Scientology is moeilijk te categoriseren. Voor belastingdoeleinden en in haar manier van organisatie is het een kerk. Maar de geschriften van stichter L. Ron Hubbard zijn een grotesk mengsel van science fiction, pseudowetenschap en self-help pop-psychologie. Ook wat betreft de rekrutering is Scientology uniek. Waar gebruikelijke sekten zich vooral richten op eenzamen en kwetsbaren, daar heeft Scientology zich welbewust een plaats verschaft temidden van Hollywoodsterren. In het dit jaar uitgekomen boek “Going Clear” vertelt Lawrence Wright het hele verhaal.
L. Ron Hubbard werd geboren in 1911. In de jaren 30 ging hij aan de slag als schrijver van zogenaamde “pulp fiction.” Het gaat hier om makkelijk verteerbare avonturenromans, westerns, science-fiction, etc. Hij was ongelooflijk productief en kwam tot zo’n 100.000 woorden per maand. Zijn 1.084 titels en vertalingen in meer dan 70 talen staan in de recordboeken. Hij heeft nog gepoogd om filmscripts aan de man te brengen in Hollywood. Maar die werden steeds resoluut afgewezen. Het is in dit verband heel ironisch dat een groot aantal prominente Hollywooders hem een halve eeuw later als een soort nieuwe Jezus zou komen te vereren.
Hubbards levensloop vormt boeiend leesmateriaal. Hij was een excentrieke en niet onsympathieke avonturier. Z’n ingenieursopleiding heeft hij nooit afgemaakt. Hij was 21 jaar oud toen hij een schip huurde, een bemanning wierf en een expeditie naar het Caraïbisch gebied organiseerde. Het lag onder meer in de bedoeling om een filmdocumentaire te maken over voodoo. Er is echter nauwelijks gefilmd en de expeditie eindigde met Hubbard die in Puerto Rico van boord sloop om uit handen van zijn schuldeisers te blijven.
De militaire loopbaan van Hubbard in ’41-’45 was volgens de Scientology kerk een opeenvolging van bijna bovenmenselijke heldendaden. Maar de officiële archieven van de Amerikaanse strijdkrachten bevestigen daar zo goed als niets van. Ook wat betreft de jaren van vlak na de oorlog lopen de versies uiteen. Hubbard hield zich bezig met occultisme en zwarte magie. Hij woonde onder één dak met de eveneens heel excentrieke Jack Parsons. Parsons was een man vol tegenstrijdigheden: hij was een vooraanstaand ruimtevaartdeskundige en mede-oprichter van het Jet Propulsion Laboratory, maar was tevens volgeling van Aleister Crowley en actief beoefenaar van occultisme. Parsons en Hubbard begonnen samen een handel in boten. Dit, echter, liep erop uit dat Hubbard er in een voor de handel bedoelde boot vandoor ging met de jonge vriendin van Parsons. Via geheime magische rituelen probeerde Parsons vervolgens een orkaan op te roepen. Die orkaan kwam er ook inderdaad. Hubbard en Sara moesten de veiligheid van een haven opzoeken en werden daar prompt ingerekend door de kustwacht. Volgens de Scientology kerk werkte Hubbard al die tijd eigenlijk in opdracht van de Amerikaanse marine. Men zou zich daar zorgen hebben gemaakt over het gedachtegoed van ruimtevaartdeskundige Parsons en over het feit dat veel collega wetenschappers geregeld bij Parsons over de vloer kwamen. Hubbards taak was de beweging te infiltreren en te saboteren. Met Parsons’ financiële ondergang in de botenhandel zou Hubbard de zwarte magie in de VS een halt hebben toegeroepen – zo luidt de versie van de kerk.
De Sara met wie hij er van door was gegaan werd uiteindelijk Hubbards tweede echtgenote.
Dianetics: The Modern Science of Mental Health verscheen in 1950. Het beschrijft de self-help technieken waarmee Hubbard “Clear” geworden zou zijn, d.w.z. geestelijke en lichamelijke gezondheid gevonden zou hebben. Met Dianetics had Hubbard een enorm gat in de markt gevonden.
Er werd in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog niet gerept over post-traumatische stress. Maar het bestond natuurlijk wel. De medische stand had weinig anders te bieden dan brute methoden als elektroshock en lobotomie. Freudiaanse psychoanalyse werd door mainstream Amerika gezien als een exotisch importproduct en het domein van intellectuele, joodse stedelingen. Bovendien was het erg duur. De in Dianetics beschreven procedures zijn in wezen een soort psychoanalyse voor de gewone man. Ook hier is de grondgedachte dat psychisch lijden veroorzaakt wordt door trauma’s uit het verleden. Genezing zou bewerkstelligd kunnen worden, niet door die trauma’s uit de weg te gaan, maar door er, o.l.v. een “auditeur,” de confrontatie mee aan te gaan. Iedereen kon in principe “auditeur” zijn. Met voetnoten en verwijzingen probeert Hubbard het geheel een wetenschappelijk aanzien te geven. Maar dit bronnenmateriaal blijkt voor het grootste deel verzonnen te zijn. Verbazingwekkend is dat natuurlijk niet gezien het feit dat Hubbard dit boek van 180.000 woorden in zes weken geschreven had.
Hubbards financiële problemen waren plotsklaps voorbij. De verkoopcijfers waren enorm. Hij was wereldberoemd. Een wereldwijde Dianetics subcultuur kwam op gang. Er waren Dianetics tijdschriften, Dianetics studiegroepen, Dianetics conferenties, etc. Toch frustreerde het Hubbard dat hij weinig controle had over wat er met z’n geesteskind gebeurde. Hij had geen intellectueel eigendomsrecht over de term “Dianetics” en over de therapeutische richtlijnen. Omvorming van het gedachtegoed tot een religie leek een goede remedie. Hiermee kon hij de volgelingen blijvend aan zich binden. Ook was er dan een vrijstelling van belastingbetaling. Dianetics werd dus opgeluisterd met een vernislaagje van spiritualiteit en bovennatuurlijkheid. Voor het creëren van een mythologie greep Hubbard terug op z’n verbeeldingskracht als schrijver van science fiction. Er werd reïncarnatie toegevoegd en Dianetics werd Scientology.
In het midden van de jaren 60 kocht Hubbard een drietal grote zeeschepen. De verhuizing van het hoofdkwartier naar internationale wateren was heel pragmatisch. Op de wereldzeeën waren Hubbard & co buiten het bereik van overheden en belastingdiensten. Echter, de aard van de ondernomen expedities geeft de indruk dat Hubbard en z’n getrouwen het contact met de werkelijkheid kwijt waren. Hubbard zou in een openbaring de precieze locatie van een ondergronds ruimtestation bij Corsica te weten zijn gekomen. Uit vorige levens wist Hubbard zich begraven schatten in Calabrië en op Sicilië te herinneren. Er werd van hot naar her gekoerst en uiteraard nooit iets gevonden. Het tekent wellicht de sektementaliteit dat er nooit enig oproer uitbrak onder het scheepsvolk.
Op YouTube is er een goed interview met Lawrence Wright van meer dan een uur waarin hij vertelt dat de sektementaliteit hetgene is wat hem zo boeit aan het onderwerp. Het willen begrijpen ervan is de reden is dat hij het boek geschreven heeft.
Telkens wanneer Hubbard en z’n scheepsvolk ergens aanlegden, dan was er de vrees om ingerekend en eventueel uitgeleverd aan de VS te worden. De oplossing voor dit probleem zou liggen in het overnemen van een land. De keuze daarvoor viel op Marokko. Er werd dus een kantoor geopend in Rabat. Het kantoor heette “American Institute of Human Engineering and Development” en het zou gaan om de ontwikkeling van een project in hydrocultuur landbouw. Maar dit was een dekmantel. Twee aantrekkelijke vrouwen van voor in de 20 zaten achter de schrijftafels. Spoedig werden de dames graag geziene gasten op soirees en recepties in het koninklijk paleis. In juli 1971 waren ze zodoende onder de genodigden bij een feestelijke militaire show ter gelegenheid van de verjaardag van Koning Hassan II. Het feestje ontaardde in een couppoging. Militairen bestormden het paleis, er viel een honderdtal doden en de koning verschool zich in een toilet. Hubbard zag de crisis als een prachtkans en wilde militaire officieren gaan instrueren in het gebruik van z’n E-meter als leugendetector. Maar niet veel later kwam Koning Hassan tot de conclusie dat het met de Scientology om een dekmanteloperatie van de CIA ging. Hubbard en z’n volgelingen werden het land uitgejaagd.
In 1975 gingen Hubbard en de beweging terug naar het Amerikaanse vasteland. Om uit handen van justitie en belastingambtenaren te blijven woonde Hubbard in caravans of op geheime adressen. De Scientology kerk claimt dat haar “spirituele technologie” de sleutel is tot een blakende gezondheid. Maar in het geval van Hubbard zelf bleek daar erg weinig van. Hij was dik en had veel kwalen. Vanaf 1980 verscheen hij niet meer in het openbaar.
David Miscavige was opgegroeid in de Scientology. Hij was gespierd en had een intimiderend voorkomen. Hij was nog geen 20 jaar oud toen hij in 1979 aan het hoofd van Hubbards lijfwacht kwam te staan. Al snel had hij de volledige controle over alle verkeer tussen Hubbard en de kerk. Mensen met macht binnen de Scientology wist hij weg te zuiveren. Het was Miscavige die de gelovigen in 1986 in een grote conferentiezaal op de hoogte bracht van het overlijden van Hubbard. Het is grappig hoe hij dit overlijden formuleerde als een overgang naar een hogere fase; een fase die “uitwendigheid” vereiste.
David Miscavige staat nog altijd aan het hoofd van de Scientology kerk. Naar de buitenwereld lijkt hij een goed gekapte paus in een driedelig pak. Maar er is een overvloed aan verklaringen waaruit blijkt dat hij weinig aanleiding behoeft om een naaste medewerker in elkaar te slaan. Ieder moment kan hij over de vergadertafel springen en vuistslagen gaan uitdelen. De laatste 150 pagina’s van Wrights boek zijn een beschrijving van het terreurbewind van Miscavige. Binnen de hogere bestuurslagen van de kerk worden mensen doorlopend overgeplaatst naar andere functies of vaak jarenlang opgesloten. “Rehabilitation Project Force” heet zulke detentie in Scientology kringen, maar vergeleken met een Scientology “rehabilitatie” is een gewone gevangenis een luxe hotel. Niets is er er sinds 2006 vernomen van Shelly Miscavige, de voorheen prominent aanwezige vrouw van David Miscavige. Tommy Davis begeleidde Tom Cruise jarenlang namens de kerk en was vaak woordvoerder voor de Scientology. Ook van Tommy Davis en z’n vrouw is al sinds meer dan een jaar niets vernomen.
Wright doet geen pogingen om patronen te ontdekken of verklaringen te vinden met betrekking tot het gedrag en de geweldadige uitbarstingen van Miscavige. Het woord “paranoia” valt niet. Wright is dan ook geen pop-psycholoog. Hij is verbonden aan het prestigieuze kwaliteitsweekblad The New Yorker. Hij is in eerste instantie journalist en beperkt zich tot namen, feiten, plaatsen, datums en getuigenverklaringen. Zo zorgvuldig en zo ondubbelzinnig mogelijk probeert hij de gehele waarheid en niets dan de waarheid te formuleren in hoogstaand Engels. Soms is het vrij droog. Wie niet goed Engels kent, die moet niet aan het boek beginnen. Er is vooralsnog geen Nederlandse vertaling beschikbaar.
Zoals gebruikelijk met sekten zou het ludiek zijn als er ook niet de hersenspoeling, de mishandeling en de uitbuiting waren. Kinderen worden hierbij niet gespaard. Het is bemoedigend dat er bij de Scientology de laatste jaren een massale uittocht van leden is geweest. Ook is er nu een constante stroom van negatieve publiciteit. Hopelijk zal David Miscavige z’n driedelig kostuum nog eens mogen verwisselen voor een stemmig, oranje gevangenistenue.
Geïnteresseerd geraakt in het boek? Bestel het via onderstaande link bij Bol.com en steun daarmee Kloptdatwel! Alvast bedankt!