• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

gsm

Cammaerts en Johansson doen Deens tuinkersexperiment over – nog knulliger dan de scholieren

4 January 2016 by Pepijn van Erp 8 Comments

Engels - UK vlag 30x24Bijna twee jaar terug gingen de schokkende resultaten van het ‘Deense tuinkersexperiment’ het Internet over: middelbare schoolleerlingen lieten zien dat tuinkers die gekweekt werd in de buurt van Wi-Fi routers veel minder goed groeide. Vooral de foto’s waarin een fris groen, onbestraald, bakje tuinkers werd getoond naast een groezelig, bestraald, bakje leken boekdelen te spreken. Buitenlandse wetenschappers waren onder de indruk van het experiment en drongen aan op herhaling. Twee van hen publiceerden onlangs hun replicatie en die is nog knulliger is dan het experiment van de scholieren.

Wat er mis was met het oorspronkelijke experiment heb ik uiteen gezet in: Experiment met tuinkers en Wi-Fi – Wel prijs, maar niet zo’n best onderzoek. De belangrijkste problemen waren het gebrek aan blindering en de niet afdoende controle van de omstandigheden. Voor een scholierenonderzoekje helemaal niet zo’n probleem, maar de manier waarop in eerste instantie hun docent en vervolgens die ‘buitenlandse wetenschappers’ er mee aan de haal gingen om hun verhaal mee te ondersteunen (‘straling van mobiele telefonie en Wi-Fi is veel gevaarlijker dan de gevestigde wetenschap en overheden ons voorhouden’) is nogal stuitend.

Twee van die buitenlandse ‘experts’, de Belgische Marie-Claire Cammaerts en de Zweed Olle Johansson, hebben de handen ineengeslagen om dit experiment te repliceren. Zij hebben blijkbaar een artikel over hun experiment gepubliceerd weten te krijgen in het Argentijnse tijdschrift Phyton, International Journal of Experimental Botany onder de titel Effect of man-made electromagnetic fields on common Brassicaceae Lepidium sativum (cress d’Alinois) seed germination: a preliminary replication study (december 2015). Het staat nog niet op de website van het tijdschrift, maar daar kunt je wel zien dat de impactfactor van dit blad 0,117 is, bepaald niet indrukwekkend. U kunt het artikel al wel downloaden op diverse websites die angst voor straling verspreiden (bv. bij stopumts.nl).

Niet onverwacht vonden deze onderzoekers weer schokkende resultaten: de tuinkerszaadjes zouden helemaal niet ontkiemen bij hoge stralingsintensiteit. En natuurlijk horen er weer plaatjes bij als:

Fig 2: Uitgekozen plaatjes van het experiment: A zaadjes na 7 dagen; B: wortels na 10 dagen; C: tekeningen van zaadjes na 10 dagen; D: zaadjes verwijderd van oorspronkelijke locatie en onder strlingsniveau van 2µW/m2 gebracht. Elke keer, a = zaadjes onder 70-100 µW/m2, b = zaadjes onder 2-3 µW/m2.
Fig 2: Uitgekozen plaatjes van het experiment: A zaadjes na 7 dagen; B: wortels na 10 dagen; C: tekeningen van zaadjes na 10 dagen; D: zaadjes verwijderd van oorspronkelijke locatie en onder strlingsniveau van 2µW/m^2 gebracht. Elke keer, a = zaadjes onder 70-100 µW/m^2, b = zaadjes onder 2-3 µW/m^2.

Van professionele wetenschappers zou je mogen verwachten dat ze de fouten die zijn aangewezen met betrekking tot de opzet van het scholierenexperiment wel zouden kunnen vermijden – zo lastig is dat niet. Maar nee, Cammaerts en Johansson doen het zelfs nog veel beroerder. Ik noem maar een paar punten:

  • Ze noemen het zelf een preliminary replication study, maar meteen valt op dat ze helemaal niet met Wi-Fi werken, maar zeggen naar het effect van GSM-masten te kijken. Hoezo replicatie? Of is alle straling één pot nat voor deze ‘deskundigen’?
  • Ze gebruikten maar liefst twee (2!) kweekbakjes met zaadjes die ‘dichtbij’ de stralingsbron stonden en twee die er verder vandaan stonden. Twee per groep is een nog heel stuk minder dan de zes van de Deense scholieren, wat ook al niet indrukwekkend was.
  • Ze hielden op met meten na tien dagen, terwijl de scholieren er pas na dertien dagen genoeg van hadden.

Bij de bespreking van het scholierenexperiment heb ik aangegeven dat het ontkiemingsproces nogal gevoelig is voor omgevingsfactoren als temperatuur. Een kleine afwijking daarin kan al gauw een paar dagen schelen bij het ontkiemen. Om die omstandigheden goed te controleren (zodat ze precies gelijk zijn voor de experiment- en controlegroep), heb je eigenlijk een klimaatkamer nodig, zoals gebruikt in het Wagenings onderzoek naar de mogelijke invloed van straling op bomen. Wat zeggen Cammaerts en Johansson over hun opzet:

All the other environmental conditions were near-identical for each of the two double series of seeds (temperature = 20°C, humidity = 70%, luminosity ≈ 300 lux). The seeds were then observed after four, seven and ten days, and tap water was poured on the compost, equally for each series of seeds, at regular intervals.

Dat maakt bij elkaar bepaald geen geweldige indruk. Je krijgt de indruk dat ze die bakjes zo maar ergens neergezet hebben en om de paar dagen er eens een blik op hebben geworpen. Het resultaat, als we daarvan al kunnen spreken, is ook volstrekt ongeloofwaardig. In het abstract wordt dat deels omschreven als: “the first step of seeds’ germination ‒ e.g. imbibitions of germinal cells ‒ could not occur under radiation.”  En dat terwijl op talloze keukenvensterbankjes probleemloos tuinkers gekweekt wordt onder vergelijkbare of hogere stralingsniveaus als die van de experimentgroep. Die straling kwam volgens de onderzoekers namelijk hoofdzakelijk van twee GSM masten op zo’n 200 m afstand, wat een stralingsinsiteit van 70 – 100 μW/m2 (ongeveer 175 mV/m) zou hebben gegeven. Misschien was het ook slim geweest als de onderzoekers eerst eens het stralingsniveau bij diverse tuinkerskwekers hadden gemeten.

Cammaerts is werkzaam als onderzoeker aan de Université libre de Bruxelles en we kennen haar op Kloptdatwel onder andere van het frauduleus aandoende onderzoek naar mieren (zie Mieren gestoord door GSM?). Johansson, die door de Zweedse skeptici al eens tot misleider van het jaar werd uitgeroepen, werkt aan het fameuze Karolinksa Institutet, maar lijkt daar weinig steun te genieten – hij startte onlangs een petitie om bij zijn bazen te protesteren tegen het steeds verder inperken van zijn onderzoeksmiddelen.

Filed Under: Pseudowetenschap Tagged With: elektromagnetische straling, gsm, Marie-Claire Cammaerts, Olle Johansson, stralingsangst

Sperma naar de klote door mobiele telefonie?

18 September 2014 by Laurens Dragstra 58 Comments

Vrij laconiek berichtte de Volkskrant enige tijd terug over een nieuwe studie die een verband suggereert tussen het gebruik van mobiele telefoons en een verminderde kwaliteit van sperma. De elektromagnetische golven van de telefoons zouden de beweeglijkheid en levensvatbaarheid van zaadcellen negatief beïnvloeden en daarmee bijdragen aan verminderde vruchtbaarheid. In hetzelfde artikel sprak een hoogleraar in de humane voortplantingsbiologie geruststellende woorden. Hij wees onder meer op de matige kwaliteit van het onderzoek naar de effecten van telefoonstraling op zaadcellen. Als we kijken naar het onderzoek waarop de nieuwste studie is gebaseerd, lijkt die relativering zonder meer terecht.

De studie in kwestie is Effect of mobile telephones on sperm quality: a systematic review and meta-analysis door Adams et al., gepubliceerd in het tijdschrift Environment International (hier het volledige artikel). Achtergrond van de studie is het gegeven dat in diverse landen geconstateerd wordt dat de kwaliteit van het sperma achteruit gaat. Zo’n 14% van de stellen in geïndustrialiseerde landen ondervindt op enig moment problemen bij het zwanger worden en onvruchtbaarheid of zwak zaad van de man kan daarvoor verantwoordelijk zijn. Bijna al die mannen hebben een mobiele telefoon, dus was het volgens de onderzoekers nuttig om in een systematische keuring met meta-analyse na te gaan of de radiofrequente elektromagnetische golven van mobiele telefoons de beweeglijkheid (motility), levensvatbaarheid (viability) en concentratie van het zaad verminderen. Daarbij ging het overigens niet alleen om het dragen van een mobiele telefoon in de broekzak – zoals het Volkskrantartikel suggereert – maar in het algemeen om het effect van de telefoonstraling op het zaad. Voor hun meta-analyse verzamelden de onderzoekers eerst de relevante studies over het onderwerp die tussen 2000 en 2012 gepubliceerd waren. Uiteindelijk voldeden tien studies aan alle door de onderzoekers gestelde criteria, in totaal goed voor 1492 samples sperma. Dat betekent overigens niet dat het ook om 1492 personen ging: zaadmonsters werden in sommige onderzoeken opgedeeld in meerdere samples van dezelfde proefpersoon.

Resultaten van de meta-analyse

(foto: Mk2010, CC-licentie)
Een bedreiging voor onze vruchtbaarheid? (foto: Mk2010, CC-licentie)

Negen van de tien studies met in totaal 1448 samples keken naar de beweeglijkheid van het sperma. Zes daarvan vonden significant negatieve effecten van de elektromagnetische straling van mobiele telefoons op die beweeglijkheid. Vijf van de tien studies met in totaal 816 samples hadden mede betrekking op de levensvatbaarheid. Vier van de vijf vonden “a significant negative association between mobile phone exposure and sperm viability”. Ten slotte werd in zes van de tien studies (1376 samples) mede gekeken naar de spermaconcentratie. De resultaten waren hier dubbelzinnig en onduidelijk. De auteurs concluderen in hun artikel dat de mogelijkheid bestaat dat radiofrequente elektromagnetische straling thermische en niet-thermische effecten op cellen heeft. Die thermische effecten kunnen bijvoorbeeld optreden als de telefoon in de broekzak, dus dicht bij de testikels, wordt gedragen. Maar de auteurs geven ook toe dat andere factoren dan de straling, zoals leeftijd en roken, een rol kunnen spelen, en dat deze in de gebruikte studies lang niet altijd zijn meegenomen. Niettemin vinden zij hun resultaten dusdanig consistent dat zij die zien als bewijs voor een causaal verband tussen de elektromagnetische straling en de gemeten negatieve effecten.

Een probleem met de meta-analyse van Adams et al. is dat deze uitsluitend gebruik maakt van studies die op zichzelf niet zo heel veel duidelijkheid kunnen verschaffen over de relatie tussen mobiele telefonie en de kwaliteit van sperma. Idealiter wordt dat onderzocht in een RCT, waarbij een groep proefpersonen (bij voorkeur ‘normale’ personen zonder vruchtbaarheidsproblemen) at random wordt verdeeld over twee subgroepen, waarvan de ene wordt blootgesteld aan de elektromagnetische straling van een mobiele telefoon en de andere niet. De onderzoekers kunnen vooraf bepalen of het gaat om blootstelling door te bellen of door het dragen van de telefoon in de broekzak of elders. Door de randomisering zullen beide groepen ongeveer evenveel rokers, oudere mannen en mannen met overgewicht bevatten. Op vooraf bepaalde momenten kan dan de kwaliteit van het sperma worden gemeten, uiteraard liefst blind, zodat de onderzoekers niet weten of het zaad van een blootgestelde proefpersoon afkomstig is of niet. Zulke RCT’s zouden op zichzelf niet moeilijk te realiseren moeten zijn, maar de meta-analyse kon er geen gebruik van maken, want dergelijke studies zijn nog niet uitgevoerd. Het onderzoek van Adams et al. is daarom helaas op twee andere soorten onderzoek gebaseerd, namelijk in vitro-studies en observerende in vivo-studies. In de Volkskrant merkte hoogleraar Sjoerd Repping, specialist op het gebied van humane voortplantingsbiologie, hierover op:

“Vaak ondervragen onderzoekers mannen die naar een ivf-kliniek komen over hun gsm-gebruik: een methode die niet de meest betrouwbare resultaten oplevert. Vaak wordt verzuimd om verstorende factoren (Is een man te dik? Rookt hij?) mee te wegen. Soms doen wetenschappers wonderlijk onderzoek en stellen ze zaadcellen in een schaaltje bloot aan de straling van een telefoon. Maar dat geeft natuurlijk niet weer wat er in een mannentestikel gebeurt, zegt Repping.”

In vitro-studies

cellsDe studie van Adams is gebaseerd op zes in vitro-studies en vier in vivo observatiestudies. Zes studies waarbij sperma in een schaaltje wordt blootgesteld aan telefoonstraling is wel erg veel, ook al waren die zes studies met in totaal 234 samples slechts goed voor zo’n 16% van alle samples. Wat op een schaaltje gebeurt, hoeft niet representatief te zijn voor wat er in het lichaam gebeurt. De hiernaast afgebeelde cartoon geeft dat treffend weer. Als we bijvoorbeeld zaadcellen op een schaaltje blootstellen aan de warme lucht die geproduceerd wordt door een föhn, dan is het best aannemelijk dat we effecten op de kwaliteit van het zaad kunnen meten. Maar moeten we daaruit de conclusie trekken dat een man beter maar beter geen föhn kan gebruiken om zijn haar te drogen (gesteld dat hij, echte kerel dat hij is, dat wil)? Dat een mobiele telefoon boven een schaaltje zaadcellen effecten veroorzaakt, wil dus nog helemaal niet zeggen dat een telefoon in een broekzak hetzelfde effect heeft. Over mobiel bellen, waarbij de telefoon tegen het hoofd wordt gehouden, op ruime afstand van de testikels, zegt dit soort in vitro-onderzoek al helemaal weinig.

Dit zijn alle gebruikte in vitro-studies:

Agarwal et al., 2009
A. Agarwal, N.R. Desai, K. Makker, A. Varghese, R. Mouradi, E. Sabanegh, et al.
Effects of radiofrequency electromagnetic waves (RF-EMW) from cellular phones on human ejaculated semen: an in vitro pilot study
Fertil Steril, 92 (2009), pp. 1318–1325

Ahmed and Baig, 2011
L. Ahmed, N.M. Baig
Mobile phone RF-EMW exposure to human spermatozoa: an in vitro study
Pak J Zool, 43 (2011), pp. 1147–1154

De Iuliis et al., 2009
G. De Iuliis, R. Newey, B. King, R. Aitken
Mobile phone radiation induces reactive oxygen species production and DNA damage in human spermatozoa in vitro
PLoS One, 4 (7) (2009), p. e6446

Dkhil et al., 2011
M. Dkhil, M. Danfour, S. Al-Quraishy
Sperm function is affected by the electromagnetic radiation emitted by mobile phone
Afr J Microbiol Res, 5 (2011), pp. 4896–4900

Erogul et al., 2006
O. Erogul, E. Oztas, I. Yildirim, T. Kir, E. Aydur, G. Komesli, et al.
Effects of electromagnetic radiation from a cellular phone on human sperm motility: An in vitro study
Arch Med Res, 37 (2006), pp. 840–843

Falzone et al., 2008
N. Falzone, C. Huyser, F. Fourie, T. Toivo, D. Leszczynski, D. Franken
In vitro effect of pulsed 900 MHz GSM radiation on mitochondrial membrane potential and motility of human spermatozoa
Bioelectromagnetics, 29 (2008), pp. 268–276

Ik zal ze niet in detail bespreken. Dat zou saai zijn en weinig toevoegen, want we kunnen nu al vaststellen dat op basis van dit soort in vitro-onderzoeken geen harde conclusies kunnen worden getrokken over wat er in het lichaam gebeurt. Bovendien kan ik niet van alle studies de volledige tekst vinden. Maar enige opmerkingen wil ik de lezer niet onthouden. Wat direct opvalt, is dat twee van de zes onderzoeken – Ahmed and Baig en Dkhil et al. – in tamelijk obscure tijdschriften zijn gepubliceerd, namelijk het Pakistan journal of zoology en het African Journal of Microbiology Research. Beide staan niet in PubMed, al kent die databank wel twee publicaties uit het eerstgenoemde tijdschrift uit 1979 en 1980. Het African Journal of Microbiology Research is een uitgave van Academic Journals, en dat staat op de lijst van Jeffrey Beall [mirror] met dubieuze open access uitgevers. Je kunt je ook afvragen of Adams et al. deze studies, los van eventuele kwalitatieve gebreken, wel bij hun meta-analyse hadden moeten betrekken. Adams et al. richtten zich immers op vruchtbaarheidsproblemen in “in high- and middle-income countries” en je kunt je serieus afvragen of landen als Pakistan, Egypte en Libië daar wel onder te brengen zijn. In het Pakistaanse onderzoek werd overigens ook nog een beetje vitamine E aan de zaadcellen op het schaaltje toegevoegd. En jawel, dat bood enige bescherming tegen de telefoonstraling!

Petrischaaltje (foto: Miaow Miaow, CC-licentie)
Petrischaaltje (foto: Miaow Miaow, CC-licentie)

Wat verder opvalt, is dat de zaadcellen in het schaaltje doorgaans worden blootgesteld aan de elektromagnetische golven van een mobiele telefoon ‘in talk mode’. Daarmee is kennelijk bedoeld een mobiele telefoon die actief data verzendt en ontvangt. Nu vermoed ik dat de zaadcellen niet veel te melden hadden, maar het moge duidelijk zijn dat een mobiele telefoon die actief data verzendt naar en ontvangt van een zendmast (of meerdere zendmasten als de beller onderweg is) meer elektromagnetische straling produceert, c.q. een hogere SAR-waarde (uitgedrukt in W/kg) heeft dan een telefoon die op stand-by in de broekzak wordt gedragen. De onderzoekers van Agarwal et al., 2009 probeerden ook specifiek de situatie te benaderen van mannen die met een headset belden terwijl de mobiele telefoon zich in de broekzak bevond. Maar dat zegt dus niets over bellen met de mobiele telefoon tegen het hoofd en evenmin over het effect van een mobiele telefoon die in de stand-by stand in de broekzak zit op de testikels en het sperma. Bovendien bellen veel mensen die een oortje gebruiken met de telefoon in de hand.

De duur van de blootstelling aan de elektromagnetische golven verschilde van studie tot studie. De Turkse studie van Erogul et al. deed dat kennelijk maar vijf minuten, terwijl de meest alarmistische studie, die van De Iuliis et al., de effecten van maar liefst 16 uur blootstelling in kaart bracht. We mogen aannemen dat maar weinig mannen zo lang bellen of zoveel uur een mobiele telefoon in hun broekzak dragen. Het onderzoek van De Iuliis et al. valt sowieso uit de toon, omdat het op slechts 8 samples is gebaseerd (het onderzoek zelf stelt steeds “All results are based on 4 independent samples”; die zijn kennelijk dan gesplitst). Bovendien gebruikten de onderzoekers geen mobiele telefoons, maar een “waveguide, connected to a function generator and RF amplifier”, waarmee de cellen werden blootgesteld aan frequenties van 1,8 GHz en SAR-waarden tot wel 27,5 W/kg. Ter vergelijking, de limiet van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) is 2,0 W/kg, in de Verenigde Staten geldt een limiet van 1,6 W/kg en veel mobiele telefoons hebben een nog lagere SAR-limiet. Bij een Nokia Lumia 520 is die volgens de handleiding bijvoorbeeld 1,09 W/kg. Omdat tegenwoordig overal zendmasten staan, zal een mobiele telefoon bovendien lang niet altijd op maximaal vermogen hoeven te zenden en te ontvangen, zodat de SAR-waarde in de praktijk nog lager is.

In vivo-studies

Adams et al. maakten voor hun meta-analyse ook gebruik van vier in vivo-studies, die allemaal werden uitgevoerd met bezoekers van vruchtbaarheidsklinieken als proefpersonen. De in vivo-studies zijn voor de conclusies van de meta-analyse nog veel belangrijker, want zij betreffen zo’n 84% van de 1492 samples. Het zijn de volgende studies:

Agarwal et al., 2008
A. Agarwal, F. Deepinder, R.K. Sharma, G. Ranga, J. Li
Effect of cell phone usage on semen analysis in men attending infertility clinic: an observational study
Fertil Steril, 89 (2008), pp. 124–128

Feijo et al., 2011
C. Feijo, S. Verza Junior, S.C. Esteves
Lack of evidence that radiofrequency electromagnetic waves (RF-EMW) emitted by cellular phones impact semen parameters of Brazilian men (zie ook hier)
Hum Reprod, 26 (2011), pp. i139–i140

Fejes et al., 2005
I. Fejes, Z. Zavaczki, J. Szollosi, S. Koloszar, J. Daru, L. Kovacs, et al.
Is there a relationship between cell phone use and semen quality?
Arch Androl, 51 (2005), pp. 385–393

Sajeda and Al-Watter, 2011
S. Sajeda, Y. Al-Watter
Effect of mobile phone usage on semen analysis in infertile men
Tikrit J Pharm Sci, 7 (2011), pp. 77–82

Ook hier weer een paar opmerkingen. Het laatste onderzoek is wel erg curieus. De auteurs zijn verbonden aan de Universiteit van Mosul in Irak (tegenwoordig Islamitische Staat) en hun studie is gepubliceerd in het totaal onbekende Tikrit Journal of Pharmaceutical Sciences. Dat is kennelijk een Open Access tijdschrift. Je kunt de redactie mailen via een Yahoo-adres. Sajeda and Al-Watter vonden net als Agarwal et al., 2008 negatieve effecten van telefoonstraling op de kwaliteit van het sperma. Opvallend is hoe intensief het belgedrag was van de in deze studies onderzochte personen. In de Irakese studie belden 50 van de 300 proefpersonen 4 uur of meer per dag. In de studie van Agarwal et al. ging het om 114 van de 361 proefpersonen. Je kunt je afvragen of zulke beltijden realistisch zijn en de auteurs van Agarwal et al. doen dat dan ook: “We relied only on the self-perceived history of the subjects and did not validate their cell phone use.” Wie werkelijk meer dan 4 uur of meer per dag mobiel belt, heeft misschien ook te weinig tijd om voldoende te bewegen. Dat kan leiden tot overgewicht, wat mogelijk weer invloed heeft op de vruchtbaarheid van de man. Ook hiervoor konden de auteurs niet corrigeren: “Inability to analyze covariates other than age is also a limiting factor”.

Roken heeft zéker invloed op de kwaliteit van sperma (foto: Tomasz Sienicki, CC-licentie)
Roken heeft zéker invloed op de kwaliteit van sperma (foto: Tomasz Sienicki, CC-licentie)

Als je andere mogelijk verstorende factoren buiten beschouwing laat, kun je totaal verkeerde conclusies trekken. Dat is overigens bij discussies over ‘elektrosmog’ een bekend fenomeen. Alarmisten meenden lang dat een overtuigend verband tussen bovengrondse elektriciteitsleidingen en leukemie bij kinderen was aangetoond, maar later bleken benzeen bevattende uitlaatgassen van auto’s een misschien wel veel aannemelijkere boosdoener (zie Marcel Hulspas, ‘Bang voor het broodrooster’, Skepter 1993a, vol. 6 (1), p. 23-27). Interessant is dat de studie van Feijo et al. wél naar “confounding factors such as cigarette smoking, body mass index and alcohol intake” keek. De studie, gepubliceerd in het respectabele tijdschrift Human Reproduction, onderzocht 571 mannen met vruchtbaarheidsproblemen, waarvan er slechts 23 (4%) nooit een mobiele telefoon zeiden te gebruiken. Ook hier weer veel mannen die beweerden meer dan 4 uur per dag te bellen (120), maar de auteurs vonden dit keer geen negatieve effecten van de elektromagnetische golven van mobiele telefoons op beweeglijkheid, levensvatbaarheid en concentratie van het sperma:

“Sperm count, progressive motility, viability, strict sperm morphology and HOST results were not significantly different in non-users and users with daily talk-time duration of < 120 minutes, 120–240 min and > 240 min. Evaluation of confounding factors such as cigarette smoking, body mass index and alcohol intake did not alter results. (…) Among this group of Brazilian men the length of talk time was not correlated with sperm concentration, viability, progressive motility and HOST scores.”

Merkwaardig genoeg staat deze studie in de meta-analyse van Adams et al. vermeld met een sample size van slechts 343, terwijl er als gezegd 571 deelnemers waren. De tabel uit het abstract van Feijo et al. geeft echter 497 proefpersonen aan. Hoe dat allemaal kan, is helaas niet vast te stellen, nu de volledige tekst van het onderzoek van Feijo et al. niet vrij beschikbaar is. Het onderzoek staat ook niet in PubMed, terwijl meer dan 13.000 artikelen uit Human Reproduction daar wél in staan. Hoe dit ook zij, uit de meta-analyse van Adams et al. blijkt wel duidelijk dat het voor de uitkomsten van hun studie veel uitmaakt of ze het onderzoek van Feijo et al. wel of niet buiten beschouwing laten. Buiten beschouwing laten levert veel dramatischer conclusies op.

Vergelijk overigens eens de tabel uit Feijo et al. eens met die uit Agarwal et al., 2008 en die uit Sajeda and Al-Watter (Fejes et al. zit achter een betaalmuur). Dan vallen twee zaken op: de grote verschillen tussen de tabellen en binnen de tabellen. Met name bij de concentratie (sperm count) is de standaard deviatie heel hoog. Hier hebben de respectieve onderzoekers blijkbaar zeer variabele waarden gemeten, waarbij we overigens niet moeten vergeten dat alles vanaf ca. 15 miljoen zaadcellen als ‘normaal’ wordt beschouwd, al is het gemiddelde volgens Sjoerd Repping 50-100 miljoen (zie hierna; andere bronnen noemen 20-40 miljoen in de westerse wereld). Kijken we naar de verschillen tussen de tabellen, dan zien we dat niet-bellende Irakezen veel minder zaadcellen produceerden dan Brazilianen die meer dan vier uur belden! Geen wonder dat Adams et al. met hun wiskundige modellen niet tot eenduidige conclusies konden komen ten aanzien van de concentratie. Braziliaanse mannen die mobiel belden kregen iets beweeglijker zaad dat gemiddeld ook nog 4-7,6% meer levensvatbaar was. Maar bij Agarwal gingen beweeglijkheid en levensvatbaarheid juist tot meer dan 20% achteruit naarmate er meer gebeld werd. In beide gevallen overigens weer aanzienlijke standaard deviaties, vooral bij Feijo.

Tabel uit Agarwal et al. 2008
Tabel uit Agarwal et al. 2008
Tabel uit Feijo et al.
Tabel uit Feijo et al.
Sajeda and Al-Watter (group 1 : 4 h / day ; group 2 : 3 h / day ; group 3 : 2 h / day; group 4 : no use)
Sajeda and Al-Watter (group 1 : 4 h / day ; group 2 : 3 h / day ; group 3 : 2 h / day; group 4 : no use)

Besluit

Adams et al. geven toe dat hun meta-analyse beperkingen kent. Niettemin menen zij, zoals aan het begin van deze bijdrage al opgemerkt, dat hun resultaten bewijs leveren voor de stelling dat elektromagnetische straling van mobiele telefoons een negatieve impact heeft op sperma. Gelet op het voorgaande en de kritiek van een hoogleraar als Repping kun je daar best vraagtekens bij plaatsen. Het in vitro-onderzoek is maar van beperkte waarde, terwijl op basis van het observerende in vivo-onderzoek ook geen harde, eenduidige conclusies getrokken kunnen worden. Nergens in hun meta-analyse doen Adams et al. een poging de tien gebruikte studies te beoordelen op kwaliteit. Dat is bij meta-analyses wel gebruikelijk, zodat studies van mindere kwaliteit kunnen worden buitengesloten.

Om een voorbeeld te geven: de deskundigen die in de studie van Agarwal et al. (2008) de zaadmonsters onderzochten, waren geblindeerd, terwijl die in de Irakese studie dat vermoedelijk niet waren (het staat nergens vermeld). Als dan bij het meten van bijvoorbeeld de beweeglijkheid van de zaadcellen subjectieve factoren een rol kunnen spelen, dan maakt het nogal uit of de onderzoekers weten of het zaadmonster van een proefpersoon is die veel of weinig belt. Adams et al. pleiten aan het slot van hun artikel voor een RCT, uitgevoerd buiten de muren van een vruchtbaarheidskliniek. Maar misschien hadden ze die beter zelf kunnen uitvoeren in plaats van studies uit alle delen van de wereld te verzamelen, waarvan een groot aantal methodologisch zwak of in obscure tijdschriften gepubliceerd, en daar een weinig zeggende meta-analyse van te maken.

Mannen die na het lezen van de studie van Adams et al. vrezen voor hun vruchtbaarheid, kunnen gerustgesteld zijn: de studie rechtvaardigt geen conclusies over een causaal verband tussen mobiel bellen en verminderde kwaliteit van sperma. Wie toch nog enigszins vrees koestert, kan zijn telefoon voortaan in de binnenzak in plaats van de broekzak meenemen. En voor wie dan nog steeds in een paniekstemming verkeert, komen deze relativerende woorden van Repping wellicht van pas:

“De onderzoeksresultaten laten nu ook weer niet zien dat het sperma van mobiele telefoongebruikers dramatisch verslechtert. Per zaadlozing komen gemiddeld 50- tot 100 miljoen zaadcellen vrij, zegt Repping, en al zouden dat er 5 miljoen minder zijn, die iets langzamer zwemmen, dan maakt dat niets uit voor de vruchtbaarheid. ‘Bij problemen met de voortplanting is de kwaliteit van het sperma van ondergeschikt belang. Beter sperma geeft wel een iets hogere kans op zwangerschap, maar veruit de belangrijkste factor is de leeftijd van de vrouw. Mannen doen er pas echt toe als ze helemaal geen zaadcellen hebben.'”

Titelafbeelding via Flickr

Filed Under: Algemeen, Buitenland, Gezondheid, Wetenschap Tagged With: elektromagnetische straling, gsm, meta-analyse, sperma, stralingsangst, telefoonstraling, zaadcellen

Stralingsangst: RSG Enkhuizen gooit duizenden euro’s overboord voor onzinnig advies

29 March 2013 by Pepijn van Erp 27 Comments

Een bizar bericht uit het Noordhollands Dagblad van 28 maart 2013: ‘ENKHUIZEN – Stickers met daarop ‘Avé Maria’, flesjes water met zilver en platina, ‘harmonizers’ en ‘nulpuntspoelen’. Een alternatief onderzoek naar de gezondheidseffecten van straling op de Regionale Scholen Gemeenschap in Enkhuizen heeft het personeel van de school in twee kampen verdeeld. Het 7500 euro kostende onderzoek is uitgevoerd in de voorjaarsvakantie en richtte zich vooral op de straling van mobiele telefoons en andere draadloze apparaten. Toen docenten en leerlingen na de vakantie weer op school kwamen, werden zij op veel plekken geconfronteerd met diverse alternatieve ‘oplossingen’ om het stralingsniveau te verminderen. Lang heeft dit niet geduurd.’ 

Op meer scholen speelt de angst voor schadelijke gezondheidseffecten van straling op. Eerder op Kloptdatwel schreef ik over de hogeschool Windesheim waar een docent actie voert tegen allerlei stralingsbronnen (Wi-Fi, GSM). Daar lijkt het bestuur zich niet gek te laten maken door de anti-stralingsactivisten. Maar op deze school in Enkhuizen is er iets grondig misgegaan. Natuurlijk met de beste bedoelingen (verbeteren van het werk-  en leefmilieu) wilde de RSG Enkhuizen wat doen aan het mogelijke gevaar. Dat risico wordt door wetenschappers als zeer laag ingeschat, alleen al vanwege het feit dat de straling waar het hier om gaat niet voldoende energie levert om chemische verbindingen te verbreken (zie “Bang voor GSM-straling“ op de Skepsis-site). Uit de berichtgeving maak ik echter op dat er ook allerlei ‘reguliere’ leveranciers zijn die stralingsabsorberende materialen leveren aan scholen. Dat is op zich al iets om je zorgen over te maken. Maar de directie van RSG besloot het in wat minder conventionele hoek te zoeken.

Luc van der Lee
Luc van der Lee

Ene Luc van der Lee werd ingehuurd. Die ging met een pendel door het schoolgebouw en bracht op de plekken waar de straling gevaarlijk zou zijn, stralingswerende materialen aan. En wat voor materialen! Er wordt gesproken van stickers met de tekst ‘Avé Maria’, flesjes water met zilver en platina en ook met nulpuntspoelen. De school kwam via de site nulpuntenergie.net in contact met Van der Lee. Die site staat vol met onzin over onderzoek naar vrije energie. Veel van die onderwerpen zijn al eens op Kloptdatwel of het Skepsis-blog aan de orde gekomen.

Verontrustend vind ik dat rector Bram Sluis van de RSG Enkhuizen nog steeds achter het onderzoek lijkt te staan. Hij heeft wel spijt van de wijze waarop dit is uitgevoerd. “We waren enthousiast geworden door positieve resultaten op scholen in Amsterdam en Den Haag. Daar was zelfs sprake van verbeterde leerprestaties en beter gedrag van lastige leerlingen.” Er zijn dus waarschijnlijk meer scholen die in de praatjes van Luc van der Lee zijn getrapt. Om een indruk te krijgen van die praatjes kun je het interview bekijken dat mede-zwever Willem de Ridder met hem had. Teveel onzin om er een zinnige samenvatting van te maken, spoel vooruit naar 33 minuten als je wat wil horen over hoe hij op scholen te werk gaat:

http://vimeo.com/24295808

Uiteindelijk lijken de Ave Maria-stickers net de druppel te zijn geweest. Die horen natuurlijk niet op een openbare school thuis, dat ziet zelfs de rector nu in. En alle spullen hingen in het zicht. Dat was natuurlijk ook niet de bedoeling, want veel docenten begonnen te vragen waar die eigenlijk goed voor waren. Hoewel de directie van RSG Van der Lee nog steeds ‘aboluut integer’ noemt, gaat ze de rekening nog maar even niet betalen. Ze hebben alles weggehaald en hopen dat Van der Lee zijn spulletjes terugneemt en de kosten daarvan van de rekening aftrekt.

Je zou willen dat het allemaal een 1 april grap blijkt te zijn.

Zie Noordhollands Dagblad, online versie van het bericht: Docenten RSG Enkhuizen verdeeld over ‘stralingsonderzoek’

 

Filed Under: Alternatieve schade, Pseudowetenschap, Uit het nieuws Tagged With: gsm, Luc van der Lee, nulpuntenergie, RSG Enkhuizen, straling, stralingsangst, wifi

Mieren gestoord door GSM?

11 January 2013 by Pepijn van Erp 33 Comments

Engels - UK vlag 30x24De angst voor mogelijke schade door straling van mobiele telefonie, Wi-Fi of DECT telefoons is groot genoeg dat diverse bedrijven er beschermingsmiddelen voor op de markt brengen. Die claimen doorgaans dat hun producten de werking van de apparatuur niet verhinderen, maar je wel beschermen tegen de ‘slechte’ straling. Hoe dat mogelijk zou zijn, blijft telkens een raadsel. Hier op Kloptdatwel besteedden we onlangs bijvoorbeeld aandacht aan het bedrijf Floww, dat dergelijk producten levert.

Mobiele telefoon met de nieuwe nano-folie
Mobiele telefoon met de nieuwe nano-folie

Vorige week donderdag bracht NOS op 3 een item over een nieuw bedrijfje dat een nanofolie aan ‘t ontwikkelen is om de vermeende schadelijke straling van mobiele telefoons om te zetten in ‘harmonische’, niet schadelijke straling. Dit zou mogelijk gemaakt worden door de ontdekking van mineralen, gewonnen uit klei, die dit klusje zouden kunnen klaren.
Vrij snel kwam er veel kritiek op het item en het leidde er toe dat de uitzending gerectificeerd werd, een dag later. Terecht, want de makers van het item hadden hun huiswerk niet gedaan en waren volledig afgegaan op het verhaal van Brainport Biotech Solutions.

In hun rectificatie schrijft NOS op 3 ‘dat ten onrechte de indruk gewekt werd dat bewezen is dat straling schadelijk is‘ en linkt naar een uitstekend artikel op Wetenschap24 (“Ziek van je mobieltje?“). Dat werd geschreven na aanleiding van een minstens zo eenzijdige documentaire van Zembla. Die werd echter nooit gerectificeerd (of op zijn minst genuanceerd) en zie je nu op sites van stralingsangstaanjagers aangehaald worden als ondersteuning voor hun missie.

Hoe zit het met die mieren?
Waarom klonk het verhaal van Peter van der Vleuten, directeur van Brainport Biotech Solutions, dan toch enigszins vertrouwenwekkend? De belangrijkste reden hiervoor is, denk ik, dat hij onderzoek aanhaalde dat gedaan is bij mieren. Hij stelde dat: “[Bij langere blootstelling aan GSM straling] zien we dat mieren er ernstige pijn van hebben en dat ze er zelfs aan dood gaan uiteindelijk.” Ik heb nu dat onderzoek van dr. Marie-Claire Cammaerts, onderzoeker aan de Université libre de Bruxelles, zelf maar eens bekeken. De weergave van het onderzoek in het artikel in de Standaard (waar Gert Jan van ‘t Land zich grotendeels op baseerde voor een eerder stuk op Kloptdatwel) bleek niet zo goed; ik zal proberen het beter te doen.

Het gaat om Cammaerts, M.-C., De Doncker, P., Patris, X, et al., (2012). GSM 900 MHz radiation inhibits ants’ association between food sites and encountered cues. Electromagn. Biol. Med. 31: 151-165. In eerder onderzoek had Cammaerts beschreven hoe je mieren kunt trainen met visuele stimuli en geurstimuli. De mierenkolonie (die bestaat uit een aantal glazen buisjes) leeft in een plastic bak en wordt gevoed met dode kakkerlakken. Voor de training wordt er een groene holle kubus in de bak geplaatst waarin het voedsel (vlees) wordt gestopt. Het idee is dat de mieren de groene kleur van de kubus gaan associëren met het aantrekkelijkere voedsel. Getest wordt dat door de mieren in één arm van een Y-vormig apparaat te plaatsen, waarna de mier kan kiezen uit een arm die met een groen poortje is gemarkeerd of de andere, ongemarkeerde arm. Dit doe je dan telkens voor een aantal mieren per kolonie en je kijkt hoeveel er kiezen voor de ‘groene arm’. Als de training slaagt, zie je telkens meer mieren die kant kiezen. Een zelfde soort training wordt gebruikt om de mieren te conditioneren met de geur van venkel.

De trainings- en testopstelling
De trainings- en testopstelling

Blijkbaar was gebleken dat het goed mogelijk is om de mieren op deze manier te trainen. Het idee voor de studie in kwestie was om te kijken wat voor invloed blootstelling aan een GSM-signaal zou kunnen hebben op het leervermogen van de mieren.

Uitvoering en resultaten van de studie
Mieren in zes kolonies werden eerst getraind onder continue straling van een apparaat dat een GSM-mast nabootst. Andere stralingsbronnen waren er niet. De achtergrondstraling in het laboratorium was immers zo zwak dat het bijna niet mogelijk was met een gsm-toestel te bellen … ja, dat staat er echt: ‘the electromagnetic field background in the laboratory was very weak, so weak that it was nearly impossible to phone using a GSM‘. Maar dat zegt natuurlijk alleen iets over de afscherming van een mobieltje ten opzichte van de zendmasten buiten het laboratorium. Nou ja, laten we niet meteen op elke slak zout leggen en verder kijken.
Het resultaat was heel anders dan bij de training zonder zo’n stralingsbron. Er leek geen enkel effect van de conditionering op te treden. Daarna kregen ze rust van de straling en dan wederom training, maar nu zonder straling. Het leereffect trad nu wel op, hoewel minder dan verwacht op grond van de vorige studie. Daarna weer training mét straling en verhip, het effect verdween weer.

Tabel 2 uit het artikel van Cammaerts et al.
Tabel 2 uit het artikel van Cammaerts et al.

De cijfers zijn te mooi om waar te zijn
De tabel hierboven suggereert dat er in de trainingsperiode mét GSM-straling niets geleerd werd en laat zien dat er in die 36 testen (het eerste blok getallen na ‘Control’) alleen maar waarden tussen de 8 en 11 voorkwamen. Als we ook de waarden meenemen van Tabel 1 (de geurtest) wordt dat al 72 keer keer alleen maar waarden tussen de 8 en 11. Een waarneming onder omstandigheden waarvan je aanneemt dat er geen voorkeur zou bestaan voor het kiezen van de ene Y-arm boven de andere,  kun je vergelijken met het opgooien van een munt. Een cel in de tabel is dan het totaal van het aantal keer munt (als we dat even als de ‘beste’ keuze beschouwen) dat je krijgt na 20 keer gooien.

De uitkomst daarvan is gemiddeld 10, maar de spreiding is vrij groot, groter dan menigeen denkt. De kans dat er onder die 72 waarnemingen geen waarden zouden voorkomen kleiner dan 8 of groter dan 11 is nihil (ongeveer 7,7 x 10-16)!  Zijn die mieren onder invloed van GSM-straling opeens in staat tot statistische wonderen? Vast niet. Ook als je de cellen bekijkt waarin de zender uitstond, moet de conclusie luiden dat de variatie in de getallen veel te klein is om geloofwaardig te zijn. Hoe kan dit?
Misschien zijn de waarnemingen toch niet zo onafhankelijk van elkaar als in eerste instantie gedacht. Er werden telkens 20 mieren uitgekozen voor een test, maar die werden getrokken uit de 20 à 30 die op dat moment aan het foerageren waren. Stel nu dat dat ongeveer het totaal aantal mieren is dat überhaupt foerageert, dan zitten er bij de tests telkens veel dezelfde mieren. En als we nu eens bedenken dat mieren (vóór conditionering) al een voorkeur hebben voor ‘groen’ of juist een afkeer daarvan, dan is het wat aannemelijker dat de spreiding zo laag is. Het effect van de GSM-straling moet dan wel heel anders geïnterpreteerd worden, misschien juist als bescherming tegen het ‘omkeren’ van de aangeboren voorkeur. Leuk idee, maar heel onwaarschijnlijk, en ook voor die suggestie is de variatie, denk ik, veel te klein. Het is dan bijvoorbeeld wel heel toevallig dat die verhouding van de voorkeuren (‘groen’-‘niet groen’ en ‘venkel’-‘niet venkel’) in alle zes kolonies zo gelijk was.

Bias?
Er blijft volgens mij (naast het compleet verzinnen van de cijfers, waar we natuurlijk niet te snel van uit moeten gaan) maar één serieuze optie over: bias bij de onderzoeker. Heeft Cammaerts de resultaten bewust of onbewust een beetje bijgestuurd? Daar zijn twee mogelijkheden voor. In de eerste plaats bij de selectie van de mieren voor iedere test. Dit zal echter niet zo’n invloed hebben omdat er telkens maar 20 à 30 mieren waren waaruit er 20 gekozen moesten worden. En de mieren werden niet gemerkt, dus hoe zou je de ‘goeden’ er uit moeten pikken?
De meer voor de hand liggende mogelijkheid ligt bij het vastleggen van de keuze van een mier voor de ene of andere arm van het Y-vormige apparaat. Die keuze is namelijk niet gedefinieerd als de arm waar de mier uiteindelijk in uitkomt, maar als de ‘eerste’ keuze. Dus als een mier in eerste instantie een stukje de ‘groene’ arm  inloopt, zich dan bedenkt, terugloopt en de andere arm kiest, telt Cammaerts die toch als een succes. Deze manier van scoren maakt het wel erg makkelijk om de ‘gewenste’ resultaten te verkrijgen. Ook omdat er volstrekt niet geblindeerd is en alle testmieren van één kolonie na elkaar aan de beurt komen. Waarom ik de mogelijke bias zo stellig bij Cammaerts neerleg en niet ook bij haar co-auteurs ? Dat komt omdat ze zelf in het artikel het volgende schrijft:

Note that the observations were made by the first author for avoiding, to the co-authors, healthy [sic] problems caused by the exposure.

Eh, dus Cammaerts deed alle metingen in haar eentje, zodat haar mede auteurs niet te hoefden te worden blootgesteld aan …  ja, aan wat eigenlijk? Als de omstandigheden zo vergelijkbaar waren met de straling van GSM-masten in de echte wereld, dan was die zorg toch een beetje overbodig? Of zouden die co-auteurs buiten het lab constant in kooitjes van Faraday rondlopen? Of slaat de genoemde blootstelling op iets heel anders? Het risico van gebeten worden door de mieren, ofzo?

Publicatie van het artikel
Kortom: een studie die veel vragen oproept over de uitvoering en het verbaast me niet dat die eerst door twee tijdschriften werd afgewezen. Je kunt daarin natuurlijk ook een complot zien van de gevestigde wetenschap, die dit soort onwelkome studies buiten de deur zou willen houden, maar het lijkt me eerder dat de editor en reviewers van Electromagnetic Biology and Medicine niet zo hebben zitten opletten. Anders hadden ze het volgende stijlbloempje er ook wel uitgevist voor publicatie (gele arcering door mij):

Uiterst merkwaardig om Pi als Pius=22/7 te zien worden omschreven in een wetenschappelijk artikel anno 2012
Uiterst merkwaardig om π als  ‘Pius=22/7’ te zien worden beschreven in een wetenschappelijk artikel anno 2012

Er staat nog een stuk in het artikel over de toestand van de zes mierenkolonies ná alle tests. Die was niet best: veel dode mieren en ongebruikelijk gedrag. Dat in vergelijking met andere kolonies in het lab die nooit waren blootgesteld aan straling (die was in het lab immers heel laag, weet u nog?). Hier duidt Van der Vleuten waarschijnlijk op in zijn geciteerde uitspraak. Maar dit zou natuurlijk ook iets te maken kunnen hebben met de vindplaats van deze zes kolonies, of iets anders in dit experiment dat deze kolonies onderscheidt (de ventilator misschien toch?). De auteurs trekken al te gemakkelijk de conclusie dat de invloed van de straling overduidelijk was. Het was niet in de opzet van het onderzoek opgenomen, maar had natuurlijk makkelijk alsnog getest kunnen worden (ook zonder al dat conditioneren en testen).

Nieuwe mierenstudie
Maar het verhaal van Van der Vleuten lijkt ook gebaseerd op een nieuw onderzoek van Cammaerts, dat nog gepubliceerd moet worden (Cammaerts M.-C., Rachidi Z., Bellens F &. De Doncker P. 2012. Responses to pheromones and food collection in an ant species under the influence of electromagnetic waves. Electromagnetic Biology and Medicine. In press.) Desondanks kunnen we uit de presentatie die op de website van Brainport Biotech Solutions staat toch een idee krijgen waar dat onderzoek om draait. De beweeglijkheid van de mieren wordt gemeten onder verschillende omstandigheden en dat levert dan tabellen als de volgende op:

Mierenwandelingetjes in cijfers omgezet
Mierenwandelingetjes in cijfers omgezet

Hoe ze precies aan die cijfers komen, kan je hier niet aan zien. Daarvoor moeten we waarschijnlijk wachten op de publicatie. Maar het is volgens mij een poging om weer te geven hoe ‘chaotisch’ de mieren lopen. Hieronder staan afbeeldingen die een indicatie geven van hoe verschillend die wandelingetjes er uit zien onder de verschillende testsituaties.

zo zien die verschillende loopjes eruit
zo zien die verschillende loopjes eruit

In het ‘minst erge’ geval lijken de getekende paden het minst gekruld of verward. Met een GSM die belt, lijkt het alsof de mieren de hele tijd draaien en de koers kwijt zijn. Ze komen uiteindelijk minder ver (zou dat slaan op die lagere ‘linear speed’?)  en slalommen meer (is dat dan die hogere ‘sinuosity’? Normaal gesproken is Sinuosity echter een dimensieloos getal, dat de verhouding aangeeft tussen de afgelegde weg en de kortst mogelijke weg).
Ook hier is het grote gevaar weer dat de waarnemer, die niet blind is voor de omstandigheden, de paden op een bepaalde manier overtrekt en de mieren niet echt willekeurig kiest. Dit zou wel opgelost kunnen worden door videobeelden te maken, de selectie van de mieren echt te randomiseren en de paden te laten tekenen door iemand die niet weet onder welke omstandigheden de videobeelden zijn gemaakt. Maar of dat gebeurd is, vraag ik me af.

Nog even terug naar die nanofolie
Het verhaal van die mieren is één ding, maar of je daaruit überhaupt conclusies zou kunnen trekken voor de mogelijke schadelijkheid van straling voor mensen is een andere. Waarom die nanofolie hierbij van dienst zou kunnen zijn , is weer een heel andere vraag: wat moet die eigenlijk doen?  Brainport Biotech Solutions vat het zo samen:

Wij hebben, met behulp van nanotechnologie, een materiaal ontwikkeld dat willekeurige straling omzet in coherente straling van relevante frequenties. De door dit materiaal uitgezonden golven herstellen de coherente kwantum resonanties van gestructureerde watermoleculen in het organisme. Dit werkt zeer effectief, daar 99% van ons lichaam uit watermoleculen bestaat.

Die (ogenschijnlijke) willekeurigheid in de GSM-straling is volgens mij juist de informatie die overgestuurd wordt. Als je die straling dus al ‘glad’ zou kunnen strijken tot ‘mooie harmonieuze coherente’ straling, verlies je dus de mogelijkheid van informatieoverdracht, waar het bij bellen natuurlijk allemaal om te doen is.

Links:

  • Afbeeldingen en tabellen uit de presentatie “Summary Effects of electromagnetic waves on movement of ants” (downloadlink) van Brainport Biotech Solutions.
  • Het NOS op 3 item is terug te zien via http://nos.nl/uitzendingen/6432-nos-op-3-2-januari-2013.html vanaf 5:27. Op de site van Brainport Biotech Solutions staat het item ook, zonder verwijzing naar de rectificatie
  • De rectificatie van NOS op 3  Rectificatie: item over nano-filter te kort door de bocht

Filed Under: Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: Brainport Biotech Solutions, elektromagnetische straling, gsm, Marie-Claire Cammaerts, mieren, mobiele telefonie, nanofolie, telefoonstraling, wifi

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

Breakthrough-prijs voor Gerard ’t Hooft
7 April 2025 - Pepijn van Erp
Breakthrough-prijs voor Gerard ’t Hooft

Professor Gerard ’t Hooft had al een Nobelprijs op zak, maar kan sinds dit weekend nog een van de meest prestigieuze onderscheidingen in de wetenschap op zijn indrukwekkende palmares bijschrijven: hij kreeg de Special Breakthrough Prize in Fundamental Physics! ’t…Lees meer Breakthrough-prijs voor Gerard ’t Hooft › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis
8 May 2025 - Scott Gavura

Spring is a miserable season for those with seasonal allergies. There are effective drug- and non-drug measures that can control most symptoms effectively. The post Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Pig Heart Xenografts for Infants
7 May 2025 - Steven Novella

Organ transplant is a potentially lifesaving medical intervention, but there is a critical lack of donor organs. Even in a wealthy country like the US, there are about 100,000 people on the waiting list for an organ transplant, but only about 23 thousand organs become available each year. About 6 thousand people die each year while on the waiting list. For this […] The post Pig Heart Xenografts for Infants first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dear President Trump: Jealous Deep State Haters and Losers Want to Destroy YOUR Genius, Lifesaving, Nobel-Prize Winning Achievement. YOUR Vaccine.
6 May 2025 - Jonathan Howard

You've proven your haters wrong over and over again. As the most POWERFUL man in the world, and one of the most BRILLIANT men every to live, you can do it all with one quick phone call. The post Dear President Trump: Jealous Deep State Haters and Losers Want to Destroy YOUR Genius, Lifesaving, Nobel-Prize Winning Achievement. YOUR Vaccine. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsOp https://archive.is/1Exnu staat een gearchiveerde versie van een recente posting van Ronald Meester op LinkedIn. In deze posting verwijst
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsEen verbeterde versie van Hoofdstuk 6 van dit rapport van Ronald Meester en Marc Jacobs is op 22 april 2025
  • Hans1263 on Volgens Maurice de Hond beschikt hij over telepathische gavenHet filmpje waarin hij een trucje met Jeroen Pauw uithaalt, bewijst natuurlijk helemaal niets, ja misschien het denkniveau van De
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (17-2025)En de paashaas is er snel vandoor gegaan,
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (17-2025)@Renate1 Nee, de paashaas heeft het in een mandje op zijn rug. 😅😅😅

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in