The Mad Revisionist – een website ontstaan uit bewondering van de methoden die Holocaust-ontkenners gebruiken om de historische waarheid te ontdekken. Het enige falen van de holocaust-ontkenners volgens the Mad Revisionist: het niet toepassen van hun logica op andere gebieden. The Mad Revisionist gaat door waar Holocaust-ontkenners zijn opgehouden en ontkent vrolijk de maan.
Als de maan nep is, hadden ze hem dan niet in leuke kleurtjes kunnen maken in plaats van saai grijs?
You can see it. But think about it – without the help of so-called “experts”, how do you really know what you’re looking at? It could be a hologram, projected from various government installations throughout the world. It could be a large, crudely painted balloon, held in place by helium and propelled by tiny sails and rudders (which is why it moves across the sky so slowly).
They ingeniously concocted the idea of “cycles of the moon”, and as their resources increased, were able to create the illusion that this object in the sky actually went through such changes. To make their hoax more plausible to early, superstitious societies, they arranged for these cycles to coincide with the months of the year.
But don’t all qualified scientists and astronomers agree that there is a moon? Indeed, but shouldn’t one be suspicious of such unanimity, when universities are supposed to be forums for open debate of controversial issues. (…) You will never see the revisionist perspective on the moon being taught in institutions of higher learning, even as a controversial opposing view. (…) Could you imagine a student who argued the revisionist viewpoint on the question of the moon being awarded a degree? He would be hounded out of the university in an instant! How can one explain such behavior from institutions that are supposed to serve as forums for the free exchange of ideas, except to conclude that the establishment has something to hide?
But don’t the astronauts who claim to have walked on the moon count as eyewitnesses? And just how much money did each of these men receive, on record, for their services? And this doesn’t count the unaccounted millions that have probably bought their continued silence since.
And what about the “moon rocks” that these astronauts brought back with them? I’m sure their backyard gardens are just that much poorer. It will take more than a few phony space artifacts to prove the existence of a 74,000,000,000,000,000,000 ton object orbiting the earth.
Hasn’t the moon been mentioned in texts and literature throughout history? There is no mention of the moon in the English language prior to the year 1066. This is a proven fact, so rarely spoken of in these controlled academic institutions.
Het moge duidelijk zijn dat The Mad Revisionist een humoristische site is. Maar de manier van argumenteren zal voor velen herkenbaar zijn. Het is de manier van veel complottheoretici.
Wanneer iemand met een bewijs voor je neus staat, zeg je dat het gefabriceerd is.
Wanneer een expert een uitspraak doet zeg je dat diegene geld heeft ontvangen om die uitspraak te doen.
Wanneer ‘iedereen’ een bepaalde (andere) mening heeft zeg je dat “zij er allemaal bij horen”.
Een pareltje uit de begintijd van Kloptdatwel (21 oktober 2010) gaat over een briljante lezing waarin Matt Harding in 5 minuten uitlegt dat een denkbeeldige lijn een hele serie belangrijke monumenten op aarde verbindt – de imaginary line of ancient cosmic weirdness. De Nazca lijnen in Peru zijn verbonden met de grote piramide in Gizeh en op die lijn liggen ook andere mysterieuze plekken zoals Paaseiland en oeroude monumenten waarvan sommige nooit goed verklaard zijn. Zelfs de kaart van Piri Reis die de kustlijn van Zuid Amerika toonde voordat Columbus er ooit was geweest komt in een ander daglicht te staan. De lijn loopt namelijk over een eiland op deze kaart dat nooit is teruggevonden. Is dit soms Atlantis? Of is het historisch complotdenken?
Jan-Willem van Prooijen is de laatste spreker van het Skepsis-congres 2010: de psychologie van het geloof in complottheorieen.
Dit bericht is eerder gepubliceerd op 26-11-2010. UPDATE 28-01-2011: onderaan de pagina staat de video van deze presentatie samen met de gebruikte powerpoint presentatie.
Dit is een samenvatting van de lezing:
De psychologie van het geloof in complottheorieën.
Jan-Willem van Prooijen is Associate professor aan de Vrije Universiteit van Amsterdam
In deze lezing gaat Jan-Willem van Prooijen in op de psychologische aspecten van het geloof in complotten. Daarbij is het niet relevant of een complottheorie waar is of niet: het gaat om hoe en waarom mensen in complotten geloven, vooral om welke psychologische factoren mensen gevoelig maken voor geloof in complottheorieën.
Van Prooijen verstaat onder een complottheorie: de verdenking dat een bedreiging van de sociale orde opzettelijk gepland en uitgevoerd werd door een kwaadaardig complot, vaak van legitieme autoriteiten of instituten. Een complottheorie ontstaat vooral na bedreiging van de sociale orde; deze bedreiging kan reëel en objectief zijn, maar ook irreëel en subjectief.
De 2 hoofdstellingen van Van Prooijen zijn:
1. Complottheorieën zijn psychologisch gezien functioneel: mensen hebben behoefte om betekenis te verlenen aan stressvolle sociale gebeurtenissen en complottheorieën komen tegemoet aan deze behoefte.
2. Complottheorieën zijn een reactie op grote maatschappelijke gebeurtenissen: mensen zoeken voor een groot gevolg graag naar een grote oorzaak.
Uit onderzoek blijkt (Whitson & Galinsky, 2008; Science) dat onzekerheid en gebrek aan controle de behoefte om betekenis te verlenen versterken. Mensen zien eerder onterecht patronen nadat ze een situatie in herinnering hebben geroepen waarin ze geen controle hadden. Uit ander onderzoek blijkt dat het identificeren van specifieke, benoembare vijanden effectiever is in het reduceren van angst dan het erkennen van het bestaan van toeval. Mensen vrezen toeval meer dan onrechtvaardigheid.
Van Prooijen heeft samen met anderen een vijftal studies uitgevoerd, waarvan hij de resultaten kort belicht. Voor de toehoorders is het wel even goed opletten, want in de getoonde statistieken begint de schaal van de staafjes niet bij 0!
Studie 1: Noord-Zuidlijn in Amsterdam Insteek: manipulatie van controle.
Dit onderzoek had dezelfde opzet als dat van Whitson & Galinsky en besloeg o.a. vragen over corruptie bij gemeenteraadsleden. In de antwoorden maakte het verschil of mensen vooraf hadden gedacht aan een situatie met veel controle, een situatie met weinig controle, of een controleneutrale situatie.
De waargenomen immoraliteit van een autoriteit blijkt een goede indicator voor geloof in complottheorieën te zijn. Wanneer iemand als moreel goed wordt gezien, is complotdenken minder aan de orde. Denk bijv. aan de gestegen populariteit van George W. Bush na de aanslagen van 11 september 2001, of het geloof in God na rampspoed. Immoraliteit is zelfs een randvoorwaarde voor complotdenken. Oftewel gebrek aan controle leidt tot geloof in complotten mits de betreffende autoriteit als immoreel wordt gezien.
Studie 2: Aanslagen van 11 september 2001 (‘9/11’) Insteek: behoefte aan structuur.
Dit onderzoek besloeg vragen over de regering van George W. Bush en onderzocht de invloed van de behoefte aan structuur, het kunnen omgaan met onzekerheid. De correlatie tussen waargenomen immoraliteit en geloof in complotten bleek sterker voor mensen die behoefte aan structuur hebben.
Studie 3: Westerse oliemaatschappijen
Insteek: manipulatie van moraliteit.
Dit onderzoek besloeg vragen over westerse oliemaatschappijen en de oorlog in Irak. Vooraf hadden mensen een stuk te lezen gekregen waarin westerse oliemaatschappijen als moreel of juist als immoreel werden afgeschilderd. In de antwoorden maakte het verschil of mensen vooraf hadden gedacht aan een situatie met weinig controle of een controleneutrale situatie.
Studies 4 en 5: Het ongeluk van ‘Yayi Godo’ uit Benin
Insteek: manipulatie van emotionele betrokkenheid.
Yayi Godo is een fictief persoon in een fictief krantenbericht in studie 4. Godo is oppositieleider in Benin en krijgt een auto-ongeluk. De mate van dreiging in het bericht kon zijn: groot (Godo overlijdt) of klein (Godo herstelt). In de antwoorden maakte het verschil of mensen vooraf het subjectieve perspectief hadden genomen van Godo zelf of afstand hadden genomen voor een objectieve beschrijving.
Uitkomst: combinatie subjectief perspectief + grote dreiging = complotdenken.
De opzet van studie 5 was gelijk aan die van studie 4, maar dan met het perspectief van een inwoner van Benin i.p.v. Godo zelf. Dit lost het mogelijke probleem op van het moeten nemen van het perspectief van een overleden persoon. De uitkomst is gelijk aan die van studie 4.
Ten slotte Er dient zich een nieuwe onderzoeksvraag aan: Hoe kunnen we complotdenken tegengaan? De hypothese is dat transparantie helpt. Ter afsluiting geeft Van Prooijen daarom ‘openheid van zaken’ en laat weten dat zijn onderzoek gefinancierd werd door de CIA, MI6, de Mossad en het Nederlandse ministerie van Defensie. Dus in hoeverre wij hem kunnen geloven…
Stef Aupers geeft als 3e spreker tijdens het Skepsis-congres 2010 zijn presentatie: De paranoïde samenleving
Dit bericht is eerder gepubliceerd op 25-11-2010. UPDATE 21-01-2011: onderaan de pagina staat de video van deze presentatie samen met de gebruikte powerpoint presentatie.
Dit is een samenvatting van de lezing:
“De paranoïde samenleving, naar een sociologie van de complottheorie”
door Stef Aupers, universitair hoofddocent aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam
Paranoia DSM-IV, het classificatiesysteem dat door de meeste hulpverleningsinstellingen gebruikt wordt om vast te stellen of sprake is van een psychiatrische stoornis, omschrijft een paranoïde persoonlijkheidsstoornis als volgt:
“Een diepgaand wantrouwen en achterdocht ten opzichte van anderen waardoor hun beweegredenen worden geïnterpreteerd als kwaadwillig (…)”.
Op het moment dat veel mensen deze eigenschap vertonen en de samenleving erdoor verandert, wordt het onderwerp van sociologisch onderzoek. Of een samenzweringstheorie nu waar is of niet, is voor een socioloog niet relevant; het gaat erom wat mensen voor waar houden en hoe die ‘waarheid’ verklaard kan worden vanuit bredere maatschappelijke ontwikkelingen.
Collectief wantrouwen Dat complottheorieën niet iets zijn van de laatste eeuwen, bleek al uit het overzicht dat Jan Willem Nienhuys gaf, maar hoe komt het nu dat complottheorieën dusdanige vormen aannemen dat men zelfs kan spreken van een paranoïde samenleving? Volgens het SCP is 60% van de Nederlanders het eens met de stelling “Tegenwoordig weet je echt niet wie of wat je moet vertrouwen”. Tegelijkertijd geeft men aan dat het persoonlijk goed gaat maar met de samenleving slecht. Voorwaarde voor de ontwikkeling van complottheorieën is de aanwezigheid van wantrouwen, met name wantrouwen ten opzichte van overheden. In de Verenigde Staten is wantrouwen ten opzichte van de overheid gegroeid van 20% in 1964 naar 75% in 1998. Zo’n 80% gelooft dat de overheid van de VS informatie achterhoudt over buitenaardse wezens en voor 9/11 staat het percentage op 42%. Europa vertoont een vergelijkbare tendens. Wie herinnert zich niet de Mexicaanse griep waarover het gerucht ging dat in het vaccin vergif zat en dat de overheid het H1N1-virus zelf geproduceerd had?
Het feit dat sommige complotten wél waar zijn (denk aan Watergate) maakt het er niet makkelijker op.
Van ‘secure paranoia’ naar ‘insecure paranoia’ In de maatschappij was het tijdperk van ‘secure paranoia’ overzichtelijk: er was sprake van ‘exotische, gevaarlijke buitenstaanders’ die als groep te lokaliseren was en daardoor te bestrijden. Denk bijvoorbeeld aan geheime genootschappen, de communisten, de Joden et cetera.
‘Insecure paranoia’ is als fenomeen ongrijpbaarder en daardoor gevaarlijker. De eigen instituties en de eigen elite zijn niet meer te vertrouwen; er is geen sprake meer van één groep maar van verschillende (coalities van) ‘samenzweerders’.
Absolute kennis is problematisch De positie van ‘autoriteiten’ in de maatschappij is ook veranderd; de tijd van absolute autoriteiten is voorbij. Dit geldt voor de autoriteit van de kerk, voor de autoriteit van personen en in toenemende mate ook voor de autoriteit van de wetenschappelijke kennis. ‘De’ expert bestaat niet meer. Via het internet wordt veel zinnigs en onzinnigs verspreid en iedereen heeft er een mening over. Kortom: er is sprake van een informatiechaos. Complottheorieën streven naar de waarheid, maar dragen eerder bij aan verwarring.
Sociale systemen zijn ondoorgrondelijk Globalisering heeft een einde gemaakt aan overzichtelijke overheden. De afstand is groot en inzicht in de werking klein. Men raakt vervreemd van het systeem en vreest de almacht ervan. Wantrouwen is er ook ten opzichte van de werking van de financiële markt; ook die is ongrijpbaar hetgeen onzeker maakt. Wantrouwen is zoals gezegd een voorwaarde voor de ontwikkeling van complottheorieën maar hoeft niet per definitie uit te monden in paranoia. Er blijft voor sociologen genoeg werk aan de winkel.
Jan Willem Nienhuys geeft als 2e spreker van het Skepsis-congres 2010 een kort overzicht van complottheorieen.
Dit bericht is eerder gepubliceerd op 24-11-2010. UPDATE 14-01-2011: onderaan de pagina staat de video van deze presentatie samen met de gebruikte powerpoint presentatie.
Dit is een samenvatting van de lezing waarin Jan Willem Nienhuys in vogelvlucht een overzicht van complottheorieën door de jaren heen geeft.
Beroemde mensen en beruchte incidenten Nienhuys begint met een korte opsomming van enkele echte samenzweringen (van de moord op Caesar tot Watergate) en noemt ter inleiding van vermeende complotten de Pink Swastika, waarin beweerd wordt dat Adolf Hitler en Friedrich Nietzsche homo’s waren en dat het nazisme is bedacht opdat homo’s de wereld konden overnemen.
Hierna stelt Nienhuys de zaal de vraag wie een voorbeeld kan noemen van een complot rond een moord of aanslag op een beroemdheid. De allereerste suggestie is ‘JFK’, de moord op John F. Kennedy. Enige hilariteit ontstaat als Nienhuys vertelt dat hij wel helderziend moet zijn, want JFK is precies de eerste die op zijn volgende dia staat. Nienhuys legt uit dat de dood van een beroemdheid vaak tot complotdenken leidt, en noemt daar voorbeelden van, zoals Martin Luther King, prinses Diana, Pim Fortuyn en veel Amerikaanse presidenten. Ook de organisatoren moeten helderziend zijn, want vlak voor deze presentatie werd een aflevering van That Mitchell and Webb Look getoond die over de dood van prinses Diana ging.
Daarna is het weer de beurt aan de zaal. Nienhuys vraagt voorbeelden van beroemde ongelukken en incidenten. Het publiek doet gretig mee en Nienhuys schrijft het allemaal op een overklapper. Grote ongelukken, zoals die met de Titanic, die met de spaceshuttles of de Bijlmerramp, leiden vaak tot complotdenken, evenals onopgeloste misdaden; zo is nog altijd onbekend wie Jack the Ripper was.
Uiteraard mag ‘9/11’ niet ontbreken in een overzicht van vermeende complotten. De aanslagen op de Twin Towers op 11 september 2001 waren inderdaad het werk van een samenzwering, namelijk van moslimfundamentalisten, maar er zijn lieden die geloven dat de Amerikaanse regering van George W. Bush zelf achter de aanslagen zat. (Nienhuys haalt even Reagan en Bush door elkaar, wat tot gegrinnik in de zaal leidt.) De film Loose Change is aan dit vermeende complot gewijd.
Geheime genootschappen Dan komen de geheime genootschappen aan bod. De Protocollen van de Wijzen van Zion vormen het bekendste geschrift, waarin beschreven wordt hoe de joden de wereldmacht willen grijpen. Tevens zijn hierin de standaardtrucs van leiders te vinden hoe de bevolking te misleiden en te onderdrukken. Ze zijn een rommelig samenraapsel van allerlei teksten van diverse oorsprong en zijn al bijna een eeuw geleden ontmaskerd. Helaas zijn er tot op heden mensen die geloven dat deze Protocollen echt zijn.
Het bekendste hedendaagse geheime genootschap vormen de Illuminati, hoewel zij niet meer waren dan een achttiende-eeuwse leesclub van verlichte denkers in Beieren, Duitsland. Karl Theodor verbood op zeker moment alle geheime genootschappen waaronder de Illuminati. Dat is koren op de molen van complotdenkers, die nog altijd geloven dat de Illuminati achter de grote wereldgeschiedenis zitten.
Een andere vermeldenswaardige episode is de hoax van Léo Taxil (pseudoniem van M.J.G.A. Jogand-Pagès). Eerst publiceerde hij stukken tegen het katholicisme. Later bekeerde hij zich en richtte hij zich, in navolging van de r.-k. kerk, tegen de vrijmetselarij. Toen hij na jaren tijdens een persconferentie onthulde dat hij het allemaal verzonnen had, zelfs zijn bekering, moest hij de zaal ontvluchten.
Maanlanding en Bielefeld Volgens miljoenen Amerikanen zijn wij mensen nooit op de Maan geland. De maanlandingen zijn van A tot Z gefilmd in de studio om ons maar wat wijs te maken. De bewijzen die hiervoor worden aangedragen zijn vaak amateuristisch, terwijl de complotdenkers zichzelf juist slimmer dan de NASA achten. Aan de andere kant verstopt de Amerikaanse regering buitenaardsen die op Aarde zijn geland (of gecrasht). Of zij heeft zelfs een deal met de aliens gesloten. Of zij bestaat zelf uit aliens. Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt wel geloofd. Het is wel opmerkelijk dat geloof in de maanlandingshoax, anders dan bij de meeste complottheorieën, niet lijkt te stoelen op angst of onzekerheid.
Een grappig moment aan het eind is als Nienhuys vraagt wie er in Bielefeld, Duitsland is geweest; 3 handen gaan omhoog. Dat kan niet omdat Bielefeld helemaal niet bestaat. Althans, de Bielefeld-Verschwörung beweert dat deze plaats verzonnen is, dat foto’s en BI-kentekens misleiding zijn en dat Google wordt omgekocht om de plaats te tonen. Op de plaats waar Bielefeld zou liggen verstopt de CIA namelijk John F. Kennedy omdat die anders zou onthullen dat de maanlanding een hoax is.
Al met al een geslaagde lezing waarin zowel bekende als minder bekende complottheorieën voor het voetlicht worden gebracht. Nienhuys vertelt met flair en gevoel voor humor. Je zou bijna vergeten dat het hier om een serieus onderwerp gaat.