• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

wetenschappelijke fraude

Skepsis Congres 2014 – Beterschap gewenst: de oorzaken van slodderwetenschap – Ruud Abma

14 February 2015 by Björn 2 Comments

Op 8 November 2014 was in de Jaarbeurs in Utrecht het jaarlijkse Skepsis Congres. De lezingen van die dag zijn vastgelegd en zijn te vinden op Youtube. Hieronder de informatie en een link naar de tweede spreker op het Congres dr. R. Abma.

dr. R. Abma is universitair docent Algemene Sociale Wetenschappen in Utrecht en publiceerde in 2013 De publicatiefabriek. Hij heeft ook een blog daarover.

Wie wetenschap bedrijft wil weten hoe iets werkt of hoe iets zit. Dat is het oude idee. Het nieuwe is: wie wetenschap wil bedrijven moet productief zijn. De maat daarvoor is: veel publicaties genereren. Dat is goed voor de rankings, maar slecht voor de kwaliteit van de wetenschap.

Filed Under: Skeptische TV, Wetenschap Tagged With: skepsis congres, wetenschappelijke fraude

Volgende sociale psycholoog struikelt – de zaak Förster

9 May 2014 by Pepijn van Erp 23 Comments

Na de schandalen rond Diederik Stapel en Dirk Smeesters is nu weer een hoogleraar sociale psychologie ernstig in de problemen gekomen. Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit oordeelt dat professor Jens Förster, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, in minstens één artikel data heeft gebruikt, die eigenlijk niet op een normale wijze verkregen kunnen zijn. De gegevens zijn te ‘perfect’ en bevatten veel minder ruis dan je normaal verwacht bij het soort experimenten dat Förster uitvoerde.

Jens Förster
Jens Förster

Begin 2012 publiceerde Förster een artikel in Social Psychological and Personality Science onder de titel Sense Creative! The Impact of Global and Local Vision, Hearing, Touching, Tasting and Smelling on Creative and Analytic Thought. In het artikel beschrijven Förster en zijn co-auteur Markus Denzler een aantal experimenten op basis van een theorie die door Förster is ontwikkeld: GLObal versus LOcal processing Model. Deze theorie, kortweg GLOMO, gaat over het verschil dat zou bestaan tussen het verwerken van waarnemingen van iets in het geheel (global) of meer met een focus op details (local).
Het nieuwe van Försters onderzoek is dat hij het niet alleen beperkt tot visuele waarneming, zoals anderen eerder deden, maar experimenteert met geluid, geur, smaak en aanraking als prikkels. De experimenten komen er meestal op neer dat proefpersonen worden geprimed met ofwel een globale ofwel een lokale prikkel, en dan worden getest met analytische en creatieve testjes (op Wetenschap24 meer uitleg hierover). Uit het abstract van de bewuste studie:

Throughout separate 12 studies, participants were asked to look at, listen to, touch, taste or smell details of objects, or to perceive them as wholes. Global processing increased category breadth and creative relative to analytic performance, whereas for local processing the opposite was true. Results suggest that the way we taste, smell, touch, listen to, or look at events affects complex cognition, reflecting procedural embodiment effects.

Boven de weergave in de artikelen en onder in de volgorde local-control-global (low-med-high), waarbij het lineaire verband duidelijk wordt. (afbeelding van Wetenschap24)
Boven de weergave in de artikelen en onder in de volgorde local-control-global (low-med-high), waarbij het lineaire verband duidelijk wordt. (afb. Wetenschap24)

De resultaten leken echter veel te mooi om waar te zijn. Een UvA-collega van Förster, werkzaam op een andere afdeling, viel het op dat het ‘positieve’ effect van de priming met een globale prikkel precies het tegenovergestelde effect had als de priming met een lokale prikkel.
Dat is niet meteen duidelijk als je kijkt naar de grafiekjes van Förster, maar als je de volgorde van de weergave een beetje verandert, zie dat gemiddelden van ‘Global’ en ‘Local’ even ver af liggen van het gemiddelde van de controlegroep (zie afbeelding hiernaast). Dat kan natuurlijk een keer gebeuren, maar het patroon trad op in alle beschreven experimenten.

Een tweetal oudere artikelen werd erbij gehaald en daar bleken dezelfde uitgesproken lineaire verbanden op te duiken. In totaal werden in de drie artikelen 42 experimenten gevonden. En die vertonen allemaal hetzelfde beeld, zoals hieronder in een visuele samenvatting gezien kan worden:

 

Een grafische weergave van de 42 experimenten.(meta-montage door @neuroskeptic)
Een grafische weergave van de resultaten van de 42 experimenten,de lineariteit springt er uit (meta-montage door Neuroskeptic)

Ter vergelijking onderzocht deze medewerker, alleen of met anderen, ook een tiental artikelen van vakgenoten van Förster, waarin een soortgelijke opzet werd gebruikt (dus telkens met drie groepen). Daarin was er geen sprake van een dergelijk sterke lineariteit. De opmerkelijke resultaten van Förster zouden misschien nog wel verklaard kunnen worden door Questionable Research Practices (QRP), zoals het weglaten van uitschieters,  het aanvullen van de data met gegevens van extra steekproeven na een eerste evaluatie die net niet lekker uitkwam, of het verwijderen van deelnemers die hun onderzoek niet serieus genoeg hadden ingevuld. Dat laatste zou nog wel mogen, maar dan moet je vooraf precies vastleggen hoe je dat doet en niet achteraf, zoals in het geval Smeesters.
Ook kun je niet meteen uitsluiten dat deze experimenten op een nog onbegrepen lineair verband zijn gestuit. Maar ook als je er van uit gaat dat dat lineair verband er echt is, dan zouden de gegevens daar nog steeds veel te mooi bij passen. Er is veel te weinig spreiding in de gegevens. Bij nadere beschouwing blijkt het ook zeer onwaarschijnlijk dat QRP deze te ‘perfecte’ gegevens zouden kunnen opleveren op basis van een set gegevens die in eerste instantie wel netjes verkregen was. De analyse van de anonieme klager(s) die de basis vormde voor de klacht bij Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA)  is gelekt naar Retraction Watch.

De klacht werd door de CWI onderzocht, maar die kwam in juli 2013 uiteindelijk niet verder dan de aanbeveling om een ‘letter of concern’ te publiceren omtrent de twijfels over de data (geanonimiseerd rapport, pdf). Förster ontkende dat hij slordig was geweest en zich schuldig had gemaakt aan QRP. De klager vond dat de CWI haar werk onvoldoende had gedaan en ging in beroep bij het LOWI met onder de volgende punten van kritiek: de CWI had archiefonderzoek moeten doen naar de dataverzameling, meer getuigen (onderzoeksassistenten) moeten horen, andere artikelen van Förster en de ruwe databestanden moeten onderzoeken, en ook veel sneller moeten werken.
In het LOWI-rapport(pdf), dat deze week uitkwam (de berichtgeving kwam eind april al op gang na een stuk van Frank van Kolfschooten in NRC), wordt de klager niet op alle punten in het gelijk gesteld. Vooral procedureel valt de CWI niet veel te verwijten. Het is niet zo raar dat die zich beperkt heeft tot de concreet aangedragen problemen. In de zaken van Stapel en Smeesters lag het anders: daar kwamen snel bekentenissen en kregen de CWI’s opdracht van de Colleges van Bestuur om verder onderzoek te doen.
Inhoudelijk geeft het LOWI de klager echter wel gelijk en deelt de mening er eigenlijk geen aanwijzingen zijn gevonden dat QRP tot de onwaarschijnlijke data geleid kunnen hebben en dat het daarom niet bij zo’n ‘letter of concern’ zou kunnen blijven. De statistische experts die vervolgens door het LOWI ingeschakeld werden, kwamen met nog een opmerkelijk gegeven in de data. Als je kijkt naar subgroepen, je splitst de data op naar man/vrouw bijvoorbeeld, dan is er helemaal geen spoor van die lineariteit terug te vinden. De afwijkingen ten opzichte van het lineaire verband bij mannen en vrouwen heffen elkaar precies op als je de data samenvoegt. Dit lijkt helemaal bizar, maar misschien voegt het niet zo veel toe aan het reeds ontstane beeld dat de data sowieso geconstrueerd moeten zijn. En dat door iemand zonder al te veel kennis van statistiek. Förster ontkent intussen dat hij iets verkeerd heeft gedaan en spreekt van een onterechte heksenjacht.

Is het statistisch bewijs voldoende om het oordeel fraude te kunnen vellen? In de analyse van de klager wordt een waarde berekend die zou inhouden dat er maar een kans is van één op 508 triljoen dat de gegevens van een normale steekproef afkomstig zouden kunnen zijn zonder manipulatie. De statisticus Richard Gill (Universiteit Leiden), die zich vaak roert in de commentaren op diverse blogs over deze zaak, geeft echter aan dat je je niet moet blindstaren op dit soort cijfers. Ze hangen af van allerlei aannames rondom de gebruikte modellen. Als handvat om er zinnig mee om te gaan, stelt hij dat je eerst maar eens het aantal nullen moet halveren en als er dan nog steeds een buitensporig aantal nullen staat, halveer je het nog maar eens. In dit geval blijft er dan echter nog steeds een absurd lage kans over. Gill noemt Förster ‘ofwel een oplichter of volkomen incompetent.’
Er zijn ook andere aanwijzingen dat er iets goed is misgegaan. Het LOWI heeft zich alleen gebogen over het artikel dat de aanleiding was tot de klacht. Van de oudere artikelen die ook door de klager zijn geanalyseerd, zijn de gegevens niet eens meer beschikbaar (gecrashte harddisk). Van het artikel in 2012 zijn de originele formulieren vernietigd, hoewel de aangeraden bewaartermijn nog niet was verlopen. En er is onduidelijkheid over wanneer en waar de gegevens precies verzameld zouden zijn. Misschien dat dit soort slordigheden vrij vaak voorkomen (of kwamen) in de sociale psychologie, maar het wordt in dit geval toch wel moeilijk om het niet te zien als een poging om een ernstiger probleem te verhullen.
Samenvattend volgens het LOWI: “is de conclusie […] onontkoombaar dat voor de uitkomsten van dit onderzoek in het artikel onderzoeksgegevens zijn gemanipuleerd of gegevens bewust zijn bijgesteld.” Het oordeelt dat er sprake is geweest van schending van de wetenschappelijke integriteit en adviseert de UvA om het tijdschrift te verzoeken het artikel in te trekken. Op het moment van schrijven van dit stuk was er nog geen officiële mededeling van de UvA, maar de woordvoerder liet al weten dat ze het advies overnemen. Er lijkt vooralsnog geen onderzoek naar andere artikelen van Förster geïnitieerd te worden. [Update 4/10/2014. NRC: ‘UvA gaat toch mogelijke fraude psycholoog onderzoeken‘]

Förster zou eigenlijk volgende maand aan de slag gaan als ‘Humboldt-professor’ in Bochum met een beurs van 5 miljoen euro, dat is voorlopig uitgesteld. In Duitsland is het overigens nog akelig stil rond deze zaak. Merkwaardig, want Förster heeft een grotere status dan Stapel of Smeesters in het vakgebied. Het is opvallend dat deze drie zaken allemaal aan Nederlandse universiteiten naar boven komen. Is het hier erger dan in het buitenland? Waarschijnlijk niet en heeft het er meer mee te maken dat sinds de affaire Stapel de wegen naar CWI’s en LOWI sneller gevonden worden door klokkenluiders en klagers van buitenaf.

Verder lezen:

  • Retraction Watch heeft intussen meerdere blogs over de zaak en boeiende discussies daaronder;
  • Neuroskeptic op Discover Magazine blogs On the “Suspicion of Scientific Misconduct by Jens Förster”;
  • @NotPICNIC houdt een ‘Pearltree‘ bij met relevante websites over deze zaak.

Filed Under: Wetenschap Tagged With: Jens Förster, LOWI, sociale psychologie, statistiek, wetenschappelijk integriteit, wetenschappelijke fraude

Nieuws over rundvlees, chocolade en Oekraïne

10 April 2014 by Gert Jan van 't Land 8 Comments

In de afgelopen twee dagen las ik berichten over Rusland en Amerika die ik interessant vond. Beide gaan over het idee ‘kennis is macht’ of eigenlijk vooral over ‘gebrek aan kennis is macht’.

Fraudejager Andrej Rostovtsev (bron: dissernet.org)
Fraudejager Andrej Rostovtsev raakte zijn baan kwijt (foto: dissernet.org)

Hubert Smeets schreef afgelopen dinsdag in de krant NRC een stuk over wetenschapsfraude in Rusland. Wie daar een beetje wil meetellen als parlementslid, gouverneur of directeur van een groot bedrijf moet een promotie op zijn naam hebben staan. De doctorstitel geeft toegang tot hogere salarissen en betere banen. Deze ‘promotiedruk’ leidt niet tot kwaliteit. De Russische fysicus Andrej Rostovtsev laat zien dat plagiaat aan de orde van dag is. Met zijn netwerk ‘Dissernet’ brengt hij de promotiefraude in beeld. Dit is een link naar dissernet (vertalen met google translate), in de Wikipedia kun je ook meer te weten komen. De parlementariër Igor Igosjin maakte het wel heel erg bont. Smeets:

‘Rostovtsev … [kwam er] achter dat de parlementariër Igor Igosjin zijn proefschrift over concurrentie in de vleesproductie grotendeels had overgeschreven uit andermans dissertatie over de chocoladesector. De grootste moeite die Igosjin (Doema-lid uit Kirov voor regeringspartij Verenigd Rusland) zich had getroost, was de knop‘zoek&ver vang’ op zijn computer. Daar waar de eigenlijke promovendus schreef over zwarte chocola, vulde Igosjin ‘rundvlees’ in. Het woord witte chocola verving hij door ‘import rundvlees’ en notenchocola door ‘rundvlees met bot’.

‘Lach maar eens niet om zoveel brutaliteit’ schrijft Smeets. Het artikel van Smeets geeft nog veel meer voorbeelden, je kunt het voor 10 cent lezen via deze link. Gratis, en ook erg smakelijk, is dit interview met Rostovtsev in Der Spiegel Online (klik op de foto’s voor een aantal interessante fraudegevallen). Het werk voor Dissernet kostte Rostovtsev zijn baan bij het Instituut voor Theoretische en Experimentele Fysica (ITEF) in Moskou. Ontslag volgde nadat hij kritiek had geuit op een iemand uit de inner circle van de Russische president Poetin. Het meest zorgelijk is dat de wetenschappelijke wereld in Rusland helemaal niet blij is met het werk van Andrej Rostovtsev. De Russische minister van onderwijs is zelfs van mening dat Rostovtsev de wetenschap schaadt. Alle plagiaat ouder dan drie jaar is daarom officieel verjaard. Toch wordt hier en daar enig tegengas gegeven. Hubert Smeets: ‘Dissertatieraden op universiteiten en instituten hebben soms de reglementen zo aangepast, dat de raadsleden moeten aftreden als er twee plagiaatgevallen of meer worden opgespoord’.

 

2.066 Amerikanen wijzen Oekraïne aan op de wereldkaart (bron: Washington Post).
2.066 Amerikanen wijzen Oekraïne aan op de wereldkaart (illustratie: Washington Post).

Uit de Verenigde Staten kwam een ander bericht over kennis en politiek. Uit een onderzoek blijkt dat veel Amerikanen niet weten waar Oekraïne ligt: slechts 16% van ruim 2.000 onderzochte Amerikanen kon Oekraïne op de kaart aanwijzen. Daarover schreven drie politicologen een stuk in de krant Washington Post. De mediane afwijking van de missers was 2.900 km (een gebied dat begrensd wordt door Finland in het Noorden, Soedan in het zuiden en Kazachstan en Portugal in het oosten en westen). Merkwaardig was dat uit het onderzoek bleek dat hoe minder goed iemand op de hoogte was van de ligging van Oekraïne hoe vaker die persoon van mening was dat Amerika in Oekraïne militaire middelen zou moeten inzetten tegen de agressie van de Russische president Poetin. Volgens de auteurs:

‘However, the further our respondents thought that Ukraine was from its actual location, the more they wanted the U.S. to intervene militarily. Even controlling for a series of demographic characteristics and participants’ general foreign policy attitudes, we found that the less accurate our participants were, the more they wanted the U.S. to use force, the greater the threat they saw Russia as posing to U.S. interests, and the more they thought that using force would advance U.S. national security interests; all of these effects are statistically significant at a 95 percent  confidence level. Our results are clear, but also somewhat disconcerting: The less people know about where Ukraine is located on a map, the more they want the U.S. to intervene militarily’.

Is dit zorgelijk? Dat maakt het artikel niet duidelijk. Gaat weinig kennis samen met actiebereidheid? Of is het wellicht zo dat wie weet waar Oekraïne ligt al snel denkt ‘dat is ver van mijn bed’? Het artikel wekt de suggestie dat ‘a little knowledge is a dangerous thing’.

In ieder geval lijkt in zowel het Russische als het Amerikaanse voorbeeld de Nederlandse volkswijsheid van toepassing dat ‘wie weinig weet vaak de grootste mond heeft’.

Filed Under: Overig, Uit het nieuws Tagged With: Andrej Rostovtsev, dissernet, Igor Igosjin, oekraine, rusland, wetenschappelijke fraude

Alweer een Utrechtse celbioloog in de fout

3 March 2014 by Cees Renckens 80 Comments

Alweer een Utrechtse celbioloog in de fout 1
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

Grote krantenkoppen op 26 februari 2014: Utrechtse celbioloog manipuleerde beeldmateriaal in artikelen gepubliceerd in Cell en Nature. Fraude en schending van de wetenschappelijke neutraliteit, luidde de subtitel van het pagina vullende stuk van Van Calmthout in De Volkskrant. Nog voor ik verder had kunnen lezen kwamen oude associaties  bij mij weer boven: Utrechtse celbiologen in de fout: zouden die Roel van Wijk, Fred Wiegant en Wilbert Linnemans dan nog steeds actief zijn?

Het zal de jongere lezers misschien maar weinig zeggen, maar deze namen gooiden hoge ogen in het publieke discours over de grondslagen van de homeopathie in de jaren 70, 80 en 90 van de vorige eeuw. Met subsidie van VSM werd daar aan de universiteit van Utrecht fundamenteel onderzoek gedaan naar de biologie van sub-Avogadro verdunde middelen in de reageerbuis. Dienstweigeraars konden hun alternatieve dienstplicht vervullen in Van Wijk’s laboratorium en de universiteit tolereerde dat sektarische gedoe.
In 1988 hadden Benveniste en Davenas, Franse fysiologen, in Nature gepubliceerd dat sub-Avogadro verdunde eiwitten in vitro biologische effecten konden bewerkstelligen, daarmee een verklaring voor de werkzaamheid van de homeopathie suggererend. Voornoemde Roel Van Wijk werd door kwakzalverijbestrijders en andere kritici van de homeopathie nooit erg serieus genomen totdat hij in 1992 opzien baarde met zijn herhaling van het onderzoek van de Franse fysioloog/homeopaat Benveniste en Davenas. Van Wijk kon Benveniste’s bevindingen niet bevestigen en publiceerde dat braaf! Zijn publicatie toonde twee zaken aan: ten eerste geloofde hij oprecht in de homeopathie en ten tweede leek hij een betrouwbaar onderzoeker. Als iemand ook zijn negatieve resultaten publiceert, dan moet hij wel integer zijn.
Die goede reputatie kon hij natuurlijk goed gebruiken bij ander onderzoek waarin hij wel allerlei absurditeiten ‘aantoonde’, zoals de elektroacupunctuur volgens Voll. In 1993 publiceerde Van Wijk samen met Wiegant over die medicijnentest, waarmee via elektrisch doormeten van in glazen buisjes gestopt homeopathisch medicijn op succesvolle wijze de juiste geneesmiddelkeuze zou kunnen worden bepaald. De methode zou betrouwbaar zijn. De moleculair bioloog Plasterk noemde deze ontdekking, als hij betrouwbaar zou zijn, een Nobelprijs waard en ging met Van Wijk in debat. De Skepter deed verslag van dat debat (juni 1997, 17-22). De populariteit van de homeopathie was toen al over zijn hoogtepunt heen en Linnemans koos zekerheidshalve een tweede carrière als human sense consulent.

De verleiding om minachtend te doen over die rare Utrechtse celbiologen van toen moet worden weerstaan. Ten eerste hebben zij niets te maken met de actuele fraude, die werd gepleegd door de Nederlands-Indiase plantencelbioloog Pankaj Dhonukshe (1975), wiens onderzoek was betaald met een VICI-beurs van NWO, op zich indicatief voor een hoge wetenschappelijke statuur. De man zit nu werkloos thuis en de artikelen zijn geretraheerd.
Wat Van Wijk cum suis destijds deden leek zinloos en warhoofdig: zoeken naar een biologische verklaring voor genezingen die er niet waren. Toch had hij wel goed begrepen dat dit type onderzoek van de hoogste importantie was voor de aannemelijkheid van eventueel gerapporteerde positieve resultaten van alternatieve geneeswijzen. Niemand gelooft die totdat er een fatsoenlijk werkingsmechanisme wordt gevonden. Want ook met goed uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek kan nooit zekerheid worden verkregen. Wat bereikt kan worden is dat een hypothese meer of minder waarschijnlijk wordt. Als de hypothese a priori al uiterst onwaarschijnlijk of regelrecht absurd is, dan zal acceptatie van positieve resultaten altijd uitblijven en dat maakt dergelijk onderzoek eigenlijk ook zinloos. De Cochrane Collaboration denkt daar anders over en refereert grote aantallen reviews van absurde therapieën, maar zo is het wel.

Kwakzalvers, die met hun trials aanzien willen verwerven bij reguliere wetenschappers en medici, doen er dus verstandig aan om te beginnen met fundamenteel onderzoek naar mogelijke werkingsmechanismen. Laat de homeopaten vooral goed zoeken naar het geheugen van water, Chinese naaldartiesten moeten eindelijk de anatomische correlaten van meridianen en acupunctuurpunten vinden, terwijl de chiropractors nu eens die ‘subluxaties’ van de ruggenwervels op een röntgenfoto gaan aanwijzen. Daarna praten wij verder. Van Wijk was gek, maar dit had hij ten minste begrepen.

Filed Under: Columns, Pseudowetenschap Tagged With: acupunctuur, chiropraxie, Fred Wiegant, homeopathie, Plasterk, Roel van Wijk, Universiteit Utrecht, wetenschappelijke fraude, Wilbert Linnemans

Oplichting met levensenergie

12 February 2014 by Martin Bier 96 Comments

We hebben het allemaal wel eens gezien. Een foto van een persoon die is omgeven door een aura. Met het aura zou het gaan om heuse “levensenergie.” “Kirlianfotografie” zou dit aura zichtbaar maken. Edoch, er is niets bovennatuurlijks aan de hand. De natuurkunde van de Kirlianfotografie is niet geheimzinnig. Maar er bestaan helaas nog veel misverstanden over aura’s en Kirlianfotografie. 

Een opstelling voor het maken van Kirlianfoto's.
Een opstelling voor het maken van Kirlianfoto’s.

De technologie rondom de wisselspanning werd ontwikkeld aan het eind van de 19e eeuw. Het opzetten van elektrische netwerken maakte onderdelen als weerstanden, condensatoren, spoelen, batterijen, etc. al snel tot gemeengoed. Met gemakkelijk verkrijgbare elektronische onderdelen en een fotografische plaat is een opstelling als hiernaast snel gebouwd.

Oplichting met levensenergie 2
Kirlianfotografie
(foto: Thomas.Wedekind | Wikimedia Commons)

Een metalen plaat staat onder de elektrische wisselspanning van de spanningsbron. De frequentie is minstens honderd maal zo hoog als de 50 Hz van het lichtnet. Het voltage is bijna duizend maal zo hoog als de 220 volt van het lichtnet. Bovenop de metalen plaat bevindt zich een elektrisch isolerende plaat. Daarbovenop ligt het af te beelden voorwerp en boven of onder dat voorwerp ligt de fotografische plaat. Het voorwerp is elektrisch geaard. Alles speelt zich af in een donkere kamer.

Wanneer het voorwerp in de opstelling is blootgesteld aan het sterke elektrisch veld dat van de koperen plaat af komt, dan er wordt een aantal elektronen en ionen weggerukt uit dat voorwerp. In de lucht rondom het voorwerp botsen die elektronen en ionen vervolgens met luchtmoleculen, maar uiteindelijk voegen elektronen, ionen en luchtmoleculen zich weer samen. Bij dat samenvoegen komt energie vrij in de vorm van licht.  De lucht rondom het voorwerp wordt dan een soort lichtbron en op de fotografische plaat zie je derhalve een kransje van licht rondom het voorwerp. Elektrische velden zijn het sterkst waar de hoeken van het voorwerp het scherpst zijn en daar ziet men dan ook het meeste licht. De foto’s zijn vaak erg fraai.

Oplichting met levensenergie 3
Coronoa-otnlading rondom isolator van hoogspanningslijn
(foto: Nitromethane | Wikimedia Commons)

Het proces wordt corona ontlading genoemd en het is een wijdverbreid fenomeen. Met het onder zeelieden bekende Sint-Elmusvuur gaat het bijvoorbeeld om corona ontlading. Hoogspanningskabels staan vaak onder voltages van tegen een kwart miljoen volt. Afhankelijk van de atmosferische omstandigheden kunnen ze een belangrijk deel van de getransporteerde energie verliezen door corona ontlading (zie foto).

De eerste Kirlianfoto’s werden eigenlijk al 40 jaar voor Kirlian gemaakt. Veel artikelen melden dat de Poolse arts Jakub Jodko-Narkiewicz aan het eind van de 19e eeuw Kirlianfoto’s getoond zou hebben op tentoonstellingen in Parijs en Moskou.

Semjon Davidovitsj Kirlian was een elektriciën uit Krasnodar die aan het eind van de jaren 30 als hobbyist intensief met deze vorm van fotografie begon te experimenteren. Professionele wetenschappers raakten in eerste instantie maar langzaam geïnteresseerd. Het was pas omstreeks 1960 dat kranten en populaire wetenschapsbladen in de Sovjet Unie artikelen begonnen te publiceren over het onderwerp. Er kwam toen al snel een ware rage op gang. Grootschalig onderzoek begon er daar toen ook naar mogelijke toepassingen in de medische diagnose.

Het duurde een jaar of tien voordat de rage overwaaide naar de Westerse wereld. In 1970 publiceerden Lynn Schroeder en Sheila Ostrander een geruchtmakende boek, Psychic Discoveries Behind the Iron Curtain. Het boek maakte indertijd veel los omdat het Westen een onrustbarend grote achterstand zou hebben opgelopen in het onderzoek naar paranormale verschijnselen. In Tsjecho-Slowakije zouden Schroeder en Ostrander, bijvoorbeeld, een “psychotronische generator” hebben gezien waartegen geen artillerie of straaljager bestand zou zijn. Zaken als “Pyramid Power” (het verhaal over de scheermesjes die weer scherp worden na een nacht onder een piramide) en Kirlianfotografie werden uitgebreid behandeld in het boek en besproken in interviews op televisie.  Voor veel Westerlingen was dit de eerste kennismaking met die onderwerpen. De parapsychologe Thelma Moss, hoofd van het Neuropsychiatric Institute aan UCLA, ondernam vervolgens ook bedevaarten naar de Sovjet Unie en schreef er twee boeken over: The Probability of the Impossible: Scientific Discoveries & Explorations in the Psychic World (1974) en The Body Electric: A Personal Journey into the Mysteries of Parapsychological Research, Bioenergy and Kirlian Photography (1979). Invloedrijk was verder een boek met een aantal artikelen die waren samengebracht door Stanley Krippner en Daniel Rubin: The Kirlian Aura –  Photographing the Galaxies of Life (1974). In geen van deze boeken was er ook maar de schijn van een poging tot natuurkundige uitleg. Kirliaanse aura’s werden besproken in termen van bioplasma’s en astrale lichamen.

Boek uit 1974 over Kirlianfotografie. Ondanks dat de samenstellers academici zijn is de benadering van het verschijnsel vooral een occultistische.
Boek uit 1974 over Kirlianfotografie. Ondanks dat de samenstellers academici zijn is de benadering van het verschijnsel vooral een occultistische.

De paranoia van de Koude Oorlog is inmiddels grijs verleden, maar de paranormale gemeenschap heeft z’n fascinatie met Kirlianfotografie nooit verloren.

Zoals reeds eerder gezegd zijn de materialen voor Kirlianfotografie goedkoop en is de procedure gemakkelijk uitvoerbaar. Met een werkende opstelling zijn er vervolgens veel grootheden (frequentie, voltage, samenstelling van de lucht, etc.) die men kan variëren om tot een iets andere afbeelding te komen. Er is veel op die manier geëxperimenteerd. Wilde claims zijn er gedaan over hoe met Kirlianfoto’s fysieke en psychologische aandoeningen vastgesteld zouden kunnen worden nog voordat die aandoeningen symptomatisch zijn. Hier is echter nooit iets van overeind gebleven. Na de vinding van Wilhelm Röntgen in 1895 duurde het maar een paar maanden voordat röntgenfoto’s door de medische stand gebruikt werden voor het bekijken van gebroken botten en het zoeken naar, bijvoorbeeld, kogels in lichamen. Maar ook na een halve eeuw naarstig speuren is er voor Kirlianfotografie geen zinvolle medische toepassing ontwikkeld.

De adepten van het bovennatuurlijke vertellen graag over hoe een vers boomblad omgeven is door een helder Kirliaans aura en hoe dit aura een stuk minder is bij een verwelkend boomblad. Bij een dood boomblad zou er uiteindelijk bijna niets meer te zien zijn. Het zou hier gaan om een manifestatie van de wegebbende “levensenergie.” Het op die manier postuleren van een occult “élan vital” is natuurlijk een beetje kort door de bocht. De natuurkundige waarheid is eigenlijk heel erg voor de hand liggend. Een helder Kirliaans aura krijg je als je voorwerp een goede elektrische geleider is. Goede elektrische geleiding houdt in dat elektronen en/of ionen makkelijk bewegen binnen het voorwerp. Het water met opgeloste ionen waar levend weefsel voor het grootste deel uit bestaat is een heel goede geleider. Het verwelken van een boomblad gaat doorgaans gepaard met uitdroging.

Heel halsstarrig is ook het broodjeaapverhaal over het fantoomledemaat dat met Kirlianfotografie zichtbaar gemaakt zou kunnen worden. Scheur een stuk van een boomblad af en daar waar het afgescheurde deel zich bevond zou een heel helder aura op de Kirlianfoto te zien blijven. Dit gebeurt inderdaad wanneer je van een volledig blad een Kirlianfoto maakt en als je dan vervolgens, zonder het blad van de isolerende plaat weg te halen, een stuk van het blad wegsnijdt en dan weer een foto maakt. Ook hier is de verklaring eenvoudig. Er is vocht achtergebleven waar het stuk blad is weggesneden. Bladeren zijn altijd een beetje vochtig en er is maar weinig vocht nodig om een lichtbron te vormen in de Kirlianfotografie. Het elektrisch veld onttrekt ook nog eens vocht aan het blad, dus dat komt daar nog bij. Verder gaan er kleine bliksemschichtjes door de isolerende plaat bij een hoog elektrisch voltage. Zulke bliksemschichtjes creëren permanente poriën in de isolerende plaat en als er opnieuw een elektrisch veld wordt aangelegd dan vinden ontladingen bij voorkeur weer plaats via die poriën. Wie dit experiment goed uitvoert en het verminkt blad weer gewoon op een nieuwe, schone en droge isolerende plaat fotografeert, die ziet helemaal niets.

Oplichting met levensenergie 4
Het laten nemen van dit soort foto’s is vaste prik op paranormaalbeurzen.
(foto: Aysel pekersoy | Wikimedia Commons)

En hoe zit het dan met foto’s als van die dame hiernaast? Op iedere paranormaalbeurs is er wel een stand te vinden waar je je zogenaamde Kirlianaura op die manier kunt laten fotograferen. Ze zetten je tegen een zwarte achtergrond en soms geven ze je zelfs een elektrisch doosje in je hand dat met de camera verbonden is. Het gaat hier echter niet om Kirlianfotografie. Het is een gewone foto en LED lichtjes in de camera zijn verantwoordelijk voor het auralicht. Omdat die lichtjes heel erg uit focus zijn ziet het er allemaal erg wazig uit. Dit soort camera’s is te koop op het internet. Zolang als de uitbater van de stand niet weet dat dit helemaal niets met Kirlianfotografie heeft te maken, zolang pleegt hij, juridisch gezien, geen fraude. Maar opgelicht, zowel letterlijk als figuurlijk, word je als beursganger natuurlijk wel!

Zie ook het Skepterartikel Aura’s in het blikveld – Onderzoek naar kleurrijke ervaringen van Rob Nanninga (Skepter 16.3, 2003)

Filed Under: Pseudowetenschap Tagged With: aura's, Kirlianfotografie, onzinnige apparaten, paranormaal, straling, wetenschap, wetenschappelijke fraude

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Page 4
  • Interim pages omitted …
  • Page 6
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails.
9 May 2025 - Jonathan Howard

"I wish Vinay all the best for his new role. It's a whole new state of play when the buck stops with you." The post Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis
8 May 2025 - Scott Gavura

Spring is a miserable season for those with seasonal allergies. There are effective drug- and non-drug measures that can control most symptoms effectively. The post Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Pig Heart Xenografts for Infants
7 May 2025 - Steven Novella

Organ transplant is a potentially lifesaving medical intervention, but there is a critical lack of donor organs. Even in a wealthy country like the US, there are about 100,000 people on the waiting list for an organ transplant, but only about 23 thousand organs become available each year. About 6 thousand people die each year while on the waiting list. For this […] The post Pig Heart Xenografts for Infants first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsOp https://archive.is/1Exnu staat een gearchiveerde versie van een recente posting van Ronald Meester op LinkedIn. In deze posting verwijst
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsEen verbeterde versie van Hoofdstuk 6 van dit rapport van Ronald Meester en Marc Jacobs is op 22 april 2025
  • Hans1263 on Volgens Maurice de Hond beschikt hij over telepathische gavenHet filmpje waarin hij een trucje met Jeroen Pauw uithaalt, bewijst natuurlijk helemaal niets, ja misschien het denkniveau van De
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (17-2025)En de paashaas is er snel vandoor gegaan,
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (17-2025)@Renate1 Nee, de paashaas heeft het in een mandje op zijn rug. 😅😅😅

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in