• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Alternatieve schade

Afkicken met ibogaïne

25 November 2014 by Laurens Dragstra 121 Comments

De Rechtbank Midden-Nederland heeft recentelijk een natuurgenezeres veroordeeld tot een gevangenisstraf van 141 dagen. De vrouw behandelde verslaafden met het middel ibogaïne, een plantenextract dat de behoefte om drugs te gebruiken zou verminderen. In één geval liep de behandeling fataal af, in een ander geval kon het leven van de patiënt gered worden, maar raakte hij wel blind. Dat de straf voor de “heks van Kockengen” tamelijk laag uitviel, is deels te verklaren door het feit dat de rechtbank lang niet alle ten laste gelegde feiten bewezen achtte. De rechtbank schiep wel duidelijkheid over de status van het middel ibogaïne: dat is een geneesmiddel, zodat de verbodsbepalingen uit de Geneesmiddelenwet van toepassing zijn. Die constatering maakt het wellicht gemakkelijker voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om eventuele andere ibogaïnebehandelaars in Nederland aan te pakken. De uitspraak bevat verder een mooi college van de neuroloog professor Wolters over de werking en gevaren van ibogaïne.

Ibogaïne

Tabernanthe iboga
Tabernanthe iboga

Ibogaïne is een geestverruimend middel dat wordt gewonnen uit de Afrikaanse plant Tabernanthe iboga, die vooral in Gabon voorkomt. Daar worden preparaten met iboga onder meer voor rituele doeleinden ingezet. Dat ibogaïne ook gebruikt kan worden voor de behandeling van verslaafden, is in de westerse wereld vooral gepropageerd door de Amerikaan Howard Lotsof (1943-2010). Lotsof beweerde dat hij als negentienjarige dankzij ibogaïne van zijn heroïneverslaving was afgekickt en heeft zich de rest van zijn leven ingezet voor wetenschappelijk onderzoek naar en gebruik van de stof voor de behandeling van andere verslaafden. Ook publiceerde hij in tijdschriften over ibogaïne, meestal in samenwerking met anderen, want Lotsof had alleen een graad in de filmwetenschappen. Het is waarschijnlijk niet overdreven te stellen dat hij een grote naam was in de wereld van de ibogaïne, want artikelen waarbij hij (mede)auteur was worden meerdere malen genoemd in het wat gekleurde Wikipedia-artikel over de stof ibogaïne. Dat artikel verwijst bijvoorbeeld tweemaal naar een artikel uit 1999 dat Lotsof samen met onder meer de controversiële Nederlandse psychiater Jan Bastiaans schreef. Ook Bastiaans experimenteerde met ibogaïne als afkickmiddel en begin jaren ’90 stierf bij een van zijn sessies een vrouw.

Inname van ibogaïne zou volgens voorstanders van gebruik de behoefte aan drugs verminderen en ontwenningsverschijnselen verzachten. In een artikel van eind 2009 in het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij heeft Catherine de Jong, de huidige voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, die bewering bestreden. De Jong schreef onder meer dat haar geen groot en deugdelijk onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van ibogaïne bij mensen, uitgevoerd door een gerenommeerd instituut, bekend was. Ze vermoedde dat de werking van het middel er simpelweg op neerkwam dat de verslaafde door de toediening van een aanzienlijke hoeveelheid ibogaïne langdurig in een roes wordt gebracht en daardoor enige tijd fysiek niet in staat is naar de slijter of dealer te lopen. Een recent Braziliaans onderzoek uit 2014 was positiever: het concludeerde dat “the use of ibogaine supervised by a physician and accompanied by psychotherapy can facilitate prolonged periods of abstinence”. Het artikel – of beter: het abstract ervan; het artikel zelf is niet vrij toegankelijk – maakt echter niet duidelijk waarom ibogaïne verkozen zou moeten worden boven de middelen die in reguliere verslavingsklinieken worden aangeboden. Bovendien is niet duidelijk of met psychotherapie alleen een soortgelijk resultaat geboekt kan worden. Het onderzoek betrof een terugblik (retrospective study) en er was dus geen controlegroep. Een grote doorbraak is deze studie derhalve waarschijnlijk niet.

En dan zijn er natuurlijk nog de risico’s. In het vonnis van de rechtbank tegen de natuurgenezeres worden deze risico’s meermaals benadrukt. De rechtbank wijst op basis van een deskundigenrapport van de neuroloog en hoogleraar Erik Wolters op “ernstige of levensbedreigende bijwerkingen zoals cardiotoxiteit en/of neurotoxiciteit”. Interessant is dat de rechtbank veel informatie uit het deskundigenrapport over werking en bijwerkingen van ibogaïne heeft opgenomen in het vonnis zelf. Ik citeer maar even integraal:

Professor dr. E.Ch. Wolters (hierna: Wolters) heeft in zijn rapport de fasen beschreven die optreden na inname van ibogaïne. Deze fasen zien er als volgt uit:

– Visuele fase: In deze fase worden (vooral met dichte ogen) uiterst gedetailleerde, soms beangstigende, visioenen waargenomen. Daarnaast worden (vooral met open ogen) herhaaldelijk lichtflitsen waargenomen. Tijdens deze fase is er sprake van een significant afgenomen handelingsbekwaamheid bij een patiënt, vooral wanneer de reality testing in het geding is. Deze fase vangt aan enkele uren na inname van ibogaïne en houdt doorgaans 4-6 uur aan.

– Introspectieve fase: Deze fase gaat gepaard met eufore kalmte met een enorme intellectuele en emotionele helderheid. In deze fase treedt vaak misselijkheid en braken alsook slapeloosheid en het gevoel het voortdurend koud te hebben op.

– Rest fase: In deze fase is sprake van een geleidelijk aan verminderde opwindingstoestand met een sterk verminderde slaapbehoefte, gevolgd door uitputting.

Een behandeling met ibogaïne dient, aldus Wolters, afgeraden te worden in (onder meer) de volgende gevallen:

– In geval van pre-existente cardiale problematiek (gezien de hierbij toegenomen kans op het optreden van hartritmestoornissen en een acute hartdood)

– In het geval van pre-existente psychiatrische problematiek, met name psychotische toestandsbeelden (gezien de hierbij toegenomen kans op het optreden van gedragsstoornissen en acute stress bij hallucinaties).

Voorts heeft Wolters in zijn rapport beschreven dat (vooral hogere) doseringen ibogaïne bijwerkingen met zich brengen, waaronder een daling van de bloeddruk en de hartslag. Tijdens de terechtzitting heeft Wolters verklaard dat doseringen van 25 mg/kg lichaamsgewicht en hoger gepaard kunnen gaan met een hogere toxiciteit. Wolters schrijft in zijn rapport dat er gevallen bekend zijn waarbij mensen binnen enkele dagen na inname van ibogaïne zijn overleden. In zijn rapport verwijst hij naar een onderzoek van N. Sandberg, waarin deze Sandberg tot de conclusie komt dat het aantal behandeling c.q. toepassingen van ibogaïne met fatale afloop 1 op de 300 bedraagt. Ter terechtzitting heeft Wolters verklaard dat bij gevallen van een dodelijke afloop de dosering boven 20 mg/kg lag.

Wolters en E. Fromberg (hierna: Fromberg) hebben in hun rapporten beiden een aantal – min of meer gelijkluidende – voorwaarden geformuleerd voor een veilige behandeling met ibogaïne. Het gaat hier niet om wettelijke voorschriften nu immers geen sprake is van een erkende, reguliere behandeling. Wolters en ook Fromberg hebben daarnaast beiden verklaard dat er nagenoeg geen wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de werking van ibogaïne en dat hetgeen zij in hun rapportages stellen hoofdzakelijk gebaseerd is op literatuurstudie.

Kortom, ibogaïne heeft fysiologische werking en er zijn negatieve effecten en bijwerkingen als hallucinaties, misselijkheid, braken, uitputting, verlaagde bloeddruk en hartritmestoornissen. Sterfgevallen zijn niet uitzonderlijk en als de genoemde verhouding van 1 sterfgeval op 300 behandelingen correct is, is het middel gewoon heel riskant. Ik kan uit de geciteerde passage niet afleiden of de stof daadwerkelijk de behoefte aan verslavende middelen vermindert. Uit het gedeelte over “nagenoeg geen wetenschappelijk onderzoek” leid ik echter af dat ook Wolters c.s. menen dat daar geen deugdelijk bewijs voor is.

De casus

Vermalen schors van de ibogaplant (foto: Kgjerstad, CC-licentie)
Vermalen schors van de ibogaplant (foto: Kgjerstad, CC-licentie)

Het eerste slachtoffer van de natuurgenezeres was een Zwitser die naar Nederland was gekomen om af te kicken van zijn codeïne- en alcoholverslaving. Volgens de verdachte verliep de behandeling met ibogaïne aanvankelijk goed. Later werd het slachtoffer echter agressief en had hij het idee dat hij achtervolgd werd. De man verzocht de natuurgenezeres hem naar een hotel te brengen. Zij bracht hem er met de auto heen en liet hem daar achter. Enkele uren later verliet het slachtoffer het hotel weer. Hij liep de snelweg op en werd doodgereden door een vrachtwagen. De rechtbank acht bewezen dat de natuurgenezeres het slachtoffer in een hulpeloze toestand heeft gebracht en gelaten. Zij had de man nooit zonder toezicht in het ziekenhuis mogen achterlaten. De rechtbank kan echter niet met zekerheid vaststellen dat er een causaal verband bestaat tussen het achterlaten en de dood van het slachtoffer. Voor de rechtbank is niet voldoende duidelijk of het slachtoffer toen hij de snelweg opliep nog hallucineerde als gevolg van de ibogaïnebehandeling. Hoewel zij zelfmoord niet aannemelijk acht, kan volgens de rechtbank niet worden uitgesloten dat bij de aanrijding sprake was van een noodlottig ongeval. Dat het causaal verband niet bewezen kan worden, heeft grote gevolgen voor het strafmaximum. Op verlating van een hulpbehoevende staat ten hoogste twee jaar gevangenisstraf (artikel 255 Wetboek van Strafrecht), maar als het achterlaten de dood ten gevolge heeft, is de straf ten hoogste negen jaar (artikel 257, tweede lid, Wetboek van Strafrecht). Nogal een verschil dus.

Het tweede slachtoffer was een Belg die door middel van een ibogaïnebehandeling van zijn verlegenheid af wilde komen. Nu heeft verlegenheid natuurlijk niets met verslaving te maken, maar kennelijk had het slachtoffer er alle vertrouwen in dat de ibogaïne ook dit probleem kon verhelpen. Hij had dan ook al eerder met het middel geëxperimenteerd. Het liep echter compleet anders. Het slachtoffer kreeg na de toediening van de ibogaïne een hartstilstand en raakte niet zijn verlegenheid kwijt, maar wel zijn gezichtsvermogen. De natuurgenezeres verliet het slachtoffer nu eens niet, maar belde direct de hulpdiensten en begon met reanimeren. Dit alles stemt de rechtbank kennelijk mild. Zij acht niet bewezen dat de natuurgenezeres de man in een hulpeloze toestand heeft gebracht of gelaten. Ook van opzettelijke benadeling van de gezondheid is geen sprake. Het slachtoffer had enige tijd voor de behandeling een cardioloog geraadpleegd en die had geen hartafwijking geconstateerd. Mede daarom vindt de rechtbank dat de verdachte ook niet roekeloos heeft gehandeld. Er volgt vrijspraak.

In het vervolg van de uitspraak wordt nog een aantal andere zaken bewezen verklaard. De rechtbank constateert overtreding van de Opiumwet omdat bij de natuurgenezeres thuis hennep, MDMA, methadon en morfine waren aangetroffen. Het bezit van vijftien flessen medicinale zuurstof levert een overtreding van de Geneesmiddelenwet op. Met betrekking tot de gevonden drugs merkt de rechtbank overigens op dat het goed mogelijk is dat die zijn achtergelaten door verslaafde cliënten die bij verdachte in behandeling waren. De advocaat van de natuurgenezers had verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met “het feit dat verdachte in de media en op straat is uitgemaakt voor heks en kwakzalver”. Daardoor zou ze aan lager wal zijn geraakt. Het is mij niet geheel duidelijk geworden in hoeverre de rechtbank dit betoog heeft meegewogen bij het bepalen van de strafmaat. De volgende overwegingen:

Alhoewel uit het dossier niet volgt dat de zaak tegen verdachte de nodige media-aandacht heeft gehad, is de rechtbank er ambtshalve van op de hoogte dat verdachte onder meer in de media is afgeschilderd als ‘de heks van Kockengen’ en dat op internet naar haar verwezen wordt als ‘The Ibogaïne Witch’. Naar het oordeel van de rechtbank is het in het algemeen aanvaardbaar dat strafzaken, gelet op hun aard en inhoud, een zekere vorm van media-aandacht met zich brengen. In onderhavige zaak is gebleken dat verdachte in de media op zodanige wijze is neergezet, dat zij daardoor in haar persoon lijkt geschaad.

doen echter vermoeden dat de rechters wel enigszins gevoelig waren voor de beweerde misère van de verdachte. De uiteindelijke straf is 141 dagen celstraf, precies gelijk aan de periode die de natuurgenezeres in voorarrest heeft doorgebracht.

Ibogaïne als geneesmiddel

Lijntjes cocaïne
Lijntjes cocaïne

De relatief lage straf die de rechtbank oplegde zal door menigeen als onrechtvaardig worden gezien. Er is immers een dode gevallen en iemand zwaar gehandicapt geraakt na een behandeling door een ondeskundig iemand met een gevaarlijk middel. Een kleine vorm van compensatie is wellicht dat de rechtbank zich ondubbelzinnig uitlaat over de status van iboga en ibogaïne. De rechtbank stelt vast dat het middel op websites als het inmiddels niet meer actieve www.ibogafoundation.com wordt aanbevolen voor de behandeling van verslavingen en daarmee wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens. “Iboga beïnvloedt meerdere neurotransmitters in de hersenen en heeft zowel een stimulerende als hallucinogene eigenschappen”, aldus de rechtbank, die uit het voorgaande een heldere conclusie trekt:

Blijkens de bewijsmiddelen voldoet iboga aan de vereisten zoals opgenomen onder 1° en 3° [van artikel 1 onder b Geneesmiddelenwet, het artikel waarin de definitie van “geneesmiddel” is vastgelegd, LD]. Iboga is derhalve een geneesmiddel in de zin van artikel 1 van de Geneesmiddelenwet. Iboga bevat ibogaïne. De rechtbank hecht eraan op te merken dat dit niet betekent dat ibogaïne een toegestaan geneesmiddel betreft.

Waarom zou de rechtbank eraan hechten dit op te merken? Ik vermoed omdat in sommige media is opgemerkt of gesuggereerd dat het middel legaal is. Ook de advocaat van de natuurgenezeres had aangevoerd dat iboga geen verboden middel is.

Als ik het goed zie, blijft van die beweringen als gevolg van de uitspraak van de rechtbank weinig over. De rechtbank lijkt zowel iboga als de stof ibogaïne als geneesmiddel aan te merken. Dus zowel de plant en de onderdelen daarvan (bladeren, schors, wortels) als de werkzame stof. Dat heeft nogal wat gevolgen, want een flink aantal verbodsbepalingen uit de Geneesmiddelenwet is nu van toepassing. Zo is het ingevolge artikel 18 Geneesmiddelenwet verboden zonder vergunning iboga/ibogaïne te bereiden, in te voeren, af te leveren of uit te voeren dan wel een groothandel te drijven. Omdat voor iboga/ibogaïne geen handelsvergunning is verleend, is het ook verboden deze middelen in voorraad te hebben, te verkopen, af te leveren, ter hand te stellen, in te voeren of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied te brengen, aldus artikel 40, tweede lid, Geneesmiddelenwet. De rechtbank achtte overtreding van beide genoemde bepalingen bewezen. Zie ik het goed, dan is er weinig legaals meer mogelijk met ibogaïne. Ook het maken van reclame voor behandelingen met iboga/ibogaïne lijkt me verboden zolang voor deze middelen geen handelsvergunning is verleend (artikel 84 Geneesmiddelenwet).

Al de genoemde artikelen – 18, 40 en 84 – kunnen worden gehandhaafd door middel van bestuursrechtelijke sancties. Artikel 101 Geneesmiddelenwet bepaalt dat de minister van VWS – in de praktijk de IGZ – een bestuurlijke boete van maximaal 450.000 euro kan opleggen bij geconstateerde overtredingen. Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat ibogaïne een geneesmiddel is, zullen zich hier niet de problemen voordoen waardoor de juridische aanpak van HCG als afslankmiddel stokte (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat HCG geen geneesmiddel is). Waar strafrechtelijke procedures zoals die tegen de “heks van Kockengen” doorgaans lang duren en pas worden gestart als het kalf al verdronken is, kunnen bestuursrechtelijke boetes direct worden ingezet. Constatering van overtreding van een artikel in de Geneesmiddelenwet is voldoende om op te kunnen treden en lastige bewijsproblemen met betrekking tot opzet of causale verbanden doen zich niet of veel minder voor. Wie meent dat er nog muziek zit in de behandeling van verslaafden met ibogaïne, kan de minister verzoeken om een vergunning om het spul voor onderzoek te bereiden. Voorlopig lijkt het me verstandig zulke behandelingen zoveel mogelijk achterwege te laten, zeker als ze worden uitgevoerd door filmwetenschappers, omstreden psychiaters en medisch ongeschoolde natuurgenezeressen.

Filed Under: (Bij)Geloof, Alternatieve schade, Gezondheid, Uit het nieuws Tagged With: geneesmiddel, gevangenisstraf, iboga, ibogaïne, kruiden, kruidengeneesmiddelen, verslaafden, verslaving, verslavingszorg

‘Zondag met Lubach’ over homeopathie en A. Vogel

18 November 2014 by Pepijn van Erp 56 Comments

Het Centraal Bureau voor de Statistiek bracht recent naar buiten dat hoger opgeleiden vaker een alternatieve genezer bezoeken dan lager opgeleiden. Niet echt iets nieuws, dat is al jaren zo. Maar het blijft toch vreemd, die hoger opgeleiden zouden toch beter moeten weten? In zijn nieuwe talkshow ‘Zondag met Lubach’ grijpt presentator Arjen Lubach het aan om even uit te leggen waarom bijvoorbeeld homeopathie zo’n onzin is. En hij neemt meteen ook even wat bekende middelen onder de loep. Vooral dr. A. Vogel moet het ontgelden.

https://www.youtube.com/watch?v=2OcZh5Mc4MY

Arjen Lubach en zijn redactieteam hebben bij hun voorbereiding vast de website van Skepsis goed bestudeerd. Daarop staat het artikel van Jan Willem Nienhuys uit 1998: ‘Doctor Vogel?‘ waarin hij een uitvoerige speurtocht beschrijft naar iets dat een doctorstitel van Vogel zou rechtvaardigen. Niet aangetroffen. Sinds dat artikel verscheen zijn verwijzingen naar de doctorstitel van Vogel verdwenen in herdrukken van zijn boeken, dat zegt eigenlijk wel genoeg.

Ook op de website het artikel ‘Het geheim van A. Vogel‘ van Rob Nanninga en Marie Prins uit 2003, waarin onder andere de fotogenieke indiaan Ben Black Elk wordt geïdentificeerd. Die zou Vogel de geheimen rond de Echinacea purpurea hebben onthuld. Over de vermeende werkzaamheid van de rode zonnehoed zijn er ook nog een aantal blogs verschenen op het Skepsis-blog, de laatste in 2011, de titel is duidelijk: Echinacea werkt niet bij verkoudheid – alweer.

HomeopathieWaarschuwingsStickerGeenBijWerkingVoor de doorgewinterde skeptische kijkers: ja, ja, die Lubach legde de theorie achter homeopathie niet helemaal goed uit en natuurlijk had hij ook even moeten ‘stootschudden’ tussen de verdunningsstapjes op een zacht oppervlak (iets als een met  paardenhaar gevulde leren object). Het vermakelijke item schoot diverse twitteraars met een voorkeur voor alterneuterij in het verkeerde keelgat, die vroegen zich af of Lubach misschien betaald zou worden door Big Farma, of ‘uit de antikwakpot‘.
Maar nu aan de slag met die waarschuwingsstickers!

 

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Humor Tagged With: Arjen Lubacjh, echinacea, homeopathie, Oscillococcinum, Vogel

“Juridische terreur” door chiropractorsadvocaat

13 November 2014 by Laurens Dragstra 16 Comments

Diverse chiropractors hebben er geen enkel probleem mee om “dr.” voor hun naam te plaatsen, ook al zijn ze helemaal niet gepromoveerd. Een kwalijke praktijk, die helaas voorlopig door de rechter geaccepteerd is. Waar échte chiropractors echter helemaal niet van houden, is dat iedereen zich zomaar chiropractor noemt. Op zulke beunhazen sturen ze strijdbare advocaten af. Deze zomer leidde dat tot een tamelijk gênante procedure bij de Raad van Discipline, de tuchtrechter voor advocaten.

D.D. Palmer, bedenker van de chiropraxie
D.D. Palmer, bedenker van de chiropraxie

Het ging in deze zaak allemaal om een persoon die zich via het UWV aanbood als chiropractor. Volkomen ten onrechte, aldus een stichting die de kwaliteit van in Nederland werkzame chiropractors controleert. De stichting schakelde haar advocaat in. Deze advocaat stuurde vervolgens een nogal pittig briefje naar de pseudo-practor. Ik kopieer hieronder maar even wat de tuchtrechter over de casus opmerkt, voordat ik zelf de nogal heetgebakerde advocaat over me heen krijg:

1.2 Klager sub 1 heeft namens klager sub 2 een zekere B aangeschreven. In die brief protesteert klager tegen het feit dat B zich aanbiedt via het UWV als chiropractor zonder (volgens die brief) “over de voor dat beroep juiste kwalificaties te beschikken.”  Daarbij wijst klager erop dat de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) regels voor dat beroep heeft vastgesteld en dat de Minister van Volksgezondheid in 1981 heeft gesteld dat de opleiding tot chiropractor een opleiding geneeskunde en manuele therapie behelst. Klagers cliënte controleert de kwaliteit van de hier te lande werkende chiropractoren.

1.3 In diezelfde brief wijst klager de heer B op het feit dat B’s opleiding tot Heilpraktiker en de tijd die hij aan de specialisatie chiropractor heeft besteed op geen enkele manier voldoet aan de regels van de WHO. Hij verwijst voorts op de risico’s die een onjuiste toepassing van chiropractie oplevert onder bepaalde omstandigheden. Volgens klager hindert B door zich beschikbaar te stellen als chiropractor bij het UWV de vestiging in Nederland voor een Amerikaanse gekwalificeerde chiropractor die daardoor schade lijdt, net als één van de bij de cliënte van klager aangesloten register chiropractoren. Klager wijst B op het salaris dat die Amerikaanse chiropractor zou hebben kunnen verdienen (begroot op een bedrag tussen de € 50.000 en € 200.000) en verzoekt B (met voor zoveel nodig de sommatie) om klager te laten weten dat hij zijn beschikbaarheid als chiropractor bij het UWV zal intrekken en in het verlengde van die boodschap nog zo het één en ander. Klager stelt B een dagvaarding in het vooruitzicht als hij dat niet doet en hij wijst op de hoge kosten van een procedure, op de mogelijkheid van een kostenveroordeling en op het feit dat het niet waarschijnlijk is dat B in aanmerking zal komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand omdat het een zakelijk probleem betreft.

In Skepter 25.2 een uitgebreid artikel over chiropraxie van de hand van Dirk Koppenaal
In Skepter 25.2 een uitgebreid artikel over chiropraxie van de hand van Dirk Koppenaal

De brief bevat erg interessante informatie. Men beroept zich op uitspraken van een minister uit 1981 (de huidige minister van VWS zal er anders over denken), onjuiste toepassing van chiropraxie levert risico’s op (dit natuurlijk in tegenstelling tot échte chiropraxie) en met chiropraxie kun je financieel aardig binnenlopen. Er ging overigens ook een brief naar het UWV met een soortgelijke inhoud en – naar we mogen aannemen – een eveneens tamelijk onaangename toon. Het UWV werd namelijk voorgehouden dat het aansprakelijk zou kunnen zijn als het optreden van meneer of mevrouw B als chiropractor tot “dramatische ontwikkelingen” zou leiden. Wie nu denkt dat het B of het UWV was die een klacht bij de tuchtrechter neerlegde wegens intimidatie door de chiropractorsadvocaat, heeft het mis. B had namelijk zelf een advocaat ingeschakeld die zijn confrère van repliek had gediend. De advocaat van B had erop gewezen dat het beroep van chiropractor in Nederland niet beschermd is, dat de verwijten iedere rechtsgrond misten en dat hij de brief beschouwde als een vorm van “juridische terreur”. De chiropractorsadvocaat zou een burger bang hebben gemaakt met een ongegrond verhaal en zo behoort een goed advocaat zich niet te gedragen, aldus de advocaat van B.

Op grond van het voorgaande zou je kunnen denken dat de advocaat van B naar de tuchtrechter stapte om zich te beklagen over het onbetamelijke gedrag van de chiropractorsadvocaat jegens zijn cliënt. Wederom fout. Het was juist de chiropractorsadvocaat die naar de deken van de Orde van Advocaten rende omdat hij was beschuldigd van juridische terreur en het bang maken van burgers. Via de deken kwam de tuchtklacht bij de Raad van Discipline. De Advocatenwet bepaalt dat kennelijk ongegronde klachten niet door de Raad hoeven te worden behandeld, maar door de (plaatsvervangend) voorzitter kunnen worden afgewezen. Dat gebeurde ook in dit geval. De plaatsvervangend voorzitter had slechts enkele regels nodig om de bespottelijke klacht naar de prullenbak te verwijzen:

3.2 Het beroep van chiropractor is niet beschermd. Tegen die achtergrond is klager sub 1 [de chiropractorsadvocaat, LD] wel bijzonder krachtig van leer getrokken tegen B op wie klagers kritiek in feite niet meer inhoudt dan dat deze zich als chiropractor aanbiedt met een opleiding die niet voldoet aan wat volgens zijn klaagster sub 2 [de stichting, LD] aan eisen zou moeten worden gesteld. En als verweerder [de advocaat van B, LD] dan met het belang van zijn cliënt voor ogen de term “juridische terreur “gebruikt dan is dat weliswaar aan de krasse kant maar niet klachtwaardig.

3.3 Verweerder trad op als belangenbehartiger van B en dat gaf hem de nodige speelruimte bij zijn optreden. Voorts werden de gewraakte uitlatingen niet rechtstreeks aan de cliënten van klager sub 1 gedaan, maar waren deze gericht aan een collega advocaat, die als professional tussen verweerder en zijn cliënten stond en die ook zelf straffe bewoordingen niet had geschuwd. Dat verweerder van bangmakerij spreekt is niet verwonderlijk. Dat iets anders werd beoogd dan dat B zou terugdeinzen is moeilijk voorstelbaar. Daarbij telt dat de juridische grondslag van die aanschrijving zeker nog niet meteen gegeven is. Derhalve is de klacht kennelijk ongegrond.

Kortom: de chiropractorsadvocaat heeft zelf nogal woest om zich heengeslagen en moet dan niet vreemd opkijken als een andere advocaat iets terugzegt wat kennelijk hard aankomt. Hoewel de tuchtklacht belachelijk was, geeft deze wel een aardig inkijkje in de wereld van de chiropraxie in Nederland. Kennelijk worden daar nogal grove middelen ingezet om concurrenten uit te schakelen en (mede) financiële belangen te beschermen. De term “juridische terreur” lijkt in dat licht bijzonder goed gekozen.

De grote vraag is natuurlijk wie de advocaat is die dit soort kansloze procedures initieert. De voorzittersbeslissing is zoals gebruikelijk geanonimiseerd, maar de identiteit van de jurist is gemakkelijk te achterhalen (h/t Jan Willem Nienhuys): mr. Job van Broekhuijze is weer eens bezig, een oude bekende van Stichting Skepsis, Kloptdatwel? en vooral de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Gezondheid Tagged With: advocaat, chiropractor, chiropraxie, Tuchtrechtspraak

‘Ondernemer’ wordt op z’n plaats gezet

1 November 2014 by Björn 24 Comments

In de Canadese Dragons’ Den (waarin ondernemers hun idee presenteren voor een panel van investeerders) verschijnt een man die graag financiering voor z’n bedrijf wil. Het product is gedestilleerd water met zilver en is volgens de man goed tegen artritis, hepatitis, allerlei virussen en bacteria, ontstoken tanden, wonden en schrammen, spijsverteringsproblemen, prostaatproblemen, asthma en nog veel meer.

Het begint als een jolig gesprek maar na een tijdje neemt het een hele andere wending.

— Edit: helaas is de video niet meer beschikbaar.

Filed Under: Alternatieve schade, Humor, Kort, Pseudowetenschap Tagged With: dragons den, snake oil, water

Universitair Medisch Centrum Groningen verdient geld aan kwakzalverij

3 October 2014 by Cees Renckens 16 Comments

Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma

In 1986 werd er op het terrein van het Groningse academisch ziekenhuis een kliniekje voor Chinese acupunctuur en kruidentherapie geopend met de naam Hwa To Centre. Het betrof een samenwerking van de tandheelkundige subfaculteit met de universiteit van Shanghai en in het Comité van Aanbeveling zaten deftige mensen als prof. Beks, neurochirurg, ene Pim Fortuyn, de Chinese ambassadeur en Vonhoff, destijds Commissaris van de Koningin in Groningen.
In die periode kreeg de Chinese naaldkunst nog het voordeel van de (wetenschappelijke) twijfel en er zou in dit Hwa To Centre (HTC) behalve behandeling ook opleiding en wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden. Van dat laatste is weinig terecht gekomen.

Velen waren destijds al skeptisch over nut en waarde van de Chinese geneeskunde, maar zonder overdrijving kan inmiddels worden gesteld dat deze geneeswijze zijn beloften niet heeft kunnen waarmaken. De meridianen en acupunctuurpunten blijken onvindbaar en in goed opgezet effectiviteitsonderzoek doet acupunctuur niet meer dan een placebobehandeling. Het HTC bestaat echter nog steeds en bevindt zich zelfs nog altijd op het terrein van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het wordt bemand door een Chinese vrouw, die niet is ingeschreven in het BIG-register, maar zich op de website van het HTC ‘Dokter Yu-Shu Liu, acupuncturist – professor in de acupunctuur’ noemt en ook wel ‘dr. Yu-Shu Liu’. Zij overtreedt daarmee de wet. De enige andere acupuncturiste is een tandarts. Ik heb hen begin augustus met een e-mail op de titelfraude van Yu-Shu gewezen, maar de website vermeldt nog steeds deze kwalificaties.

HwaToCentreAcupunctuurGroningenDe website opent met een plaquette waarop het HTC figureert als resultaat van samenwerking tussen de State University of Groningen en het Shanghai Research Institute of Acupuncture and Meridian. Zo verschaft men zich daar status en aanzien. De medische claims op de HTC-site gaan erg ver en beweerd wordt o.a. dat er voor gynaecologische problemen als ‘onvruchtbaarheid, onregelmatige en pijnlijke menstruatie, dyspareunie, endometriose, overgangsklachten, premenstrueel syndroom, dysfunctionele baarmoederlijke bloedingen, dreigende of habituele miskraam en ontsteking van de reproduktieve organen’ een goede behandeling met kruiden kan worden geboden. Ik weet iets van gynaecologie en kan u verzekeren dat er geen enkel bewijs is voor deze beweringen. Als ik in een iets minder milde stemming zou verkeren, dan zou ik hier spreken van grove leugens. Hier worden patiënten belazerd.

In het kader van keuzevakken kunnen Groningse medisch studenten in het HTC een stage lopen. Er is in ons land al een rechter, die mede op grond van dat gegeven acupunctuur als reguliere geneeskunde heeft bestempeld. Dit werd te gek en ik schreef naar UMCG-directeur mr. Aartsen met het verzoek het HTC, dit academisch fremdkörper, van het UMCG-terrein te verbannen. Hij liet mij daarop weten geen samenwerking met het HTC te hebben en dat de verhuur van de ruimte geschiedt door de stichting Triade. Waarop ik mij richtte tot de directeur verhuur van Triade met het verzoek dit kwakzalvershol van het academieterrein te verwijderen. Patiënten raken in de war en denken geneeskunde op academisch niveau te krijgen. Per omgaande kreeg ik van Triade-directeur E. van der Meer de mededeling dat hij mij begreep en hij adviseerde mij ‘contact op te nemen met het HTC’. Hij had mij niet begrepen of niet willen begrijpen.

Wat denkt u? Voorlopig sta ik met lege handen, maar zie met lede ogen hoe mijn oude en geliefde alma mater haar reputatie bezoedelt door voor een paar grijpstuivers ruimte te verhuren aan twee acupuncturisten. Ik vind dat heel erg.

Filed Under: Alternatieve schade, Columns, Gezondheid Tagged With: acupunctuur, Hwa To Centre, UMCG

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 8
  • Page 9
  • Page 10
  • Page 11
  • Page 12
  • Interim pages omitted …
  • Page 38
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Het ‘Red Panda Effect’
8 October 2025 - Ward van Beek
Het ‘Red Panda Effect’

.In de Skeptical Inquirer van october/november (Volume 49, No. 5) wordt door Craig A. Foster en Kelsey M. McGinn teruggeblikt naar een uitgave van het blad uit 1979, met daarin een verhaal over een verdwenen panda, ontsnapt uit Blijdorp, wiens ontsnapping…Lees meer Het ‘Red Panda Effect’ › [...]

Kernenergie is een keuze
3 October 2025 - Ward van Beek
Kernenergie is een keuze

.In sceptische kringen is kernenergie geen taboe. Maar veel argumenten vóór kernenergie zijn op wensdenken gebaseerd. door Frank Biesboer, voormalig hoofdredacteur van De Ingenieur, Skepter 38.3 Voor de Nederlandse energiewereld was de brief die minister Hermans van Klimaat en Groene Groei in mei publiceerde over…Lees meer Kernenergie is een keuze › [...]

Hebben we minder gemeenschapszin dan vroeger?
16 September 2025 - Ward van Beek
Hebben we minder gemeenschapszin dan vroeger?

.In het dagelijks leven loop je als skepticus tegen heel andere zaken aan dan klassieke skeptische thema’s als homeopathie of een platte aarde. Dubieuze kleurentests op werk, vasten zou gezond zijn, en de kracht van positieve mindsets. Skepsis-podcastpresentator Richard Engelfriet sluist u door alledaagse…Lees meer Hebben we minder gemeenschapszin dan vroeger? › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

MAHA and the Triumph of Feelings Based Medicine
10 October 2025 - Jonathan Howard

According to Dr. Marty Makary, vaccines and medications are indicated or not, based on “stories” and how he “feels.”  The post MAHA and the Triumph of Feelings Based Medicine first appeared on Science-Based Medicine. [...]

The Growing Problem of Supplement–Drug Interactions in Seniors
9 October 2025 - Scott Gavura

Many people take supplements alongside prescription drugs without realizing the risks. The post The Growing Problem of Supplement–Drug Interactions in Seniors first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Nobel Prize in Medicine: Peripheral Immune Tolerance
8 October 2025 - Steven Novella

Each year I like to write a post about the Nobel Prize in Physiology or Medicine. While advocating for higher standards of science in medicine we tend to spend much of our time criticizing pseudoscience, so I like to balance that by occasionally just celebrating great medical science, and the Nobel Prize is a great opportunity. The 2025 award for physiology or […] The post Nobel Prize in Medicine: Peripheral Immune Tolerance first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Arthur Bijl on Hoe komt de maan aan zijn licht? Klein skeptisch onderzoekBedankt voor de opmerkingen!
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (37-2025)Gevaarlijke sprookjes.
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (37-2025)@Renate1 Men fantaseert maar lekker verder over hun obscure sprookjes.
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (37-2025)@ Hans Ik dat het dreigend er voor zorgt dat het geneesmiddel misschien wel gebruikt mag worden. Maar goed, om
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (37-2025)Tja, dan maar blind, als straf van het opperhoofd. Knots!

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in