• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Algemeen

Gouden Bord voor de Kop 2013 voor Homeopaten Zonder Grenzen

2 December 2013 by Pepijn van Erp 387 Comments

De Weense afdeling van GWUP, Die Gesellschaft für Kritisches Denken, reikte op 29 november jl. voor de derde keer hun prijs voor de grootste onzinverkoper in het Duitse taalgebied uit. Die prijs, Das Goldene Brett vorm Kopf,  ging dit keer naar Homöopathen ohne Grenzen (HoG). 

Gouden Bord voor de Kop 2013 voor Homeopaten Zonder Grenzen 1
Das Goldene Brett vorm Kopf

De organisatie kreeg de prijs omdat ze het gebruik van de onwerkzame suikerbolletjes uit de homeopathie probeert te verspreiden in ontwikkelingslanden, zelfs in gebieden die te kampen hebben met crisissituaties , veroorzaakt door natuurgeweld of oorlogshandelingen. En dat allemaal onder een naam die nogal doorzichtig meelift op de goede reputatie van Artsen Zonder Grenzen. In de woorden van de uitreikers van het ‘Gouden Bord’:

Die Homöopathen ohne Schamgrenzen nutzten die hohe Reputation der bekannten ‘Ärzte ohne Grenzen’, um Krisengebiete in Afrika, Asien, Südamerika und Südosteuropa mit Globuli zu missionieren, und schreckten dabei nicht einmal davor zurück, eine Wirksamkeit von Homöopathie gegen Malaria und AIDS zu suggerieren.

In Nederland kennen we de soortgelijke organisatie Homeopaten Zonder Grenzen (HzG). De steun die zij in 2008 van de Triodos Stichting kregen, was een belangrijke reden voor het toekennen van de Mr. Kackadorisprijs aan de Triodos Bank in 2010. In een recent stuk haalde epidemioloog Luc Bonneux nogmaals uit naar HzG: ‘Kwakzalvers zonder grenzen‘. Meer informatie over soortgelijke organisaties op skeptische sites is gemakkelijk te vinden door te zoeken op ‘homeopaten zonder grenzen’ (of ‘homeopaths without borders’) in een skeptische zoekmachine.  Een ander goed stuk over de onethische kant van deze homeopathische ‘ontwikkelingshulp’ verscheen dit jaar in de British Medical Journal van de hand van dr. David Shaw: Homeopaths Without Borders practice exploitation not humanitarianism (helaas achter een paywall, maar de discussie is ook wel ‘interessant’).

De prijs maakte dit jaar redelijk wat los. Een bericht erover op de Oostenrijkse nieuwssite derStandard.at leidde tot maar liefst 3.000 reacties: Schmähpreis für “die Hybris der Homöopathie”. De HoG lieten intussen op hun website weten dat ze ‘wederom een prijs‘ gewonnen hebben, maar merken daar fijntjes bij op dat zij weten dat verschillende journalisten die bij GWUP aangesloten ein Zusatzsalär aus der Pharmaindustrie krijgen. En natuurlijk is de prijs alleen maar uitgereikt omdat de regulieren jaloers zijn op het enorme succes van de homeopaten.

De andere genomineerden waren dit jaar supermarktketen SPAR (vanwege het verkopen van Grander-water) en de arts en politicus Marcus Franz, die onder vuur ligt vanwege zijn bewering dat homoseksualiteit een genetische anomalie is en bovendien amoreel immoreel. De Gouden Bord ‘oeuvreprijs’ ging naar Rüdiger Dahlke.

Verder lezen via: Das “Goldene Brett” 2013 für Rüdiger Dahlke und die Homöopathen ohne Grenzen. In 2012 ging de prijs naar de Europa-Universität Viadrina in Frankfurt an der Oder.

Filed Under: Algemeen, Gezondheid, Skepticisme Tagged With: Goldene Brett, gwup, homeopaten zonder grenzen, skeptische prijs

Over het kraken van de nek. Wie wil er de dood riskeren om van zijn hoofdpijn of nekpijn af te komen?

26 November 2013 by Cees Renckens 28 Comments

Over het kraken van de nek. Wie wil er de dood riskeren om van zijn hoofdpijn of nekpijn af te komen? 2
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

Afgelopen zomer informeerde IGZ bij de Nederlandse Vereniging van Manueel Therapeuten (NVMT) of zij inzake het kraken van de nek een richtlijn hanteerde. IGZ was daartoe gekomen omdat er in 2012 zes calamiteiten na een dergelijke behandeling waren gemeld, waarvan een met dodelijke afloop. Al jaren is bekend dat het kraken van de nek door manueel therapeuten of chiropractors kan leiden tot beschadiging van de slagaders die langs de nekwervels naar het achterste deel van de  hersenen lopen. Hoe vaak dit probleem (meestal een scheur in de binnenste laag van het vat, een zgn. dissectie van de arteria vertebro-basilaris) zich voordoet is onduidelijk, want niemand houdt dit bij en er is waarschijnlijk onderrapportage.

Het bestuur van de NVMT, als geplaagd door een slecht geweten, ontraadde in juli 2013 n.a.v. de IGZ-brief zijn leden om nog nekmanipulaties of -mobilisaties toe te passen. Op 5 november relativeerde de NVMT dit preadvies over hoog cervicale manipulaties echter al weer en kondigde besluitvorming aan op de ledenvergadering van 18 november. Men zou dan komen met een drieledig voorstel: de patiënt moet van tevoren worden voorgelicht over de kans op ernstige complicaties en men gaat d.m.v. goed uitvragen van de klachten en een lichamelijk onderzoek alvorens over te gaan op MT de kans op optredende (vaat-)complicaties zo klein mogelijk maken. Daarbij moeten de NVMT-leden zich conformeren aan de richtlijn, die the International Federation of Orthopaedic Manipulative Physical Therapists (IFOMPT) in 2012 opstelde: het ‘International Framework for Examination of the Cervical Region for potential of Cervical Arterial Dysfunction prior to Orthopaedic Manual Therapy Intervention’. Zoals verwacht ging de vergadering akkoord met dit voorstel.

Het framework van de IFOMPT

Alle reden dus om dit raamwerk van de IFOMT eens nader onder de loep te nemen. Welnu: dat is geruststellend, want als elk NVMT-lid zich daaraan gaat houden, dan zullen er nog maar bitter weinig nekken wordt gekraakt en dan zal die edele kunst straks alleen nog voorbehouden zijn aan de echte chiropractors, die zoals bekend nergens bang voor zijn. Ga maar na. Het raamwerk vereist een hoge graad van ‘klinisch redeneren’ waarover maar weinig manuelen beschikken en wat des te meer klemt, omdat de verzekeraar in ons land geen verwijzing door een arts vereist. Iedereen kan zich drempelvrij laten kraken. Wel zelf betalen tenzij aanvullend verzekerd. In de ronkende inleiding van het raamwerk wordt gebazeld over het biopsychosociale model en over de ‘cognitieve en metacognitieve processen’, die daarbij van belang zijn. Kern van de zaak is dat de therapeut zich door middel van anamnese (gesprek met de patiënt) en lichamelijk onderzoek een indruk vormt van het risico op complicaties en van de kans dat de ingreep zal helpen. Ook moet nadrukkelijk op de risico’s gewezen worden alvorens consent te vragen. Een enquête onder de aangesloten IFOMT-verenigingen uit 2007 bracht aan het licht dat minder dan de helft wijst op het risico op overlijden door de therapie en maar iets meer dan de helft wijst op de kans op een beroerte (t.g.v. vaatproblemen). Hoewel men zich meer bewust werd van de risico’s ging bij 95% van de aangesloten nationale verenigingen het hoog cervicaal manipuleren nog gewoon door. Het document somt vervolgens zeventien competenties op waarover de therapeut moet beschikken om bovengenoemde risk/benefit afweging te kunnen maken. Als dat de therapeut nog niet voldoende heeft ontmoedigd, dan volgen er acht absolute contra-indicaties (‘rode vlaggen’) en dertien condities die tot grote voorzichtigheid zouden moeten leiden. De specificiteit van al deze risicofactoren is overigens, ook volgens het raamwerk zelf, beperkt. Daarna krijgt de potentiële kraker te kampen met dertien risicofactoren op vaatziekte in het algemeen en op vijf risicofactoren voor instabiliteit van de nek. Dan geeft het raamwerk de vroege symptomen van vaatproblemen in de nek, die erg zouden lijken op nekpijn van andere origine. Anders dan in werkelijkheid het geval is, zouden nek- en hoofdpijn vaak kunnen wijzen op vaatpathologie ter plaatse. De waarheid is dat bij een beroerte hoofdpijn vaak vooraf gaat aan de ontwikkeling van neurologische symptomen, maar dat nekpijn daarbij zelden of nooit bestaat. Hier citeert het raamwerk de literatuur wel erg selectief [1].

Daarna stelt de therapeut zijn plan op voor het lichamelijk onderzoek, dat bloeddrukmeting inhoudt alsmede onderzoek naar nek-instabiliteit, neurologisch onderzoek van de perifere en hersenzenuwen, het voelen van de carotis-slagader en het eventueel bekijken of de patiënt met het hoofd in bepaalde posities niet onwel wordt of neurologische symptomen ontwikkelt. Tenslotte volgt het advies om alleen dan tot behandeling over te gaan als de risicofactoren beperkt lijken en de kans op succes van de therapie reëel is. Hoe dat laatste in zijn werk gaat, dat wordt niet uitgewerkt en men gaat geheel voorbij aan de vraag of er voldoende bewijs is dat het kraken van de nek überhaupt meer presteert dan placebo’s of natuurlijk beloop. En tijdens de therapie moet de therapeut goed op het gezicht en de lichaamstaal van de patiënt letten om ter zien of het wel goed met hem gaat. En bij elke vervolgafspraak opnieuw consent vragen.

Helemaal dol wordt het – wat zijn ze bang! – als het raamwerk wijst op ’het welbekende feit’ dat ook manipuleren van de borstwervels, zeker indien gecombineerd met nekspier-oefeningen, een zeer gunstig effect op nekpijn kan hebben en veel minder gevaarlijk is voor de halsvaten! De therapeut die na inachtneming van al deze obstakels de nek toch nog durft te kraken, die mag daarbij maar weinig kracht gebruiken en de nek vooral bij het draaien en strekken niet tot in de uiterste bewegingsmogelijkheden brengen. De manier waarop de (beweerde) behandelingsresultaten tot stand komen zou vooral van neurologische aard zijn en niet te zeer afhangen van de bewegelijkheid van de ruggenwervels. Aldus het raamwerk. Tenslotte waarschuwt de IOMFT-richtlijn voor patiënten die graag herhaaldelijk gekraakt willen worden. Dat laatste lijkt mij zeer terecht.

Conclusie

Het valt te betreuren dat de NVMT niet gekozen heeft voor een totaal verbod op manuele therapie bij nekpijn. De bewijzen dat het werkt zijn er niet en de risico’s op ernstige bijwerkingen zijn dan natuurlijk direct al te groot. De meeste vaat-incidenten na MT van de nek treden op bij relatief jonge mensen van rond de veertig, die geen risicofactoren vertoonden. Die zullen zich dus voor blijven doen. En als dat verbod er toch nog eens mocht komen, dan daarna graag de Cochrane-gegevens ter harte nemen, waaruit blijkt dat noch voor acute [2] noch voor chronische lage rugpijn [3] het nut van manuele therapie is aangetoond. Dus de rug ook met rust laten. Het blijft allemaal toch kwakzalverij en dat is misschien ook niet zo verwonderlijk voor een behandelwijze die ooit werd bedacht door D.D.Palmer (1845-1913). Hij was kruidenier, bijenhouder en magnetiseur.

Noten

1 http://www.sciencebasedmedicine.org/update-chiropractic-neck-manipulation-and-stroke/

2 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for acute low-back pain. Sidney M Rubinstein, Caroline B Terwee, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 12 Sept. 2012.

3 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for chronic low-back pain. Sidney M Rubinstein, Marienke van Middelkoop, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 16 Feb 2011

Filed Under: Algemeen, Columns, Gezondheid Tagged With: chiropraxie, kraken, NVMT

Eerste Skepter verdeelde christelijke kranten over buitenaards leven

21 November 2013 by Pepijn van Erp 111 Comments

Het blad Skepter bestaat inmiddels meer dan 25 jaar, in mei dit jaar kwam het jubileumnummer uit. De allereerste Skepter van maart 1988 trok de aandacht van de christelijke kranten Trouw en het Nederlands Dagblad. In het openingsartikel van de Skepter  had Skepsis voorzitter professor dr. Kees de Jager iets geschreven over de kans op buitenaards leven en mogelijkheid van contact met buitenaardse intelligenties. Trouw vond de Skepter daarover veel te pessimistisch. En op zijn beurt maakte het ND zich weer druk over die opvatting. 

In de zoekmachine van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher, zocht ik voor de grap eens op ‘stichting skepsis’ en trof het volgende artikel uit het Nederlands Dagblad van 13 mei 1988 aan:

Nederlands Dagblad over de eerste Skepter (18-5-1988)
Nederlands Dagblad over de eerste Skepter, 13-5-1988 (klik op de afbeelding voor de volledige versie in Delpher)

Als je het stuk leest, zie je een ernstig verschil van mening over de mogelijkheid van buitenaards leven. Trouw rekent Skepsis voor dat de kans daarop veel te negatief wordt voorgesteld en concludeert dat “vrijwel uitgesloten is dat de aarde de enige planeet in het heelal is waarop leven voorkomt”. Het ND verwerpt die nuchtere benadering op basis van kansberekening. De houding van Trouw laat volgens de schrijver A.P. Wisse zien dat “de moderne theologie niet zomaar een intern tijdverdrijf is van wat kerkelijke, aan de orthodoxie ontgroeide professoren. Nee, de moderne theologie getuigt ook. En op wat voor manier! Zij gooit voor de buitenwereld de Bijbel en haar betrouwbaarheid te grabbel.”

Ik probeerde terug te vinden wat nu deze tweespalt tussen de christenbroeders naar boven had gebracht. Het artikel van De Jager (Is Para-wetenschap ook wetenschap?) staat niet online op de site van Skepsis, maar natuurlijk wel op de USB stick met alle Skepters van de eerste 25 jaargangen. Het kan eigenlijk alleen om de volgende stukken uit zijn verhaal gaan:

Ik wens op dit punt goed begrepen te worden. Het zou één van de grootste ontdekkingen van de mensheid zijn wanneer we inderdaad kontakt zouden kunnen verwerven met buitenaardse intelligenties; en een niet onaanzienlijk aantal onderzoekers besteedt een belangrijk deel van hun werkzame leven aan de speurtocht naar die intelligentie. Maar kritisch zoeken, op wetenschappelijk verantwoorde wijze, is heel wat anders dan botweg beweren, uit sensatiezucht of uit geldbejag, dat men buitenaardse wezens ontmoet heeft.

Prof. dr. C. de Jager (foto uit Skepter 1.1, 1988)
Prof. dr. C. de Jager (foto uit Skepter 1.1, 1988)

iets verder:

Bij dat alles zal men zich dienen te baseren op de verworvenheden van de wetenschap. Als iemand met een ‘waarneming’ komt die inhoudt dat een ruimteschip ons zou naderen met een snelheid groter dan die van het licht dan is duidelijk dat we die waarneming moeten verwerpen omdat wetenschappelijk onderzoek uit den treure bewezen heeft dat zo’n snelheid niet bestaan kan.

en nog wat verderop in het stuk:

Waar het doorgaans aan schort is een niet duidelijk beseffen van wat ‘waarschijnlijkheid’ is. Iemand die op grote hoogte een ballonnetje voorbij ziet vliegen en dat tot een buitenaards ruimteschip verklaart omdat ‘het toch wel erg onwaarschijnlijk is dat iemand vandaag, zo vroeg in de ochtend een ballonnetje zou oplaten’ (historisch!) die beseft niet dat de kans aanzienlijk groter is dat ergens in ons land met zijn veertien miljoen bewoners iemand op het malle idee komt om een ballonnetje op te laten, dan dat wezens ons in een buitenaards ruimteschip komen bezoeken, snel langs vliegen, daarbij slechts door één of enkelen gezien worden, en daarna verdwijnen om niets meer van zich te laten horen. Waarom blijven ze niet enkele weken of jaren op de aarde na hun reis van, vermoedelijk, duizenden jaren, om na een grondige kennismaking, wellicht na een bezoek aan de Verenigde Naties, de saaie en lange terugtocht weer te gaan ondernemen. Met andere.woorden: de natuurlijke oorzaak is meestal enorm veel waarschijnlijker dan de para-natuurlijke, maar dat wordt door velen niet begrepen; in het bovenstaande voorbeeld omdat men er vaak geen besef van heeft hoeveel waarschijnlijker de ene verklaring is dan de andere.

Als je dat zo leest, begrijp ik eigenlijk niet waar Trouw het over had. Ik vond nergens iets terug in het verhaal van De Jager als “we stellen vast dat er op de aarde intelligentie heerst, maar hebben geen aanleiding te denken dat er in het heelal nog meer planeten als de aarde zijn.” zoals het ND Trouw weer citeert. Misschien mis ik wel iets in die eerste Skepter, maar het lijkt erop dat de schrijver van Trouw een eigen interpretatie van het verhaal van De Jager heeft aangevallen. Het stuk van Trouw is helaas niet in Delpher opgenomen en ook niet via het eigen archief op de website terug te vinden. De eerdere bespreking van de Skepter in het ND, waarin verwezen wordt in het artikel dat ik als aanleiding heb gebruikt, staat wel in Delpher. Daaruit valt op te maken dat de ‘orthodoxen’ indertijd de Skepter waarschijnlijk beter hebben gelezen dan de wat liberalere gelovigen van de Trouw. Tekstgetrouwheid heeft zo zijn voordelen.

Filed Under: Algemeen, Skepticisme Tagged With: buitenaards leven, Kees de Jager, Nederlands Dagblad, skepter, Trouw

“De grenzen van de wetenschap” – het Denkgelag

9 November 2013 by Pepijn van Erp 10 Comments

Op 17 oktober debatteerden vooraanstaande denkers Daniel Dennet, Massimo Pigliucci en Lawrence Krauss in Gent over ‘De grenzen van de wetenschap’. Dit debat was georganiseerd door Het Denkgelag en hier op Kloptdatwel plaatsten we er eerder een aankondiging voor. Iedereen die daar niet bij kon zijn, kan het debat nu alsnog bekijken. 

Moderator van het debat is overigens Maarten Boudry, die onlangs met Pigliucci het boek ‘Philosophy of Pseudoscience‘ samenstelde.

Het is nogal een zit om de bijna twee uur achter elkaar uit te kijken. Het volgende lijstje met onderwerpen (en de starttijden) die aan de orde komen, kan daarom helpen om meteen naar stukken te springen die je het meest interesseren:

00:00 Introduction
07:07 Limits of Science
19:40  God & the Supernatural
31:20  Science & Morality
50:11  Something out of Nothing
1:03:42  The Value of Philosophy
1:20:59  Cognitive Limits
1:35:43  Questions:
– 1:35:56 Science & Politics
– 1:43:33 The Status of Economics
– 1:48:17 Does Consciousness Exist?

1:55:00 Credits

Filed Under: Algemeen, Wetenschap Tagged With: daniel dennet, FILOSOFIE, het denkgelag, lawrence krauss, maarten boudry, Massimo Pigliucci

Gelezen: Philosophy of Pseudoscience

23 October 2013 by Pepijn van Erp 21 Comments

Karl Popper (1902-1994)
Karl Popper (1902-1994)

Het demarcatieprobleem is iets waar skeptici al dan niet bewust voortdurend mee bezig zijn: het scheiden van wetenschappelijke kennis en alles wat niet wetenschappelijk onderbouwd is of als pseudowetenschap gezien moet worden. De naam van Karl Popper is er nauw mee verbonden sinds hij falsifieerbaarheid als demarcatiecriterium voorstelde: een wetenschappelijk theorie moet toetsbaar zijn en op grond van het falen van een toets worden verworpen. Dit idee leeft nog steeds, maar kreeg al snel kritiek.Thomas Kuhn liet zien dat er ook allerlei sociale en psychologische aspecten een grote rol spelen in het wetenschapsbedrijf.  Veel van wat we als wetenschap beschouwen is niet toetsbaar en wetenschappers blijken in praktijk niet te werken volgens het ideaal van Popper, met het eerst opstellen van hypothesen en die onderuit proberen te halen met zo scherp mogelijke tests.
Larry Laudan verklaarde in 1983 het demarcatieprobleem min of meer dood. Het falsificatieprincipe van Popper was niet afdoende gebleken en andere criteria waren ook niet te bedenken om het onderscheid verantwoord te maken. Veel filosofen delen dit inzicht en het demarcatieprobleem verdween onder in de la. Ten onrechte volgens Massimo Pigliucci en Maarten Boudry. Zij stelden daarom een stevige essaybundel samen onder de titel Philosophy of Pseudoscience – Reconsidering the Demarcation Problem met stukken van 26 verschillende auteurs, die wel wat te zeggen hebben over pseudowetenschap.

Eigenlijk valt het met die doodverklaring van het demarcatieprobleem door Laudan wel mee. Hij stelt dat de term pseudowetenschap niet zinnig te gebruiken is om hele takken van sport weg te zetten, maar dat critici (of skeptici) zich zouden moeten beperken tot het weerleggen van concrete uitspraken of artikelen. Dus niet ‘frenologie is een pseudowetenschap en het is daarom idioot er nog tijd en energie aan te verspillen’ maar eerder ‘in artikel X beweert auteur Y dat deze typische vorm van de schedel wijst op gedrag  Z, maar dat klopt niet vanwege A-B-C’. Dit laat ook meteen zien wat het nadeel is van die aanpak: ook al hak je één kop van de pseudowetenschappelijke Hydra af, het belet niet dat er meteen een soortgelijke uitspraak zijn kop opsteekt. Er is duidelijk behoeft aan een grondigere aanpak van pseudowetenschappen, want sommige vormen een gevaar voor individuen of kunnen andere vervelende effecten in onze samenlevingen hebben.
Een probleem met een strikte opvatting van falsifieerbaarheid is dat sommige pseudowetenschappen er gewoon door heen fietsen. Astrologie doet bijvoorbeeld niet veel anders dan toetsbare uitspraken, alleen scoren die niet beter dan wanneer je naar willekeurig gekozen uitspraken zou kijken. Toetsbaar ja, maar doorstaan van serieuze tests ho maar. Anderzijds kun je afvragen of je iets als snaartheorie ooit wel tot toetsbare uitspraken zal leiden. Zou je het daarom vooralsnog niet als pseudowetenschap moeten kwalificeren? Of wat minder denigrerend, als ‘protowetenschap’? Er komt dus wat meer bij kijken dan alleen die falsifieerbaarheid en wetenschappers zullen als je ze er naar vraagt vaak elementen noemen van een lijstje als: interne consistentie, overeenstemming met aangrenzende vakgebieden, reproduceerbaarheid van data,  betrouwbaarheid van methoden, hoe gaat men om met kritiek, enzovoort.

Een afbeelding die Pigliucci gebruikt om
Een afbeelding die Pigliucci gebruikt om

Zo’n multidimensionale aanpak zien de schrijvers van het eerste deel (waaronder Pigliucci en Boudry zelf) als uitweg. Als voorbeeld geeft Pigliucci een indeling van een aantal (pseudo)wetenschappen op twee assen, waarmee je min of meer een onderscheid kunt maken, die niet mogelijk was met het criterium van Popper (zie hiernaast). Anderzijds stelt hij wel vast dat het trekken van een scherpe grens nog steeds niet zo makkelijk is. Het indelen van de onderwerpen op meer assen geeft echter weer andere inzichten. En door een aantal van die verschillende manieren om er naar te kijken te combineren zul je onder wetenschappers toch redelijk snel consensus bereiken of iets serieus te nemen wetenschap is of niet.

Wat ook naar voren komt is dat pseudowetenschap vaak een temporeel aspect heeft. Iets wat als wetenschap start, kan in de loop van de tijd in pseudowetenschap ontaarden (bijvoorbeeld koude kernfusie). Pseudowetenschappers houden hardnekkig vast aan hun idee ondanks al het tegenbewijs. Het is logisch dat de lat voor het ogenschijnlijk wel serieuze ‘bewijs’ dat deze onderzoekers nog wel eens aanleveren, steeds hoger wordt gelegd. Na voortdurend falen bij tests, wordt zo’n idee moeilijker te aanvaarden en hoe buitengewoner de beweringen hoe buitengewoner het bewijs ervoor moet zijn.
Andersom kan het echter ook. Iets dat door wetenschappers eerst als pseudowetenschap weggezet wordt, kan na steeds beter ondersteunend bewijs geaccepteerd worden als serieuze wetenschap, zoals de geschiedenis van de evolutietheorie laat zien. In het boek beschrijft Michael Ruse die ontwikkeling in From Pseudoscience to Popular Science, from Popular Science to Professional Science.
De strijd tussen de evolutietheorie en creationisme wordt overigens vaak aangehaald door verschillende auteurs. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien de verhitte strijd die daarover in de Verenigde Staten tot aan het Hooggerechtshof is gevoerd. Een meer Europese tegenhanger ontbreekt, maar misschien is er ook niet zo eenvoudig een kwestie te noemen waarover aan onze kant van de Atlantische oceaan recent nog vergelijkbaar fel gedebatteerd is. Een paar stukken vond ik minder sterk of sprongen er qua onderwerp wat vreemd uit. Toevallig of niet, allemaal in het deel dat True believers and their tactics heet. Een stuk van Jean Paul van Bendegem over hoe discussies met pseudowetenschappers kunnen verlopen en wat voor soort argumentatie je in de strijd zou kunnen werpen, is aardig, maar niet erg specifiek voor pseudowetenschap.
Een ander artikel dat wat te formeel aandoet, gaat over klinische trials en waarom die al dan niet ingezet kunnen worden voor de evaluatie van alternatieve behandelwijzen. Het is een formele inkadering van een (dubbelblind) onderzoek, die op zich klopt, maar aan de belangrijkste praktische problemen mijns inziens te makkelijk voorbij gaat.  De schrijver van het stuk, Jesper Jerkert, probeert aan te tonen dat de bezwaren vanuit sommige alternatieve behandelwijzen tegen die trials niet opgaan, maar vergeet dat een RCT bij normaal medicijnonderzoek maar het laatste stukje van bewijs van een groter geheel is, dat begint met het aannemelijk maken dat een behandeling überhaupt zou kunnen werken. De belangrijkste alternatieve behandelwijzen komen juist graag met bewijs in de vorm van RCTs aanzetten, omdat je daar met een beetje geluk  (en eventueel wat gemanipuleer) aan significant positieve resultaten kunt komen. Een beetje moeilijk door te komen (vooral het begin) vond ik The case of Freud’s Sexual Etiology of the Neurose een stuk waarin Frank Cioffi (overleden in 2012) stevig afrekent met de wetenschappelijk  pretenties van de ideeën van Freud. Misschien moet je er ook gewoon wat meer in thuis zijn dan ik.

Philosophy of PseudoScienceNaast de filosofische stukken die het demarcatieprobleem theoretisch aanpakken, heb ik vooral de historische en sociologische stukken met veel plezier gelezen. Thomas Nickels geeft in The Problem of Demarcation een mooi overzicht van de geschiedenis van de problematiek en zet de ideeën van Popper, Imre Lakatos, Kuhn en Laudan op een rijtje (uiteraard komen Aristoteles en Wittgenstein ook even langs). Ook de bijdrage van Michael Shermer is lezenswaardig en biedt meer dan de andere stukken praktische handvatten om pseudowetenschap te herkennen.
Intussen zou je misschien denken dat Boudry en Pigliucci alleen mannelijke auteurs wisten te strikken, maar er staan ook paar zeer interessante stukken van vrouwen in. Noretta Koertge schrijft over het (meestal) ontbreken van een kritische gemeenschap bij de pseudowetenschappers in tegenstelling tot de echte wetenschappen waar kritiek georganiseerd is. Weer zo’n as waarop je de (pseudo)wetenschappen zou kunnen indelen in een multidimensionale aanpak. En Barbara Forrest tast aan de hand van Hume de grenzen tussen wetenschap en religieuze pseudowetenschap af.

Ik vergeet dan nog wat auteurs ( m/v) te noemen, maar het is lastig om in een korte bespreking dit boek volledig recht te doen. Daarvoor is het te rijk aan ideeën. Er is ook nog aandacht voor niet experimentele wetenschap en de cognitieve wortels voor pseudowetenschap (hoe komt het eigenlijk dat dat soort ideeën bij mensen opkomen en beklijven?). Het onderscheid tussen pseudowetenschap en echte wetenschap blijft een lastige kwestie. Dit boek probeert, in mijn ogen terecht, een gedegen analyse van het probleem hoger op de agenda te plaatsen. Het idee dat wetenschappers zo ook wel ‘zien’ wat echte wetenschap is en wat niet, is geen bevredigende oplossing. Het is niet zo dat dat oordeel nergens op gebaseerd is en dat er vaak vergissingen gemaakt worden, maar de impliciete uitgangspunten en redenaties die leiden tot dat oordeel mogen wel wat helderder verwoord worden. Er komen dan vast inzichten naar boven die in andere gevallen ook goed van pas komen. De gereedschapskist met instrumenten om pseudowetenschap te bestrijden kan best aangevuld worden met wat nieuwe ‘heavy duty tools’.

Het is geen makkelijk boek, maar voor iedereen die wat serieuzer wil nadenken over waar hij als skepticus mee bezig is, durf ik het toch aan te raden. Waar haal je immers de arrogantie vandaan het beter te weten dan al die zwevers om ons heen? 😉 De inleiding van het Engelstalige boek is overigens hier te lezen, dan kun je zelf nog een beter idee krijgen of het wat voor je is. Ten slotte nog een tip: in een podcast van Rationally Speaking spreekt Boudry over het boek, geïnterviewd door Julia Galef en … Pigliucci. Dat wordt gelukkig toch niet saai, omdat Pigliucci en Boudry het ook niet op alle punten met elkaar eens zijn. 

Gelezen: Philosophy of Pseudoscience 3
Gelezen: Philosophy of Pseudoscience 4

Filed Under: Algemeen, Pseudowetenschap, Wetenschap Tagged With: FILOSOFIE, Laudan, maarten boudry, Massimo Pigliucci, popper, pseudoscience, pseudowetenschap

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 114
  • Page 115
  • Page 116
  • Page 117
  • Page 118
  • Interim pages omitted …
  • Page 147
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Fluoride-angst?
30 June 2025 - Ward van Beek
Fluoride-angst?

Raad eens’, vraagt Cor van Loveren: ‘Het is begin jaren zeventig. Hoeveel gaatjes denk je dat een kind van vijf gemiddeld had?’ Het antwoord: achttien. ‘In haast elke tand zat wel een gat.’ Gemiddeld genomen dan. Er waren ook tanden…Lees meer Fluoride-angst? › [...]

James Randi test wichelroedelopers in Australië
11 June 2025 - SkepsisSiteBeheerder
James Randi test wichelroedelopers in Australië

In 1980 bezocht James Randi Australië op uitnodiging van Dick Smith om daar een test uit te voeren met wichelroedelopers.Lees meer James Randi test wichelroedelopers in Australië › [...]

Polarisatie juist goed voor democratie?
5 June 2025 - Ward van Beek
Polarisatie juist goed voor democratie?

.Soms lijkt het wel alsof we elkaar de hele dag de tent uit vechten. Op social media, bij verjaardagsfeestjes en in talkshows zijn we het oneens over vaccins, over Gaza, over vrouwenrechten. Dat blijkt ook uit onderzoek van het Sociaal…Lees meer Polarisatie juist goed voor democratie? › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Go Ahead, Make the Case That Science, Free Speech, and the FDA Are Thriving Under Drs. Marty Makary and Vinay Prasad
10 July 2025 - Jonathan Howard

Unlike Drs. Adam Cifu and John Mandrola, I do not constantly boast of my "nuance" or claim to be a master of "clinical appraisal." They have so much to teach me. The post Go Ahead, Make the Case That Science, Free Speech, and the FDA Are Thriving Under Drs. Marty Makary and Vinay Prasad first appeared on Science-Based Medicine. [...]

AI Therapists – Not Ready for Prime Time
9 July 2025 - Steven Novella

Artificial Intelligence (AI) applications are being rolled out at a furious pace. There is no doubt they are potentially powerful tools, although with flaws and limitations. But one thing that large language models do well is mimic conversational speech. They are great chatbots. For this reason one of the early uses of these chatbots is as AI therapists. There are no hard […] The post AI Therapists – Not Ready for Prime Time first appeared on Science-Based Medicine. [...]

After ACIP: Where Robert F. Kennedy Jr. will likely go from here in his quest to eliminate vaccines
7 July 2025 - David Gorski

HHS Secretary Robert F. Kennedy Jr. was on The Tucker Carlson Show last week. It got me to thinking: What's next in RFK Jr.'s crusade against vaccines after he turned ACIP into an antivax committee? The post After ACIP: Where Robert F. Kennedy Jr. will likely go from here in his quest to eliminate vaccines first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsHet is me duidelijk, @ Klaas van Dijk Het lijkt me heel simpel: wie zwijgt, stemt toe. Incompetentie en collaboratie
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc Jacobs@Hans1263, per abuis heb ik mijn reactie op jouw bericht van 5 juli 2025 (om 21:25) op de verkeerde plek
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc Jacobs@Hans1263, het is inderdaad erg opvallend dat de werkgevers van het trio, te weten de VU (Ronald Meester), het Radboud
  • Hans1263 on De linke net-na-het-weekendbijlage (27-2025)De bekende en verderfelijke combinatie van complotgeloof, geloof en kwakzalverij.
  • Renate1 on De linke net-na-het-weekendbijlage (27-2025)https://www.kwakzalverij.nl/nieuws/bestuur-stuurt-brief-aan-minister-en-vaste-kamercommissie-vws/ Waarom verbaast het me niet dat mevrouw Ag

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in