voorkant is helderder geworden waardoor Venus nu a.h.w. gloeit in de donkere nacht, en na de Maan verreweg het helderste object is geworden aan de nachtelijke hemel.” Venus is inderdaad, na de Zon en de Maan, het helderste object aan de hemel. Maar dat is al heel erg lang zo – de Romeinse schrijver Plinius de Oudere stelde het reeds vast. In deze laatste passage lijkt het er ook op alsof het volgens Toonen altijd nacht is op de zijde van Venus die we volgens hem nooit kunnen zien. Dat is natuurlijk allemaal volslagen krankzinnig. Feit is dat de planeet Venus zo helder is omdat ze dicht bij ons staat en twee derde van het inkomend zonlicht direct reflecteert. Waar Toonens 2500 vandaan komt kon ik niet achterhalen – misschien is het vrije associatie op de 2600 watt per vierkante meter die Venus op z’n evenaar van de Zon ontvangt.

Het stuk voor stuk corrigeren van Toonens planetaire “feiten” zou leiden tot een opsomming die langer is dan Toonens stuk zelf. De Engelstalige Wikipedia heeft goede pagina’s over de planeten en manen in ons zonnestelsel. Wie één en ander geduldig wil uitpluizen kan zelf Toonens stuk naast Wikipedia leggen.

De Neo-Astrologie van Peter Toonen 8
Een artistieke impressie van Pluto, z'n grootste maan Charon en de ruimtesonde New Horizons die er in 2015 zal arriveren.

Amusant is het als Toonen bij de behandeling van z’n laatste planeet, Pluto, ons op belerende toon laat weten hoe de astronomen recentelijk door de astrologen zijn afgetroefd. Ondanks haar grote astrologische betekenis hebben astronomen het namelijk bestaan om Pluto in 2006 te degraderen van planeet tot eenvoudig kosmisch brokstuk. Hoe onterecht dit was bleek volgens Toonen in het voorjaar van 2011 toen werd vastgesteld dat Pluto drie manen heeft. Een eenvoudige bezoek aan Wikipedia of een NASA-website maakt duidelijk dat Toonen ook hier met de feiten in de war is. Pluto’s grootste maan, Charon, is in 1978 ontdekt. Twee kleinere manen, Nix en Hydra, zijn in 2005 ontdekt en beschreven. Een vierde maan werd in juli 2011 ontdekt.

Het zijn niet alleen astronomische basisgegevens waarmee Toonen de plank misslaat. In het twintigtal regels dat Toonen over de Aarde schrijft, vinden we de volgende zin: “Voor de helderheid: een toename van 50 procent zou al veel zijn, namelijk een verdubbeling.” Met andere woorden, dr. Toonen is niet bekend met het elementaire verschil tussen 50% en 100%!!!

De oude Babyloniërs baseerden hun astrologie tenminste nog op waarnemingsfeiten. Ook moderne sterrenwichelaars doen i.h.a. hun best om enigszins op de hoogte te zijn van de posities van de planeten. Maar neo-astroloog Toonen maalt niet om de empirie. Om de 2012-profetie astrologisch hard te maken schudt hij manen uit z’n mouw en zuigt hij magneetvelden uit z’n duim. De fictieve voorbodes representeren een geheel nieuwe ontwikkeling in de astrologie! De astrologie is hiermee volledig los komen te staan van wat voor realiteit dan ook!

De Neo-Astrologie van Peter Toonen 9
De Zon heeft 109 maal de straal van de Aarde. Een zonnevlek heeft ongeveer de omvang van de Aarde. Met de levensduur van een individuele vlek gaat het doorgaans om dagen, maar het kan ook om uren gaan en soms ook om maanden.

Oorzaak van al het trammelant in ons zonnestelsel is volgens Toonen de Zon zelf. Ook over de Zon is het meeste van wat Toonen beweert onjuist. Hij vertelt ons dat “Westerse wetenschappers” de zonnevlekcyclus al vier eeuwen bijhouden, maar dat die cyclus al in 28 v. Chr. door Chinese wetenschappers werd opgemerkt. Johan Fabricius zou in 1611 voor het eerst “officieel wetenschappelijk” gerapporteerd hebben over die cyclus. Na een eenvoudige speurtocht op het internet blijkt dat het anders ligt. Dat er donkere vlekken op de Zon komen en gaan is inderdaad al sinds de oudheid bekend. Maar dat het collectieve gedrag van die zonnevlekken een cyclus volgt van ruwweg 11 jaar – dat werd pas in de 19e eeuw ontdekt. De energieoutput van de zon varieert in de loop van een zonnecyclus met zo’n 0,1%. De variatie is zo klein dat ze slechts van buiten de dampkring met satellieten kan worden waargenomen. Toonen zwamt als ie beweert dat iedere plantsoenendienstwerker met de cyclus bekend is. Je krijgt bij Toonens uiteenzetting over zonnevlammen het gevoel alsof het Einde der Tijden nabij is. Echter, Toonens tromgeroffel heeft weinig met de realiteit van doen. Er is niets alarmerends of ongekends aan het recente gedrag van de Zon en er is geen enkele basis voor Toonens apocalyptische toon.

De Neo-Astrologie van Peter Toonen 10
Sinds de jaren 70 zijn er nauwkeurige satellietwaarnemingen van zonneactiviteit beschikbaar. De grafiek toont hoe totale stralingsoutput, zonnevlammen en zonnevlekken een cyclus van 11 jaar volgen. Maar de variaties in de loop van die 11 jaar zijn erg klein.

Op de laatste pagina van Toonens stuk wordt alle pretentie overboord gegooid. De verzonnen feiten, de gefingeerde percentages, de broddelastronomie en de neo-astrologie – dat alles was slechts springplank. In de laatste paar alinea’s keren we terug naar de betekenisloze wartaal van de New Age. Vanuit het centrum van ons Melkwegstel, zo lezen we, komen er steeds meer “torsiegolven” onze kant op. En het is volgens Toonen de beroering in het centrum van de Melkweg die onze Zon van z’n à propos zou hebben gebracht. De torsiegolven kunnen een “hyperdimensionale sprong genereren naar een etherische dichtheid.” Alle remmen gaan los als Toonen de zaken nog eens voor ons wil samenvatten: “In het kort gezegd zijn torsiegolven, golven van vortex-energie die energiegolven dragen en daarmee voortstuwen die zowel voortkomen als terugvoeren naar en uit nul, dus vanuit het nu of niets, en wel in een harmonische verhouding zoals die van de Gulden Snede. Voor levende wezens zoals DNA dragende materie op aarde, is dit veld herkenbaar als liefde.” Even verder wordt er geconcludeerd: “Onze gedachten worden bijvoorbeeld magnetischer.” Toen het over magnetische velden van planeten ging, toen konden we de beweringen van Toonen nog beoordelen op het waarheidsgehalte. Bij dit soort nietszeggende vaagheden is dat niet langer mogelijk.

Toonen heeft een website, een blog en een bedrijf genaamd “Energie To(o)nen.” Veel onheilspellender dan wat voor zonnevlamactiviteit dan ook is het gegeven dat Toonen columns schrijft voor een hele reeks Nederlandse tijdschriften en “her en der in het land” lezingen geeft. Hij is trouwens andragoog.

Filed Under: Pseudowetenschap Tagged With: astrologie, einde van de wereld, new age, voorspelling

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 326
  • Page 327
  • Page 328
  • Page 329
  • Page 330
  • Interim pages omitted …
  • Page 433
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Fluoride-angst?
30 June 2025 - Ward van Beek
Fluoride-angst?

Raad eens’, vraagt Cor van Loveren: ‘Het is begin jaren zeventig. Hoeveel gaatjes denk je dat een kind van vijf gemiddeld had?’ Het antwoord: achttien. ‘In haast elke tand zat wel een gat.’ Gemiddeld genomen dan. Er waren ook tanden…Lees meer Fluoride-angst? › [...]

James Randi test wichelroedelopers in Australië
11 June 2025 - SkepsisSiteBeheerder
James Randi test wichelroedelopers in Australië

In 1980 bezocht James Randi Australië op uitnodiging van Dick Smith om daar een test uit te voeren met wichelroedelopers.Lees meer James Randi test wichelroedelopers in Australië › [...]

Polarisatie juist goed voor democratie?
5 June 2025 - Ward van Beek
Polarisatie juist goed voor democratie?

.Soms lijkt het wel alsof we elkaar de hele dag de tent uit vechten. Op social media, bij verjaardagsfeestjes en in talkshows zijn we het oneens over vaccins, over Gaza, over vrouwenrechten. Dat blijkt ook uit onderzoek van het Sociaal…Lees meer Polarisatie juist goed voor democratie? › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Science Based Satire: The Forces I Enabled Are Attacking Science Just Like They Said They Would. Here’s Why Left Leaning Public Health Experts are to Blame.
19 July 2025 - Jonathan Howard

No one could have foreseen these attacks on science and medicine. There were no warnings, and no one sounded the alarm bell. The post Science Based Satire: The Forces I Enabled Are Attacking Science Just Like They Said They Would. Here’s Why Left Leaning Public Health Experts are to Blame. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

As Diseases Spread and Trust in the FDA Crumbles, Its Leaders Are Obsessed with an MRI Abnormality in 1 in 61,500 Males Ages 12-24
18 July 2025 - Jonathan Howard

Our medical establishment told people to "Stop Trusting the Public Health Establishment". Now, almost no one trusts our medical establishment. The post As Diseases Spread and Trust in the FDA Crumbles, Its Leaders Are Obsessed with an MRI Abnormality in 1 in 61,500 Males Ages 12-24 first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Your terrain, your fault? Germ Theory Denial 2025
17 July 2025 - Scott Gavura

Terrain theory is making a comeback, offering the illusion that illness is always preventable, and blaming the sick for being sick. The post Your terrain, your fault? Germ Theory Denial 2025 first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on De linke weekendbijlage (28-2025)@ Hans, Ja, het antwoord van de VPRO op de vragen van de VtdK vond ik ook van een dubieus
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (28-2025)@Renate1 De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft de VPRO benaderd over het zeer dubieuze kwakzalverijgehalte van de gedachtengang van mw.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (28-2025)Dat is mijn idee ook. Nu moet ik zeggen dat ik toch al zelden naar Zomergasten kijk, maar in dit
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (28-2025)@Renate1 Iemand die als dramaturg en als journalist heeft gewerkt resp. nog werkt en op basis van zeer dubieuze "hervonden
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (29-2025)Dat stuk in De Volkskrant heb ik ook met stijgende verbazing en kromme tenen zitten lezen. Was er nu echt

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in