In dit vervolg in de reeks testen voor paranormale krachten, die begonnen was met telepathie, gebruiken we de Zenerkaarten om te testen op helderziendheid en precognitie.
Beide testen gebruiken 25 pogingen om Zenerkaarten correct te identificeren. De Z-test die toegepast werd bij telepathie is nu niet bruikbaar voor de statistische analyse, omdat het kleine aantal pogingen niet aan de voorwaarden voor verantwoord gebruik van het model voldoet .
De gebruikte bronnen, JREF, Blackmore & Hart-Davis en John G. Kruth (The Rhine Research Center) zijn er echter allen over eens dat een significante uitkomst behaald wordt bij minstens 9 correcte pogingen van de 25. Dus dat er goed bewijs is dat er meer speelt dan alleen kans als ik bij de helderziendheid 9 of meer correct geïdentificeerde Zenerkaarten behaal. Hetzelfde geldt voor precognitie.
Kleine test voor helderziendheid
Helderziendheid wordt beschouwd als het verschijnen van informatie van objecten zonder dat er andere bekende zintuigelijke waarnemingen aan vooraf gaan. Dit werd getest door 25 Zenerkaarten te schudden en een voor een van de stapel af te halen met het symbool onzichtbaar voor mijzelf. Ik geef voor elk van de gepakte kaarten aan welke symbool ik denk dat erop staat. Nadat alle 25 kaarten zo gepakt zijn, wordt er gekeken welke kaarten er met de aangegeven symbolen overeen kwam.
Het verwachte aantal bij puur raden is 5 bij de 25 pogingen, de kans om een kaart goed te raden is immers 1 op 5.
Het resultaat was 6 correcte pogingen van de 25. We kunnen dus niet verwerpen dat er meer aan de hand is dan alleen kans. En dus hebben we geen goed bewijs dat ik helderziend ben.
Kleine test voor precognitie
Daarna hebben wij precognitie getest. Precognitie is het voorspellen van de toekomst. Dit is lastig te testen omdat je ook informatie van een object kunt ontvangen zoals bij helderziendheid. Een voorstel voor een testmethode wordt gegeven door de JREF, door eerst een symbool te zeggen en vervolgens willekeurig een kaart uit de 25 Zenerkaarten te trekken om te zien of het overeenkomt. Ik voorspelde de kaart en trok een willekeurig kaart uit de stapel. Gelijk werd er gekeken of het overeenkwam met de voorspelling. Daarna werd de hele stapel geschud en herhaalde de handeling zich tot alle 25 pogingen geweest waren.
Halverwege kwamen wij erachter dat de sterkaart een andere kleur had en wisselden we van kaarten zodat we van deze kennis geen gebruik konden maken.
Als we deze poging toch meenemen kwam ik op 7 van 25. Dus ook niet significant. En daarmee geen goed bewijs dat ik de toekomst kan voorspellen.
Samen met de resultaten van de helderziendheid- en telepathie-testen hebben we nog steeds geen goed bewijs hebben voor de claims van de aurafotograaf en handlezer van de spirituele beurs dat ik paranormaal begaafd zou zijn.
Wat is het nut van zulke kleine testen?
Toen J.B. Rhine in de jaren 1930 en verder zijn Zenerkaart-experimenten uitvoerde deed hij jaren en duizenden pogingen om paranormale krachten te vinden. Ook onder betere testcondities (Hyman, 1989, p.109). Als er duizenden pogingen gedaan worden om paranormale krachten te vinden, wat voor nut heeft het dan om zulke kleine testen uit te voeren?
Ik denk dat er verschillende argumenten zijn om deze testen te doen. Je kunt ze gebruiken als test-testen. Het voordeel is dat je minder middelen en tijd nodig hebt dan voor de grotere testen. En als er uit deze testen geen resultaten komen krijg je toch een beeld of je überhaupt paranormale krachten hebt. Er zijn heel veel mogelijkheden om tot correcte pogingen te komen, bijvoorbeeld: verkeerd – of gemanipuleerd schudden, weerspiegeling van de symbolen op oppervlaktes, symbolen die door de kaarten schijnen, symbolen die op kaarten liggen welke een net iets andere kleur hebben dan de rest (zoals bij de precognitie test). Ofwel: als je bij deze simpele testen geen significant resultaat behaalt, heeft het dan nut om meer tijd en middelen daar aan te besteden? Als je denkt van wel, kun je altijd nog grotere en beter gecontroleerde testen uitvoeren. Bijvoorbeeld: Zenerkaarten, onderzoeker en testsubject in andere kamers, een schudmachine of random number generator voor corresponderend symbool etc.
Een ander argument voor de kleine testen is dat je al vertrouwd raakt met de materialen en opstellingen van de testen zelf. Zo kun je er eerder achterkomen wat beperkingen van je test en de materialen zijn. Hierdoor kun je later beter gecontroleerde testen opzetten.
Bij Skepsis waar je je buitengewone gaven kunt laten testen wordt er ook eerst een simpelere test uitgevoerd voordat er een grotere en gecontroleerdere test wordt uitgevoerd. Met deze tests kun je naast roem ook 10.000 euro verdienen!
Literatuur:
Baldi, B., Moore, S. The Practice of Statistics in the Life Sciences. W.H. Freeman and Company. 2009. Derde druk.
Blackmore, S. Hart-Davis, A. Test your Psychic Powers. Thorsons. 1995.
Hyman, R. The Elusive Quarry. Prometheus Books. 1989.
James Randi Educational Foundation. Do you have ESP? Student edition. 2012.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.