In 1899 gaf de Zwolse officier van Justitie het maar op: de bekende kwakzalver Peter Stegeman (1840-1922) alias Het Staphorster Boertje was in zijn regio betrapt op onbevoegde uitoefening der geneeskunde, maar als hij hem daarvoor voor de rechter zou brengen, dan zou hij – aldus berichtgeving in De Hofstad van 1 april 1899 – worden berecht door ‘een rechter, die hij reeds menigmaal met zijn kwakzalverij een goede dienst had bewezen’. Deze casus was niet uniek: ondanks de strenge wetgeving, waarin sinds Thorbecke geneeskunde tot exclusief academisch beroep was verheven, kregen onbevoegden die wel voor de rechter werden gebracht vaak lichte tot zeer lichte straffen en deze leidden er nooit toe dat de kwakzalvers hun praktijken neerlegden. Hoogstens werden deze tijdelijk verplaatst.
Onbevoegde uitoefening der geneeskunde bestaat niet meer sinds in 1997 de wet BIG geneeskunde tot vrij beroep verklaarde. Alternatieve genezers kregen ruim baan en kunnen nauwelijks meer worden vervolgd. Hulpverleners met een erkende opleiding worden geregistreerd in het zgn. BIG-register en kunnen tuchtrechtelijk worden aangesproken en te maken krijgen met de Inspectie. Wat daarbuiten gebeurt wordt overgelaten aan het vrije spel der maatschappelijke krachten en de enige (abortieve) vorm van regulering die nog plaatsvindt, is in handen van winstbeluste zorgverzekeraars, die marginale voorwaarden stellen aan alternatieve hulpverleners, die hun diensten vergoed willen hebben vanuit de aanvullende verzekeringen. Inhoudelijke toetsing vindt niet plaats en dat kan ook niet anders: bewijzen van werkzaamheid zijn er niet en valide toetsingscriteria ontbreken. Sinds kort is er een tweede categorie beoordelaars van alternatieve geneeswijzen opgestaan, een direct gevolg van nieuwe wetgeving waardoor aanbieders van alternatieve geneeskunde, BIG-geregistreerd of niet, hun vrijstelling van btw zijn kwijtgeraakt: belastingrechters. Bedoelde wet, die op 1 januari 2013 is ingegaan, stelt dat btw-vrijstelling alleen nog maar geldt voor diensten die een ‘gezondheidskundige waarde’ hebben en de wetgever stelde dat ‘de vrijstelling alleen geldt voor zover het betreft dienstverlening waarvoor in de Wet BIG het kwaliteitsniveau is geregeld. Dat betekent dat zorg waarvoor geen regels zijn gesteld in of krachtens de Wet BIG niet is vrijgesteld. (…) Tot deze niet-reguliere behandelwijzen worden onder meer gerekend acupunctuur, osteopathie en chiropractie’. De ingeboekte opbrengst van deze maatregel in het Belastingplan 2013 bedraagt 65 miljoen euro. De btw op alternatieve geneeswijzen kan worden vergeleken met accijns op tabak en alcohol: het werkt hopelijk remmend op ongezond gedrag en komt de schatkist ten goede. Protesten en handtekeningenacties tegen deze belastingmaatregel uit alternatieve hoek bleven zonder effect, maar de houdbaarheid van de wet wordt sinds kort ondergraven door rechterlijke uitspraken, die de traumatische herinneringen aan 1899 weer tot leven brengen.
Zo werd op 20 februari 2013 door een Haagse kantonrechter bepaald dat ‘register-chiropractoren’, die diensten verrichten als die van een fysiotherapeut, vrijgesteld zijn van btw-heffing. Op 8 april 2013 bepaalde een gerechtshof in Den Bosch, dat een magnetiseur geen btw hoefde te betalen omdat zijn diensten konden worden gelijkgesteld aan die van afgestudeerde psychologen en psychiaters. En op 16 mei bepaalde een rechtbank in Arnhem, dat een maatschappelijk werkende, die als ‘Gestalt-therapeut’ werkzaam is, evenmin btw behoeft te betalen, omdat zijn diensten gelijkwaardig zouden zijn aan die van GZ-psychologen en psychotherapeuten. Zo slagen kwakzalvers er via de rechter in flinke bressen te slaan in de jonge wetgeving en komt de opbrengst van de zo heilzame maatregelen onder druk te staan. Ernstiger is nog de chaos die nu is ontstaan, want deze vonnissen ondermijnen de waarde die er in de wet BIG wordt toegekend aan goedgekeurde en door het NVAO geaccrediteerde beroepsopleidingen, opleidingen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis en een toetsingskader zoals de beroepsgroepen dat erkennen en hanteren. Inhoudelijk zullen de magistraten de nu alsnog van btw-heffing vrijgestelde beroepsbeoefenaren niet hebben kunnen beoordelen, maar zij zullen zich gericht hebben op hetgeen er leeft in de samenleving. Daar rondkijkend hebben zij allereerst kunnen constateren, dat praktisch alle zorgverzekeraars via de aanvullende verzekering kwakzalverij vergoeden. Ook hebben zij kunnen vaststellen dat de KNMG in haar gedragsregels weliswaar veel randvoorwaarden formuleert, maar haar leden geen absoluut verbod op toepassing van alternatieve geneeswijzen heeft opgelegd. Huisartsen met een in mijn ogen verwerpelijke beroepsopvatting, dat wel, verwijzen patiënten met regelmaat naar genoemde categorieën alternatieve genezers, hetgeen door hen in de rechtszaken nadrukkelijk werd gemeld. De nascholingscommissies van beroepsverenigingen van huisartsen, psychiaters en psychologen keuren onbekommerd congressen goed, waar scholing in alternatieve geneeswijzen wordt aangeboden. Bij navraag stelt men dan dat de leden, die deze cursussen volgen, best kunnen beoordelen of iets waarde heeft of niet. Men bagatelliseert zo de ertegen ingebrachte bezwaren, maar realiseert zich niet welke indruk dergelijke accreditering op de leek maakt, rechters incluis. Nu men de forse beledigingen van de rechter moet slikken, alsof opleiding en nascholing volstrekt irrelevant zijn en alternatieve genezers daarzonder gelijkwaardige kwaliteit zouden bieden, nu zijn de druiven zuur. Protest bleef uit, maar met zoveel boter op het hoofd zou dat ook slechts tot hoongelach hebben kunnen leiden. Het is intussen niet ongebruikelijk dat nieuwe wetgeving wordt getoetst in rechtszaken, waarna zich een geaccepteerde praktijk uitkristalliseert. Daarom zullen bovengenoemde arresten nog wel worden gewogen in hoger beroep, maar die rechters kan voorlopig weinig verweten worden. Geheime sympathie voor kwakzalvers behoeft hier niet te worden vermoed. Immers, als de beroepsgroep zoveel ruimte biedt aan kwakzalverij in eigen kring, hoe kan zo’n rechter dan beter weten?
De schade zou overigens nog wel eens mee kunnen vallen, want alleen het arrest over de chiropractie heeft betrekking op de situatie vanaf 1 januari 2013, de beide andere zaken gaan over het verleden en zouden nu kansloos zijn geweest. Ook BIG-geregistreerden, die een alternatieve behandelwijze toepassen betalen tegenwoordig btw.