• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Pepijn van Erp

Hagelkanon

13 June 2016 by Pepijn van Erp 63 Comments

“Zeeuwse fruittelers binnen de gemeente Borsele kunnen weer even gebruik maken van hun anti-hagelkanonnen om hun oogst tegen hagel te beschermen. Een definitief oordeel komt over een half jaar.” meldde de website Groenten & Fruit Actueel vorige maand. Dat oordeel komt van de Raad van State, waar de fruittelers in beroep waren gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank in Middelburg. Die had een milieuorganisatie in het gelijk gesteld die al jaren bezwaar maakt tegen het gebruik van de lawaai producerende apparaten, waarvoor geen enkel deugdelijk bewijs van werkzaamheid is geleverd.

Een hagelkanon (foto: Augustin Mallet | Wikimedia Commons)
Een hagelkanon (foto: Augustin Mallet | Wikimedia Commons)

Op de website van Stichting Behoud de Zak van Zuid-Beveland staat de geschiedenis van de aanwezigheid van de hagelkanonnen in Zeeland. Die doken rond 2005 in de buurt van Borssele op, maar de apparaten hebben een geschiedenis die veel langer teruggaat: eind negentiende eeuw werden ze in Oostenrijk bedacht.

Niet plausibel

De hagelkanonnen zouden moeten werken doordat de schokgolven van de luide knallen (140-150 dB) die ze voortbrengen de hagelstenen in de lucht versplinteren en/of de vorming van zware hagel onmogelijk maken. De schokgolven zijn volgens sommige fabrikanten effectief tot op kilometers hoogte. Een leverancier van hagelkanonnen die in een container geïnstalleerd geleverd worden, zegt het zo:

Een 20 tot 30 tal minuten voor het verwachte onweer zetten de eigenaars van een hagelkanon het systeem in werking. Dit kan onder meer door met de gsm een bericht te sturen naar de container. Om de 5 tot 7 seconden worden dan ioniserende schokgolven de lucht ingeschoten die de atmosfeer verstoren. Het kanon werkt op acetyleengas samen met stikstof en zuurstof. Onderkoelde waterdruppels bewegen in gebieden met verschillende polariteiten en temperaturen. Waterdruppels bevriezen en vormen hagel. De schokgolf zorgt ervoor dat de positieve en negatieve zones met elkaar vermengd worden. In deze gemengde zones kunnen vervolgens geen hagelstenen optreden.

De Belgische weerman Frank Deboosere heeft er op zijn website ook over geschreven. Hij schrijft dat het volstrekt niet plausibel is dat het geluid überhaupt zo hoog komt dat het op de plek waar hagel gevormd wordt zijn werking zou kunnen doen. De lucht is er tijdens een mogelijk aanstaande hagelstorm ook veel te turbulent voor. Een vergelijking die hij maakt

Als een straalvliegtuig op een hoogte van 10 km voorbijvliegt, hoor je dat niet. Nochtans produceert een straalmotor zo’n 150 dBA. Elke 3 dBA betekent een verdubbeling van het lawaai. Eén straalmotor veroorzaakt dus veel meer herrie dan een hagelkanon. En toch kan je dat vliegtuiglawaai van op de grond niet horen…

Tijd voor een proefje. Als een vliegtuig met vier bulderende straalmotoren op een hoogte van 10 km boven je voorbijvliegt, kijk je of de ijsblokjes in je aperitiefglas stukspringen.

Onderzoek

Een negentiende eeuws hagelkanon
Een negentiende-eeuws hagelkanon

In het blad Meteorologica (2005) schreef Jon Wieringa (toen werkzaam bij het KNMI) een interessant artikel over allerlei pogingen die men in de loop van de tijd ondernomen heeft om schade van hagel te voorkomen: Kan men iets doen tegen hagel?
Het hagelkanon is in 1896 bedacht door de Oostenrijker Stiger. Die had het geluk dat het twee jaar niet hagelde in de vallei waar hij zijn apparaat installeerde. In de jaren daarna werden duizenden hagelkanonnen neergezet, een enorme hype, maar met wisselend succes. Begin 1900 begon een officieel experiment in twee regio’s (in Oostenrijk en Italië) waar in de ene helft 200 kanonnen werden geplaatste en de andere helft geen. In 1907 trok de Italiaanse Academie van Wetenschappen de conclusie dat er geen significante verschillen gevonden waren tussen de schade in ‘beschermde’  en ‘onbeschermde’  gebieden. Het gevolg was dat de kanonnen grotendeels van het toneel verdwenen.

In de jaren 1970 was deze negatieve conclusie blijkbaar zo uit het collectieve geheugen verdwenen dat fabrikanten weer een markt voor hagelkanonnen wisten te creëren. Ook nu werden er echter weer tests uitgevoerd die uitwezen dat de techniek niets uithaalt tegen hagel. Uit laboratoriumexperimenten bleek dat er een druk van 300 hPa nodig zou zijn om de poreuze hagelstenen te doen versplinteren, maar een horizontaal opgesteld hagelkanon genereerde op 100m afstand een druk van slechts 1,3 hPa. Dat schiet dus niet op.
De Wereld Meteorologische Organisatie is echter nog steeds duidelijk over de waarde van de technologie (pdf, 2010):

Anti-hail activities using cannons to produce loud noises (acoustic waves) have neither scientific basis nor credible physical hypotheses.

Blijkbaar weten producenten van de hagelkanonnen nog steeds met ongeloofwaardige praatjes klanten te strikken. De Zeeuwse fruittelers kwamen er via Belgische collega’s mee in aanraking.

Rechters

Vanwege het gebrek aan overtuigend wetenschappelijk bewijs dat de hagelkanonnen iets doen tegen hagelbuien, lijkt het volkomen terecht dat de rechtbank in Middelburg de vergunningen introk. Maar hoewel die er op aandringt dat er wel eens werk gemaakt mag worden van dergelijk bewijs, was de intrekking van de vergunningen ingegeven door verkeerde berekeningen van de geluidsoverlast en een verkeerde belangenafweging van de gemeente.
Maar de voorzieningenrechter van de Raad van State vond deze beslissing blijkbaar  toch te kort door de bocht. Die maakt een andere belangenafweging: het zou nog niet duidelijk zijn of anti-hagelkanonnen hagelschade echt kunnen voorkomen, maar de positieve ervaring van fruittelers, die de apparaten al jaren gebruiken, wordt waardevol geacht.  Hij komt tot de conclusie dat de anti-hagelkanonnen mogelijk effect kunnen hebben en dat het lawaai relatief beperkt is, omdat ze in de praktijk maar zes uur per seizoen ingezet zouden worden. Een definitief oordeel komt dus pas later dit jaar. [zie update onderaan]

Stil kanon

Het stille anti-hagelkanon van Stefan Grob (foto: website Grob)
Het stille anti-hagelkanon van Stefan Grob (foto: website Grob)

In 2012 dook een geluidsarme variant van het hagelkanon op, bedacht door ingenieur Stefan Grob. Dat apparaat mag dan misschien wel stiller zijn, maar geloofwaardiger dat het zou werken tegen de hagel, wordt het niet. Maar voor de tuinder die toch graag een berg geld stort in een apparaat met discutabele werking, is dit te verkiezen boven de klassieke versie – omwonenden schijnen er minder last van hebben. Misschien een typisch Nederlandse polderoplossing.

Onzininvesteringen

Maar waarom zouden tuinders eigenlijk in deze dure aankopen blijven stinken als ze hoogstwaarschijnlijk onzin zijn? De apparaten kosten enkele tienduizenden euro’s! Naast dit hagelkanon zijn er ook peperdure apparaten om de aardstralen op je land te corrigeren (Broncorrector) of apparaten die het water om je land mee te irrigeren vitaliseren. Nog duidelijker onzin, maar die apparaten worden ook afgenomen.
Waarschijnlijk spelen meerdere processen een rol. In de eerste plaats wordt iemand geconfronteerd met een probleem waar geen voor de hand liggende pasklare oplossing voor beschikbaar is, maar dat probleem kan zo groot zijn dat een grote uitgave voor een apparaat dat veel belooft, toch een zinnige investering lijkt.
Vaak gaat het om problemen die vrij zeldzaam zijn (vernietigende hagelbuien), of onbegrepen en toegeschreven aan een niet bestaande oorzaak (aardstralen). Als na installatie van het apparaat het probleem niet meer optreedt of vermindert, is het aantrekkelijk om de verbetering toe te schrijven aan de aanschaf (confirmation bias). Voor een goede beoordeling van de effectiviteit (als die al plausibel lijkt) is er echter meestal een behoorlijk lange meetperiode nodig en eigenlijk een goede controle. En dat is voor een individuele koper nauwelijks netjes objectief uit te voeren. Cognitieve dissonantie zal ook wel een rol spelen als er geen echte verbetering geconstateerd wordt en daardoor komen negatieve klantervaringen minder naar voren dan de succesverhalen.

Zie ook: Weermakerij – Kunnen we het klimaat beheersen? van Dirk Koppenaal uit Skepter 24.2 (2011)

Toegevoegd: een item van Omroep Zeeland uit 2011, waarin een tuinder aan het woord komt die zo’n hagelkanon aanschafte voor 50.000 euro. Interessant is dat hij stelt dat het moeilijk is om het apparaat goed te gebruiken, omdat de hagelbuien zo onvoorspelbaar zijn. Op deze manier kan je geloof in de werking natuurlijk ook in stand blijven: als je schade lijdt, dan was je die keer misschien net niet op tijd met het aanzetten van het apparaat.


Update 14-9-12017
Omroep Zeeland bericht dat de Raad van State gisteren heeft besloten dat de Zuid-Bevelandse fruittelers mogen blijven knallen met hun anti-hagelkanonnen. Tegen deze uitspraak kan in Nederland niet meer in beroep worden gegaan. Uitspraak RvS.

Filed Under: Pseudowetenschap Tagged With: fruitteelt, hagel, hagelkanon, tuinders

Veel vragen rondom studie met ratten en telefoonstraling

29 May 2016 by Pepijn van Erp 137 Comments

Wie zich al zorgen maakt over de mogelijke gezondheidseffecten van elektromagnetische velden afkomstig van mobiel telefoonverkeer was misschien een beetje gerustgesteld door de recent verschenen Australische studie die geen toename laat zien van hersentumoren in de afgelopen 30 jaar. Maar nu duikt er dan op eens een beangstigend resultaat op uit een experiment van het Amerikaanse National Toxicology Program: bij ratten die gedurende twee jaar aan telefoonstraling blootgesteld werden, vonden ze significant meer hersentumoren en tumoren bij het hart. Moeten we ons nu toch weer zorgen gaan maken?

lab rat straling

Het experiment met ratten van dit National Toxicoloy Program (NTP) valt binnen een veel groter onderzoeksproject, waarin bijvoorbeeld ook muizen worden onderzocht. De onderzoekers vonden de resultaten van deze deelstudie blijkbaar zo verontrustend dat ze die meenden te moeten delen met het grote publiek voordat het hele project netjes is afgerond en verwerkt tot artikelen die gereed zijn voor publicatie. De website Microwavenews bracht vorige week als eerste het nieuws dat deze resultaten naar buiten gebracht zouden worden. Die zijn sinds vrijdag te lezen op BioRxiv, een preprint server voor artikelen binnen de biologie: Report of Partial findings from the National Toxicology Program Carcinogenesis Studies of Cell Phone Radiofrequency Radiation in Hsd: Sprague Dawley® SD rats (Whole Body Exposure).

Studieopzet

De onderzoekers stelden in dit experiment ratten bloot aan verschillende elektromagnetische veldsterktes vanaf het moment dat ze nog in de baarmoeder zaten tot een maximale levensduur van 106 weken. Daarna werden de nog levende ratten afgemaakt. Alle ratten werden uitgebreid pathologisch onderzocht op het voorkomen van tumoren.

De stralingsniveaus liepen uiteen van ongeveer het (wettelijk) maximum toelaatbare niveau bij mensen tot het viervoudige daarvan. De blootstelling was langdurig – 9 uur per dag – en over het hele lichaam. Natuurlijk was er een controlegroep die niet werd blootgesteld aan elektromagnetische velden. Om de omstandigheden goed te controleren werden speciale verblijven voor de ratten ontworpen. In elke groep zaten 90 ratten.

Het verslag van de studie focust op twee soorten tumoren: glioom (een hersentumor) en schwannoom (een goedaardige zenuwtumor), die in deze studie rondom het hart werd aangetroffen. De aantallen waar het om gaat zijn laag bij deze zeldzame tumoren en de statistische trucendoos moet wijd open om iets te kunnen laten zien van trends, ondanks dat het aantal van 90 ratten per groep best hoog is in vergelijking met ander onderzoek, bijvoorbeeld naar kankerverwekkende chemische stoffen.

Resultaten

Zie hier het resultaat dat het meest duidelijk wijst op een verband van de blootstelling aan elektromagnetische velden en hersenkanker. Dat is toch eigenlijk het meest interessant, omdat sommige onderzoeken bij mensen zo’n verband lijken te suggereren wat weer de aanleiding was voor de omstreden beslisssing van het IARC om dit soort straling als mogelijk kankerverwekkend te classificeren.

Tabel 1 uit het artikel
Tabel 1 uit het artikel

Hier wordt dus gesuggeeerd dat er een significante trend is gevonden bij mannetjesratten en een specifiek signaal (CDMA, gebruikt in UMTS). Bij de lagere stralingsniveaus en de controlegroep werden geen gliomen aangetroffen, bij de groep met de hoogste stralingsbelasting bij drie ratten. Een trend?
Blijkbaar wel als je die getallen blind in een daarvoor ontwikkelde test stopt. Die test, de poly-k test, is als ik het goed begrijp, door onderzoekers van het NTP zelf ontwikkeld eind jaren tachtig van de vorige eeuw en wordt nu aan het instituut als standaard gehanteerd. De test houdt rekening met de tijdstippen waarop ratten overleden en of er dan bij autopsie kankergezwellen worden aangetroffen (ongeacht of die iets te maken hadden met het overlijden). De artikelen waarin deze test gevalideerd is, zijn behoorlijk stevige kost, maar ik kon er niet zo snel uithalen wat de betrouwbaarheid is met erg lage incidenties zoals we die hier aantreffen.
Opvallend is dat de gliomen bijna alleen werden aangetroffen bij de ratten die zowat tot het einde van de studie in leven waren gebleven.

Kritische reviewers

Maar ja, wat zegt deze significante trend eigenlijk? In het vrijgegeven document zijn ook de reviews van een aantal door NTP uitgezochte wetenschappers opgenomen, die op een conceptversie mochten schieten. Die reviews zijn soms uiterst kritisch en een aantal vragen van statistische aard zijn door de onderzoekers van het NTP naar mijn oordeel niet echt bevredigend beantwoord.

Zo vraagt Michael Lauer onder andere hoe het zit met de kwestie van meervoudig toetsen. Als er heel veel vergelijkingen en trends zijn bekeken, is het niet zo raar dat er een paar, louter door toeval, een significant resultaat laten zien, als je daarvoor niet corrigeert. Hij wijst er op dat de FDA ook adviseert om een veel strenger grens te hanteren voor significantie, juist om dit soort mogelijk fout positieve resultaten te vermijden. Als hij dat uitgangspunt neemt om te berekenen wat de power was van het experiment (dus de kans dat het experiment een echt bestaand effect zou kunnen laten zien), komt hij op een bijzonder lage waarde van 5 procent. Met andere woorden als er daadwerkelijk een verband is tussen deze straling en hersenkanker, dan zijn de onderzoekers behoorlijk fortuinlijk geweest dat deze test reden geeft om de nul-hypothese (er is niet zo’n verband) te verwerpen.
Lauer vond in ieder geval op basis van zijn kritische beschouwing de presentatie van de resulaten van de studie in deze vorm onacceptabel.

Een andere reviewer, Maxwell P. Lee, stipt aan dat het niet voorkomen van tumoren in de controlegroep beter bekeken moet worden. Uit andere onderzoeken is een redelijke schatting te maken van het percentage dat je normaal gesproken zou kunnen verwachten. In dit geval was de kans op 0 ratten met tumoren bijna even groot als die op het vinden van één rat met deze kanker. Als je in de controlegroep wel een rat met glioom had gevonden (wat dus goed had gekund), dan verdwijnen eigenlijk alle significanten resultaten. Het NTP reageert daarop dat zij eenzijdige p-waarden hanteren en dat daarmee zelfs met een glioom in de controlegroep het resultaat nog steeds significantie benadert.

Je ziet hier wel aan dat met deze aantallen het er erg om hangt of je net wel of net niet van significantie kan spreken. Als je echter al het andere onderzoek dat eerder gedaan is in je beoordeling betrekt, dan verwacht ik niet dat het oordeel zou moeten veranderen dat met de nu gehanteerde normen er geen reden is om aan te nemen dat mobiel telefoongebruik het risico op een hersentumor vergroot.

Opvallend is ook dat in de controlegroep de ratten een slechtere overlevingskans hadden. Er overleefde maar 28% tot het einde van de studie, terwijl het gemiddeld 47% is. Heel kort door de bocht zou je ook kunnen zeggen dat de studie laat zien dat mannelijke ratten onder hoge stralingsniveaus dan wel meer risico op kanker lijken te lopen, maar dat de straling wel geassocieerd is met een hogere levensverwachting.

Wat nu? Eigenlijk kun je er pas iets over zeggen als het hele programma is afgerond het netjes gepubliceerd na peer review. Dit ogenschijnlijk verontrustende deelresultaat zou echter goed kunnen leiden tot de vraag om nu toch maar alvast dit onderzoek te herhalen met grotere aantallen ratten. Dat zullen ze bij het NTP ook wel plezierig vinden, houdt deze onderzoekers ook weer van de straat.

Het is een lastig te interpreteren resultaat en het gaat vast en zeker her en der verkeerd weergegeven worden. Een voorbeeld uit de Nederlandse media zien we bij het stukje in Metronieuws, waarin geschreven wordt dat het om een onderzoek met meer da 2500 ratten gaat (in werkelijkheid gaat het in dit deelonderzoek om 630 1260 ratten, 7 groepen van 90 voor beide sexen) en de volgende zin geeft ook aan dat de journalist erg weinig moeite heeft gedaan om er iets van te begrijpen: “De straling was daarnaast ook even hoog als die in huidige telefoons wordt gebruikt.” Nee dus, alleen de groep die de laagste stralingsdosis te verduren kreeg (1,5 W/kg) kreeg een dosis die vergelijkbaar is met het niveau dat tot dusver als maximaal toelaatbaar wordt gehanteerd. Maar de ratten kregen dit hoge niveau dan wel bijna de hele dag te verhapstukken, wat nogal ver afstaat van de wijze waarop een mens blootgesteld wordt aan elektromagnetische velden in het dagelijks leven.

Een goede bespreking van de studie is ook te vinden bij Science.

Waarom veel onderzoekers dit resultaat sowieso met argwaan zullen bekijken, is dat er nog steeds geen overtuigend mechanisme is aangetoond hoe de elektromagnetische velden van mobiele telefoons überhaupt schade zouden kunnen veroorzaken in biologische systemen anders dan via opwarming. Zie daarvoor:

Bang voor GSM-straling?

Filed Under: Wetenschap Tagged With: kanker, mobiele telefonie, ratten

Kleine groene mannetjes

12 May 2016 by Pepijn van Erp 19 Comments

Ufo-gekkies reageerden bijzonder enthousiast op een recente voordracht van de Chief of Staff van het Amerikaanse leger, generaal Mark. A. Milley:

https://www.youtube.com/watch?v=NCIow-5Av1Y

“Als een van de allerhoogste militairen van het rijkste land op de wereld, de VS, iets vertelt, dan is het goed luisteren geblazen.” aldus Coen Vermeeren. Tsja, en nu zitten wij skeptici natuurlijk met onze mond vol tanden. ‘Kleine groene mannetjes’ en dat uit de woorden van deze hoge pief. “Militairen weten over het algemeen iets meer dan burgers. En hoge militairen weer iets meer dan lagere.” Zeker meneer Vermeeren. En dan hebben we sinds kort ook nog onomstotelijk fotografisch bewijs van de herkomst van deze alien types. Van Mars natuurlijk:

marsmannetje

Kijk, daar loopt er een! Gefotografeerd door het zeer betrouwbare NASA. Ergens op dit panorama moet het terug te vinden zijn.

Goed, we kunnen er niet meer om heen. Al het gezeur dat de ‘kleine groene mannetjes’ van Generaal Milley slaan op Russische troepen die zich in groene uniformen zonder insignes of andere aanduidingen mengen in het conflict in Oekraïne is natuurlijk duidelijk een achteraf verzonnen cover-up.

Filed Under: Humor, K-d-Weetjes

Mayastad

10 May 2016 by Pepijn van Erp 48 Comments

De Canadese scholier William Gadoury heeft op satellietfoto’s een nog onbekende stad van de Maya’s ontdekt die verborgen ligt in het oerwoud op het schiereiland Yucatan. Hij vond de stad op basis van zijn idee dat de Maya’s hun steden bouwden op plekken die overeenkwamen met hun sterrenbeelden. Na een boel puzzelwerk kon hij 117 bekende steden koppelen aan sterren in die sterrenbeelden. Een sterrenbeeld waarbij op de plek van één ster nog geen bekende stad bij te plaatsen was, leidde naar een plek op de kaart waar Gadoury na bestudering van satellietfoto’s warempel aanwijzingen vond voor een nog onbekende stad.

Deze ontdekking gaat als een lopend vuurtje het internet over als een grootse ontdekking. Maar klinkt het allemaal niet een beetje te mooi om waar te zijn? Misschien ben ik wel een beetje te skeptisch, maar ik vind het toch wat vreemd dat je nergens kritische kanttekeningen in de berichtgeving aantreft bij dit verhaal. Alle berichten verwijzen uiteindelijk naar het Canadese Le Journal de Montréal als bron. Veel meer dan wat er op die site staat, kon ik niet vinden over de ontdekking, maar we hebben daarmee al best veel informatie. Ook genoeg om er wat kritische vragen bij te stellen.

Het verhaal gaat als volgt: Gadoury verbaast zich over de locatie van veel Mayasteden, die liggen volgens hem niet allemaal op logische plekken, te ver van water of niet bij vruchtbare grond. Hij vat het idee op dat de steden misschien wel volgens een sterrenkaart zijn aangelegd. Uit de Madrid Codex haalt Gadoury 22 sterrenbeelden met 142 sterren. Daarvan weet hij er na een hoop gepuzzel 117 met bekende Mayasteden te identificeren zodanig dat de onderlinge positie van de steden overeenkomt met die van de sterren in de sterrenbeelden.
Gadoury duikelt dan ergens op dat er nog een sterrenbeeld door de Maya’s gebruikt zou zijn, eentje met drie sterren. Hij zocht twee steden uit die daar wel bij zouden passen, maar op de positie van de derde ster in het sterrenbeeld was er op de kaart (nog) geen Mayastad bekend. Vervolgens ging hij speuren op die plek met de hulp van satellietbeelden.  Toevallig was het een gebied dat nog niet zo lang geleden geteisterd was door branden, dus was er op de foto’s redelijk wat detail van de bodemstructuren te zien, die anders door het dichte oerwoud aan het oog onttrokken zouden zijn. En ja, hoor:

maya-stad-sattelietfoto

Daar is de nieuwe stad (ook zelf te zien in Google Maps). Gadoury gaf hem de naam K’àak’ Chi’, (‘Mond van Vuur’). De vierkante structuur zou de basis kunnen zijn van een piramide van 86 meter hoog. En in de buurt zijn er meer structuren te zien die kunnen duiden op bebouwing. De oppervlakte waarover Gadoury aanwijzingen voor bouwsels vond, zou duiden op een stad die meteen de vijfde Mayastad is wat grootte betreft.

Waar zitten mijn twijfels? Laten we beginnen met die sterrenbeelden. Gadoury begon dus met 142 sterren in 22 sterrenbeelden. Die sterrenbeelden tekende hij op transparanten en ging toen schuiven over kaarten in Google Earth net zo lang tot hij een goede fit kreeg met de bekende Maya-steden. Maar waarom hij uitgaat van 117 steden is mij niet duidelijk, Wikipedia heeft het bijvoorbeeld over honderden bekende archeologische vindplaatsen. Ook lijkt het erop dat de onderlinge positie van de sterrenbeelden niet behouden is bij deze exercitie, het bericht in Le Journal de Montréal stelt alleen dat de posities van de steden overeenkwam met de positie van de sterren binnen zo’n sterrenbeeld. Dit geeft al meer vrijheidsgraden en maakt de gevonden overeenstemming iets minder exceptioneel. En dan weten we ook nog niet of de schaal waarop de sterrenbeelden terug te vinden waren op de kaart telkens hetzelfde is.

Verder missen we nu dus al 142 – 117 = 25 steden die niet liggen op plekken waar er eigenlijk één zou moeten liggen volgens het idee van Gadoury. Kan natuurlijk zijn dat de Maya’s nog niet helemaal klaar waren met hun stedenbouw, maar heeft hij die plekken bijvoorbeeld ook bekeken op de satellietfoto’s? Gadoury had nu in ieder geval blijkbaar wel al twee steden die nog ergens onderdak moesten krijgen. Maar hier kan ik niet helemaal volgen hoe het zit. Die twee horen dus niet bij de 117, maar uit hoeveel andere steden heeft hij deze twee dan nog gekozen?  Als dat er nog een heel stel zijn, levert dat erg veel mogelijk paren op. Waarbij dan met zo’n driehoekig sterrenbeeld nog weer verschillende mogelijkheden zijn om naar de ontbrekende ster/stad te zoeken. Volgende vraag: zijn er misschien meer bij de Maya’s bekende sterrenbeelden die niet bij deze 22 plus één horen?

En dan nog even naar die satellietfoto’s. Hoe sterk zijn nu de aanwijzingen dat de structuren die te zien zijn, wijzen op bebouwing door Maya’s? De enige experts die aan het woord komen, zijn werkzaam bij de ruimtevaartorganisaties die de foto’s leverden. Geen archeologen volgens mij. De foto’s met de vierkante structuur zeggen mij eigenlijk weinig, maar een foto van Gadoury voor een posterpresentatie van zijn vondst laat allerlei rondjes en rechthoeken zien op andere satellietfoto’s, die misschien bij elkaar wel een overtuigend bewijs vormen.

William Goudry voor een posterpresentatie van zijn onderzoek
William Gadoury voor een posterpresentatie van zijn onderzoek

Er wordt nu druk gespeculeerd over het organiseren van een expeditie naar deze plek in het oerwoud om vast te stellen of er inderdaad een vergeten Mayastad ligt. Het zou natuurlijk mooi zijn als die er echt ligt. Maar of daarmee ook een bewijs wordt geleverd voor het idee van Gadoury dat al die Mayasteden volgens een sterrenkaart gebouwd zijn? Daar heb ik vooralsnog zo mijn twijfels bij. Het lijkt mij teveel op het creatief gereken aan piramides en ik zou graag de ‘ontdekking’ van deze jongeman eerst eens netjes opgeschreven nalezen.

Update 23:26 uur: volgens professor David Stuart (o.a. directeur van het Mesoamerica Center aan de University of Texas, dus die mogen we wel als expert beschouwen) is het vierkant op de satellietbeelden wel door mensen gemaakt, maar is het geen stad, maar een oud maïsveld.

Update 11-5-2016 8:50 uur: intussen duiken wat meer sceptische geluiden door in de berichtgeving, o.a. bij Wired en Gizmodo. Op Reddit verscheen eerder al een bericht, waarin iemand aardig overtuigend uitlegt dat er van de vondst van een grote stad op die plek geen sprake kan zijn. Het Mayagebied was ook zo dichtbevolkt dat bijna overal waar je gaat kijken je wel een redelijke kans hebt om resten van bewoning aan te treffen. De theorie met de sterrenbeelden neemt ook nog geen expert serieus.

Filed Under: Factchecking Tagged With: maya, satellietfoto, William Goudry

Medische fouten doodsoorzaak nr. 3 in VS?

9 May 2016 by Pepijn van Erp 9 Comments

“Ruim 250.000 doden in de Verenigde Staten jaarlijks, kunnen mogelijk verklaard worden door medische fouten. Het zou na hartziekten en kanker, de derde meest voorkomende doodsoorzaak zijn.” aldus een bericht van 4 mei op nu.nl. Dat lijkt schrikbarend veel en het roept natuurlijk ook de vraag op of het in onze ziekenhuizen zoveel beter gesteld is.

Het verontrustende nieuws is gebaseerd op een artikel van professor Martin A. Makary en research fellow Michael Daniel in het British Medical Journal: Medical error—the third leading cause of death in the US en werd al door heel wat sites opgepikt. Een reden om wat beter te kijken naar deze vermijdbare sterfgevallen is dat ze niet voorkomen in de standaardlijst met meest voorkomende doodsoorzaken. Daardoor krijgt het werken aan oplossingen misschien wel te weinig prioriteit. De reden voor het ontbreken in die lijst is tamelijk banaal: er is geen code voor gereserveerd in de International Classification of Disease. Maar helemaal verwonderlijk is het ook weer niet, het is vaak helemaal niet makkelijk om vast te stellen of iemand is overleden door een mogelijk vermijdbare medische fout.

In hun artikel schrijven de auteurs het volgende over wat een medische fout allemaal kan zijn, het is meer dan een dokter die een verkeerde dosis voorschrijft of een chirurg die uitschiet met zijn scalpel:

Medical error has been defined as an unintended act (either of omission or commission) or one that does not achieve its intended outcome, the failure of a planned action to be completed as intended (an error of execution), the use of a wrong plan to achieve an aim (an error of planning), or a deviation from the process of care that may or may not cause harm to the patient. Patient harm from medical error can occur at the individual orsystem level.

Er zijn al eerder pogingen gedaan om een schatting te geven van het aantal vermijdbare doden door medische fouten, ook in andere landen, maar die kwamen veel lager uit dan de cijfers van Makary en Daniel. Zij gebruikten onderzoeken van na 1999, die niet meegenomen konden zijn in een veel geciteerd rapport van het Institute of Medicine dat in dat jaar tot een veel lagere schatting van 44.000-98.000 vermijdbare sterfgevallen kwam per jaar. Nog steeds een hoog aantal natuurlijk, maar toch van andere orde dan het kwart miljoen dat nu komt bovendrijven.

Hieronder in een tabel wat de vier nieuwere onderzoeken lieten zien:

tabel-doden-door-medische-fouten
Tabel 1: overzicht van de gebruikte studies en de berekening van de schatting

Het eerste onderzoek (Health Grades) is een vreemde eend in de bijt. Het is gereken aan een registratie van 20 indicatoren die met patiëntveiligheid te maken hebben (Patient Safety Indicators). Hier hebben geen medici de dossiers bekeken met het doel om vast te stellen of er bij de sterfgevallen misschien een vermijdbare medische fout is gemaakt. Men is afgegaan op een database die gevuld is met gegevens die om andere doelstellingen worden verzameld en dan moet je wel heel erg goed uitkijken met andere interpretaties. Dat valt meteen op als je ziet wat de belangrijkste medische fouten zijn die hier opduiken bij de sterfgevallen: Failure to rescue (dwz. een te laat stellen van een diagnose of inzetten van behandeling) en Death in Low Mortality Diagnostic Related Groups (onverwachte dood bij een ziekenhuisverblijf vanwege een diagnose met laag risico op overlijden). Bij de eerste categorie is het niet duidelijk of het om vermijdbare fouten gaat. Van de tweede indicator is het eigenlijk helemaal niet duidelijk waar die goed voor gebruikt kan worden. Een review uit 2010 merkt op dat deze misschien alleen geschikt is om dossiers op te zoeken die nader onderzocht moeten worden.
De auteurs van het Health Grades rapport spreken zelf  ook van overlijdens die potentially attributable zijn aan die fouten. Makary en Daniel lijken de bevindingen ook nogal slordig over te nemen in hun tabel, want ze schrijven: “A 2004 report of inpatient deaths associated with the Agency for Healthcare Quality and Research Patient Safety Indicators in the Medicare population estimated that 575 000 deaths were caused by medical error between 2000 and 2002, which is about 195 000 deaths a year”; in de tabel staat toch echt wat anders.

De andere drie onderzoeken, waarbij wel echt dossieronderzoek heeft plaatsgevonden, slaan in totaal op maar 35 sterfgevallen die mogelijk voorkomen hadden kunnen worden. Dit gebruiken voor een extrapolatie naar ruim een kwart miljoen vermijdbare sterfgevallen per jaar voor de hele Verenigde Staten lijkt mij nogal onverantwoord. En dan geven ze nog niet eens een betrouwbaarheidsinterval. Ook is de schatting voor de kans op een dergelijke misser (0,71 procent) nogal kort door de bocht berekend, ze namen gewoon het ongewogen gemiddelde van de gevonden kansen in de onderzoeken. Dat percentage is in de regel van het onderzoek van Health Grades toevallig(?) precies hetzelfde, maar we zagen al dat daar waarschijnlijk iets moet zijn misgegaan.

Maar er zijn ook al veel inhoudelijke bezwaren geuit tegen dit te simplistisch ogende cijferwerk. Zie daarvoor bijvoorbeeld de rapid responses bij het artikel. Een veel voorkomende doodsoorzaak is bijvoorbeeld longontsteking. Normaal gesproken een goed behandelbare aandoening, maar als complicatie bij een patiënt die al een verlaagde weerstand heeft vanwege een andere aandoening ligt dat anders. Als zo’n patiënt overlijdt, was het dan een vermijdbare medische fout, omdat longontsteking in beginsel te behandelen is? En de praktische vermijdbaarheid van fouten hangt ook af van de tijdsdruk waaronder beslissingen genomen moeten worden. Elk sterfgeval vergt zo nogal wat gedetailleerde analyse om tot een oordeel te komen.

Als je er wat langer over nadenkt, geeft het artikel maar irritant weinig inzicht. Om wat voor patiënten gaat het eigenlijk die zo ‘vermijdbaar’ overlijden? Om wat voor aandoeningen gaat het? Een van de drie studies die zijn gebruikt (Classen et al.) geeft mij de indruk dat er puur is gekeken naar correlaties en dat er geen enkele conclusie uit getrokken kan worden dat alle sterfgevallen in die studie ook voorkomen hadden kunnen worden. Die auteurs zeggen zelf ook: “our study used a broader definition of adverse events and did not require that these events either be judged preventable or lead to major disability, as in prior studies”.

Het artikel in BMJ blijkt niet peer reviewed en met de onduidelijkheid over wat er nu precies geteld is in de onderliggende studies is de titel eigenlijk onverantwoord – clickbait in een serieus medisch tijdschrift? Natuurlijk is het belangrijk dat er aandacht is voor het voorkomen van medische fouten, en nog meer aandacht daarvoor is wellicht nodig. Je kunt er helaas ook vergif op innemen dat dit artikel misbruikt zal worden door aanhangers van allerhande kwakzalverij die zullen zeggen dat skeptici hun aandacht beter kunnen richten op de misstanden in de reguliere zorg dan te zeuren over hun praktijken. Of erger.

medical-error-statistics-3

Zie ook: Are there really 250,000 preventable deaths per year in US hospitals?, een blog van een chirurg via wiens Twitter-account ik oppikte dat de extrapolatie van Makary en Daniel eigenlijk berust op maar 35 gevallen.

Filed Under: Factchecking, Gezondheid Tagged With: dood, doodsoorzaak, medische fouten

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 129
  • Page 130
  • Page 131
  • Page 132
  • Page 133
  • Interim pages omitted …
  • Page 188
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
KNAW symposium “Debating the Facts”
8 September 2025 - Ward van Beek
KNAW symposium “Debating the Facts”

. Maandagmiddag 15 september organiseert de KNAW het symposium “Debating the Facts”, met onder andere Nobelprijs-winnaar Guido Imbens en onze Skepsis-voorzitter, Eric-Jan Wagenmakers. Hoe te voorkomen dat feiten ‘ook maar een mening’ worden… Er zijn nog een paar plaatsen. Voor meer…Lees meer KNAW symposium “Debating the Facts” › [...]

Global Skeptics in The Pub-marathon
18 August 2025 - Ward van Beek
Global Skeptics in The Pub-marathon

 Verspreid over de wereld zijn er talloze organisaties die zich inzetten voor het bevorderen van kritisch denken. En op vrijdag 22 augustus 2025 kunnen zij elkaar online ontmoeten!Die dag duiken skeptici vanuit de gehele wereld gezamenlijk (voor de tweede keer)…Lees meer Global Skeptics in The Pub-marathon › [...]

Videos European Skeptics Congres 2024
18 August 2025 - Ward van Beek
Videos European Skeptics Congres 2024

 In 2024 organiseerde afis, de Franse zusterorganisatie van Skepsis, het 20ste European Skeptics Congress, in Lyon. Een aantal van de bijdragen zijn ook online te bekijken: [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Dr. Jay Bhattacharya: From Massively Overhyping to Limiting and Defunding Vaccines in 4 Years
12 September 2025 - Jonathan Howard

Who could be to blame for the lack of trust in mRNA vaccines? The post Dr. Jay Bhattacharya: From Massively Overhyping to Limiting and Defunding Vaccines in 4 Years first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Stocking Your Home First Aid Kit: A Pharmacist’s Guide
11 September 2025 - Scott Gavura

A well-stocked home first aid kit saves time, stress, and urgent trips to the pharmacy. The post Stocking Your Home First Aid Kit: A Pharmacist’s Guide first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Tylenol and Autism
10 September 2025 - Steven Novella

Earlier this year, HHS secretary RFK Jr. predicted that, “By September, we will know what has caused the autism epidemic and we’ll be able to eliminate those exposures.” Scientists have been researching autism for decades, including what factors are driving changes in diagnostic patterns. Promising such a major breakthrough in just six months is beyond ridiculous, and strongly implies that RFK Jr. […] The post Tylenol and Autism first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on Astrologie in het Teylers MuseumIk heb zelfs nog een minimale fractie meer waardering voor de platte aardegelovigen dan voor astrologen. Die platte aardelieden proberen
  • Renate1 on Astrologie in het Teylers MuseumJa, daar kan ik het alleen maar mee eens zijn. Hoe kan een wetenschapsmuseum zich lenen voor dergelijke flauwekul. Straks
  • Hans1263 on Astrologie in het Teylers MuseumTeylers Museum degradeert zichzelf door ruimte te verhuren t.b.v. dergelijke zweefsessies. Dat was niet de bedoeling van de oprichter. Hebbe
  • Renate1 on TFE gebaseerd op ongeldige logica?(2)Ja, groene knolamaniet, een van die leuke paddenstoelen die je maar een keer kunt eten. Dat heeft een familie in
  • Hans1263 on TFE gebaseerd op ongeldige logica?(2)@Renate1 Groene knolamaniet en ricine zijn ook natuurlijk. En aan 6 liter water drinken ga je ook dood. O ja,

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in