Deze voordracht gaf Wim Betz tijdens het World Skeptics Congress 2012 in Berlijn.
Homeopathic Tactics in the EU
Zoals eerder al bericht op Skepsis.nl, mag er over homeopathische middelen niet meer zomaar gezegd worden waartegen ze zouden helpen. Eerder was dit al het geval voor webwinkels, maar vanaf vandaag, 1 juli 2013, mag er ook in winkelschappen geen reclame met indicatie voor homeopathische middelen meer gemaakt worden (Geneesmiddelenwet artikel 84 lid 2). Effectief is hiermee de homeopathische reclame hierdoor nu net zo sterk verdund als de oplossing die in de verpakking zit.
Nu is het ondertussen al wel duidelijk dat niet elke verkoper van deze ‘geneesmiddelen’ zich netjes aan de regels houdt. Een goed voorbeeld is de website van Etos waar het bekende (en onuitspreekbare) oscillococcinum nog steeds gepromoot wordt als middel tegen griep. Op de verpakking van oscillococcinum op de site van Etos staat nog duidelijk ‘Homeopathisch geneesmiddel bij griep’, terwijl dat al lang ‘Homeopathisch geneesmiddel’ zonder indicatie zou moeten zijn. De producent van oscillococcinum (Boiron) heeft uitgebreid de kans gehad de werking van het middel wetenschappelijk te bewijzen, volgens dezelfde spelregels die al veel langer voor alle niet-homeopathische middelen gelden. Verrassend genoeg is het Boiron niet gelukt om de genezende werking van sterk verdunde rotte eendenlever te onderbouwen en dus blijft er vrij weinig over om te vertellen over oscillococcinum.
De wettelijke bepaling kunnen verkopers er niet van weerhouden om je persoonlijk advies te geven wanneer klanten daarom vragen, en via die weg alsnog de werkzaamheden van hun homeopathische ‘geneesmiddelen’ te promoten. Niet voor niks komt op de webpagina van VSM uitgebreid de advieslijn in beeld, met zelfs de mogelijkheid om je door hen terug te laten bellen. Daar kan UPC nog wat van leren! Daarmee moet gezegd worden dat de bijsluiter van de Dr. Schlüsser zouten een mooie omschrijving hebben in de bijsluiter: “Een VSM Schüssler zout is een homeopathisch geneesmiddel zonder specifieke therapeutische indicatie dat wordt toegepast volgens de therapie van Dr. Schüssler.” Volledig volgens de richtlijnen, resulterend in een merkwaardig soort alleszeggende nietszeggendheid.
Skeptische actie
Jan Willem Nienhuys heeft op Skepsis.nl al tips gegeven over actie die we kunnen ondernemen en is zelf al druk bezig geweest met het aankaarten van reclame voor oscillococcinum. Kort samengevat kun je een onwettige reclame melden bij het KOAG/KAG (Keuringsraad Openlijke Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) en de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG)) met een simpele email, zolang het inderdaad gaat om een middel met een RVH-nummer (dit geeft een officiële registratie als homeopathisch middel aan). Bij het CBG-MEG is de officiële bijsluiter van elk middel op te zoeken, bijvoorbeeld de oscillococcinum-bijsluiter, waarmee je de gemaakte claim kan controleren en ook het RVH-nummer kunt vinden.
Onderaan deze post vind je een voorbeeldmail die naar het KOAG/KAG gestuurd kan worden, mocht je iets tegenkomen wat niet in de haak is. Zoals gezegd, gaat het vanaf 1 juli 2013 niet alleen over webwinkels, maar mogen ook fysieke winkels hun oude voorraad met indicatie niet meer verkopen. Het zou mooi zijn als we actief het KOAG/KAG op de hoogte stellen van eventuele misstanden. We zien natuurlijk graag voorbeelden van gevonden misstanden en verstuurde e-mails terug in de commentaren!
Update: Een tweetje sturen naar de betreffende winkel lijkt ook goed te werken!
— Voorbeeld email —
Aan: keuringsraad@koagkag.nl
Geacht heer/mevrouw,
Graag attendeer ik u er op dat [ verkoper / producent ] onwettig reclame maakt voor een homeopathische middel zonder therapeutische indicatie. Hieronder vindt u de details van het product en de gemaakt claims. Ik hoop dat deze informatie genoeg is voor u om actie richting de adverteerder te ondernemen.
Naam product:
URL (indien van toepassing):
Omschrijving claims:
Link naar bijsluiter (hier te vinden):
Post- en emailadres verkoper/producent:
Met vriendelijke groet,
—
Dit artikel verscheen eerder in Quest (www.Quest.nl) en is met toestemming overgenomen. Het originele artikel zoals dat in het magazine verscheen is hier te downloaden in pdf-formaat.
Vier redenen waarom mensen geloven in onwaarschijnlijke en onbewezen therapieën
Zalvende onzin
Waterdicht bewijs dat het werkt is er niet. En toch zijn er hordes mensen (ook intelligente!) die beweren dat ze er zonder reiki, homeopathie en acupunctuur nooit bovenop waren gekomen. Hoe zit dat?
TEKST: RIK KUIPER
Niet alleen domoren trappen erin. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek brengt ongeveer een op de tien Nederlanders elk jaar een bezoek aan een alternatieve genezer. Daaronder vallen homeopaten, acupuncturisten, natuurgeneeskundigen en magnetiseurs, maar ook huisartsen die er een alternatief handeltje op nahouden. Wat opvalt aan de cijfers, afkomstig uit een enquête uit 2009, is dat er veel hoogopgeleiden op bezoek gaan bij alternatieve genezers. Van de mensen die alleen basisonderwijs hebben gevolgd, bezocht dat jaar circa zes procent een alternatieve therapeut. Bij mensen met een HBO- of universitaire opleiding was dat bijna dertien procent! En dat terwijl voor het overgrote deel van de alternatieve therapieën geen overtuigend bewijs bestaat dat ze bijdragen aan de genezing. Waarom denken veel mensen dan toch dat ze baat hebben bij dergelijke behandelingen?
1. Ziektes hebben een natuurlijk verloop
Je voelt je slap, hebt hoofdpijn, rillingen, koorts. Na twee dagen besluit je je favoriete alternatieve therapeut te bezoeken, die al snel een ‘ernstige onbalans’ of een ‘energetisch tekort’ constateert. Hij raadt je aan een paar glaasjes ingestraald water te drinken. En ja hoor, na een week later ben je beter. Zie je wel dat dat water helpt! Maar dat kun je pas met zekerheid zeggen als je weet wat er gebeurd zou zijn zonder dat je water dronk. De kans is groot dat dat kwaaltje dan ook was overgegaan, want dat doen veel aandoeningen nu eenmaal. Elke ziekte heeft zijn natuurlijke verloop. Of, zoals de 18de eeuwse filosoof Voltaire het zei: ‘De kunst van de geneeskunde bestaat uit het bezighouden van de patiënt terwijl de natuur de ziekte geneest.’
Dat veel mensen toch denken dat het ingestraalde water effect heeft gehad, komt door een cognitieve illusie, een denkfout. Mensen zijn geneigd om oorzakelijke verbanden te zien waar die er niet zijn. Dat de genezing volgde op de consumptie van dat water wil immers nog niet zeggen dat de genezing veroorzaakt is door dat water. Die denkfout heet in het Latijn ‘post hoc, ergo propter hoc’, letterlijk ‘na dit, dus vanwege dit’. Het gevolg: mensen op wie de illusie vat krijgt, zullen al hun vrienden en kennissen vertellen hoeveel baat ze hebben gehad bij het ingestraalde water.
Hoe stel je dan wel vast of een therapie werkt? Dat kan eigenlijk maar op één manier: doe een uitgebreide studie waarbij je patiënten met dezelfde klachten willekeurig in groepen verdeelt. De ene groep krijgt het ingestraalde water, de andere krijgt water dat niet is ingestraald. Doe dat bovendien bij voorkeur ‘dubbelblind’: zowel de patiënten als de behandelend therapeut weten niet wie het ingestraalde water krijgt, en wie het gewone. Dat wordt door een buitenstaander bijgehouden. Zo voorkom je dat verwachtingen de uitslag van de studie beïnvloeden. Genezen de ingestraalden gemiddeld sneller, dan heeft de behandeling effect gehad. Is er geen verschil, dan heeft je lichaam de ziekte zelfstandig opgeruimd.
2. Soms geneest zelfs een ongeneeslijke vanzelf
Ja, zo’n griepje gaat vanzelf wel over na een paar dagen. Maar hoe zit het met uitbehandelde kankerpatiënten die na het bezoek aan een alternatieve therapeut nog jaren leven? Simpel, zulk wonderbaarlijk herstel komt van nature gewoon voor. Kijk bijvoorbeeld naar het onderzoek van Michael Mac Manus en zijn collega’s. Ze zochten in de database van het Peter MacCallum Cancer Center in Melbourne naar patiënten bij wie tussen 1984 en 1990 een onbehandelbare vorm van longkanker was geconstateerd. De ruim 2000 patiënten kregen alleen een beetje radiotherapie om de symptomen te verlichten. Na een half jaar was de helft van de patiënten overleden, na een jaar leefde minder dan twintig procent nog. Maar er waren ook mensen die ondanks de slechte prognose na vijf jaar nog in leven was. Het ging om ongeveer één procent van de patiënten, van wie een aantal ook na tien jaar nog leefde.
Welke factoren bij zulke onverwachte genezingen een rol spelen, was onduidelijk. Misschien zaten er een paar verkeerde diagnoses bij, opperden de onderzoekers. En misschien ook reageren sommige patiënten uitzonderlijk goed op radiotherapie. Hoe dan ook, de onderzoekers vinden het van belang om de frequentie van dit fenomeen op waarde te schatten, ‘zodat claims van een genezing door een nieuwe therapie of zelfs door een alternatieve geneeswijze of een gebedsgenezing in de juiste context worden gezien.’ Met andere woorden: als zo’n overlever in zijn wanhoop toevallig haaienkraakbeen heeft geslikt, betekent dat niet dat die alternatieve therapie de kanker heeft uitgebannen. Het is veel waarschijnlijker dat de patiënt tot die kleine groep mensen behoort bij wie de ziekte zich terugtrok door die kleine dosis radiotherapie. Maar de kans is groot dat een ander verhaal de ronde gaat doen: ‘Wonderbaarlijke genezing door haaienkraakbeen!’
3. Aandacht en warmte helpen een hoop
Een prachtig experiment was het. Samen met een paar collega’s verdeelde Ted Kaptchuk van Harvard Medical School in de VS ruim 200 patiënten met het prikkelbaredarmsyndroom in drie groepen. Groep een werd alleen op een wachtlijst geplaatst. Groep twee kwam onder behandeling van een weinig spraakzame en snel werkende therapeut, die ze behandelde met nep-acupunctuur. Daarbij maakt hij gebruik van inschuifbare naalden, waardoor de patiënten niet merkten dat ze niet werden geprikt. Ook groep drie werd geprikt met nepnaalden, maar hier nam de therapeut veel meer tijd voor de patiënt en sprak zinnen als: ‘Ik kan me voorstellen hoe vervelend een prikkelbare darm is voor u’.
Na een paar weken werd de balans opgemaakt. Gemiddeld hadden de patiënten in alle drie de groepen minder last van hun darmen. Ook zeiden ze dat hun kwaliteit van leven was toegenomen. En dat terwijl geen van de patiënten een échte behandeling had gehad! De effecten waren het sterkst bij de twee groepen die nep-acupunctuur hadden gehad, waarbij de groep met de vriendelijke therapeut de meeste verbetering toonde. Voor Kaptchuk kwam dit niet als een verrassing. De onderzoeker verdiept zich al jaren in het placebo-effect, het effect dat patiënten zich na een behandeling beter voelen, ook als de behandeling geen bewezen effect heeft. Ditzelfde placebo-effect zorgt dat veel mensen denken dat ze baat hebben gehad bij een behandeling van een alternatieve therapeut. Ze voelen zich beter! Feit is echter dat die verbetering niets te maken heeft met de zuurstoftherapie of de darmspoeling die ze hebben ondergaan, maar met de diagnose, het luisterend oor en het vreemde ritueel. En dat is kwalijk, want als patiënt moet je erop kunnen rekenen dat een therapeut eerlijk tegen je is. Je moet ervan uit kunnen gaan dat hij je alleen blootstelt aan veilige en effectieve therapieën. En niet aan handelingen die alleen drijven op het placebo-effect.
4. Als je ergens tijd in geïnvesteerd hebt, dan moet het wel goed zijn
Ze moesten over de psychologie van seks praten, de vrouwelijke studenten die onderzoekers Elliot Aronson en Judson Mills in de jaren vijftig van de vorige eeuw hadden geworven voor een experiment. Wel deden ze eerst een toegangstest. Voor de helft van de studenten was dat gênant, schrijft Aronson in zijn boek Mistakes Were Made (but not by me): ze moesten seksscènes uit romans als Lady Chatterley’s Lover hardop voorlezen. De andere helft las alleen een lijst van seksueel getinte woorden voor. Daarna hoorden alle studenten een bandopname van een uiterst trage en saaie discussie over de secundaire geslachtskenmerken van vogels. Na afloop moesten ze aangeven hoe interessant ze de opname vonden. De ‘woordenlijststudenten’ vonden de discussie waardeloos. Ook hadden ze zich gestoord aan een spreker die had toegegeven dat hij zich niet had voorbereid. De ‘seksscènesgroep’ vond de discussie wel interessant. En dat die ene student zich niet had voorbereid? Ach, dat konden ze hem best vergeven. Hij was toch eerlijk geweest?
Dezelfde opname, heel verschillende meningen. Hoe zat dat? Volgens de onderzoekers kwam het door cognitieve dissonantie: de onaangename spanning die ontstaat bij twee onverenigbare ‘cognities’ (zoals een houding, gevoel, verwachting, mening of gedrag). Een klassiek voorbeeld is de roker. Die weet dat hij twee pakjes per dag rookt, en dat dat tot longkanker kan leiden. Deze onprettige tegenstrijdigheid kan hij oplossen door te stoppen met roken. Maar vaak lukt dat niet. Dan doet hij wat anders. Hij past niet zijn gedrag aan, maar zijn mening. ‘Ach’, zal hij denken, ‘het zal wel meevallen met de gevaren van roken.’ In het experiment van Aronson en Mills trad iets vergelijkbaars op. De studenten die de seksscènes hadden voorgelezen, hadden een groter offer gebracht om de bandopname te mogen horen dan de andere groep. Daarom was het voor hen moeilijk te verkroppen dat de opname niet interessant was. Dan zou de investering immers voor niets zijn geweest. Om dat ongenoegen weg te nemen, overtuigden ze zichzelf ervan dat de opname wel interessant was.
En dat is precies het gevaar dat op de loer ligt bij mensen die alternatieve genezers bezoeken. Ze hebben er tijd en geld in geïnvesteerd. Vallen de resultaten tegen, dan ontstaat dat ongemakkelijke gevoel. En dus maken ze zichzelf onbewust wijs dat ze toch baat hebben gehad bij Bach-bloesemtherapie. ‘Echt’, zeggen ze tegen de buurvrouw. ‘Je zou ook eens moeten gaan.’ En zo blijven de dominostenen vallen.
rik.kuiper@quest.nl
Meer informatie
Bekocht of behandeld?, Simon Singh en Edzard Ernst, Arbeiderspers (2010): kritisch boek over homeopathie, chiropraxie, acupunctuur en kruidengeneeskunde.
Wetenschap of kwakzalverij?, Ben Goldacre, De Geus (2011): Britse arts veegt de vloer aan met kwakzalvers.
www.kwakzalverij.nl: het laatste nieuws over vreemde alternatieve therapieën.
K A D E R S
Hoe word je een rijke kwakzalver?
Op zoek naar een andere baan? Word kwakzalver! Edzard Ernst, hoogleraar alternatieve geneeswijzen aan de Exeter Universiteit in Groot-Brittannië, gaf onlangs wat adviezen voor startende ondernemers. Hier de belangrijkste.
1. Geef je therapie een fantastische naam
Dat klinkt simpel, maar pas op: de echt rare ideeën zijn al door anderen geclaimd. Oorkaarsen bijvoorbeeld. Urinetherapie. En auramassage.
2. Verzin een fascinerende geschiedenis
Je kunt natuurlijk niet zeggen dat je de behandeling verzonnen hebt. Bedenk dus iets met de Oude Chinezen of een goddelijke gift en zeg dat de oudste culturen op aarde zich ook bewust waren van de fundamenten van jouw therapie.
3. Voeg een vleugje pseudo-wetenschap toe
De theorie moet geloofwaardig zijn. Strooi dus met wetenschappelijk klinkende termen waarvan veel mensen toch niet weten wat ze precies betekenen. Kwantumfysica, chaostheorie en nanotechnologie scoren altijd.
4. Neem een apparaat!
Een bliepende machine met ledverlichting en digitale displays maakt indruk. Het apparaat hoeft nergens goed voor te zijn, maar geef hem wel een tongbrekende naam. Helaas: de BodiHarmoni Energy Enhancer, de BOVIS-biometer en de Vari Gamma Zapper bestaan al.
5. Claim alles te genezen
Wie alleen hamertenen en chronisch nagelbijten behandelt, wordt nooit rijk. Denk dus groot: jouw therapie moet een panacee zijn, een oplossing voor alle klachten.
6. Verzin ‘bewijs’
Sommige mensen willen bewijzen zien voor de werking van de therapie. Ai. Je hebt geen dubbelblinde, placebogecontroleerde proeven. Gelukkig is er een alternatief: laat een aantal mensen op je website vertellen hoe ontzettend veel ze aan jouw behandeling hebben gehad. Desnoods verzin je deze testimonials.
7. Zeg dat 76,5 procent geneest!
Nu je toch van alles uit je duim zuigt, verzin dan ook een succespercentage. De meeste kwakzalvers beweren dat ongeveer 70 procent van de patiënten opmerkelijke vooruitgang zag. Het advies van Ernst: ga daar iets boven zitten, op 76,5 procent, bijvoorbeeld.
8. Vraag veel geld
Wil je echt rijk worden, bied je diensten dan niet voor een prikkie aan. Richt je dus op welvarende types. Want, schrijft Ernst, hoge prijzen bieden de hoogste garantie. ‘Of heb je ooit gehoord van een oplichter die beroemd werd omdat hij zulke redelijke prijzen hanteerde?’
Bron: www.edzardernst.com
Baat het niet, dan schaadt het soms
Ach, zo’n homeopathische oplossing! Ach, kristaltherapie! Ach, een shiatsu-massage! Is het nu zo erg als mensen zich daaraan overgeven? Jazeker, met een beetje pech. Zo zijn er bepaalde kruiden die wel degelijk schade kunnen aanrichten. Simon Singh en Edzard Ernst schrijven in hun boek Bekocht of behandeld? dat bosbessen ‘een gevaarlijke daling van het bloedsuikergehalte kunnen veroorzaken of antidiabetische medicaties versterken’. En lavendel heeft ‘misselijkheid, braken, hoofdpijn en koude rillingen veroorzaakt’. En sint-janskruid? Dat bevat stoffen die de werking kunnen belemmeren van onder meer aidsremmers en medicijnen tegen kanker.
Een ander gevaar is dat sommige alternatieve therapeuten hun patiënten afraden een reguliere therapie te volgen. Een bekend voorbeeld is Sylvia Millecam, de actrice bij wie in 1999 borstkanker werd geconstateerd. Ze liet zich niet door reguliere artsen behandelen, maar door mensen uit het alternatieve circuit, die haar vertelden dat ze geen borstkanker had maar een bacteriële infectie. Met zouttherapieën, elektro-acupunctuur en magneetveldtherapieën zou ze er wel weer bovenop komen. In 2001 overleed ze, aan borstkanker.
Naalden, oplossingen en subluxaties
Acupuncturisten, homeopathen, chiropractici. Hun praktijken floreren, maar zijn hun behandelingen ook zinvol? Mwah.
Acupunctuur
Acupunctuur, waarbij naalden op bepaalde punten in het lichaam worden gestoken, is duizenden jaren geleden in China ontwikkeld. Maar werkt het ook? Helaas, er zijn nauwelijks goed opgezette onderzoeken waaruit blijkt dat acupunctuur meer bereikt dan een placebo-effect. Pech dus voor onder meer slapelozen, rokers, astmatici, mensen met elleboogpijn en zwangerschapsbrakers die zich hebben laten prikken. Alleen bij enkele soorten pijn en misselijkheid lijkt het enig effect te hebben. Toch gaan er miljoenen om in de acupunctuur.
Homeopathie
De patiënt ontvangt extreme verdunningen van stoffen die dezelfde symptomen als de te bestrijden ziekte zouden oproepen. Vaak is de verdunning zo groot dat er geen molecuul meer in het medicijn aanwezig is. Door te ‘potentiëren’, hard en methodisch te schudden, zou het middel volgens homeopaten toch de helende werking behouden. Dat is een wetenschappelijk onhoudbare bewering, en in serieuze studies is dan ook nooit aangetoond dat homeopathische middelen kunnen genezen. Er speelt hooguit een placebo-effect.
Chiropraxie
Volgens chiropactici is een slechte gezondheid te wijten aan ‘subluxaties’, lichte scheefstanden van de wervels in de ruggengraat. Om de klachten te verhelpen manipuleert de chiropractor de ruggengraat. Blijkt ook uit klinisch onderzoek dat de behandeling werkt? Tegen rugpijn wel. Maar er is een kanttekening, schrijven Simon Singh en Edzard Ernst in hun boek Bekocht of behandeld?: ‘Wervelmanipulatie kan lijders aan rugpijn helpen, maar de gebruikelijke manieren hebben nagenoeg even weinig nut’. Die reguliere behandelingen (fysiotherapie en een ontstekingsremmer) zijn echter in veel gevallen aanzienlijk goedkoper. Dat chiropractische behandelingen ook werken tegen astma, hoofdpijn, menstruatieklachten, middenoorontsteking, enzovoorts, zoals sommige chiropractici beweren, is niet overtuigend aangetoond.
Dit artikel verscheen eerder in Quest (www.Quest.nl) en is met toestemming overgenomen. Het originele artikel zoals dat in het magazine verscheen is hier te downloaden in pdf-formaat.
Met dank aan auteur & Quest redacteur Rik Kuiper (www.rikkuiper.nl) voor de toestemming om het artikel ook op deze plek te publiceren.
Ze onderzoeken van alles, die homeopaten. Zelfs kikkervisjes. Het ontwikkelingsproces van kikkerdril via kikkervisjes tot kikkertjes kent u waarschijnlijk nog wel van de basisschool. Menig schoolklas vult een aquarium met het spul om te kijken hoe dat verloopt. De leukste verandering om te zien, is het groeien van de pootjes aan het kikkervisje. Nog wat later wordt het staartje geabsorbeerd. De snelheid waarmee dit alles geschied, is te beïnvloeden. De metamorfose van het larvestadium (kikkervisjes) naar dat van subadult, wordt ingezet onder invloed van het prohormoon thyroxine. Als je nu zelf dat thyroxine aan het water toevoegt, gaat het allemaal wat sneller.
Een glimlach kon ik niet onderdrukken toen ik het volgende stuk las: ‘Tadpole Research: Homeopathic Remedies Harmed by Mobile (Cell) Phones and Microwave Ovens‘. Met een homeopathische D30 verdunning van thyroxine (zo verdund dat je niet kunt verwachten iets van de oorspronkelijke stof in het middel terug te vinden) denken homeopaten het versnellingseffect van de thyroxine ongedaan te kunnen maken. Eerder onderzoek had dat al laten zien. Als je maar op de goede dagen het aantal kikkervisjes telde dat vier pootjes had ontwikkeld, dan vond je een statistisch significant verschil. Ook Willem Betz (van SKEPP) schreef al eens iets over die rare homeopathische proeven met kikkervisjes. In dat geval zou het middel zelfs werken terwijl het in een gesloten glazen ampul in het water van de kikkervisjes werd gehangen. Via elektromagnetische straling van het homeopathische middel, ofzo. Daarom is het niet zo gek om te kijken of die straling van invloed is op homeopathische middelen.
In het Oostenrijkse onderzoek waar ik om moest lachen, gingen onderzoekers kijken wat het effect van verschillende soorten straling op die homeopathische thyroxine verdunning was. Zou het middel nog wel net zo goed werken na bestraling met röntgen-, magnetron- of GSM-straling? Of het licht van een barcodescanner? Ze vonden een verrassend resultaat: na blootstelling aan magnetron en mobiele telefoons deed het middel niets meer! Je kunt het middel gelukkig wel veilig door een luchthaven detetectiepoortje loodsen of scannen op barcodes. Die magnetron was overigens van een wat ouder model dan je in onze keukens aantreft; en die zijn natuurlijk goed afgeschermd. Daar hoeven we ons dus niet zo druk over te maken. Maar die telefoonstraling was gewoonweg desastreus. Zelfs op een afstand van 25 centimeter was vijf keer gebeld worden voldoende om de heilzame effecten van de thyroxine D30 volledig teniet te doen! Een ander flesje werd direct naast een telefoon geplaatst, maar beschermd door het geheel in aluminiumfolie in te pakken. Hielp helemaal niks!
Je zou verwachten dat dit onderzoek homeopaten met blinde paniek zou hebben geslagen. Het is natuurlijk maar één onderzoek, maar als er één een keertje gunstig uitpakt, zijn ze er als de kippen bij om het als ‘definitief bewijs’ voor homeopathie te presenteren. Zien we inmiddels overal waarschuwingen op de verpakkingen van homeopathische middelen staan als ‘buiten bereik van mobiele telefoons houden‘? Hebben apothekers die het spul verkopen stralingswerende maatregelen genomen? Nee!? Waarom niet?
Misschien nemen de homeopathische vakbroeders het werk van hun collega’s niet zo serieus. Op zich terecht, want er is natuurlijk weer van alles mis mee. Zo werd er geblindeerd volgens de ‘Wageningse methode’: één flesje per groep bakken met kikkervisjes, in plaats van één flesje per bak. En er is vast nog wel meer om over te zeuren. Maar dat mogen ze zelf uitzoeken in het artikel The effect of homeopathically prepared thyroxine on highland frogs: influence of electromagnetic fields, S. Weber et al., Homeopathy, 2008 (hier als pdf te downloaden). De onderzoekers relativeren zelf het gevonden gevaar door er op te wijzen dat het hier ging om vloeistoffen en niet om de suikerbolletjes waarmee homeopathische middelen meestal worden toegediend. Die suikerbolletjes, globules, zijn misschien minder gevoelig voor straling dan watermoleculen. Tsja, dan mogen ze ook eens kijken naar het verslag van een geneesmiddelproef (pdf) waarin straling van mobiele telefoons juist direct werd overgezet op een ander vaste stof waaruit homeopathische middelen vaak bestaan, lactose. Homeopaten kunnen dus nog wel even vooruit met onderzoeken; inconstistenties genoeg om op te helderen.
Van de Belgische artsen vindt 73 procent dat homeopathie geen plaats verdient in het officiële gezondheidssysteem. Dat blijkt uit een onlineonderzoek van de Artsenkrant en Le Journal du Médecin bij 856 artsen. Die meerderheid lijkt enigszins geruststellend, maar hoe denkt die andere 27 procent er dan over? Dat kunnen we helaas niet halen uit de krantenberichten die er gisteren over verschenen. En het artikel in de Artsenkrant staat achter een slotje, alleen toegankelijk voor het ‘medische korps’. Nou ja, om het zekere voor het onzekere te nemen, biedt Kloptdatwel voor diegenen onder die 27 procent die nog niet zo goed wisten wat homeopathie nu eigenlijk inhoudt, een korte bijles aan. In minder dan een kwartier ben je voldoende op de hoogte. Ook interessant voor alle overige bezoekers natuurlijk!
In België speelt het debat over alternatieve gezondheidszorg en de eventuele vergoeding daarvan via de ziektekostenverzekering weer, omdat minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx verschillende alternatieve geneeswijzen officieel wil laten erkennen. Geneeskundestudenten, de decanen van de medische faculteiten en de Belgische vereniging van artsensyndicaten hebben zich hier al sterk tegen uitgesproken.