Vice.com maakte onlangs een aardige documentaire over ufologie. Belangrijkste persoon in deze bijna 19 minuten durende documentaire is Joe Nickell, een van de bekendste onderzoekers van paranormale verschijnselen en Senior Research Fellow van het Committee for Skeptical Inquiry (CSI).
joe nickell
Een weekend skepticisme in Manchester
QED staat voor ‘Question, Explore, Discover’ en is een tweedaags sceptisch congres georganiseerd door de ‘Merseyside Skeptics Society’ en de ‘Greater Manchester Skeptics Society’ (klik hier voor details). Het was de tweede editie. Geen Nederlander in zicht, ondanks een interessant programma met o.a. aandacht voor weerwolven, cryptozoölogie, wetenschapsfraude, helderzienden, UFO’s, psychologie, alternatieve geneeskunde en de Islam. En ik had Joe Nickell niet willen missen die uitlegde dat het riviermonster Ogopogo misschien wel bestaat uit vier otters die achter elkaar zwemmen. Voor wie er niet bij was hieronder een verslag (mail naar Kloptdatwel als je er wel bij was).
Zaterdag was er een lekker vroege start om 9 uur (ach, biologisch gezien 10 uur voor een Nederlander).
Weerwolven
De spits werd afgebeten door Deborah Hyde. Zij vertelde over weerwolven in Europa in de 16de en 17de eeuw. Weerwolven kwamen in twee soorten verslagen voor: medische verslagen en executierapporten van heksenjagers, de Inquisitie en dat soort instanties. Opvallend aan de medische rapporten is dat er voornamelijk gesproken wordt over het gedrag van de patiënt die ‘wolfachtig’ is te noemen en niet over het daadwerkelijk veranderen in een wolf. Dat wolfachtige gedrag hield bijvoorbeeld in ‘s nachts een lijk opgraven op de plaatselijk begraafplaats en dan met een been over je schouder door het dorp gaan lopen (ik heb een beeld). Deze mensen geven vervolgens aan ‘een vacht aan de binnenkant van hun lichaam’ te hebben. Tja, en dan is er altijd wel iemand van een officiële instantie die dat dan even met eigen ogen wil zien… Bij de executiegevallen is er sprake van de ons bekende vorm van een weerwolf: de man in kwestie (zijn er eigenlijk vrouwelijke gevallen?) heeft vreselijke misdaden begaan in de vorm van een wolf. Soms waren er ook echt aanvallen op voornamelijk kinderen die ook echt door een wolf waren veroorzaakt. ‘Bewijs’ was er in veel gevallen ook tegen de weerwolf: wonden die de wolf had opgelopen werden ook op de man aangetroffen en vaak was de ‘dreiging’ van martelen genoeg om de man te laten bekennen. Opvallend, of eigenlijk ook niet, is dat weerwolven alleen in gebieden voorkomen waar ook echt wolven leven. Later in een andere bijeenkomst vertelde Deborah Hyde over het feit dat toen Fransen zich in Amerika vestigden daar ook weerwolven bleken voor te komen. De theorie was dat deze zich verstopt hadden in de schepen…
Cryptozoölogie
Vervolgens was er een paneldiscussie over ‘Cryptozoology’, de studie naar dieren waarvan het bestaan niet is aangetoond. Bekende voorbeelden zijn het monster van Loch Ness, de vreselijke sneeuwman of de poema die enkele jaren geleden op de Veluwe zou zijn gezien. Op zich wel gezellig, met bekende mensen als Joe Nickell, Hayley Stevens en Deborah Hyde heb je ook wat aan tafel zitten, maar het ontsteeg het niveau van de anekdote niet echt. Opmerkelijk was een verhaal over een Nederlands geval waarbij mensen verslag doen van waarnemingen van iets wat op dat moment veel in het nieuws is. Er schijnt in de jaren tachtig een baby-panda te zijn ontsnapt uit een dierentuin (vermoedelijk die rode panda die in december 1978 ontsnapte uit Blijdorp). De daarop volgende weken waren er honderden mensen die de panda gezien hadden. Achteraf bleek echter dat de panda al vrij snel na het ontsnappen dood was gegaan en dus niet gespot kon zijn.
Fraude in de wetenschap
Na een korte pauze was er een paneldiscussie over ‘science vs. skepticism’. Men was het er al snel over eens dat wetenschap niet zonder skepticisme kan. Dat ze eigenlijk synoniem aan elkaar zijn. Bij nieuwe bevindingen is het goed om sceptisch te zijn en om te kijken of iets waarschijnlijk is gezien eerdere observaties (in dit verband viel de term ‘prior probability’). Daarom werd er snel overgestapt op een nieuw discussieonderwerp: het hoe en waarom van fraude in de wetenschap. Interessant onderwerp met de kwestie Stapel in het achterhoofd. De verzamelde experts hadden de mening dat fraude relatief vaker dan gemiddeld voorkomt in de wetenschappen, met, zoals men dat noemde, ‘people related outcomes’ (psychologie en sociologie). Niet exclusief in die velden natuurlijk, er zijn immers ook genoeg bijvoorbeeld medische gevallen bekend, maar waarschijnlijk is het toch makkelijker in die velden om er mee weg te komen.
Silencing for God op universiteiten
‘s Middags na de lunch werd geopend door Ophelia Benson, een vrouw waar ik persoonlijk tot dan toe nog niet van gehoord had, maar die ik zeker ga volgen vanaf nu. Haar betoog moest wat op gang komen, maar de punten die ze vervolgens maakte vonden een gewillig oor in de zaal. Het ging over ‘Silencing for God’ en ze haalde wat recente incidenten in Engeland aan waarbij atheïstische uitingen op Twitter en websites van studentenverenigingen tot buitensporige reacties van besturen van die universiteiten hadden geleid. Er lijkt volgens haar een soort ‘religious privilege’ te heersen, waarbij gelovigen aanstoot mogen nemen aan alles wat hen niet zint en dan vervolgens hun gelijk proberen te halen en vaak ook krijgen. Emotie overheerst in deze affaires in plaats van rationele discussie. Dit stond haar erg tegen. Een interessant punt dat door iemand uit het publiek werd opgeworpen is dat er ook een soort genoegen is in het beledigd zijn (‘pleasure in taking offence’). De spreekster herkende dat wel en beaamde dat ruiterlijk ook voor zichzelf.
Voices of the dead
Vervolgens was er een lichter programmaonderdeel, gepresenteerd door Sarah Angliss, ook een naam die mij niets zei. Ook zij heeft een zeer interessant cv en haar presentatie was getiteld ‘Voices of the dead’. Dit klinkt heel zweverig, maar de titel was zeer letterlijk te nemen. Ze had een originele fonograaf meegenomen en liet een opname horen, opgenomen op een wasrol, van de stem van Florence Nightingale. Niet te verstaan, maar na vertaling bleek Florence gefascineerd door het idee dat haar stem haar zou overleven. Iets waar wij niet meer van opkijken of zelfs bij stilstaan, met alle technologie die we tegenwoordig hebben om geluid vast te leggen. Vervolgens gaf Sarah een demonstratie van de opnametechniek door de stemmen van twee personen uit het publiek op te nemen op een blanco wasrol. Dat gebeurde gewoon met hetzelfde apparaat maar dan met een zwaardere kop met een naald eraan. Toen ze het opgenomen geluid afspeelde viel mij op dat de stemmen (van een vrouw en man) helemaal niet leken op de echte stemmen. Door de manier van opnemen (een trillende toeter die de trillingen met een naald in de was trekt) ging er veel van de klank verloren en was het ook heel moeilijk te verstaan. De proefpersonen hadden langzaam en duidelijk moeten praten, maar dat had niet veel geholpen. En ik altijd maar denken dat mensen vroeger heel vreemd praatten en dat zangstemmen toen heel lelijk waren. Bleek aan de opnametechniek te liggen. Eyeopenertje.
Massimo Polidoro over helderzienden
De volgende spreker was Massimo Polidoro, die een hilarische uiteenzetting deed over verschillende types ‘psychics’ (helderzienden) die hij tegengekomen was onder andere in zijn werk voor de James Randi Foundation. De categoriën waren: naive (naïef), deluded (misleid), unlikely (onwaarschijnlijk), bereaved (achtergebleven als nabestaande), cunning (sluw), differently ‘honest’ (anders ‘eerlijk’). Vooral de ‘unlikely’ categorie kreeg de lachers op de hand, omdat deze mensen dingen claimden die niet echt nuttig waren. Zo was er een vrouw die beweerde dat ze rauwe eieren kon mummificeren. Dat duurde dan wel 9 dagen. En na testen bleek dat niet-ingestraalde eieren er dan net zo uitzagen. Tja, en bij alle ‘psychics’ die hij onderzocht had bij wie de krachten opeens toch niet optraden, waren er altijd wel excuses. Hij had zelf nog niet meegemaakt dat na ‘ontmaskerd’ te zijn mensen toegaven: misschien heb ik mezelf wel voor de gek gehouden.
Omdat ik al behoorlijk veel dingen had gehoord en de stoeltjes behoorlijk krap waren, besloot ik de toespraak van Richard Saunders te missen. De avond (met diner) werd zeer kundig aan elkaar gepraat door Dr. Richard Wisemann. Hij kan niet alleen prima schrijven, maar ook goed praten, het was een echte show.
Edzard Ernst over alternatieve geneeskunde
Zondagochtend zaten we om 10 uur weer ‘fris’ in de zaal. De dag werd geopend door Prof. Dr. Erzard Ernst. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar ‘Alternative medicine’. Sommige van die onderzoeken werden gefinancierd door de beroepsgroep zelf. Dit leidde nogal eens tot problemen als de uitkomst de opdrachtgever niet zinde (lees: geen effect) en Ernst dan toch wilde publiceren. Hij noemde ook alternatieve geneeswijzen die wél werken, zoals sint-janskruid waarvan het effect op depressie is bewezen. Ernst is een fervent opponent van Prins Charles die allerlei onbewezen alternatieve geneeswijzen promoot. Er kwamen heel wat spotprenten voorbij… Ernst vond dat het onderzoek naar alternatieve geneeswijzen vaak wordt belemmerd door emoties. Ernst: ‘It is science, not religion’! Zijn interessante boek ‘Tricks or Treatment’ heb ik ter plekke aangeschaft en laten signeren.
UFO’s: ‘I know what I saw’
Daarna een presentatie van Ian Ridpath over UFO’s. Grotendeels kende ik de verhalen al wel, maar hij was zo grondig dat er toch weer interessante, voor mij nieuwe zaken behandeld werden. Een frappant gegeven was iets dat ook al naar voren was gebracht door Massimo Polidoro: mensen blijven geloven in hun waarneming, ook als de feiten die tegenspreken (zie het voorbeeld van de panda die ik eerder noemde). Als mensen horen dat wat ze voor een UFO aanzagen vermoedelijk een ‘Chinese Lantern’ is geweest, zeggen ze tegen beter weten in ‘nee, dat was het niet. I know what I saw’.
‘Closet atheism’ in de Islam
Voor wie het nog niet moe was, was er daarna een lezing van Maryam Namazie over ‘Secularism, social cohesion and citizenship’. Ze vertelde dat in Engeland en Nederland alternatieve islamitische rechtspraak (‘sharia law courts’) plaatsvindt en dat er onder moslims ook atheïsten zijn (sommigen met boerka) die daar niet voor uit komen (het zijn ‘closet atheists’). De normen van de samenleving waarin mensen leven kunnen erg dominant zijn en het is dan ook een grote denkfout om alle moslims over één kam te scheren.
Joe Nickell: ga op onderzoek uit
Joe Nickell sloot de dag af met het motto: ‘Blijf niet achter de computer zitten om iets uit te zoeken, ga naar de plaats waar het gebeurd is en onderzoek het ter plaatse’. Dan kom je er achter dat het riviermonster Ogopogo (een cryptozoologisch dier) misschien wel bestaat uit vier otters die achter elkaar zwemmen (zie ook hier)! Als je blijft hangen bij de vage websites over dit onderwerp zie je dat natuurlijk nooit. Nickell vertelde ook hoe hij onderzocht dat de Nazca-lines in Peru met eenvoudige middelen kunnen worden gemaakt. Nickell is een aangenaam mens. Hij ziet zichzelf niet als debunker, hij vindt het belangrijk om respectvol te blijven naar mensen en hun claims.
Toen was het echter toch echt voorbij: QED 2012 zat er op. Een aanrader voor de volgende keer! En wie Manchester beter wil leren kennen mag de ‘Manchester Art gallery’ niet missen. Hier bevindt zich een van de meest bizarre stukjes curiosa: een poppenhuis met daarin opgezette kikkers (linkfroghouse)!
Foto voorzijde: deel van een foto van campbellpix’s photostream op flickr.
Spontane zelfontbranding officieel vastgesteld!
Spontane zelfontbranding (‘Spontaneous Human Combustion’, ofwel ‘SHC’) is nog nooit wetenschappelijk aangetoond. Toch stelde een lijkschouwer in Ierland in september van het afgelopen jaar officieel vast dat een 76-jarige man er aan was overleden. Dat meldden de BBC en Ierse en Engelse kranten (zie b.v. hier). SHC is het proces waardoor een mens zonder oorzaak van buiten tot ontbranding zou kunnen komen.
De Belfast Telegraph meldde op 23 september 2011:
‘A man who burnt to death in his own home died from spontaneous human combustion in what is believed to be the first case of its kind in Ireland. Michael Faherty (76) — also known as Micheal O Fatharta — died as a result of the phenomenon, spontaneous human combustion, according to west Galway coroner Dr Kieran McLoughlin’.
De krant meldde verder dat de politie en de brandweer geen verklaring hadden voor de verbrande heer Faherty, ze dachten dat de open haard waar hij voor lag geen verklaring kon zijn. Het was de eerste keer dat in Ierland spontane zelfontbranding officieel als doodsoorzaak werd vastgesteld.
Genoeg reden voor de skeptische onderzoeker Joe Nickell om onderzoek te doen. Hij brengt verslag uit in het blad van de Amerikaanse sceptici (Skeptical Inquirer, jan-feb 2012, p. 6-7). Volgens Joe Nickell was de lijkschouwer door het uitsluiten van andere oorzaken tot zijn conclusie gekomen. De redenering van de lijkschouwer was volgens Nickell: ‘als er geen enkele normale verklaring is, dan moet het wel iets bovennatuurlijke zijn geweest’. Volgens Nickell een schoolvoorbeeld van een logische redeneerfout (dit wordt redeneren vanuit ontbreken van kennis genoemd, ofwel ‘an argument from ignorance’).
Nickell stelt vast dat de Ierse autoriteiten niet op de hoogte zijn van het vele onderzoek naar spontane zelfontbranding. Als ze dat hadden gelezen, dan hadden ze vermoedelijk een andere conclusie getrokken. Nog nooit is een geval van spontane zelfontbranding wetenschappelijk bevestigd. Hoe werkt het dan wel? Waardoor kan iemand vrijwel restloos verbranden zonder dat de omgeving erg beschadigd wordt (zie de foto hier naast)? De Nederlandse Wikipedia vat het goed samen:
‘ … uit praktijkonderzoek [is duidelijk] dat lichaamsweefsel, door de aanwezigheid van vet, langzaam en smeulend kan verbranden. Dit kan verklaren hoe het mogelijk is dat een lichaam geheel of gedeeltelijk kan opbranden zonder de omgeving te beschadigen. Mogelijk wordt de verbranding in gang gezet door een ongeluk, bijvoorbeeld met een sigaret of een kaars’.
Volgens Joe Nickell is het waarschijnlijk dat de onfortuinlijke Faherty voor het haardvuur onwel is geraakt. Vervolgens is een vonk ergens op hem geland en is hij langzaam opgesmeuld. Akelig om je voor te stellen, maar wel een verklaring die veel logischer (en daarom ook waarschijnlijker is) dan spontane zelfontbranding. En door proeven op overleden dieren is bevestigd dat een lichaam zo kan opsmeulen. Soms blijven grote en meer natte organen zoals het hart over. Kleding kan in dit proces werken als een soort pit van een waxinelichtje. Het onderzoek toont aan dat lichaamsvet tijdens het proces vloeibaar wordt en op die manier langzaam kan opbranden. Je moet er niet aan denken.
In de Engelse Wikipedia wordt terecht de volgende vraag gesteld: als zelfontbranding regelmatig zou voorkomen, waarom is het dan nog nooit live gezien? Je ziet b.v. nooit iemand die in de V&D of op het strand spontaan vlam vat. Het gebeurt altijd als er niemand bij is. Betekent dat niet dat een andere verklaring voor de verbranding logischer is? Inderdaad, naar mijn mening. En die hebben we hiervoor gegeven.
Gelukkig wordt in Ierland de stem van de rede ook gehoord. Op 24 november 2011 meldde de krant Irish Times dat de Ierse patholoog anatoom Prof. Marie Casidy in de rechtszaal brandhout had gemaakt van het idee van spontane zelfontbranding. Ze noemde dat ‘een sprookje van science fiction schrijvers’.
Wie meer wil lezen kan naar dit artikel van Joe Nickell gaan op de website van de Amerikaanse sceptici (CSI). Ook kun je een artikel uit Skepter lezen waarin Jan Willem Nienhuys door grondig speurwerk een vermeend geval van spontane zelfontbranding naar het land der fabelen verwijst. Via deze link is een heel lezenswaardig artikel van de UK Skeptics.
Foto voorzijde: deze foto is afkomstig van topten.net. Met dergelijke foto’s wordt spontane zelfontbranding als iets griezeligs voorgesteld.
Bronwaterkuur springlevend in Tsjechië
Het lijkt een 19e eeuws tafereel – tientallen mensen met kopjes bronwater. Ze wandelen bedachtzaam van de ene naar de andere geneeskrachtige bron. Maar dit is niet de 19e eeuw. Het is 2011 en ik ben in Karlovy Vary (Karlsbad) in Tsjechië. De bronwaterkuur blijkt hier springlevend. De waterbronnen zijn deels te vinden in prachtig gerestaureerde gebouwen. Je kunt hier al sinds het begin van de 18e eeuw terecht voor een waterkuur. Maar er zijn ook waterbronnen in moderne hallen van beton en glas, aangelegd in de tijd van het socialisme (1945-1989). Het water uit Karlsbad bevat veel mineralen (vooral natriumsulfaat, ook wel ‘Karlsbader zout’ genoemd) en zou goed zijn voor van alles en nog wat: spijsverteringsstoornissen, diabetes, jicht, overgewicht, paradontose, ziekten van het bewegingsapparaat, lever- en galziekten en zelfs zou het water ‘oncologisch lijden’ verlichten (bron: wikipedia.de). Klopt dat wel?
Ik besloot de proef op de som te nemen. De aanpak is simpel – je begint met het kopen van een kuurbekertje: een gat van boven voor het opvangen van water uit de bron en een slurfje waarmee je het water kunt opzuigen (zie de illustratie op voorpagina). Daarmee kun je langs de tientallen bronnen die door de binnenstad van Karlovy Vary verspreid liggen. Het water is warm en smaakt niet lekker, het doet denken aan een oplossing van roestige spijkers, zout en ei dat over de datum is.
Je hoeft het water overigens niet in alle gevallen te drinken. Er zijn ook vermeende positieve effecten bij andere toepassingen, zoals in de foto hiernaast is te zien.
Is er bewijs voor de werkzaamheid van bronwater? Volgens de Duitse vereniging van producenten van ‘heilwasser’ wel. In een brochure presenteren ze allerlei toepassingen voor het geneeskrachtige bronwater. In Duitsland heeft het geneeskrachtige bronwater zelfs een beschermde wettelijke status. Ook kom je makkelijk aan positieve testimonials van mensen die de waterkuur hebben gedaan. Ook artsen die mensen hebben doorverwezen melden positieve resultaten. Maar dat zegt eigenlijk niets – elke behandelwijze kent mensen die deze verdedigen met een gloedvol betoog. Maar het zijn natuurlijk wel deze verhalen die er voor zorgen dat gezondheidszoekers nog steeds in groten getale de waterkuur nemen.
De bottom line: er is geen wetenschappelijk bewijs voor het nut van de waterkuur. De Amerikaanse skepticus Joe Nickell heeft er in 2005 een serie artikelen over geschreven in de Skeptical Inquirer, het blad van de Amerikaanse skeptici. Nickell concludeert dat moderne medicijnen de waterkuur hebben ingehaald. Tegenwoordig heeft het zoute water geen meerwaarde meer voor het bestrijden van ziektes. Nickell wijst wel op het placebo-effect van de waterkuur (een placebo is een geneesmiddel zonder werkzame stoffen). Ook merkt hij terecht op dat veel mensen baat hebben bij een paar weken rust in de bergen. Ik voeg daar nog een eigen theorie aan toe. Het bronwater in Karlovy Vary smaakt zo vies, dat je er alles aan doet om weer snel beter te worden!
Joe Nickell concludeert in de Skeptical Inquirer:
‘Seemingly supportive of the sweeping grandiose claims made for mineral springs is the fact that many visitors offered testimonials in their favor. However, according to psychologist Terence Hines (1988, 236-237), ‘One can find testimonials attesting to the effectiveness of almost anything,’such as those given for ‘snake oils’ that allegedly cured even ‘consumption’ (tuberculosis). Hines adds: ‘It is safe to say that if testimonials play a major part in the ‘come on’ for a cure or therapy it is almost certainly worthless. If the promoters of the therapy had actual evidence for its effectiveness, they would cite it and not have to rely on testimonials.’ Even some spa advocates who touted the beneficial effects of various inclusions in the water conceded they were not solely due to them. Benefits were also attributed to the water’s mechanical and thermal effects on the body-hot- and cold-water applications being commonly prescribed for various therapeutic purposes-not to mention, of course, psychosomatic benefits, the so-called placebo effect (Swanner 1988, 32-37; Kršling 2002). Potential negative effects were rarely considered. For example, at Saratoga laws on radioactivity required the posting of signs warning that radium content might be harmful to health, while spa-advocate Swanner (1988, 37) found that ‘ridiculous,’ saying, “If the mineral waters have deleterious physiologic effects, they have yet to be demonstrated.’ This seems rather an attempt to shift the burden of proof and to suggest, counter intuitively, that a wide variety of positive effects could come from ingesting certain substances but never any negative effects. Nonetheless, quite obviously the spas-offering a change of scenery, rest, the distraction from one’s ills provided by almost any physical treatment, and the power of positive thinking-represented a successful, if temporary, prescription for many ailments’.