• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Wetenschap

Acupunctuurpromotie RU: niet meer dan placebo-effect volgens promotor Coenen

29 November 2015 by Pepijn van Erp 23 Comments

Het protest van de Vereniging tegen de Kwakzalverij tegen een ondermaats proefschrift over acupunctuur als behandelwijze tegen slaapproblemen bij patiënten met depressie of schizofrenie haalde weinig uit. Op donderdag 26 november vond de promotie van Peggy Bosch gewoon plaats aan de Radboud Universiteit Nijmegen en zij verliet de zaal met de doctorsbul op zak. Jan Willem Nienhuys en ik waren aanwezig bij de verdediging. Een kort verslag.

Peggy Bosch
Peggy Bosch

Aan de Radboud Universiteit had de brief van de VtdK – en de aandacht in de pers daarvoor – waarschijnlijk toch wel wat effect gesorteerd. Zo werd de aankondiging van de promotie stevig aangepast (zie voor en na). En promotor Ton Coenen liet her en der weten dat het proefschrift misschien wel wat foutjes bevatte en dat de promovenda een wat optimistischer weergave van de resultaten had gegeven dan wellicht objectief gezien verantwoord was. In haar lekenpraatje voorafgaand aan de daadwerkelijke verdediging van haar proefschrift liet Bosch op haar powerpointslides de meer verantwoorde, veel zwakkere conclusies, ook nog even snel voorbij schieten.

De oppositie maakte het Bosch niet erg lastig. Toch moest ze zowat bij elke vraag over haar klinische onderzoekjes toegeven dat er allerlei problemen mee waren en dat ze het achteraf gezien heel anders had moeten opzetten. Ja, misschien was het beter geweest om de controlegroep ook een relaxuurtje aan te bieden op luie stoelen met een rustgevend muziekje, gaf ze toe. Maar ja, daar hadden ze niet op tijd aan gedacht, de trein liep al en er kon niet meer worden bijgestuurd. Ook de vragenlijsten die gebruikt waren om patiënten zichzelf te laten evalueren, waren haar nogal tegengevallen. De schizofrene patiënten kwamen daar bijvoorbeeld als veel normaler naar voren dan je op grond van de klinische beoordeling zou mogen verwachten. De waarde van die meetmethode is dus twijfelachtig, Bosch zou voor vervolgonderzoek graag gebruik maken van objectievere meetmethoden (ze noemde metingen van melatonine en gebruik van de Actiwatch).

Bosch bleef uitdragen dat ze hoge verwachtingen heeft van acupunctuur. Dat er geen duidelijkere effecten uit haar onderzoekjes naar boven waren gekomen, wijt ze onder meer aan de verschillen tussen de westerse definities van bijvoorbeeld schizofrenie en hoe ze daar vanuit de oosterse behandelwijzen tegenaan kijken. Eigenlijk zou ze onderzoeken willen doen met patiënten die allemaal netjes binnen één zo’n oosterse definitie zouden vallen. Maar in die traditie zijn er zoveel verschillende onderverdelingen dat je daar niet makkelijk genoeg proefpersonen voor kunt vinden om een experiment- en controlegroep mee te vullen. En om te bepalen in welk oosters diagnosehokje je een patiënt moet plaatsen, vertrouwt Bosch op de tong- en polsdiagnoses die daar gebruikelijk zijn.

Skepter 28.2
De bespreking van het proefschrift is het coverartikel van de nieuwste Skepter

De enige echt pittige vraag kwam van Winni Hofman van de UvA. Zij vroeg Bosch of zij de mogelijke effecten van de acupunctuur kon scheiden van die van de rustgevende muziek? Eigenlijk dezelfde vraag die ik in mijn vorige stuk over dit proefschrift ook stel. Bosch moest in haar antwoord toegeven dat ze dat niet kon. Daarmee blijft er dus van de twee klinische pionierstudies in haar proefschrift (zoals Bosch ze noemde) helemaal niets overeind. Voor een grondige analyse van het proefschrift moet je de nieuwste Skepter lezen, Jan Willem Nienhuys schreef er het coverartikel over.

Het was voor de promotiecommissie natuurlijk geen belemmering om na een kort beraad toch de doctorsbul aan Bosch te overhandigen. Zo gaan die dingen. Opmerkelijk genoeg liet Coenen in zijn lofrede eigenlijk alle steun voor acupunctuur vallen. Dat de gevonden effecten (klein, maar significant) verklaard zouden kunnen worden als placebo-effect leek hem en de andere promotor Van Luijtelaar toch eigenlijk wel stukken waarschijnlijker dan dat er sprake zou kunnen zijn van een specifiek effect van acupunctuur. Maar waarom hebben deze heren deze bedenkingen niet veel duidelijker opgenomen in de artikelen in het proefschrift waarvan zijn mede-auteurs zijn? Het lijkt er toch sterk op dat Coenen op het laatste moment pas wakker is geworden en de laatste promotie die hij begeleidde niet een al te grote smet wilde laten worden op zijn staat van verdienste.

Promotores Ton Coenen (l) en Van Luijtelaar
Promotores Ton Coenen (l) en Van Luijtelaar (r)

Dat het onderzoek van Bosch welbeschouwd geen aanwijzingen heeft gevonden dat acupunctuur een zinnige behandelwijze zou kunnen zijn om slaapproblemen aan te pakken en dat de Radboud Universiteit z’n best had gedaan om de te stellige conclusies van Bosch af te zwakken tot enigszins normale proporties, was niet bij iedereen doorgedrongen. De ochtend van de promotie verscheen een persbericht met als kop ‘Radboud Universiteit: Proefschrift over Acupunctuur’ waardoor een aantal medische websites vermoedelijk dacht met een persbericht van de universiteit zelf te maken te hebben en ze namen dit sterk gekleurde verhaaltje klakkeloos over. De universiteit trad er wel snel tegenop en het misleidende persbericht is verwijderd (dat kwam uit de koker van WAVAN, de voor mij nog onbekende Wetenschappelijk artsenvereniging voor acupunctuur in Nederland).

Zie ook:

  • Skepter 28.2:  Acupunctuur-promotie – Omstreden proefschrift over acupunctuur in de psychiatrie
  • Voxweb: Acupunctuurpromotie overleeft ‘storm’
  • VtdK: Vereniging protesteert tegen acupunctuurpromotie
  • Kloptdatwel: Acupunctuurpromotie aan de Radboud Universiteit

02-01-2015: Een Italiaans artikel gebaseerd op dit KdW-artikel is gepubliceerd.

Filed Under: Alternatieve schade, Pseudowetenschap, Wetenschap Tagged With: acupunctuur, depressie, Gilles van Luijtelaar, Peggy Bosch, promotie, schizofrenie, slaapproblemen, Ton Coenen, Winni Hofman

Levert kankeronderzoek iets op?

24 November 2015 by Lucas Stalpers 29 Comments

Tijdens het Skepsis congres merkte een van de sprekers op dat kankeronderzoek de afgelopen decennia vooral veel had gekost, maar geen resultaten had opgeleverd. Ik [Maarten Koller] kon dat moeilijk geloven. Maar aan geloof hecht ik weinig waarde, dus ik ging op zoek naar een deskundige die mij feiten kon vertellen en kwam terecht bij Lucas Stalpers, hoogleraar translationele radiotherapie in het AMC bij de Universiteit van Amsterdam:

Foto: Dirk Gillissen
Hoogleraar Lucas Stalpers – Foto: Dirk Gillissen

Levert kankeronderzoek iets op?
Kort antwoord: Ja, maar minder dan had gekund.

Lang antwoord: Het is maar een beetje hoe je het wilt zien.

Eerst de argumenten van de zwaarmoedigen: Nee, we rennen achter de feiten aan
In 1971 werd door Richard Nixon de National Cancer Act ondertekend. Daardoor kwam heel veel geld ter beschikking voor kankeronderzoek. Het doel van Nixon’s War on Cancer was ‘to eradicate cancer as a major cause of death’.

Helaas, die doelstelling is in de verste verte niet gehaald: er gaan in de VS en in Nederland meer mensen dood aan kanker dan ooit tevoren.[IKNL, 2015; Meulepas, 2011]

Tussen 1990, 2015 en 2020 toont het aantal nieuwe gevallen van kanker een toename van 55.000 (1990), 110.000 (2015) en 123.000 (2020). [Meulepas, 2011] De sterfte aan kanker neemt toe van 32.000 (1990) naar 43.500 (2015) en 50.000 (2020). [IKNL, 2015; Meulepas, 2011].

Oorzaken van het falen van de strijd tegen kanker:
Vergrijzing van de bevolking is de belangrijkste oorzaak van het falen van de War on Cancer. Kanker is vooral een ziekte van de oudere mens. Steeds meer mensen worden ouder, dus steeds meer mensen gaan dood aan kanker. Tegen de ouderdom is geen kruid gewassen: een mens moet uiteindelijk ergens aan doodgaan.

Een tweede oorzaak van het falen van de strijd tegen kanker is, vooral in Nederland, het falen van de tabaksbestrijding. Van de 43.000 kankerdoden hangen er 20.000 samen met roken. Na een aanvankelijke daling van het aantal (mannelijke) rokers en een daling van de longkankersterfte (onder mannen) is het aantal rokers weer aan het stijgen en wordt er meer per roker gerookt. De overheid doet daar nagenoeg niets aan.

Dan de argumenten van de optimisten:
Ja, kankeronderzoek heeft wel degelijk wat opgeleverd. De vooruitzichten van een individuele patiënt met kanker zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd. Tussen 1989 en 2011 is de 5-jaarsoverleving van kanker verbeterd, voor mannen met 13% van 41% naar 54%. Voor vrouwen met 6% van 57% naar 63%.[Meulepas, 2011]

Waaraan is die verbetering te danken?
Karim-Kos (2012) uit de groep van Jan Willem Coebergh en Bart Kiemeney zette de kankertrends in Nederland tussen 1990 en 2008 op een rijtje.[Karim-Kos, 2012]  Voor de 23 meest voorkomende kankers beschreef zij de trend in het aantal nieuwe kankergevallen (de incidentie), de 5-jaars overlevingskans en de sterfte aan kanker (de mortaliteit). Zij vond opnieuw dat incidentie en sterfte toenemen. Maar voor wie kanker heeft, zijn de overlevingskansen van kanker verbeterd. Dat geldt voor 12 van 19 type kankers bij mannen en voor 12 van de 21 kankers bij vrouwen. Karim-Kos gaat niet in op de verklaringen voor de betere overlevingskansen. Ik wel: de verbetering van de 5-jaarsoverleving is vooral te danken aan medisch-technologische verbeteringen: vroegere herkenning (borst, baarmoederhals, uterus, prostaat), verbeterde chirurgische techniek (colon, rectum, slokdarm), betere radiotherapie-technieken (long), en combinatiebehandeling van chirurgie met bestraling en/of chemotherapie (borst, long, hoofd-hals tumoren, slokdarm, baarmoederhals). Een beter inzicht in het ontstaan van kanker of een beter begrip van de biologie van kanker heeft nauwelijks bijgedragen aan die verbeteringen. (Was dat wel zo, dan zou er niet zoveel gerookt worden.)

Deze verbeteringen in de overleving van kanker zijn vooral behaald in de behandeling van kankers in een vroeg stadium. Behandeling met alleen geneesmiddelen heeft wèl verbetering gegeven van de overleving van bloedkankers (lymfomen, leukemie), maar niet of nauwelijks voor patiënten met veel vaker voorkomende solide tumoren. Dat is merkwaardig, want de grootste investeringen zowel in kankeronderzoek als in kankerbehandeling gaan naar combinaties van nieuwe geneesmiddelen zònder gebruik te maken van technologie: zonder chirurgie en zonder radiotherapie. Het idee van deze eenzijdige onderzoekers is dat we van kanker een chronische ziekte kunnen maken. De onderzoekers naar nieuwe gerichte geneesmiddelen vergelijken hun medicijnen graag met gerichte ‘Magic Bullets’. Wie zijn of haar medicijn wil vergelijken met een ‘Magic Bullet’ zal zich eerst maar eens moeten realiseren dat ‘bullets’ niet zijn gemaakt van organische materialen maar van metaal, net als het lancet, het röntgenapparaat en radioactieve bronnen.

Kankerbehandeling is een oorlog op vele fronten: alleen met de infanterie zullen we de strijd niet winnen. Bovendien, vaak kunnen we de strijd niet winnen. Het zou dan beter zijn om te onderzoeken hoe we het resterende leven zo goed mogelijk kunnen maken. Tot slot een open deur: als we echt vooruitgang willen maken zullen we iets tegen tabaksverslaving moeten doen. Van de 43.000 kankerdoden worden er 20.000 veroorzaakt door roken. Je hebt geen wetenschappelijk onderzoek om te weten wat je daartegen moet doen. Waarom doen we dat dan niet?

Kortom: Ja, kankeronderzoek heeft veel opgeleverd voor de individuele patiënt met kanker. Maar ja, kankeronderzoek zou meer kunnen opleveren als meer wordt ingezet op samenwerking van medische disciplines, en meer op verbetering van reeds bewezen technieken en maatregelen.

  • Karim-Kos HE, Kiemeney LA, Louwman MW, Coebergh JW, de Vries E. Progress against cancer in the Netherlands since the late 1980s: an epidemiological evaluation. Int J Cancer. 2012 Jun 15;130(12):2981-9
  • http://www.researchgate.net/profile/Esther_Vries2/publication/51524617_Progress_against_cancer_in_the_Netherlands_since_the_late_1980s_an_epidemiological_evaluation/links/542c3c2b0cf29bbc126cc4b5.pdf
  • Meulepas JM, Kiemeney LALM. Kanker in Nederland tot 2020. Trends en prognoses Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding, Amsterdam, 2011.
  • IKNL. Cijfers over kanker. www.cijfersoverkanker.nl (laatst bezocht: 10 november 2015)

Filed Under: Columns, Factchecking, Wetenschap Tagged With: kanker, kankeronderzoek, kankertherapieen

BREKEND: “Groente net zo kankerverwekkend als uitlaatgassen”

3 November 2015 by Laurens Dragstra 21 Comments

De "Health Hunk"
De “Health Hunk”

Gezondheidsactivist Paul Kramer, alias de Health Hunk, luidt de noodklok: volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn ingemaakte groenten net zo kankerverwekkend als de uitlaatgassen van benzineauto’s. Omdat niemand dat lijkt te weten, roept hij op tot actie.

Bang dat mensen hem voor gek verklaren, is Kramer niet. Op zijn bureau ligt het keiharde bewijs: “De WHO heeft al in 1993 besloten ingemaakte groenten in categorie 2B, mogelijk kankerverwekkend, te plaatsen. Daarmee vallen ze in dezelfde categorie als uitlaatgassen van auto’s die op benzine rijden. Ze zijn dus net zo gevaarlijk!”

De gezondheidsactivist wijst erop dat er nog meer dubieuze stoffen in dezelfde categorie als ingemaakte groenten vallen: onder meer chemicaliën als naftaleen, lood en nikkel staan als 2B gecategoriseerd, maar ook levensgevaarlijke producten als kava-extracten, aloë vera-extracten, poeder van de Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis) en koffie.

Volgens Kramer probeert de agrarische industrie het vernietigende oordeel over groente onder de pet te houden. “Er zijn natuurlijk grote commerciële belangen mee gemoeid”, zo stelt hij, “En ik heb ze al horen betogen dat er toch ook heel veel goede stoffen in groente zitten, en dat Nederlanders toch al niet zo veel groente eten, maar ik denk dat we uiterst voorzichtig moeten zijn.”

WHOToch wil Kramer de bevindingen van de WHO wel enigszins relativeren. “Er zijn veel gevaarlijker voedingsmiddelen. Peren, appels en bananen bijvoorbeeld. Daar zit formaldehyde in, en dat is zeker kankerverwekkend volgens de WHO (categorie 1). Homeopathische drankjes moet je ook beslist vermijden, en niet alleen vanwege het risico op autisme. Die drankjes zitten tjokvol alcohol/ethanol, en ook dat is al jaren als kankerverwekkend gecategoriseerd. Homeopathie is net zo gevaarlijk als roken, plutonium en asbest!”

Op de vraag wat we dan nog wel veilig kunnen eten, antwoordt Kramer vol overtuiging: “Caprolactam. Dat is volgens de WHO de enige stof ter wereld die waarschijnlijk niet kankerverwekkend is. Ik zie dus een grote toekomst voor caprolactam als voedingsmiddel. Er komt een dag dat we allemaal caprolactariër zijn”

Noot van de redactie: bovenstaand gebazel is uiteraard een parodie op de berichtgeving over bewerkt en rood vlees van afgelopen week. Daartussen zaten nogal wat slecht gekozen koppen, en wat nu precies de implicaties van de IARC/WHO-analyses zijn, werd ook niet altijd even geslaagd uitgelegd. Voor goede analyses leze men de stukken van Aliëtte Jonkers, Martijn Katan of Ed Yong over de kracht van bewijs, risico’s en het brengen van wetenschapsnieuws. En het eten van caprolactam raden we beslist af…

Update: Hans van Maanen laat weten dat er in de komende Skepter (december) een stuk komt over het werkelijke risico van het eten van vlees en hoe je dat netjes uitrekent.

Filed Under: Humor, Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: groenten, health hunk, kanker, paul kramer, WHO

Aapjes dood na vaccinatie!

10 October 2015 by Laurens Dragstra 30 Comments

Maar natuurlijk niet dóór vaccinatie. Wat was er gebeurd? Meer dan dertig resusaapjes werden gedood en belandden op de ontleedtafel, omdat onderzoekers hun hersenen wilden bestuderen. Zouden er verschillen tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde aapjes gevonden kunnen worden, verschillen die wijzen op de ontwikkeling van autisme in de gevaccineerde groep? Dat bleek niet het geval te zijn. Geen bewijs derhalve dat vaccins autisme veroorzaken. Maar dat wisten we toch al?

De resusaap (Macaca mulatta), veel gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. (foto: Einar Fredriksen, CC BY-SA 2.0-licentie via Wikimedia Commons)
De resusaap (Macaca mulatta), veel gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. (foto: Einar Fredriksen, CC BY-SA 2.0-licentie via Wikimedia Commons)

Het onderzoek van Gadad e.a. verscheen onder de titel Administration of thimerosal-containing vaccines to infant rhesus macaques does not result in autism-like behavior or neuropathology in PNAS, het gezaghebbende officiële tijdschrift van de Amerikaanse National Academy of Sciences. Thimerosal slaat op het middel dat in Europa beter bekend is als thiomersal. Het is een stof die als converseermiddel aan bepaalde vaccins werd toegevoegd. Omdat het middel kwik bevat – of correcter: omdat het in het lichaam uiteenvalt in onder meer ethylkwik – zou het volgens tegenstanders misschien wel autisme veroorzaken, een stelling waar nooit enig deugdelijk bewijs voor geleverd werd. Ethylkwik wordt, in tegenstelling tot methylkwik (waarmee het natuurlijk vaak verward wordt), ook snel weer uitgescheiden door het lichaam: het is zogezegd niet bioaccumulatief. Thiomersal is sinds eind jaren 90 uit voorzorg uit veel vaccins verwijderd. Het wordt tegenwoordig nog maar spaarzaam gebruikt. Zo spaarzaam dat de onderzoekers in deze studie het middel weer moesten toevoegen aan veel vaccins om hun onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.

Ook het onderzoek naar de resusaapjes leverde dus – wederom – geen bewijs op voor de stelling dat het kleine beetje kwik in sommige vaccins tot autisme leidt. Daarvoor kun je volstaan met het lezen van alleen de titel van het onderzoek. In het eerste tekstblok, waarin het belang van het onderzoek wordt uitgelegd, staat dan ook nog dat “[t]his study does not support the hypothesis that the MMR vaccine play[s] a role in the etiology of autism”. Het MMR-vaccin – BMR in het Nederlands: bof, mazelen, rode hond – bevat geen thiomersal en die stof heeft er ook nooit ingezeten. Ook voor de connectie BMR-vaccin/autisme werd dus geen bewijs gevonden. Wederom: alweer niet.

Laten we dan toch maar even kijken wat er precies onderzocht is. Bij het onderzoek waren 79 resusapen betrokken. Ze werden in maar liefst zes groepen verdeeld, waarbij iedere groep uit 12-16 aapjes bestond. De controlegroep kreeg alleen zoutoplossingen ingespoten, de andere vijf groepen werden volgens verschillende regiems gevaccineerd. Onderstaande tabel uit het onderzoek maakt dit in kort bestek duidelijk:

Vaccinatieschema's voor de verschillende groepen resusaapjes.
Vaccinatieschema’s voor de verschillende groepen resusaapjes.

Tussen de leeftijd van ongeveer 12 tot 18 maanden werd het gedrag van de aapjes bestudeerd. Dat leverde een hoop data op, maar eigenlijk geen significante verschillen tussen de groepen: “Analysis of social behavior in juvenile animals indicated that there were no significant differences in negative behaviors between animals in the control and experimental groups”, aldus de openingszinnen van het artikel.

Op naar de snijtafel dan, waar de (meeste van de) aapjes uit de controlegroep, de groep 1990s Primate en de groep 2008 op kwamen te liggen. Waarom alleen deze groepen? De onderzoekers leggen het uit:

“The neuroanatomical analyses were first performed in brains from the 1990s Primate and 2008 groups, as animals in these groups received the highest amount of EtHg [ethylkwik] exposure (1990s Primate) or the most extensive vaccine exposure (2008). Because no neuronal differences were found in either of these vaccine groups compared with the control group, no additional vaccine groups were fully studied.”

Er werd gekeken naar delen van de hersenen waar in eerdere onderzoeken bij autistische mensen afwijkingen gevonden waren, te weten cerebellum, hippocampus en amygdala. Er werd niets gevonden. Wie een blik werpt op de grafieken en staafdiagrammen van het onderzoek ziet een deprimerende eentonigheid: nagenoeg gelijk opgaande lijntjes en nagenoeg even grote staafjes. De skeptische blogger Orac (de oncologisch chirurg David Gorski) concludeert dan ook niet ten onrechte:

“36 monkeys paid for this information with their lives (16 control + 12-1990s schedule, and 8-2008 schedule) and brains. Basically, this study’s results are inconsistent with the three main “hypotheses”—after all the disconfirming data calling them “hypotheses” really is doing them too much honor—that thimerosal-containing vaccines, MMR vaccines, or and “too many [vaccines] too soon” cause autism. Each hypothesis is represented by an experimental group. Sadly, 36 monkeys paid for these answers with their lives (16 control + 12-1990s schedule, and 8-2008 schedule) and brains, while the rest received at least unnecessary injections and other interventions.”

Orac heeft dan ook scherpe kritiek op het ethische gehalte van de studie. Waarom zou je nog zo’n apenstudie opzetten en goedkeuren, terwijl op basis van de data van inmiddels miljoenen mensenkinderen vaststaat dat vaccins geen autisme veroorzaken, of ze nu wel of niet thiomersal bevatten, of het nu om het BMR-vaccin gaat of om andere vaccins? Uit een tweede artikel van Gorski blijkt dan ook nog eens dat diverse anti-vaccinatiegroepen, zoals SafeMinds, financiële bijdragen aan het onderzoek hebben geleverd. Die zijn dan ook niet blij met de uitkomsten. Ze verkochten al onzin, en nu hebben ze ook nog eens betaald om de wetenschappelijke onhoudbaarheid van hun stellingen bevestigd te krijgen.

Dat is een schrale troost. Resusapen kunnen wel 25 jaar oud worden, dus dat hun leven zonder echte noodzaak na 18 maanden al werd beëindigd mag je bijzonder zuur noemen.

Titelafbeelding: Aiwok via Wikimedia Commons

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Wetenschap Tagged With: antivaccinatie mythes, autisme, vaccinatie, vaccins

Is magneetstimulatie effectief tegen bedplassen?

15 September 2015 by Laurens Dragstra 2 Comments

Een onderzoek van het Egyptische Assiut University Hospital naar het effect van magnetische stimulatie bij bedplassende kinderen haalde zowel nu.nl als de website van RTL Nieuws. De koppen logen er niet om: “Magnetische stimulatie kan bedplassen bij kinderen voorkomen” respectievelijk “Magneten kunnen bedplassen bij kinderen voorkomen”. Wie het onderzoek zelf erbij pakt, komt waarschijnlijk tot wat genuanceerdere conclusies. Het onderzoek had nogal wat beperkingen, zag niet op alleen magnetische stimulatie en leverde ook geen eenduidige resultaten op.

Kop van het bericht op de website van RTL Nieuws.
Kop van het bericht op de website van RTL Nieuws.

Bron van de beide Nederlandstalige artikelen was een artikel op de website Science Daily, dat op zijn beurt weer gebaseerd was op een persbericht van IOS Press. Via dat persbericht komen we bij het onderzoek zelf terecht, gepubliceerd in het tijdschrift  Restorative Neurology and Neuroscience. Uiteraard gaat het uiteindelijk om dat onderzoek zelf, niet om wat daarover opgeschreven wordt in pers- en nieuwsberichten.

Het onderzoek

Aan het onderzoek namen 44 patiënten deel die leden aan nachtelijk bedplassen (Enuresis nocturna). Zij werden verdeeld in twee groepen, waarbij de eerste groep (de ‘real’ groep) een echte behandeling met magnetische stimulatie onderging en de tweede groep een nepbehandeling kreeg (de ‘sham’ groep). In deze laatste groep waren er drie uitvallers, zodat uiteindelijk 41 patiënten het onderzoek voltooiden. De gemiddelde leeftijd was 13,6 jaar, waaruit je zou kunnen afleiden dat het om de ernstigere gevallen ging en niet om de typische zesjarigen die nog wel eens nachtelijke ongelukjes hebben. De ‘real’ groep kreeg zogenaamde Repetitive Sacral root Magnetic Stimulation (rSMS) met een magneetspoel die ter hoogte van het heiligbeen werd geplaatst, zo’n 5 cm boven de bilspleet. In totaal ondergingen de kinderen 10 sessies gedurende twee weken, vijf per week gevolgd door twee ‘rustdagen’. Bij de kinderen in de ‘sham’ groep moest een geloofwaardige nepbehandeling worden gevonden. Ik citeer even de auteurs:

“The control group received sham rSMS using the same coil, the same session frequency, in the same setting, but the coil was tilted by 90 degree so, that little magnetic field could reach the underlying neural tissue.”

Ik kom hier nog op terug. De primaire resultaten van het onderzoek waren als volgt: het aantal natte nachten in de ‘real’ groep daalde na de eerste week van gemiddeld 5,7 naar 0,9. In de ‘sham’ groep was sprake van een daling van 6,5 nachten naar 3,3. Na de sessies van de tweede week bleek dat de daling zich had voortgezet. Er was nu sprake van 0,3 natte nachten in de ‘real’ groep en 1,8 natte nachten in de ‘sham’ groep. Een maand na het beëindigen van de behandelingen werd het aantal natte nachten nogmaals geturfd. Dat was nu gemiddeld 1 in de ‘real’ groep en gemiddeld 5,2 in de ‘sham’ groep. De onderzoekers concluderen dat in beide groepen sprake was van verbetering van symptomen, maar dat de verbetering in de ‘real’ groep geprononceerder was en langer aanhield. De ‘sham’ groep was daarentegen bijna weer terug bij af. Ook de secundaire uitkomsten op de zogenaamde visual analogue scale (VAS) en aan de hand van een korte enquête – de SF-36v2 Health Survey – waren volgens de onderzoekers positief.

Mogen we nu concluderen dat men bij het Assiut University Hospital dé oplossing tegen bedplassen heeft gevonden en dat alle ellende voor ouders en kinderen die daarbij komt kijken “mogelijk voor een groot deel verleden tijd” is, zoals de Nationale Zorggids poneerde? Die conclusie is waarschijnlijk te optimistisch. Ik noem vijf punten van kritiek.

  1. Het betrof een kleine studie.

41 kinderen is niet heel veel. De onderzoekers zijn zich daar terdege van bewust en concluderen helemaal aan het einde van hun artikel:

“The small number of studied sample and the short duration of the follow up, were major limitations of this study.”

Het moge duidelijk zijn dat op grond van een onderzoek dat volgens de onderzoekers zelf grote beperkingen heeft geen al te verstrekkende conclusies getrokken kunnen worden. In het citaat is meteen het tweede kritiekpunt te vinden, namelijk:

  1. De duur van de follow-up was beperkt.

Na twee weken van behandelingen werden de klachten van de kinderen nog één keer bekeken, en wel een maand later. Om fermere conclusies te kunnen trekken, heb je toch wel meer data nodig, zodat een completer plaatje ontstaat. Hoe was de situatie twee maanden later, drie maanden later, een jaar later? Was in de ‘real’ groep toen nog steeds sprake van een significant lager aantal natte nachten dan in de ‘sham’ groep? Of was het resultaat een maand na de behandelingen eerder een toevalstreffer? Het is eigenlijk vreemd dat de onderzoekers voor zo’n beperkte follow-up hebben gekozen, want dat strookt niet met het door henzelf omschreven doel van de studie:

“Purpose of this study was to evaluate the long term efficacy of repetitive sacral root magnetic stimulation (rSMS) in patients with monosymptomatic nocturnal enuresis (MNE).”

Met dit doel in het achterhoofd zou je zelfs kunnen concluderen dat de studie mislukt is.

  1. Het ging niet alléén om magnetische stimulatie.
De chemische structuur van imipramine (Jynto/Public Domain).
De chemische structuur van imipramine (Jynto/Public Domain).

Alle deelnemende kinderen slikten ook het middel imipramine, een antidepressivum. Dat middel schijnt wel iets te doen bij bedplassen, maar heel indrukwekkend zijn de resultaten niet: volgens een Cochrane Review uit 2003 zou het gebruik van een middel als imipramine een meerwaarde van “a reduction of about one wet night per week while on treatment” opleveren vergeleken met een placebomiddel. Na het stoppen met het middel volgt in de meeste gevallen een terugval en het gebruik van antidepressiva is natuurlijk ook niet zonder risico’s. Imipramine is dus duidelijk geen wondermiddel. Waarom bleven de kinderen in dit onderzoek het middel dan toch gebruiken, en werd er niet getest of alleen magnetische stimulatie resultaat zou opleveren? Eigenlijk wordt dat niet duidelijk in het artikel. De onderzoekers schrijven:

“All patients had been taking the tricyclic antidepressant drug imipramine (25 mg once at night /day) for at least 3 months without satisfactory results and they continued taking their usual drugs throughout the study.”

Waarom zou je doorgaan met het slikken van een medicijn als er sprake is van onbevredigende resultaten? Wat betekent ‘onbevredigend’ in dit verband? Belangrijker is dat het met zo’n meervoudige therapie veel moeilijker is om de resultaten te duiden. Er is sprake van een afname van het aantal natten nachten, maar welk deel daarvan is veroorzaakt door de imipramine, welk deel eventueel door de magnetische stimulatie en welk deel door placebo-effecten? Ook deze beperking wordt door de auteurs toegegeven:

“Since we did not study a group of patients who were untreated with tricyclic anti-depressants, we cannot say whether rSMS alone would improve symptoms.”

  1. De resultaten waren niet bepaald eenduidig
Figuur 2a uit het onderzoek.
Figuur 2a uit het onderzoek.

De belangrijkste uitkomstmaat van het onderzoek is de reductie in het aantal natte nachten. Als gezegd was na één week behandelen in de ‘real’ groep sprake van een afname van 5,7 naar 0,9. In de ‘sham’ groep was dat een afname van 6,5 naar 3,3. Uit figuur 2a. blijkt echter dat dit resultaat net niet statistisch significant is (p =0,055). Na twee weken is de ‘real’ groep verder gezakt naar 0,3 en de ‘sham’ groep naar 1,8. Dat resultaat is duidelijk niet statistisch significant (p = 0,327). Op zichzelf hoeft dat nog niet zoveel te betekenen. Het zou zo kunnen zijn dat de werking van de magnetische stimulatie – volgens de onderzoekers een mogelijk effect op controle over de blaas – met enige vertraging plaatsvindt, maar dan moet je juist in de weken die volgen op het stoppen met de magneetbehandelingen zoveel mogelijk data verzamelen. Dat hebben de onderzoekers dus niet gedaan. Ze hebben de kinderen één maand later nog één keer gezien en dat was het. Het resultaat dat ze toen noteerden (1 natte nacht vs. 5,2 natte nachten) was weliswaar zeer significant (p = 0,0001), maar weer te geïsoleerd om echte conclusies op te baseren. Hoe was de situatie na twee maanden, na drie maanden of na een half jaar? Dat is onbekend. De beste conclusie die je dan kunt trekken is dat de resultaten ‘inconclusive’ zijn.

Figuur 2b uit het onderzoek.
Figuur 2b uit het onderzoek.

Ook over de relevantie van de overige, secundaire resultaten kun je twisten. Ik weet niet veel van de visual analogue scale (VAS), maar het is mij ook niet geheel duidelijk wat de onderzoekers ons met de resultaten van deze schaal duidelijk proberen te maken. Als je afgaat op figuur 2b. dan zou je zeggen dat ze de kinderen naar hun pijnbeleving hebben gevraagd. Bij de y-as staat namelijk duidelijk visual analogue scale for pain te lezen. Dat lijkt geen bijster relevante vraag bij bedplassende kinderen. Pijn zal daar niet het voornaamste probleem zijn. Bovendien laten de resultaten van de ingevulde enquête, de SF-36v2 Health Survey, helemaal geen verschil tussen beide groepen zien als het gaat om ‘bodily pain’. De resultaten lijken elkaar dus tegen te spreken.

Met die SF-36v2 Health Survey is nog wel wat geks aan de hand. De onderzoekers schrijven bij figuur 3 – waar ze het trouwens abusievelijk over ‘Quality of lie‘  hebben – dat:

“There were significant improvement in the score of Mental health domains including Social Functioning (SF), Vitality (VT), Mental Health (MH) and Component Mental Health Summation (CMHS) in real group versus sham group.”

Dat is juist, maar wat zegt het? De onderzoekers noemen hier alleen de 4 categorieën waar het resultaat significant beter was, maar de enquête leverde in totaal 11 resultaten op en de ‘real’ groep noteerde in 7 van de 11 categorieën geen betere uitslag dan de ‘sham’ groep (er waren geen statistisch significante verschillen). Daar komt nog bij dat de SF-36v2 Health Survey eigenlijk helemaal niet bedoeld is voor kinderen, maar voor volwassenen. Nu was de gemiddelde leeftijd van de deelnemers met 13,6 jaar tamelijk hoog – zelfs 14,5 jaar in de ‘real’ groep – maar voor de jongste deelnemers waren de vragen wellicht te hoog gegrepen. Patiënten tussen de 8 en 25 (!) jaar konden aan het onderzoek meedoen en het zou best interessant zijn om te zien of er relevante verschillen optraden tussen de verschillende leeftijdscategorieën. Maar u raadt het al: dat hebben de auteurs helaas niet onderzocht.

  1. Hoe goed was de blindering eigenlijk?
De Double 70mm Alpha Coil van Magstim (www.magstim.com) in de vorm van een 8. Dit is niet de in het onderzoek gebruikte coil.
De Double 70mm Alpha Coil van Magstim (www.magstim.com) in de vorm van een 8. Dit is niet de in het onderzoek gebruikte coil.

De onderzoekers gebruikten voor deze studie een Magstim Super Rapid stimulator met als magneetspoel een 120-mm outer diameter figure-of-8 air film cooling coil. Het belang van goede blindering is onomstreden, dus voor de ‘sham’ groep moest een geloofwaardige schijnbehandeling bedacht worden. Het is niet helemaal duidelijk of dat gelukt is. Het onderzoek zelf meldt dat de stimulator wel aan stond, maar – zie het citaat aan het begin – dat de spoel 90 graden gedraaid werd. Als dat fysiek bedoeld is, kun je je afvragen of een patiënt dat niet gewoon merkt. Als met ‘figure of 8’ wordt gedoeld op een spoel in de vorm van een ‘8’ dan lijkt dat welhaast onvermijdelijk. De behandelaar merkt het natuurlijk sowieso: die is dan niet geblindeerd. Merkwaardig genoeg meldt het persbericht dat ” the stimulator was internally adjusted”, iets wat in het onderzoek zelf niet terugkomt. Het wordt dus niet helemaal duidelijk hoe adequaat de blindering precies was. In elk geval blijkt het bedrijf Magstim ook heuse ‘sham coils’ te verkopen (“looks, sounds and feels the same as an active coil”) waarmee perfect dubbelblinde onderzoeken kunnen worden gedaan. Die hebben de onderzoekers zeer zeker niet gebruikt.

Tot slot

De berichtgeving op nu.nl en de website van RTL Nieuws was weinig genuanceerd. De beperkingen van het onderzoek waren niet opgemerkt en dat de onderzochte kinderen ook antidepressiva gebruikten was niemand opgevallen. De resultaten van het onderzoek waren niet eenduidig en of de blindering adequaat was, is moeilijk vast te stellen. In elk geval zou het sterk overdreven zijn de resultaten van dit onderzoek als een potentiële doorbraak te omschrijven. Daarvoor was het aantal deelnemers te beperkt en de follow-up te kort, terwijl onduidelijk is wat de imipramine heeft gedaan en de resultaten ook niet duidelijk één richting op wijzen. Er zijn best interessante toepassingen voor magneten te bedenken in de geneeskunde, maar er is ook een hoop (potentiële) onzin. Laten de Egyptische onderzoekers hun onderzoek eerst maar eens herhalen met grotere aantallen deelnemers die gedurende een langere periode gevolgd worden. Dan zien we wel weer verder.

Filed Under: Gezondheid, Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: bedplassen, magneet, magneetstimulatie, magnetisch veld

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 5
  • Page 6
  • Page 7
  • Page 8
  • Page 9
  • Interim pages omitted …
  • Page 39
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

David Geier, Mail Order Pharmacist
10 May 2025 - Kathleen Seidel

David Geier was in the drug business. What was he selling before the FDA stepped in? The post David Geier, Mail Order Pharmacist first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails.
9 May 2025 - Jonathan Howard

"I wish Vinay all the best for his new role. It's a whole new state of play when the buck stops with you." The post Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis
8 May 2025 - Scott Gavura

Spring is a miserable season for those with seasonal allergies. There are effective drug- and non-drug measures that can control most symptoms effectively. The post Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsOp https://archive.is/1Exnu staat een gearchiveerde versie van een recente posting van Ronald Meester op LinkedIn. In deze posting verwijst
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsEen verbeterde versie van Hoofdstuk 6 van dit rapport van Ronald Meester en Marc Jacobs is op 22 april 2025
  • Hans1263 on Volgens Maurice de Hond beschikt hij over telepathische gavenHet filmpje waarin hij een trucje met Jeroen Pauw uithaalt, bewijst natuurlijk helemaal niets, ja misschien het denkniveau van De
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (17-2025)En de paashaas is er snel vandoor gegaan,
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (17-2025)@Renate1 Nee, de paashaas heeft het in een mandje op zijn rug. 😅😅😅

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in