In een tamelijk kritiekloos artikel dat 26 maart jl. verscheen in de Volkskrant doet Margreet Vermeulen verslag van de opkomst van integrative medicine, in het artikel “aanvullende zorg” (en nadrukkelijk “dus níet alternatieve zorg”) genoemd. Aan het woord komen artsen die enthousiast zijn over diverse vormen van aanvullende behandelingen en de auteur doet het, o.a. verwijzend naar de Cochrane Library, voorkomen alsof al deze behandelingen bewezen effectief zijn.
Maar als men diezelfde Cochrane Library raadpleegt, blijkt van deze laatste suggestie weinig overeind te blijven.
Hoogleraar MDL-ziekten bij kinderen Marc Benninga (Amsterdam UMC) stelt, verwijzend naar zijn eigen studie uit 2007, dat hypnotherapie 85% van de kinderen verlost van hun onverklaarbare buikpijn. In een mede door hemzelf geschreven review in 2013 is hij echter veel minder stellig en stelt hij dat het moeilijk is om ferme conclusies te trekken uit de gedane studies en dat meer onderzoek nodig is.
Waar komt deze fascinerende discrepantie vandaan? In de publieke pers krijg je ongenuanceerde uitspraken makkelijk gepubliceerd. In een wetenschappelijk tijdschrift kom je er echter niet zo makkelijk mee weg. Misschien dient men zich daarom voorzichtiger uit te drukken dan Benninga in de Volkskrant heeft gedaan. Cochrane formuleerde het in 2017 dan ook anders: er is enig bewijs voor gunstige effecten van deze behandeling, maar de evidentie is “van lage kwaliteit” en meer onderzoek is nodig.
Van Ines von Rosenstiel (Oncologisch Centrum van het Rijnstate Arnhem) mogen we de term “alternatieve geneeswijzen” niet gebruiken. Zij beveelt alleen behandelingen aan die bewezen zinvol zijn, zoals acupunctuur voor misselijkheid na chemotherapie. Maar wat zegt Cochrane over deze behandeling? Artikel teruggetrokken. Wat dit betekent, blijft onduidelijk, maar het is in ieder geval niet hetzelfde als wetenschappelijk bewijs.
Mattie Hoogstraate (ZorgSaam Zorggroep Zeeuws Vlaanderen) weet dat therapeutic touch werkt tegen onrust bij dementie. Vermeulen geeft aan dat dit niet “spijkerhard” bewezen is, maar dat dat er goede aanwijzingen zijn dat het helpt. Niet spijkerhard? Cochrane stelt dat er in het geheel geen zinnige studies naar zijn gedaan!
Els Peeters (kinderneuroloog Juliana Kinderziekenhuis Den Haag) stelt dat je hoofdpijn bij epilepsie kunt verbeteren met hypnotherapie of acupunctuur. Hypnotherapie geeft volgens Cochrane alleen bij kinderen een tijdelijke daling van de frequentie van hoofdpijn. Wél vindt Cochrane dat acupunctuur geringe gunstige effecten heeft op spanningshoofdpijn en migraine. Duidelijker is Cochrane over sint-janskruid: het werkt even goed als antidepressiva. Over mindfulness bij depressie zegt Cochrane daarentegen helemaal niets. Wel lijkt het geringe gunstige effecten te hebben op angst en neerslachtigheid bij borstkanker.
Anders dan Vermeulen stelt, is het wel degelijk goed mogelijk dubbelblind gerandomiseerd onderzoek te doen met acupunctuur; een placebo-ingreep (ook toepasbaar bij chirurgisch wetenschappelijk onderzoek) heet hierbij een sham-procedure. Ten onrechte zegt ze dat het de Vereniging tegen de Kwakzalverij is (in haar bewoordingen een groep van fanatieke antikwakzalverij-activisten) die vindt dat idealiter op deze manier wetenschappelijk onderzoek bedreven dient te worden. Het is namelijk de hele internationale medisch-wetenschappelijke gemeenschap die dat vindt. En inderdaad worden er gewoon dubbelblind gerandomiseerde studies gedaan met acupunctuur; deze zijn leidend in de Cochrane reviews aangaande dit onderwerp.
Vermeulen beweert dat het nog niet zo heel lang onomstreden is dat leefstijl van invloed is op de kans op ziekte (ze formuleert het overigens fout: je kunt ziekte niet voorkomen middels een gezonde leefstijl, je kunt er alleen de kans op ziekte mee verkleinen), maar in werkelijkheid is dat reeds erkend toen Churchill nog leefde en niemand ooit nog van de Beatles of Johan Cruijff had gehoord, namelijk al in april 1962. Al ruim voordat ik in 1995 medicus practicus werd, stond aanpassing van leefstijl als stap 1 in alle behandelprotocollen van cardiovasculair risicomanagement (ook de landelijke richtlijn van 1998 die ik hier voor me heb en die ik tijdens mijn opleiding heb gebruikt) en van diabetes mellitus type 2. Je kunt het idee kapen, maar een regulier geneeskundig idee blijft het, gestaafd door wetenschappelijke bevindingen.
En dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij beweert dat de genezende werking van geen enkele leefstijl (behalve afvallen) is bewezen, klopt uiteraard niet. Graag nodig ik de auteur uit om te laten zien waar de Vereniging tegen de Kwakzalverij zegt dat roken (ook onderdeel van leefstijl, nietwaar?) geen negatieve invloed heeft op levensverwachting.
Van alle aanvullende behandelmethoden die de behandelaars in het artikel zeggen toe te passen, vond ik er al met al maar één waarvan volgens Cochrane duidelijk gunstige effecten zijn aangetoond (sint-janskruid voor depressie) en twee waarvan geringe effecten zijn aangetoond (acupunctuur voor spanningshoofdpijn en migraine en mindfulness voor angst en neerslachtigheid bij borstkanker). Met enige goede wil komen daar nog twee behandelingen bij die ook effectief zouden kunnen zijn (hypnotherapie voor onbegrepen buiklachten bij kinderen en hypnotherapie voor hoofdpijn bij kinderen). Het is toe te juichen dat alle mogelijke vormen van behandeling wetenschappelijk worden onderzocht en inderdaad dienen behandelingen te worden ingepast in de reguliere geneeskunde als de werking ervan is aangetoond. Maar om met het succes van nauwelijks een handvol aanvullende behandelmethoden te suggereren dat een heel scala aan niet-bewezen aanvullende therapieën eveneens werkzaam zijn, dat gaat echt te ver.