• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Search Results for: homeopathie

Homeopathie tegen biggendiarree en wetenschappelijke integriteit

13 December 2013 by Pepijn van Erp 62 Comments

De Universiteit Wageningen (WUR) ziet geen reden om te kijken naar de mogelijke schending van de wetenschappelijke integriteit bij een artikel over de inzet van homeopathie tegen biggendiarree. Het inhoudelijke meningsverschil zou nog wel binnen de academische kaders van journal en peer review voortgezet kunnen worden volgens de WUR. En eigenlijk konden buitenstaanders sowieso niet klagen. Het gaat echter niet alleen om de inhoudelijke discussie, maar ook om de verantwoordelijkheid om fouten, waarvan de auteurs op de hoogte zijn, toe te geven en te corrigeren. Een artikel met kanjers van fouten blijft zo ongecorrigeerd voortbestaan en wordt door de homeopathielobby al jarenlang gebruikt voor hun propaganda. Ook de Nederlandse en Britse parlementen worden er nu mee lastiggevallen.

De biggenstudie

Het gaat om de biggenstudie die ik eerder op Kloptdatwel heb besproken in “Biggenstudie krijgt prijs: homeopaten blij met dode mus?” De auteurs van de studie zijn Irene Camerlink (toen nog masterstudent), Liesbeth Ellinger (homeopathisch dierenarts), Evert-Jan Bakker (Leerstoelgroep Wiskundige en statistische methoden, WUR) en Egbert Lantinga (Leerstoelgroep Farming Systems Ecology, WUR). Het artikel heeft als titel Homeopathy as replacement to antibiotics in the case of Escherichia coli diarrhoea in neonatal piglets (hier vrij toegankelijk) en er is ook een Nederlandse versie.
Heel in kort komt het er op neer dat ze zeugen voor de bevalling besproeiden met een homeopathisch verdunning van E.Coli (30K) en dat daarna bleek dat er bij de biggetjes die geboren werden veel minder diarree, veroorzaakt door E.Coli, voorkwam dan in een controlegroep.

Er zijn grofweg drie serieuze problemen met dit onderzoek,

  • de statistiek deugt niet: de significantie is op het verkeerde niveau berekend. Het aantal zieke biggetjes is vergeleken, terwijl die elkaar besmetten en het middel aan de zeug is gegeven;
  • de blindering deugt niet: de ‘Wageningse methode’ is gebruikt, dwz. twee sprayflacons, één met het middel en één met placebo, in plaats van 52 flacons, één voor iedere zeug;
  • de bacterie waar het om gaat is helemaal niet aangetoond: het enige sample dat getest werd, kwam negatief terug voor E.Coli.

In mijn eerdere stuk heb dit uitgebreider besproken. Voor een andere kritische bespreking, zie het blog van Kausik Datta: “homeopathy replacing antibiotic? Oy vey!“

Kwakzalver & Kar

In 2011 had ik met Camerlink over de (on)zin van dit soort onderzoek gecorrespondeerd. Met Ellinger raakte ik in het voorjaar van 2012 (dus na mijn ‘dode mus’-stuk) in discussie in de brievenrubriek van het blad Arts & Auto. Door sommigen wordt dat blad gekscherend ‘Kwakzalver & Kar’ genoemd, omdat er nogal eens een kritiekloos stuk over alternatieve gezondheidszorg in verschijnt. Zo’n stuk als dat van homeopathisch arts Michel de Sonnaville, waarin hij de loftrompet stak over de mogelijkheden van homeopathie bij ernstige infectieziekten en ook de biggenstudie aanhaalde (maart 2012). Dat leverde een ingezonden brief op, waarop De Sonnaville in een reactie met een ‘onderzoek’ van een Franse homeopaat over homeopathie tegen cholera op Haïti aan kwam zetten. Het opvoeren van homeopathie als iets dat tegen cholera zou helpen, schoot me in het verkeerde keelgat en ik klom in de pen om deze onethische praktijken aan de kaak te stellen. En passant deelde ik ook een sneer uit over die biggenstudie.
Vreemd genoeg (dacht ik) reageerde Ellinger op mijn brief, verontwaardigd dat ik haar biggetjesonderzoek als prutswerk verwierp. We wisselden nog een paar felle brieven uit. In de laatste brief gaf ze onomwonden toe dat die blindering in de biggenstudie inderdaad op die ondeugdelijke wijze was uitgevoerd. Wat later begreep ik dat De Sonnaville en Ellinger behalve collega’s ook  echtgenoten zijn, maar dat terzijde.

Wetenschappelijke integriteit

Gedurende deze brievenwisseling (die even duurde, omdat Arts & Auto een maandblad is) nam ik via e-mail contact op met Bakker (de derde auteur), van wie ik vermoedde dat hij (mede)verantwoordelijk was geweest voor de statistiek. Hij gaf toe dat ze al anderhalf jaar wisten van die statistische blunder. Ik denk dat ze de opmerkingen daarover van Jan Willem Nienhuys en mij hadden gelezen na mijn mailcontact met Camerlink. Bakker had overigens de data gekregen toen het onderzoek al was afgerond en was dus niet op de hoogte van de foutieve opzet (hij had er blijkbaar ook niet naar gevraagd). Hij gaf nog wel aan dat er met een correcte berekening toch nog een significant resultaat overbleef. Ik heb hem toen voorgelegd of hij zich niet verantwoordelijk voelde om op zijn minst een correctie te plaatsen, zeker nu hij wist dat er nog veel meer mee mis was. Daar kreeg ik echter geen reactie op. Dezelfde gewetensvraag stelde ik ook aan Lantinga, zonder daar een reactie op te krijgen.
Dat verstoppertje spelen en weglopen voor verantwoordelijkheid stoorde me. Dat wetenschappers af en toe een keer flink misgrijpen, kan ik begrijpen, maar om er dan niets aan te willen doen om het recht te zetten, vind ik geen beste zaak. Volgens mij zouden vooral Bakker en Lantinga zich iets moet aantrekken van deze problemen. Camerlink was nog student en Ellinger is zelfstandige, die kon ik ook moeilijk ergens op aanspreken via de WUR. Beide heren voeren de studie echter nog altijd op op hun publicatielijst (1, 2). Ik besloot daarom toch maar de stap te zetten naar de vertrouwenspersoon voor wetenschappelijke integriteit, misschien dat die wat beweging in de zaak kon krijgen. Zou de WUR zelf orde op zaken kunnen stellen?
Toen diende zich het eerste probleempje aan, nergens op de site van de WUR was te vinden bij wie ik moest zijn. Uiteindelijk vond ik uit dat ik bij professor dr. Bas Kemp zou moeten aankloppen. Ik stuurde hem alles, het artikel, mijn blog, de briefwisseling in Arts & Auto, de mailwisseling met Bakker en Lantinga. En om wat duidelijker te maken dat het mijns inziens van belang is dat er wat gebeurde, wees hem er ook op dat de studie regelmatig aangehaald werd door de homeopathielobby, richting de Minister voor Landbouw bijvoorbeeld. Kemp antwoordde dat hij het zou oppakken. Een week of zeven later, het was inmiddels half november 2012, kreeg ik antwoord. Niet van Kemp, maar van mr. Frans Pingen, hoofd van de juridische afdeling van de WUR:

Met dit schrijven wil ik u berichten dat uw reactie geen aanleiding geeft om onderzoek te doen naar de wetenschappelijke integriteit van de schrijvers van dit artikel. Uit uw reactie maken wij op dat u het (op onderdelen) niet eens bent met de inhoud van het artikel en dat u daarover uw ongenoegen tot uitdrukking brengt.

Inhoudelijke wetenschappelijke discussies worden niet op instellingsniveau gevoerd als zij geen schending van de wetenschappelijke integriteit betreffen. Wij willen u daarom adviseren om deze wetenschappelijke discussie binnen de academische kaders van journal en peer review voort te zetten.

Gedoe

Ik begreep hier weinig van. Had Kemp mijn brief zomaar doorgestuurd zonder er zelf inhoudelijk naar te kijken en contact op te nemen met de auteurs om te kijken of er wat te bemiddelen viel? Dat had ik namelijk verwacht. Kijk zelf maar eens hoe de rol van de vertrouwenspersoon in het Landelijk Model Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit van de VSNU beschreven staat. Ik had Kemp voorgesteld om te kijken of ze het artikel niet beter zouden kunnen intrekken om het terug te brengen tot wat het in mijn ogen is, een minorscriptie met ernstige gebreken en zeker geen artikel dat thuishoort op de publicatielijst van serieuze wetenschappers. Toen ik die regeling nog eens goed bekeek, leken mij ook wat termijnen overschreden te zijn, maar dat boeide me niet zo. Wel wilde ik graag uitleg over deze beslissing en waarom ze zo makkelijk heen stapten over de eigen verantwoordelijkheid van de auteurs om de evidente fouten recht te zetten. ‘De wetenschappelijke discussie binnen de academische kaders van journal en peer review voortzetten’? Hoe zouden ze dat voor zich zien? Moet ik dan een ingezonden brief sturen naar Homeopathy (dat onlangs de enige serieus te nemen wetenschapper uit de editorial board mieterde)? En wie had nu eigenlijk de beslissing genomen om er niets mee te doen ? Ik vroeg Pingen dus maar hoe ze die hele klachtenregeling hadden toegepast en of ik ertegen in beroep kon gaan. Het antwoord dat kwam verbaasde me nog meer dan zijn eerste brief:

Op dit moment is er binnen Wageningen UR nog geen commissie wetenschappelijke integriteit ingesteld. Daartoe worden wel voorbereidingen getroffen. Tot die tijd wordt er al naar gelang de inhoud van een klacht binnen de organisatie bekeken hoe daarop te reageren.

Overduidelijk betreft uw grief jegens het door u aangehaalde artikel geen klacht die vatbaar is voor een onderzoek naar de wetenschappelijke integriteit van de auteurs. In eerdere mails geeft u aan kritiek te hebben op onderhavig artikel en dat u van mening bent dat het artikel teruggebracht zou moeten worden tot ‘wat die is: een minorscriptie met ernstige gebreken’.

en:

Zolang de klachtenprocedure wetenschappelijke integriteit voor derden en de commissie wetenschappelijke integriteit nog niet zijn geïnstitutionaliseerd binnen Wageningen UR, bestaat er geen enkele mogelijkheid voor de stichting Skepsis om bij Wageningen UR te klagen. Zou dit al wel de situatie zijn dan zou uw klacht open staan voor de commissie maar zal die op grond van het bovenstaande tot niet-ontvankelijkheid leiden. Nu er in casu geen enkele regeling van toepassing is komt er ook geen besluit waartegen u een bezwaarschrift kunt indienen.

Geen bezwaar mogelijk? Kan dat zo maar? Ik heb dat nog bij de secretaris van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) voorgelegd. Net voor Kerst vorig jaar kreeg ik als antwoord dat het LOWI van mening was dat de WUR dat toch verkeerd zag. Het mocht wel degelijk als een besluit van het College van Bestuur gezien worden, waartegen beroep in principe mogelijk was, maar:

In het onderhavige geval gaat het om een wetenschappelijke controverse waar de wetenschappelijke discussie zich toespitst op het (ten onrechte) gebruiken van statistieken en het ontbreken van E. Coli en de noodzaak van (herhaal)proeven dienaangaande, en ten slotte de conclusies die op grond hiervan al dan niet getrokken kunnen worden. Zo een discussie hoort thuis in het wetenschappelijk forum en niet bij het LOWI noch bij het CvB van de WUR.

Ik ben het met deze visie volstrekt oneens. De fouten in het onderzoek zijn niet helemaal uit het artikel zelf te halen. En belangrijker: waarom worden de auteurs die aan de WUR zijn verbonden niet aangespoord om de fouten,  die bij hun inmiddels welbekend zijn, te corrigeren? Daar zijn allerlei manieren voor. Voor mijn part schrijven ze er een blog over. Als er maar iets komt waar je naar kunt verwijzen als de zoveelste homeopathische organisatie naar het onderzoek verwijst als ‘uitstekend onderzoek van een respectabele universiteit dat de werking van homeopathie bewijst’. En ik weet dus nog steeds niet of er ook maar één persoon met verstand van experimenteel onderzoek serieus heeft gekeken naar mijn bezwaren. Zelfs van Kemp weet ik dat niet, die liet ook niets meer van zich horen.

Toevallig was net twee weken eerder een interessante casus aan de Universiteit Utrecht naar voren gekomen. De betrokken onderzoekers trokken hun artikel terug, omdat ze een fout ontdekten die waarschijnlijk nooit door iemand anders zou worden opgemerkt als ze het zelf niet hadden gemeld. Dat is natuurlijk wel even slikken: “We realiseren dat terugtrekking kan leiden tot reputatieschade”, maar “toch vonden we het niet goed om niks te doen. Je moet als onderzoekers je verantwoordelijkheid nemen als er iets is misgegaan. Je wilt voorkomen dat andere onderzoekers je gaan citeren, of verkeerde keuzes maken als gevolg van dit artikel.” Dat lijkt mij een houding die toe te juichen is. Deze casus, die in mijn ogen aardig vergelijkbaar is met de biggenstudie,  legde ik de juristen van de WUR en het LOWI ook nog voor als lichtend voorbeeld, maar ik heb niets meer van ze vernomen.

Propaganda

En zo blijft er dus een onzinnig artikel staan zonder enige kanttekening vanuit de universiteit Wageningen. En het wordt nog regelmatig aangehaald. Soms in wetenschappelijke artikelen, maar minstens zo vaak in publiciteitsuitingen van de homeopathielobby. Het Britse Homeopathy Research Institute (HRI, “an innovative international charity created to address the need for high quality scientific research in homeopathy“) diende onlangs een stuk in bij de commissie  voor wetenschap en technologie van het Britse parlement. In het stuk pleit het HRI voor nader onderzoek naar de inzet van homeopathie in de veesector om het antibioticagebruik te verminderen en aldus het grote probleem van resistentie tegen te gaan. In het stuk wordt de biggenstudie opgevoerd als één van de  belangrijkste studies die nog niet eerder is gepresenteerd aan de commissies van het parlement: HRI submission to antimicrobial resistance inquiry published (zie ‘full text’ voor het ingediende stuk). Toevallig of niet, in ons land schreef op hetzelfde moment het Patiënten Platform Complementaire Gezondheidszorg samen met de Artsenvereniging Voor Integrale Geneeskunde een brief van vergelijkbare strekking aan de Tweede Kamer. Ook daarin wordt de biggenstudie aangehaald.
Zouden ze dat nu leuk vinden aan de WUR, deze aandacht voor die studie? Intussen hebben ze daar nu wel een Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit ingesteld met nieuwe vertrouwenspersonen. Zelf heb ik er na al dit geneuzel niet zoveel trek meer in om het nogmaals te proberen. Ik troost me met de gedachte dat ik niet de enige ben die tegen dit soort problemen aanloopt. Wordt het niet eens tijd voor een onafhankelijke ombudsman voor de wetenschap?

foto titelpagina  Flickr:woodleywonderworks

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Wetenschap Tagged With: biggen, Camerlink, diarree, Egbert Lantinga, ellinger, Evert-Jan Bakker, homeopathie, LOWI, Universiteit Wageningen, wetenschappelijk integriteit, WUR

De Banerji protocollen – homeopathie uit India

1 November 2013 by Pepijn van Erp 209 Comments

Fanatieke verdedigers van de homeopathische waanideeën halen in discussies vaak de verbluffende resultaten aan die in India met homeopathie behaald worden tegen kanker. Twee homeopaten, vader en zoon Banerji, zouden duizenden mensen met kanker, geholpen hebben. Hier in het Westen zitten we dus maar wat te zeuren over de onwaarschijnlijkheid van de werking van extreem verdunde oplossingen, in India zijn ze gewoon volop aan de slag met de door de familie Banerji ontwikkelde ‘protocollen’. En ze zijn nog door het Amerikaanse National Cancer Institute erkend ook!
Vandaag en morgen zijn Prasanta en Pratip Banerji in Almelo om hun verhaal te vertellen: ‘Verschillende homeopathische middelen zijn even effectief als chemotherapie’. En daarbij blijft het niet, ook chronische ziektes als Alzheimer, diabetes en allerlei hormonale afwijkingen zouden de Indiërs met hun homeopathische protocollen effectief weten aan te pakken. Allemaal gebakken lucht.

Vader en zoon Banerji
Vader en zoon Banerji

De familie Banerji is aanbeland bij de vierde generatie homeopaten. Vader Prasanta volgde allerlei opleidingen in de homeopathie en vestigde zich in 1958 in Kolkata, in de staat West-Bengalen. Hij heeft nooit een reguliere medische opleiding voltooid, maar dat let hem niet om zich ‘Doctor’ te noemen (er zijn wel meer Indiase homeopaten, die dat doen). Zoonlief Pratip lijkt na opleidingen in de homeopathie wel een echt doktersdiploma bemachtigd te hebben (MD), behaald aan een Deemed to be university. Intussen hebben ze twee klinieken in Kolkata en de zaken lopen zo te zien fantastisch. Naar eigen zeggen behandelde Prasanta Banarji wel 400 gevallen per dag en de klinieken zouden nu door meer dan 1.000 patiënten per dag bezocht worden. Gigantische aantallen. In hun database (sinds 2002) staan inmiddels 27.000 casussen met meer dan een half miljoen consulten.
Nogal wat arme Indiërs zoeken hun heil bij de Banerji’s, maar die ontbreekt het vaak aan de middelen om onderzoeken met dure apparaten als een CT-scanner, MRI of zelfs een simpele bloedtest te betalen. Om hen daarin te steunen werd de  Prasanta Banerji Homoeopathic Research Foundation (PBHRF) opgericht. Vanuit die stichting wordt ook het onderzoek naar de protocollen gedaan ( “to establish ‘The Banerji Protocol’ as a scientific and effective mode of medicine”).

2006-india

Het gaat te ver om hier in detail te bespreken wat de Banerji’s allemaal beweren te kunnen genezen met hun protocollen, dat is namelijk nogal wat. Ik licht er daarom een aantal controleerbare zaken uit: die zogenaamde erkenning vanuit de Verenigde Staten en het beperkte aantal gepubliceerde onderzoeken in respectabele tijdschriften.

Amerikaanse erkenning?

Met dergelijke aantallen en de geweldige resultaten zou je verwachten dat ze heel wat concreets kunnen laten zien. En jawel, hoor. De Banerji’s tonen vol trots het volgende artikel: Cancer patients treated with the Banerji protocols utilising homoeopathic medicine: a Best Case Series Program of the National Cancer Institute USA (Oncol. Reports, 2008). De Amerkaanse erkenning! Het is natuurlijk wel verstandig om eens te kijken wat dat nu eigenlijk voorstelt. De ‘erkenning’ is afkomstig van het Office of Cancer Complementary and Alternative Medicine (OCCAM). Dit is een onderdeel van het National Cancer Institute (NCI). OCCAM moet de activiteiten van NCI op het gebied van complementaire en alternatieve geneeswijzen coördineren en verbeteren. Daarvoor hebben ze jaarlijks een budget van ruim 120 miljoen dollar, maar er is nog niets zinnigs uitgekomen sinds de oprichting in 1998. Meer informatie hierover in een stuk van Jan Willem Nienhuys: Miljarden verknoeid aan zinloos onderzoek. Een van de activiteiten om mogelijk interessante CAM-therapieën op te sporen is het NCI Best Case Series Program, een uitnodiging aan alle CAM-beoefenaars om hun beste resultaten in te sturen en te laten beoordelen. Misschien zit er wat tussen, je weet maar nooit.

De Banerji’s leverden veertien patiëntcasussen aan en je zou eigenlijk wel aannemen dat dit om hun meest overtuigende resultaten zal gaan. Prasanta Banerji spreekt dat zelf tegen, het blijkt in hun praktijk erg lastig om goed gedocumenteerde gevallen aan te leveren, omdat veel patiënten te arm zijn om aanvullende diagnostiek te bekostigen (röntgenfoto’s en pathologisch onderzoek). Op zijn eigen website staat evenwel: “The long family experience with millions of clinical trials and the use of modern diagnostic tools such as detailed blood examinations, X-rays, CAT Scans, MRI techniques further helped the treatments of Prasanta Banerji.”
Van die veertien gevallen vonden de Amerikanen er maar vier net goed genoeg beschreven om op te nemen in hun Best Case Series. De erkenning gaat niet verder dan dat dit gevallen zijn, waarvoor de Banerji’s voldoende informatie hadden aangeleverd die door onafhankelijke partijen bevestigd is. In deze vier gevallen vond OCCAM het aannemelijk dat er vooraf sprake was van tumoren en dat na behandeling een reductie van de tumoren heeft plaatsgevonden. Heel overtuigend vind ik de gevalsbeschrijvingen (twee keer slokdarm- en twee keer longkanker) overigens niet en de follow-up is uiterst summier te noemen. De beschreven gevallen betreffen op één na allemaal hoogbejaarden, die inmiddels wel overleden zullen zijn. Van obductieverslagen waaruit meer informatie over de tumoren te halen zou kunnen zijn wordt niet gerept, maar misschien is dat ook wel niet zo’n gebruikelijke praktijk in India.

OCCAM vond het bij elkaar genomen wel voldoende om eens nader te bekijken:

The results of the review were deemed to be sufficient to warrant NCI-initiated prospective research follow-up in the form of an observational study.

In de beschrijving (pdf) van het Best Case Series Program staat expliciet dat de werkzaamheid niet werd beoordeeld:

Does the NCI Best Case Series Program evaluate CAM therapies for their effectiveness as a cancer treatment?
No. An evaluation of a treatment’s effectiveness is generally done by analyzing the results of well-designed and well-conducted clinical trials. Rather, the goal of the NCI Best Case Series Program is to provide an assessment of the quality of available clinical data and its utility as support for the justification of NCI-initiated research.

Wat is er verder mee gedaan? Nog niet veel lijkt het. Het is ook niet zo dat er vanuit de VS geld toegezegd werd voor dat aangeraden vervolgonderzoek. Het is alleen met positief advies doorgestuurd naar de Indiërs. Lekker vrijblijvend:

an application for approval of this project has been submitted to the Indian Council for Medical Research.

Dat schijnt nu inderdaad toch gebeurd te zijn. Ghulam Nabi Azad, minister van Volksgezondheid in India, zei dat in ieder geval toen hij in juni het nieuwe boek van de Banerji’s in ontvangst nam. Op de website van de Indian Council for Medical Research vond ik er echter nog niets over.

Borstkankercellen in petrischaaltjes

Een veel genoemd onderzoek van de Banerji’s is een in vitro experiment waarbij gekeken werd naar de effecten van hun middelen op borstkankercellen: Cytotoxic effects of ultra-diluted remedies on breast cancer cells (Int. Journ. Oncology, 2009). Homeopaten vinden dit weer overtuigend bewijs dat er wel degelijk werking uitgaat van ultra verdunde oplossingen, maar als je er goed naar kijkt, blijkt dat grootspraak.

In vitro onderzoek heeft sowieso beperkte zeggingskracht.
In vitro onderzoek heeft sowieso beperkte zeggingskracht.

De middelen werden toegediend in een oplossing van 87 procent alcohol, wat sowieso al een vrij agressief goedje is voor kankercellen. De onderzoekers claimen dat hun experiment laat zien dat de homeopathische oplossingen meer kankercellen doden dan de controles (de alcohol oplossing zonder homeopathische toevoegingen). Maar je moet het artikel behoorlijk goed lezen om er achter te komen dat die controle-oplossing ook een vrij dodelijke effect had, ongeveer 30 procent van de kankercellen legde het loodje. Om te laten zien dat het verschil in werkzaamheid waarschijnlijk geen toevalstreffer is en significant, moet je op zijn minst een statistische analyse doen. De auteurs volstaan echter met een reeks histogrammen zonder betrouwbaarheidsintervallen. Uiterst merkwaardig dat dit zo langs de reviewers kwam, vindt dr. Rachael Dunlop, die het onderzoek uitvoerig (en vernietigend) besprak:

There is a distinct lack of statistics in this paper, by which I mean there are none at all. As my friend Jo said; “Nary a p-value nor a confidence interval to be seen”. Which begs the question, how can you get a paper accepted in a peer reviewed journal without doing an statistical analysis?

Really? No, I mean REALLY? This is why I suspect the reviewers were dozing or drunk.

Interessant is dat in de discussie onder dat stuk, één van de auteurs van de studie (Alison Pawlus), vertelt dat zij helemaal niet als mede-auteur genoemd had willen worden. Ze geeft aan dat de tests om uit te sluiten dat het gevonden effect veroorzaakt werd door verschillende alcoholpercentages van de gebruikte oplossingen niet goed werden gedaan. De controle oplossingen werden niet op hetzelfde moment gemaakt en ook niet zo geschud als de homeopathische middelen. Die laatste werden vermoedelijk weken eerder geprepareerd in India (door Boiron) in plastic reageerbuisjes die stoffen bevatten die oplosbaar zijn in alcohol en opgestuurd naar de Verenigde Staten waar het experiment werd uitgevoerd. Is het heel raar om te veronderstellen dat wat van de alcohol in de homeopathische oplossingen is verdampt?
David Gorski (‘Orac’) besprak de studie ook en sluit af met de opmerking: “You know what’s more irritating than homeopaths? Peer reviewers and editors who let dreck like this see print, giving homeopaths something to irritate me with.”

Wijnruit

Een iets ouder gepubliceerd artikel is Ruta 6 selectively induces cell death in brain cancer cells but proliferation in normal peripheral blood lymphocytes: A novel treatment for human brain cancer (Int. Journ. Oncology, 2003, volledige pdf). Hierin beschrijven ze de behandeling van vijftien patiënten met verschillende hersentumoren met het middel Ruta 6, dat een homeopathische verdunning is van Wijnruit (Ruta graveolens). Eigenlijk niet alleen wijnruit, ze deden er ook nog calciumfosfaat bij en dat niet bepaald in ultraverdunde toestand (1:1.000). Ook staan er in vitro experimenten in beschreven. Het is van nog lager niveau dan de artikelen over borstkanker en de Best Case Series. De patiëntcasussen stellen weinig meer voor dan ‘we gaven ze dit middel en ze deden het beter’. De in vitro experimenten zijn allemaal weer zonder statistische analyse en het homeopathische middel werd gecombineerd met het agressieve waterstofperoxide.
In de enige kritische bespreking, die ik vond, trekt Bart B. Van Bockstaele (een Canadese skepticus) de volgende terechte conclusie:

In other words, this study is meaningless. Even if we accept that the patients gradually improved, which is uncertain at best, there is absolutely no way that we can conclude that the treatment was the cause of this improvement.

‘Medisch Dossier’

De gebakken lucht van de familie Banerji wordt driftig verspreid via allerlei alternatieve websites en bladen. In het blad ‘Medisch Dossier’ verscheen in mei 2012 een artikel over de Banerji protocollen (pdf). Als je dat leest, krijg je een heel ander beeld. Maar het is hopelijk duidelijk, na het lezen wat ik hierboven heb geschreven, dat het vol onzin staat en de zaken volkomen verkeerd voorstelt. Dat is niet zo vreemd. ‘Medisch Dossier’ is de Nederlandse vertaling van het Engelse ‘What Doctors Don’t Tell You’, een blad dat uitgegeven wordt door Lynne McTaggart die bekend staat om het verkopen van allerlei soorten onzin.

Duidelijke taal van Andy Lewis (van www.quackometer.net)
Duidelijke taal van Andy Lewis (van www.quackometer.net)

In het Verenigd Koninkrijk voerden skeptici (o.a. Simon Singh) de laatste weken een kleine campagne om de grote supermarktketen Tesco te bewegen het blad niet langer via hun schappen aan te bieden. Dat is een kleine rel geworden, McTaggart beschuldigd haar critici van censuur en een poging tot inperking van de vrijheid van meningsuiting. En ze claimt dat ze nooit beweerd heeft dat kanker te genezen is met homeopathie (of AIDS met vitamine C). De covers van het blad spreken echter boekdelen. In het november nummer wordt wederom aandacht besteed aan de Banerji protocollen: “Homeopathy is a nonsense, at least according to scientists and skeptics. Yet Indian doctors are using it every day to treat cancer – and now the US government is interested.” U bent gewaarschuwd. De Nederlandse versie wordt overigens uitgegeven door Ode – The Optimist.

De Vereniging tegen de Kwakzalverij schreef  vorig jaar een stukje over de Banerji’s, toen ze ook al in Almelo optraden.

Update 4-11-2013. Op de website What ‘What Doctors Don’t Tell You’ Don’t Tell You (WWDDTYDY), waar sinds vorige week in hoog tempo  stukken verschijnen (soms nieuw geschreven en soms ge-herblogd van andere skeptische blogs) die ingaan op de misleidende artikelen van het blad van Lynne McTaggart, is nu ook een uitgebreid stuk verschenen over het artikel over de Banerji’s wat in Medisch Dossier in vertaling verscheen: Like water for chemo

 

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid Tagged With: banerji, homeopathie, india, kanker, medisch dossier, protocollen, wddty, what doctors don't tell you

Misser van WRR: ‘slechts’ 25 procent van Nederlanders vond homeopathie wetenschappelijk

23 September 2013 by Pepijn van Erp 4 Comments

Dat was even schrikken. Op de website DUB, het medium van de Universiteit Utrecht, staat een stukje over hoe de samenleving aankijkt tegen het wetenschappelijk gehalte van een aantal vakgebieden. De resultaten van een steekproef zijn in een kek grafiekje samengevat, met daarin per vakgebied het percentage dat als ‘wetenschappelijk’ en ‘niet wetenschappelijk’ was aangeduid door de ondervraagden. Niet verrassend aan die cijfers is dat ‘harde’ wetenschappen Natuurkunde en Wiskunde hoog scoren met respectievelijk 94 en 90 procent voor ‘wetenschappelijk’. Dat geneeskunde de lijst aanvoert met 97 procent is al iets vreemder, maar ronduit verbazingwekkend zijn de cijfers van de hekkensluiters in de tabel. Niet omdat die onterecht onderaan staan, maar omdat ze nog zo hoog scoren. Het gaat namelijk om homeopathie en astrologie, die volgens de gegevens nog door 55 en 34 procent van de ondervraagden als wetenschappelijk gezien worden! Hoe kan dat nu weer?

Een verontrustende tabel (bron: DUB)
Een verontrustende grafiek (bron: DUB)

De gegevens komen uit onverdachte bron, het recente rapport van de Wetenschappelijk raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onder de titel ‘Hoeveel vertrouwen hebben Nederlanders in wetenschap?‘ (pdf). Inderdaad staat daarin op pagina 14 het volgende tabelletje:

Tabel 2 uit rapport van de WRR
Tabel 2 uit rapport van de WRR

Hiermee kunnen we verder op zoek naar de bron. Die is niet al te moeilijk te vinden, het gaat om ‘Europeans, Science and Technology‘ (pdf) van Eurobarometer in opdracht van de Europese Commissie, gepubliceerd in juni 2005. Daar komt toch een wat ander beeld uit naar voren. In de enquête werd namelijk niet gevraagd om ‘wetenschappelijk’ of ‘niet wetenschappelijk’ aan te kruisen, maar om je mening te geven op een vijfpuntsschaal, lopend van ‘volstrekt niet wetenschappelijk’ tot ‘zeer wetenschappelijk’. De laagste twee categorieën werden samengevoegd tot ‘niet wetenschappelijk’ en de hoogste twee tot ‘wetenschappelijk’.
Als je dan kijkt naar de cijfers voor de EU als geheel, vind je dat 33 procent van de EU-burgers homeopathie ‘wetenschappelijk’ vindt (blz. 35). Zou Nederland dan zou veel meer vertrouwen hebben in de werking van geschud water of in de wetenschappelijke capaciteiten van de homeopathische proefjesnemers? Nou, nee. In de bijlagen staat per lidstaat de uitsplitsing, voor Nederland zien de cijfers er als volgt uit (blz 198 en 208,  bladzijdenummering van pdf):

 N 1 2 3 4 5 DK
groep A 486 20% 26% 27% 16% 10% 1%
groep B 519 17% 26% 33% 16% 7% 1%

De enquete was in tweeën gesplitst, groep A kreeg soms andere vragen dan groep B, maar niet bij homeopathie. ‘DK’ staat voor ‘Don’t know’ neem ik aan. Als je nu de cijfers netjes bij elkaar voegt kom je uit op 45 procent die homeopathie als ‘niet wetenschappelijk’ en 25 procent die het als ‘wetenschappelijk’ karakteriseert. Dat laatste cijfer is wel wat minder schokkend dan de 55 procent van de WRR. De opstellers van het WRR-rapport hebben blijkbaar de categorie ‘wetenschappelijk’ zelf opnieuw gedefinieerd als 100 procent minus ‘niet wetenschappelijk’ en daarbij de neutrale categorie (3) ook maar bij ‘wetenschappelijk’ genomen. Slordig op zijn minst.

Dat er met twee groepen gewerkt werd, maakte het mogelijk om bijvoorbeeld bij astrologie te onderzoeken of de hoge score in 1993 en 2001 misschien voor een groot deel verklaard kon worden door een verwarring met het woord astronomie (dat zou er achter kunnen zitten, denk ik tenminste , hoewel astronomie zelf ook in het lijstje staat). Groep A werd ondervraagd met ‘astrologie’ en groep B met ‘horoscopen’ en dat gaf het volgende resultaat (voor NL, blz 193 en 203 van de pdf):

1 2 3 4 5 DK
Astrologie 486 27% 15% 21% 19% 16% 2%
Horoscopen 519 65% 21% 6% 4% 3% 1%

Als je het bij elkaar neemt en weegt, kom je op 66 procent voor ‘niet wetenschappelijk’ en 21 procent voor ‘wetenschappelijk. De WRR maakte weer dezelfde blunder en geeft 34 procent voor ‘wetenschappelijk’. Natuurlijk is het nog steeds zorgelijk dat er zoveel Nederlanders homeopathie en astrologie als wetenschappelijk karakteriseren (en zelfs nog 7 procent vindt dat ook van horoscopen), maar zo erg als de WRR het voorschotelt, is het dus lang niet. En ‘we’ doen het dus zelfs wat ‘beter’ dan het Europees gemiddelde.

Update: het rapport is overigens in samenwerking met het Rathenau Instituut geschreven, dus misschien gaat het iets te ver om van een ‘WRR-rapport’ te spreken

Filed Under: Algemeen, Factchecking, Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: astrologie, enquete, homeopathie, horoscopen, wetenschappelijk, WRR

Homeopathie – opleiding en ‘Zwitsers bewijs’

21 September 2013 by Pepijn van Erp 15 Comments

Als vervolg op een eerder filmpje over homeopathie, waarin uitgelegd hoe de theorie erachter luidt en waarom dat allemaal onzin is, presenteren we nu een nieuwe productie van dezelfde makers. In deze aflevering wordt verteld hoe de opleiding tot homeopaat in elkaar steekt. Het betreft weliswaar de situatie in het Verenigd Koninkrijk, maar die in Nederland verschilt niet veel. Daarnaast ruime aandacht voor de hardnekkige mythe die aanhangers van homeopathie verspreiden, nl. dat de Zwitserse overheid in een baanbrekend rapport homeopathie erkend zou hebben als een effectieve geneeswijze (vanaf 07:00). Homeopathisch verdunde waarheid.

Meer over de duur van de opleiding tot klassiek homeopaat in Nederland kun je bijvoorbeeld vinden op de site van de Homeopathie Academie Nederland*. Deze opleiding is zogenaamd op HBO-niveau, maar geen echte HBO-opleiding, want niet erkend door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Het gebruik van de misleidende term ‘HBO-niveau’ is helaas nog steeds niet gereguleerd. En kijk zelf maar eens naar hoeveel tijd de opleiding in beslag neemt. De vijfjarige opleiding bestaat uit vijf maal 22 vrijdagen per jaar en dan nog maximaal 10 dagen praktijk in het vierde en vijfde jaar. In totaal nog geen 1.000 uur onderwijs.
In de opleidingsbrochure staat doodleuk dat ziektes als gonorroe en syfilis goed te behandelen zijn met homeopathie (en behandeling van “die ziektes vraagt meer tijd wanneer er al sprake is geweest van onderdrukking (antibiotica)”, blz 14.). Hoe dit te rijmen is met aandacht voor de “pluis of niet pluis situatie” (om patiénten op tijd door te sturen naar de reguliere zorg, blz 17.), begrijp ik niet. De grote verzekeraars in Nederland moeten maar uitleggen waarom ze er vertrouwen in hebben dat dit ‘pluis-niet-pluis’-programma op verantwoorde wijze uitgevoerd kan worden door homeopaten met zo’n korte opleiding, waarin ze deze gevaarlijke gedachten al bij de eerste kennismaking aangeleerd krijgen.

Over het ‘Zwitsterse rapport’ zijn op diverse skeptische sites goede stukken te vinden. In het Nederlands op het Skepsis-blog door Jan Willem Nienhuys: Homeopaten juichen over ‘Zwitserse’ rommel en op de site van de Vereniging tegen de Kwakzalverij: Gelovige homeopaten vallen in Zwitsers mes. In het Engels: The Swiss Report on Homeopathy en That ‘neutral’ Swiss homeopathy report. En hier wordt in de Swiss Medical Weekly weergegeven hoe de vork in de steel zit met dat rapport door een vertegenwoordiger van het Zwitserse bureau voor de volksgezondheid (dat artikel wordt ook in het filmpje aangehaald): The report “Homeopathy in healthcare: effectiveness, appropriateness, safety, costs” is not a “Swiss report”.

* er zijn meerdere opleidingen tot klassiek homeopaat, die zo op het oog allemaal vergelijkbaar zijn. De websites geven vaak minder informatie dan die van de Homeopathie Academie Nederland.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Skeptische TV Tagged With: homeopathie, homeopathie academie nederland, opleiding, zwitsers rapport

Mobiele telefonie sloopt homeopathie

7 June 2013 by Pepijn van Erp 125 Comments

Ze onderzoeken van alles, die homeopaten. Zelfs kikkervisjes. Het ontwikkelingsproces van kikkerdril via kikkervisjes tot kikkertjes kent u waarschijnlijk nog wel van de basisschool. Menig schoolklas vult een aquarium met het spul om te kijken hoe dat verloopt. De leukste verandering om te zien, is het groeien van de pootjes aan het kikkervisje. Nog wat later wordt het staartje geabsorbeerd. De snelheid waarmee dit alles geschied, is te beïnvloeden. De metamorfose van het larvestadium (kikkervisjes) naar dat van subadult, wordt ingezet onder invloed van het prohormoon thyroxine. Als je nu zelf dat thyroxine aan het water toevoegt, gaat het allemaal wat sneller. 

Verschillende stadia van het kikkerleven (van Wikimedia commons)
Verschillende stadia van het kikkerleven (van Wikimedia commons)

Een glimlach kon ik niet onderdrukken toen ik het volgende stuk las: ‘Tadpole Research: Homeopathic Remedies Harmed by Mobile (Cell) Phones and Microwave Ovens‘. Met een homeopathische D30 verdunning van thyroxine  (zo verdund dat je niet kunt verwachten iets van de oorspronkelijke stof in het middel terug te vinden) denken homeopaten het versnellingseffect van de thyroxine ongedaan te kunnen maken. Eerder onderzoek had dat al laten zien. Als je maar op de goede dagen het aantal kikkervisjes telde dat vier pootjes had ontwikkeld, dan vond je een statistisch significant verschil. Ook Willem Betz (van SKEPP) schreef al eens iets over die rare homeopathische proeven met kikkervisjes. In dat geval zou het middel zelfs werken terwijl het in een gesloten glazen ampul in het water van de kikkervisjes werd gehangen. Via elektromagnetische straling van het homeopathische middel, ofzo. Daarom is het niet zo gek om te kijken of die straling van invloed is op homeopathische middelen.
In het Oostenrijkse onderzoek waar ik om moest lachen, gingen onderzoekers kijken wat het effect van verschillende soorten straling op die homeopathische thyroxine verdunning was. Zou het middel nog wel net zo goed werken na bestraling met röntgen-, magnetron- of GSM-straling? Of het licht van een barcodescanner?  Ze vonden een verrassend resultaat: na blootstelling aan magnetron en mobiele telefoons deed het middel niets meer! Je kunt het middel gelukkig wel veilig door een luchthaven detetectiepoortje loodsen of scannen op barcodes. Die magnetron was overigens van een wat ouder model dan je in onze keukens aantreft; en die zijn natuurlijk goed afgeschermd. Daar hoeven we ons dus niet zo druk over te maken. Maar die telefoonstraling was gewoonweg desastreus. Zelfs op een afstand van 25 centimeter was vijf keer gebeld worden voldoende om de heilzame effecten van de thyroxine D30 volledig teniet te doen! Een ander flesje werd direct naast een telefoon geplaatst, maar beschermd door het geheel in aluminiumfolie in te pakken. Hielp helemaal niks!

Je zou verwachten dat dit onderzoek homeopaten met blinde paniek  zou hebben geslagen. Het is natuurlijk maar één onderzoek, maar als er één een keertje gunstig uitpakt, zijn ze er als de kippen bij om het als ‘definitief bewijs’ voor homeopathie te presenteren. Zien we inmiddels overal waarschuwingen op de verpakkingen van homeopathische middelen staan als ‘buiten bereik van mobiele telefoons houden‘? Hebben apothekers die het spul verkopen stralingswerende maatregelen genomen? Nee!? Waarom niet?
Misschien nemen de homeopathische vakbroeders het werk van hun collega’s niet zo serieus. Op zich terecht, want er is natuurlijk weer van alles mis mee. Zo werd er geblindeerd volgens de ‘Wageningse methode’: één flesje per groep bakken met kikkervisjes, in plaats van één flesje per bak. En er is vast nog wel meer om over te zeuren. Maar dat mogen ze zelf uitzoeken in het artikel The effect of homeopathically prepared thyroxine on highland frogs: influence of electromagnetic fields, S. Weber et al., Homeopathy, 2008 (hier als pdf te downloaden). De onderzoekers relativeren zelf het gevonden gevaar door er op te wijzen dat het hier ging om vloeistoffen en niet om de suikerbolletjes waarmee homeopathische middelen meestal worden toegediend. Die suikerbolletjes, globules, zijn misschien minder gevoelig voor straling dan watermoleculen. Tsja, dan mogen ze ook eens kijken naar het  verslag van een geneesmiddelproef (pdf) waarin straling van mobiele telefoons juist direct werd overgezet op een ander vaste stof waaruit homeopathische  middelen vaak  bestaan, lactose. Homeopaten kunnen dus nog wel even vooruit met onderzoeken; inconstistenties genoeg om op te helderen.

homeopathie-kikkervisjes-fav-img

 

 

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Pseudowetenschap Tagged With: elektromagnetische straling, homeopathie, kikkervisjes, straling

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 5
  • Page 6
  • Page 7
  • Page 8
  • Page 9
  • Interim pages omitted …
  • Page 44
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Error
  • Error
  • SBM

RSS Error: WP HTTP Error: cURL error 28: Operation timed out after 10001 milliseconds with 0 bytes received

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Go Ahead, Make the Case That Science, Free Speech, and the FDA Are Thriving Under Drs. Marty Makary and Vinay Prasad
10 July 2025 - Jonathan Howard

Unlike Drs. Adam Cifu and John Mandrola, I do not constantly boast of my "nuance" or claim to be a master of "clinical appraisal." They have so much to teach me. The post Go Ahead, Make the Case That Science, Free Speech, and the FDA Are Thriving Under Drs. Marty Makary and Vinay Prasad first appeared on Science-Based Medicine. [...]

AI Therapists – Not Ready for Prime Time
9 July 2025 - Steven Novella

Artificial Intelligence (AI) applications are being rolled out at a furious pace. There is no doubt they are potentially powerful tools, although with flaws and limitations. But one thing that large language models do well is mimic conversational speech. They are great chatbots. For this reason one of the early uses of these chatbots is as AI therapists. There are no hard […] The post AI Therapists – Not Ready for Prime Time first appeared on Science-Based Medicine. [...]

After ACIP: Where Robert F. Kennedy Jr. will likely go from here in his quest to eliminate vaccines
7 July 2025 - David Gorski

HHS Secretary Robert F. Kennedy Jr. was on The Tucker Carlson Show last week. It got me to thinking: What's next in RFK Jr.'s crusade against vaccines after he turned ACIP into an antivax committee? The post After ACIP: Where Robert F. Kennedy Jr. will likely go from here in his quest to eliminate vaccines first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsHet is me duidelijk, @ Klaas van Dijk Het lijkt me heel simpel: wie zwijgt, stemt toe. Incompetentie en collaboratie
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc Jacobs@Hans1263, per abuis heb ik mijn reactie op jouw bericht van 5 juli 2025 (om 21:25) op de verkeerde plek
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc Jacobs@Hans1263, het is inderdaad erg opvallend dat de werkgevers van het trio, te weten de VU (Ronald Meester), het Radboud
  • Hans1263 on De linke net-na-het-weekendbijlage (27-2025)De bekende en verderfelijke combinatie van complotgeloof, geloof en kwakzalverij.
  • Renate1 on De linke net-na-het-weekendbijlage (27-2025)https://www.kwakzalverij.nl/nieuws/bestuur-stuurt-brief-aan-minister-en-vaste-kamercommissie-vws/ Waarom verbaast het me niet dat mevrouw Ag

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in