De Belgische skeptische vereniging SKEPP brengt sinds een aantal jaren boekjes uit in samenwerking met uitgeverij ASP. Het nieuwste deel in deze serie behandelt een uiterst actueel thema: vaccineren. Marleen Finoulst en Wietse Wiels, beiden arts en bestuurlid van SKEPP, schreven het.
In de eerste hoofdstukken wordt de geschiedenis van het vaccineren uiteengezet en vanzelfsprekend de resultaten die ermee behaald zijn besproken. Dit loopt van de ontwikkeling van het pokkenvaccin van Jenner tot de geavanceerde mRNA-vaccins die nu ingezet worden tegen het coronavirus.
Aan de orde komen ook de verschillende technieken die gebruikt zijn om vaccins te maken en hoe die dan werken in het menselijk lichaam. Duidelijk wordt bijvoorbeeld ook uitgelegd waarom mRNA-vaccins niet je DNA kunnen veranderen.
De uitleg hoe vaccins gemaakt worden blijft wat aan de oppervlakte. Ik had bijvoorbeeld best graag gelezen hoe je een ziekteverwekker nu precies verzwakt, zodat die veilig genoeg in een ‘levend vaccin’ kan worden verwerkt (zoals bijvoorbeeld bij het mazelenvaccin gedaan wordt), maar je kunt natuurlijk niet alles kwijt in een beknopt werk (118 pagina’s) over een onderwerp met zoveel facetten.
Veiligheid
De auteurs sluiten de ogen niet voor de minder succesvolle ervaringen met vaccins die er ook zijn geweest in het verleden. De bespreking daarvan maakt ook duidelijk dat procedures daardoor zijn aangescherpt en vaccinontwikkeling en de monitoring van de veiligheid op een steeds hoger niveau is komen te staan.
Uitgebreid staan Finoulst en Wiels stil bij de begrijpelijke vraag of die procedures bij de ontwikkeling van de COVID-19 vaccins niet opeens zijn losgelaten. Op zich gebeurt dat adequaat, maar ik vraag me af of het met een schematische weergave niet duidelijker gemaakt had kunnen worden waar de tijdswinst nu precies vandaan komt. Sowieso verbaast het me een beetje dat er in het boek helemaal geen gebruik wordt gemaakt van tabellen en grafieken.
Bijwerkingen, vaccintwijfel en mythes
In volgende hoofdstukken gaat het over de zinnige en minder zinnige kritiek die op vaccins bestaat en hoe onzinnige verhalen via sociale media (‘de fabeltjesfuik’) vaccintwijfel aanwakkeren.
De meest voorkomende mythes rondom vaccinaties komen aan de orde, ook de meer bizarre als dat er microchips in vaccins zouden zitten en Bill Gates er de wereldbevolking mee wil decimeren. De nadruk ligt echter op vragen die heel begrijpelijk zijn, zoals hoe groot het risico ingeschat moet worden dat er op langere termijn nog bijwerkingen kunnen opduiken (spoiler: heel laag, tot nu toe nooit aangetoond bij vaccins), of de veiligheid van adjuvants (spoiler: dat zit wel snor).
Ook hydroxychloroquine en Vitamine D komen langs. Nog steeds door sommigen op dubieuze gronden gepromoot als behandeling voor COVID-19. Dit kan misschien overkomen als een vreemde eend in de bijt, maar deze middelen worden vaak aangeprezen als alternatief voor vaccinatie.
Omgaan met twijfelaars
De bedenkingen die sommigen hebben bij vaccinatie worden door Finoulst en Wiels serieus genomen en ze waarschuwen er tegen om twijfelaars als verdwaasden weg te zetten. Toch zien ze, zeker bij de fanatiekere vaccintwijfelaars, alle reden om inhoudelijk tegengas te geven. Ze besluiten het boek met de volgende oproep:
Toch kan het, zeker bij meer luidruchtige types, geen kwaad om streng te wijzen op de meetbare gevolgen van hun gedachtegoed: meer ziekte en meer dood. Net zoals men bijvoorbeeld een racistische opmerking niet laat passeren, is het belangrijk om bij elke onjuiste bewering expliciet vraagtekens te plaatsen. Dat kan prima op een niet-oordelende manier. Verwacht ook niet dat believers na één filmpje of artikel overtuigd zijn: zo zitten mensen niet in elkaar. Geef de persoon tijd, en kom later nog eens op de kwestie terug.
We kunnen deze taak niet alleen overlaten aan enkele experts. Zelfs niet aan gezondheidswerkers en de overheid. Als we ons allemaal samen inspannen, belandt vaccintwijfel binnenkort bij de pokken en polio. In de geschiedenisboeken.
Vaccineren: gewoon doen!
Vaccineren: doen of laten? is bij onze Zuiderburen uitgegeven, vandaar dat de Nederlandse lezer een paar zaken tegen zal komen die bij ons anders zijn. Zo hebben wij geen vaccinatieplicht tegen polio, hebben we het over het BMR-vaccin ipv het MBR-vaccin, en zo nog wat van die kleinigheden. Verder is het taalgebruik net iets anders, maar in dit boekje stoorde me dat niet. Ik heb zelfs een nieuw woord geleerd: ‘gelule’ waar wij capsule zouden schrijven (andere associaties bij het woord laat ik geheel voor uw eigen rekening).
De lezer wordt niet lastig gevallen met voetnoten en de literatuurlijst achterin is vrij beknopt. Dit is waarschijnlijk een weloverwogen keuze, maar kan ook de indruk wekken dat we alles wat de auteurs als de wetenschappelijke consensus presenteren maar op hun gezag moeten aannemen. Het maakt het verhaal wat kwetsbaar voor aanvallen vanuit de hoek van antivaxxers, maar die behoorden waarschijnlijk toch al niet echt tot de doelgroep. Hoewel de vraag in de subtitel, “Doen of laten?”, neutraal klinkt, is het boek natuurlijk wel een sterk pleidooi vóór vaccinatie.
Op de paar genoemde punten van kritiek na, vond ik het gewoon een zeer aardig boek. Het is behoorlijk compleet, zeer actueel wat betreft de COVID-19-vaccins, en de belangrijkste argumenten die mensen kunnen doen twijfelen over de zin en veiligheid van die vaccins komen goed aan bod.