Uit de Telegraaf van 14 juni: ‘Georgina Verbaan las vanmiddag samen met kinderen voor aan asieldieren in het opvangcentrum van de Dierenbescherming in Amersfoort.’ Voorlezen aan katten? Waar zou dat nu goed voor zijn? Het bericht gaat verder: ‘De Dierenbescherming voert momenteel campagne om het verblijf van dieren in het asiel zo aangenaam en kort mogelijk te laten zijn. Voorlezen is een van de manieren om dat te doen.’ Eh, echt?
Bij RTV Utrecht wordt het voorlezen aan katten al wat minder vreemd: ‘Volgens de Dierenbescherming klopt dit. “Je moet tijd met je dier doorbrengen. Dat is voor het baasje en het dier prettig. Dat kan voorlezen zijn, maar ook iets anders”, aldus een woordvoerder. Voorlezen helpt dieren daarnaast bij hun socialisatie, waardoor ze makkelijker plaatsbaar worden.’ Het gaat dus eerder om het gezellig samenzijn. Maar waar komt dat voorlezen dan vandaan?
Een wat ouder berichtje (nov. 2014) in het Algemeen Dagblad geeft een verdere hint: ‘Het was een verhaal op Facebook dat Marije Arnouts aan het denken zette. ‘Het ging over jongeren in Pennsylvania, Amerika, die voorlazen aan katten in het asiel. De kinderen hadden allemaal een taal- en leesachterstand. Door tussen de katten te zitten konden ze zonder commentaar het voorlezen oefenen. En de beestjes werden er rustig van.’ Het voorlezen is dus vooral bedoeld om deze kinderen op een leuke manier meer aan het (voor)lezen te krijgen. Met die informatie is het project in Amerika snel teruggevonden: het programma werd in in 2013 officieel gestart onder de naam ‘Book Buddies’ en heeft een eigen website: