• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Alternatieve schade

‘Zondag met Lubach’ over homeopathie en A. Vogel

18 November 2014 by Pepijn van Erp 56 Comments

Het Centraal Bureau voor de Statistiek bracht recent naar buiten dat hoger opgeleiden vaker een alternatieve genezer bezoeken dan lager opgeleiden. Niet echt iets nieuws, dat is al jaren zo. Maar het blijft toch vreemd, die hoger opgeleiden zouden toch beter moeten weten? In zijn nieuwe talkshow ‘Zondag met Lubach’ grijpt presentator Arjen Lubach het aan om even uit te leggen waarom bijvoorbeeld homeopathie zo’n onzin is. En hij neemt meteen ook even wat bekende middelen onder de loep. Vooral dr. A. Vogel moet het ontgelden.

https://www.youtube.com/watch?v=2OcZh5Mc4MY

Arjen Lubach en zijn redactieteam hebben bij hun voorbereiding vast de website van Skepsis goed bestudeerd. Daarop staat het artikel van Jan Willem Nienhuys uit 1998: ‘Doctor Vogel?‘ waarin hij een uitvoerige speurtocht beschrijft naar iets dat een doctorstitel van Vogel zou rechtvaardigen. Niet aangetroffen. Sinds dat artikel verscheen zijn verwijzingen naar de doctorstitel van Vogel verdwenen in herdrukken van zijn boeken, dat zegt eigenlijk wel genoeg.

Ook op de website het artikel ‘Het geheim van A. Vogel‘ van Rob Nanninga en Marie Prins uit 2003, waarin onder andere de fotogenieke indiaan Ben Black Elk wordt geïdentificeerd. Die zou Vogel de geheimen rond de Echinacea purpurea hebben onthuld. Over de vermeende werkzaamheid van de rode zonnehoed zijn er ook nog een aantal blogs verschenen op het Skepsis-blog, de laatste in 2011, de titel is duidelijk: Echinacea werkt niet bij verkoudheid – alweer.

HomeopathieWaarschuwingsStickerGeenBijWerkingVoor de doorgewinterde skeptische kijkers: ja, ja, die Lubach legde de theorie achter homeopathie niet helemaal goed uit en natuurlijk had hij ook even moeten ‘stootschudden’ tussen de verdunningsstapjes op een zacht oppervlak (iets als een met  paardenhaar gevulde leren object). Het vermakelijke item schoot diverse twitteraars met een voorkeur voor alterneuterij in het verkeerde keelgat, die vroegen zich af of Lubach misschien betaald zou worden door Big Farma, of ‘uit de antikwakpot‘.
Maar nu aan de slag met die waarschuwingsstickers!

 

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Humor Tagged With: Arjen Lubacjh, echinacea, homeopathie, Oscillococcinum, Vogel

“Juridische terreur” door chiropractorsadvocaat

13 November 2014 by Laurens Dragstra 16 Comments

Diverse chiropractors hebben er geen enkel probleem mee om “dr.” voor hun naam te plaatsen, ook al zijn ze helemaal niet gepromoveerd. Een kwalijke praktijk, die helaas voorlopig door de rechter geaccepteerd is. Waar échte chiropractors echter helemaal niet van houden, is dat iedereen zich zomaar chiropractor noemt. Op zulke beunhazen sturen ze strijdbare advocaten af. Deze zomer leidde dat tot een tamelijk gênante procedure bij de Raad van Discipline, de tuchtrechter voor advocaten.

D.D. Palmer, bedenker van de chiropraxie
D.D. Palmer, bedenker van de chiropraxie

Het ging in deze zaak allemaal om een persoon die zich via het UWV aanbood als chiropractor. Volkomen ten onrechte, aldus een stichting die de kwaliteit van in Nederland werkzame chiropractors controleert. De stichting schakelde haar advocaat in. Deze advocaat stuurde vervolgens een nogal pittig briefje naar de pseudo-practor. Ik kopieer hieronder maar even wat de tuchtrechter over de casus opmerkt, voordat ik zelf de nogal heetgebakerde advocaat over me heen krijg:

1.2 Klager sub 1 heeft namens klager sub 2 een zekere B aangeschreven. In die brief protesteert klager tegen het feit dat B zich aanbiedt via het UWV als chiropractor zonder (volgens die brief) “over de voor dat beroep juiste kwalificaties te beschikken.”  Daarbij wijst klager erop dat de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) regels voor dat beroep heeft vastgesteld en dat de Minister van Volksgezondheid in 1981 heeft gesteld dat de opleiding tot chiropractor een opleiding geneeskunde en manuele therapie behelst. Klagers cliënte controleert de kwaliteit van de hier te lande werkende chiropractoren.

1.3 In diezelfde brief wijst klager de heer B op het feit dat B’s opleiding tot Heilpraktiker en de tijd die hij aan de specialisatie chiropractor heeft besteed op geen enkele manier voldoet aan de regels van de WHO. Hij verwijst voorts op de risico’s die een onjuiste toepassing van chiropractie oplevert onder bepaalde omstandigheden. Volgens klager hindert B door zich beschikbaar te stellen als chiropractor bij het UWV de vestiging in Nederland voor een Amerikaanse gekwalificeerde chiropractor die daardoor schade lijdt, net als één van de bij de cliënte van klager aangesloten register chiropractoren. Klager wijst B op het salaris dat die Amerikaanse chiropractor zou hebben kunnen verdienen (begroot op een bedrag tussen de € 50.000 en € 200.000) en verzoekt B (met voor zoveel nodig de sommatie) om klager te laten weten dat hij zijn beschikbaarheid als chiropractor bij het UWV zal intrekken en in het verlengde van die boodschap nog zo het één en ander. Klager stelt B een dagvaarding in het vooruitzicht als hij dat niet doet en hij wijst op de hoge kosten van een procedure, op de mogelijkheid van een kostenveroordeling en op het feit dat het niet waarschijnlijk is dat B in aanmerking zal komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand omdat het een zakelijk probleem betreft.

In Skepter 25.2 een uitgebreid artikel over chiropraxie van de hand van Dirk Koppenaal
In Skepter 25.2 een uitgebreid artikel over chiropraxie van de hand van Dirk Koppenaal

De brief bevat erg interessante informatie. Men beroept zich op uitspraken van een minister uit 1981 (de huidige minister van VWS zal er anders over denken), onjuiste toepassing van chiropraxie levert risico’s op (dit natuurlijk in tegenstelling tot échte chiropraxie) en met chiropraxie kun je financieel aardig binnenlopen. Er ging overigens ook een brief naar het UWV met een soortgelijke inhoud en – naar we mogen aannemen – een eveneens tamelijk onaangename toon. Het UWV werd namelijk voorgehouden dat het aansprakelijk zou kunnen zijn als het optreden van meneer of mevrouw B als chiropractor tot “dramatische ontwikkelingen” zou leiden. Wie nu denkt dat het B of het UWV was die een klacht bij de tuchtrechter neerlegde wegens intimidatie door de chiropractorsadvocaat, heeft het mis. B had namelijk zelf een advocaat ingeschakeld die zijn confrère van repliek had gediend. De advocaat van B had erop gewezen dat het beroep van chiropractor in Nederland niet beschermd is, dat de verwijten iedere rechtsgrond misten en dat hij de brief beschouwde als een vorm van “juridische terreur”. De chiropractorsadvocaat zou een burger bang hebben gemaakt met een ongegrond verhaal en zo behoort een goed advocaat zich niet te gedragen, aldus de advocaat van B.

Op grond van het voorgaande zou je kunnen denken dat de advocaat van B naar de tuchtrechter stapte om zich te beklagen over het onbetamelijke gedrag van de chiropractorsadvocaat jegens zijn cliënt. Wederom fout. Het was juist de chiropractorsadvocaat die naar de deken van de Orde van Advocaten rende omdat hij was beschuldigd van juridische terreur en het bang maken van burgers. Via de deken kwam de tuchtklacht bij de Raad van Discipline. De Advocatenwet bepaalt dat kennelijk ongegronde klachten niet door de Raad hoeven te worden behandeld, maar door de (plaatsvervangend) voorzitter kunnen worden afgewezen. Dat gebeurde ook in dit geval. De plaatsvervangend voorzitter had slechts enkele regels nodig om de bespottelijke klacht naar de prullenbak te verwijzen:

3.2 Het beroep van chiropractor is niet beschermd. Tegen die achtergrond is klager sub 1 [de chiropractorsadvocaat, LD] wel bijzonder krachtig van leer getrokken tegen B op wie klagers kritiek in feite niet meer inhoudt dan dat deze zich als chiropractor aanbiedt met een opleiding die niet voldoet aan wat volgens zijn klaagster sub 2 [de stichting, LD] aan eisen zou moeten worden gesteld. En als verweerder [de advocaat van B, LD] dan met het belang van zijn cliënt voor ogen de term “juridische terreur “gebruikt dan is dat weliswaar aan de krasse kant maar niet klachtwaardig.

3.3 Verweerder trad op als belangenbehartiger van B en dat gaf hem de nodige speelruimte bij zijn optreden. Voorts werden de gewraakte uitlatingen niet rechtstreeks aan de cliënten van klager sub 1 gedaan, maar waren deze gericht aan een collega advocaat, die als professional tussen verweerder en zijn cliënten stond en die ook zelf straffe bewoordingen niet had geschuwd. Dat verweerder van bangmakerij spreekt is niet verwonderlijk. Dat iets anders werd beoogd dan dat B zou terugdeinzen is moeilijk voorstelbaar. Daarbij telt dat de juridische grondslag van die aanschrijving zeker nog niet meteen gegeven is. Derhalve is de klacht kennelijk ongegrond.

Kortom: de chiropractorsadvocaat heeft zelf nogal woest om zich heengeslagen en moet dan niet vreemd opkijken als een andere advocaat iets terugzegt wat kennelijk hard aankomt. Hoewel de tuchtklacht belachelijk was, geeft deze wel een aardig inkijkje in de wereld van de chiropraxie in Nederland. Kennelijk worden daar nogal grove middelen ingezet om concurrenten uit te schakelen en (mede) financiële belangen te beschermen. De term “juridische terreur” lijkt in dat licht bijzonder goed gekozen.

De grote vraag is natuurlijk wie de advocaat is die dit soort kansloze procedures initieert. De voorzittersbeslissing is zoals gebruikelijk geanonimiseerd, maar de identiteit van de jurist is gemakkelijk te achterhalen (h/t Jan Willem Nienhuys): mr. Job van Broekhuijze is weer eens bezig, een oude bekende van Stichting Skepsis, Kloptdatwel? en vooral de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Gezondheid Tagged With: advocaat, chiropractor, chiropraxie, Tuchtrechtspraak

‘Ondernemer’ wordt op z’n plaats gezet

1 November 2014 by Björn 24 Comments

In de Canadese Dragons’ Den (waarin ondernemers hun idee presenteren voor een panel van investeerders) verschijnt een man die graag financiering voor z’n bedrijf wil. Het product is gedestilleerd water met zilver en is volgens de man goed tegen artritis, hepatitis, allerlei virussen en bacteria, ontstoken tanden, wonden en schrammen, spijsverteringsproblemen, prostaatproblemen, asthma en nog veel meer.

Het begint als een jolig gesprek maar na een tijdje neemt het een hele andere wending.

— Edit: helaas is de video niet meer beschikbaar.

Filed Under: Alternatieve schade, Humor, Kort, Pseudowetenschap Tagged With: dragons den, snake oil, water

Universitair Medisch Centrum Groningen verdient geld aan kwakzalverij

3 October 2014 by Cees Renckens 16 Comments

Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma

In 1986 werd er op het terrein van het Groningse academisch ziekenhuis een kliniekje voor Chinese acupunctuur en kruidentherapie geopend met de naam Hwa To Centre. Het betrof een samenwerking van de tandheelkundige subfaculteit met de universiteit van Shanghai en in het Comité van Aanbeveling zaten deftige mensen als prof. Beks, neurochirurg, ene Pim Fortuyn, de Chinese ambassadeur en Vonhoff, destijds Commissaris van de Koningin in Groningen.
In die periode kreeg de Chinese naaldkunst nog het voordeel van de (wetenschappelijke) twijfel en er zou in dit Hwa To Centre (HTC) behalve behandeling ook opleiding en wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden. Van dat laatste is weinig terecht gekomen.

Velen waren destijds al skeptisch over nut en waarde van de Chinese geneeskunde, maar zonder overdrijving kan inmiddels worden gesteld dat deze geneeswijze zijn beloften niet heeft kunnen waarmaken. De meridianen en acupunctuurpunten blijken onvindbaar en in goed opgezet effectiviteitsonderzoek doet acupunctuur niet meer dan een placebobehandeling. Het HTC bestaat echter nog steeds en bevindt zich zelfs nog altijd op het terrein van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het wordt bemand door een Chinese vrouw, die niet is ingeschreven in het BIG-register, maar zich op de website van het HTC ‘Dokter Yu-Shu Liu, acupuncturist – professor in de acupunctuur’ noemt en ook wel ‘dr. Yu-Shu Liu’. Zij overtreedt daarmee de wet. De enige andere acupuncturiste is een tandarts. Ik heb hen begin augustus met een e-mail op de titelfraude van Yu-Shu gewezen, maar de website vermeldt nog steeds deze kwalificaties.

HwaToCentreAcupunctuurGroningenDe website opent met een plaquette waarop het HTC figureert als resultaat van samenwerking tussen de State University of Groningen en het Shanghai Research Institute of Acupuncture and Meridian. Zo verschaft men zich daar status en aanzien. De medische claims op de HTC-site gaan erg ver en beweerd wordt o.a. dat er voor gynaecologische problemen als ‘onvruchtbaarheid, onregelmatige en pijnlijke menstruatie, dyspareunie, endometriose, overgangsklachten, premenstrueel syndroom, dysfunctionele baarmoederlijke bloedingen, dreigende of habituele miskraam en ontsteking van de reproduktieve organen’ een goede behandeling met kruiden kan worden geboden. Ik weet iets van gynaecologie en kan u verzekeren dat er geen enkel bewijs is voor deze beweringen. Als ik in een iets minder milde stemming zou verkeren, dan zou ik hier spreken van grove leugens. Hier worden patiënten belazerd.

In het kader van keuzevakken kunnen Groningse medisch studenten in het HTC een stage lopen. Er is in ons land al een rechter, die mede op grond van dat gegeven acupunctuur als reguliere geneeskunde heeft bestempeld. Dit werd te gek en ik schreef naar UMCG-directeur mr. Aartsen met het verzoek het HTC, dit academisch fremdkörper, van het UMCG-terrein te verbannen. Hij liet mij daarop weten geen samenwerking met het HTC te hebben en dat de verhuur van de ruimte geschiedt door de stichting Triade. Waarop ik mij richtte tot de directeur verhuur van Triade met het verzoek dit kwakzalvershol van het academieterrein te verwijderen. Patiënten raken in de war en denken geneeskunde op academisch niveau te krijgen. Per omgaande kreeg ik van Triade-directeur E. van der Meer de mededeling dat hij mij begreep en hij adviseerde mij ‘contact op te nemen met het HTC’. Hij had mij niet begrepen of niet willen begrijpen.

Wat denkt u? Voorlopig sta ik met lege handen, maar zie met lede ogen hoe mijn oude en geliefde alma mater haar reputatie bezoedelt door voor een paar grijpstuivers ruimte te verhuren aan twee acupuncturisten. Ik vind dat heel erg.

Filed Under: Alternatieve schade, Columns, Gezondheid Tagged With: acupunctuur, Hwa To Centre, UMCG

Toch BTW-vrijstelling voor arts-acupuncturist

24 September 2014 by Laurens Dragstra 80 Comments

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft bepaald dat een arts-acupuncturist die praktiseert als natuurarts in aanmerking komt voor BTW-vrijstelling. Dat oordeel wekt verbazing, want de BTW-vrijstelling voor alternatief werkende artsen is per 1 januari 2013 afgeschaft. De rechtbank betoogt uitvoerig waarom deze arts wel degelijk onder de huidige vrijstellingsbepaling in de Wet op de omzetbelasting valt. Maar hoe meer zinnen een rechter opschrijft, des te meer gelegenheid is er voor de kritische commentator om gaten te schieten in de argumentatie. En die argumentatie kan op veel punten allerminst overtuigen.

De belanghebbende die de procedure aanspande, is een basisarts die na zijn studie onder meer een acupunctuuropleiding volgde bij de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV) en daar in 1996 een diploma behaalde. In zijn praktijk voor natuurgeneeskunde onderzoekt hij naar eigen zeggen op dezelfde wijze als andere artsen zijn patiënten, om vervolgens te kiezen tussen een reguliere behandeling of een behandeling met acupunctuur. Per 1 januari 2013 zijn de mogelijkheden voor gezondheidswerkers om voor BTW-vrijstelling in aanmerking gekomen aanzienlijk ingeperkt. Voor vrijstelling komen nog slechts in aanmerking:

“de diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep die een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor zover deze diensten tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren en onderdeel vormen van bedoelde opleiding.” (artikel 11, lid 1, sub g, ten eerste, sub a van de Wet op de omzetbelasting 1968)

AcupunctureHet was expliciet de bedoeling van de wetgever dat “CAM-artsen of fysiotherapeuten die complementaire diensten verrichten, zoals acupunctuur of osteopathie” niet langer voor BTW-vrijstelling in aanmerking kwamen, aldus de memorie van toelichting. In zijn besluit van 14 mei 2013 heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën nog eens toegelicht dat de nieuwe vrijstellingsbepaling zo moet worden gelezen dat alleen die behandelingen die in wezen regulier zijn voor vrijstelling in aanmerking komen. Wordt eerst regulier onderzoek verricht en vervolgens regulier behandeld, dan geldt de vrijstellingsbepaling. Wordt echter eerst regulier onderzoek verricht en worden vervolgens naalden geprikt in denkbeeldige punten op niet-bestaande meridianen, dan is BTW verschuldigd. Voor wat betreft de acupunctuurbehandelingen van de klagende basisarts lijkt de wetgeving dan ook helder: geen recht op BTW-vrijstelling. Maar de rechtbank denkt daar anders over.

Het deskundigheidsgebied van een arts

In haar overwegingen knoopt de rechtbank aan bij de begrippen “deskundigheid van dit beroep” (i.e. het artsenberoep) en “onderdeel (…) van bedoelde opleiding” (nl. tot arts) in het geciteerde artikel 11, lid 1, sub g, ten eerste, sub a. Met betrekking tot het eerste begrip overweegt de rechtbank onder meer:

“Onder deze ruime omschrijving van het deskundigheidsgebied van een arts valt naar het oordeel van de rechtbank ook de toepassing van acupunctuur in het kader van de behandeling van een patiënt door een arts. De behandeling waarvan die toepassing onderdeel uitmaakt is immers onmiskenbaar gericht op het genezen van een ziekte. Daaraan doet niet af dat de wetenschappelijke waarde en effectiviteit van acupunctuur niet algemeen aanvaard is (1). In dit verband acht de rechtbank mede van belang dat de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) een gedragsregel heeft gegeven voor artsen die (mede) gebruik maken van niet-reguliere behandelwijzen in het licht van de specifiek voor artsen geldende normen. Daaruit valt af te leiden dat de KNMG in beginsel de toepassing van die behandelwijzen als verrichting van een arts aanvaardt (2). Gesteld noch gebleken is dat belanghebbende bij de toepassing van acupunctuur niet voldoet aan de door de KNMG vastgestelde gedragsregels. Voorts acht de rechtbank in dit verband van belang dat uit het ZonMw-signalement ‘Ontwikkeling en implementatie van evidence-based complementaire zorg’ van maart 2104 [sic] blijkt dat complementaire zorg in verschillende ziekenhuizen in Nederland, waaronder academische ziekenhuizen, wordt toegepast. Specifiek met betrekking tot acupunctuur wordt vermeld dat de Duitse ‘KNMG’ de acupunctuur medisch heeft erkend en de Senaat in de Verenigde Staten een resolutie heeft geaccepteerd, waarin de waarde van natuurgeneeskunde wordt erkend als een methode die veilig, effectief en betaalbaar is (3). [nummering van mij]

Deze passage nodigt uit tot kritisch commentaar.

1. De rechtbank is mijns inziens veel te positief als zij stelt dat acupunctuur “niet algemeen aanvaard is”. Acupunctuur is gebaseerd op de pre-wetenschappelijke gedachte dat er banen (meridianen) door het lichaam lopen waardoor levensenergie (chi) stroomt. Het bestaan ervan is nooit aangetoond. Het beste onderzoek naar acupunctuur laat zien dat een behandeling met naalden voornamelijk placebo-effecten genereert. Het maakt daarbij weinig uit waar er geprikt wordt of hoe diep of met hoeveel naalden, terwijl ook tandenstokers uitstekend schijnen te werken. Het placebo-effect is een wonderlijk fenomeen, dat echter wel de nodige beperkingen heeft: het sorteert met name effect bij klachten met een subjectieve dimensie, zoals pijn en misselijkheid, maar dan doorgaans slechts voor korte tijd. De onderliggende oorzaak van de pijn of de misselijkheid wordt niet weggenomen. Een placebobehandeling doodt zeker geen virussen of bacteriën, heeft geen invloed op de suikerspiegel, zorgt er niet voor dat een kortademige patiënt meer lucht heeft en ruimt al helemaal geen kankercellen op. Acupunctuur heeft dus als theatrale placebobehandeling een beperkt toepassingsbereik en is zeker niet het panacee waarvoor haar aanhangers deze naaldenkunst houden. Die aanhangers zijn overigens onder artsen sterk in de minderheid. Nederland kent 79.695 BIG-geregistreerde artsen (cijfers d.d. 4 augustus 2014). Het aantal artsen dat acupunctuur toepast zal rond de 500 schommelen (ca. 300 leden van de NAAV en nog zo’n 200 anderen). En tot grote schrik van de NAAV neemt dat aantal alleen maar af. Kortom, de rechtbank had beter kunnen schrijven dat de wetenschappelijke waarde en effectiviteit van acupunctuur sterk omstreden zijn, en dat maar een zeer kleine minderheid van de Nederlandse artsen acupunctuur beoefent.Ac_chart_300px

2. De rechtbank meent dat de KNMG “in beginsel de toepassing van die [niet-reguliere] behandelwijzen”, waaronder dus acupunctuur, aanvaardt. Dat is echter een veel te positieve interpretatie van de KNMG-gedragsregel voor niet-reguliere behandelwijzen uit 2008. Daaruit blijkt dat toepassing van alternatieve behandelwijzen – de term “geneeswijzen” wordt bewust vermeden! – alleen onder strenge voorwaarden aanvaardbaar is. De rechtbank had dus moeten schrijven dat de KNMG de toepassing van niet-reguliere behandelwijzen alleen als uitzondering aanvaardbaar acht. De rechtbank had bovendien verder kunnen kijken dan alleen de KNMG. De sectie pijngeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) verklaarde enkele jaren geleden al dat acupunctuur niet tot haar vakgebied behoort en herhaalde dat recentelijk. Deze zomer stuurde de minister van VWS nog een rapport van het Zorginstituut Nederland over knie- en heupartrose naar de Tweede Kamer, waaruit blijkt dat zowel het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) als het Engelse National Institute for Health and Care Excellence (NICE) acupunctuur voor de behandeling van deze aandoeningen als een “don’t” beschouwen.

3. Het is buitengewoon jammer dat de rechtbank zoveel gewicht toekent aan het ZonMw-rapport over complementaire zorg. Dat is immers een mager en selectief rapport. Het constateert inderdaad dat sommige ziekenhuizen complementaire zorg aanbieden, maar daarbij gaat het vooral om geuren, muziek, ontspanningsoefeningen en mindfulness, vormen van ‘zorg’ die ook lang niet altijd door artsen worden aangeboden. Acupunctuur wordt hier niet genoemd. Trouwens, ziekenhuizen die wel trots verkondigen dat ze acupunctuur aanbieden, hoeven lang niet altijd op luid applaus te rekenen (en melden dan achteraf dat het om ‘verouderde informatie’ gaat). Het ZonMw-rapport stelt ook – zonder enige bronverwijzing – dat er vele studies naar acupunctuur zijn uitgevoerd en dat deze effectiviteit en veiligheid ervan lijken te bevestigen, om vervolgens naar de Duitse KNMG en de bizarre resolutie van de Amerikaanse Senaat over naturopathie te verwijzen. De vraag is echter waarom de rechtbank die buitenlandse voorbeelden relevant acht voor de Nederlandse situatie. Als we dan toch naar het buitenland kijken, mag niet onvermeld blijven dat het moederland van de acupunctuur, China, de acupunctuur al in 1822 formeel verbood aan de Keizerlijke Medische Academie.

We kunnen dus gerust stellen dat veel erop wijst dat het toepassen van acupunctuur op patiënten niet valt onder de diensten die tot het gebied van deskundigheid van het artsenberoep behoren.

Onderdeel van de opleiding tot arts

De Wet op de omzetbelasting vereist ook dat de verrichte diensten behoren tot de artsenopleiding. De rechtbank merkt hier op zichzelf terecht op dat het curriculum van deze opleiding niet wettelijk is vastgelegd. Er is wel een Raamplan uit 2009 van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Dat plan bevat een reeks minimumeisen inzake onder meer de competenties waaraan een arts aan het einde van zijn opleiding moet beschikken. Voor het overige is het aan de UMC’s om de opleiding verder in te vullen (overigens merkt de staatssecretaris in zijn besluit van 14 mei 2013 niet ten onrechte op dat acupunctuur ook niet genoemd wordt in het Raamplan). De rechtbank trekt hieruit de volgende conclusie:

“Met betrekking tot de complementaire en alternatieve behandelwijzen, waartoe acupunctuur wordt gerekend, is in dit opzicht van belang dat het curriculum van de Universiteit Utrecht voorziet in twee keuzevakken in het tweede jaar van de bachelorfase. Tot de te kiezen vakken behoort ‘Complementaire zienswijzen in de zorg’. De Rijksuniversiteit Groningen biedt voor het tweede en derde jaar van de studie onder meer het vak ‘Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen’ aan als keuzevak. Een beschrijving daarvan behoort tot de stukken van het geding. Een en ander betekent dat de opleiding van een arts mede de toepassing van de acupunctuur kan omvatten. De omstandigheid dat dit geen verplicht onderdeel uitmaakt van de opleiding – men kan ook voor andere vakken kiezen – staat er naar het oordeel van de rechtbank niet aan in de weg dat voor de arts die dit vak tijdens de opleiding heeft gevolgd, acupunctuur en eventuele andere behandelwijzen deel uit hebben gemaakt van die opleiding.”

Deze redenering kan ook niet overtuigen, al was het alleen maar omdat de wet de eis stelt dat een behandeling onderdeel vormt van de artsenopleiding en de rechtbank hier slechts vaststelt dat “de opleiding van een arts mede de toepassing van de acupunctuur kan omvatten”. “Vormt” is veel dwingender geformuleerd en suggereert dat je moet kijken naar de grootste gemene deler van alle artsenopleidingen in Nederland. Dat slechts twee van de acht UMC’s een (klein!) keuzevak over CAM aanbieden is evident te weinig om aan te nemen dat CAM, laat staan acupunctuur, onderdeel vormt van de artsenopleiding. Bovendien vraag ik me af of de rechtbank wel goed heeft gekeken naar de inhoud van de beide genoemde keuzevakken. Het keuzevak aan de Universiteit Utrecht wordt gegeven door een antroposofische huisarts. Doel van de cursus is “een bijdrage te leveren aan de algemene academische vorming van de student door kennismaking met verschillende mensbeelden in de zorg en verschillende visies op gezondheid, ziekte en behandeling”. Het zal vast een leerzame cursus zijn, compleet met een excursie naar het homeopathische artsencentrum van ridder Jan Scholten. Iets tijdens de studie leren over de acupunctuur (naast de homeopathie, antroposofische geneeskunde en integrative medicine volgens de studiegids) is natuurlijk niet hetzelfde als daadwerkelijk acupunctuur leren toepassen. Een antroposofische huisarts lijkt me ook niet de beste acupunctuurdocent.

acupunctuurHet Groningse keuzevak ‘Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen’ is niet te vinden in het zoeksysteem op de website van de RUG. Na wat mailtjes met een studieadviseur heb ik de inhoud ervan kunnen achterhalen, maar het blijft onduidelijk of het vak nog gegeven wordt. Vorig studiejaar was er plaats voor 7-8 studenten die met het keuzevak slechts 3 ECTS konden verdienen. De student kon kennismaken met acupunctuur, homeopathie, natuurgeneeswijze, neuraaltherapie en orthomanuele geneeskunde. Er is wel sprake van het bijwonen van spreekuren van alternatief werkende artsen, maar het lijkt er niet op dat de studenten ook onderricht kregen in het omgaan met naalden. Interessant is dat de (oude) studiegids nog opmerkt dat de meeste deelnemers aan voorgaande edities van dit programma een basis wilden hebben om hun patiënt op geïnformeerde wijze te kunnen adviseren inzake complementaire geneeswijze. Dat is natuurlijk heel wat anders dan die patiënt behandelen met dergelijke methoden. Al met al is dus niet vol te houden dat acupunctuurbehandelingen “onderdeel vormen van bedoelde opleiding”, zoals de Wet op de omzetbelasting vereist.

De geest van Solleveld

De rechtbank beseft overigens terdege dat een arts die slechts een keuzevak heeft gevolgd tijdens zijn artsenopleiding nog niet direct acupunctuurbehandelingen kan geven. Met een aanvullende opleiding ná de studie is dat volgens haar wel mogelijk. De rechtbank stelt verder dat met zo’n aanvullende opleiding voldaan kan worden aan de eis in het besluit van de staatssecretaris van 14 mei 2013 dat deze opleiding “in het verlengde ligt van én een evidente verdieping vormt op de initiële BIG-opleiding”. Volgens de rechtbank vindt ook de staatssecretaris blijkens zijn besluit dat er artsen zijn die voor de toepassing van acupunctuur zijn vrijgesteld van het betalen van BTW. Maar daarmee is de procederende natuurarts er nog niet. Hij had tijdens zijn studie nooit een vak over acupunctuur of andere vormen van CAM gevolgd.

Volgens de rechtbank is dat echter geen probleem omdat de arts een acupunctuurdiploma heeft behaald aan een door de NAAV erkende opleidingsinstelling. Daarmee zou voldaan zijn aan de eis van een evidente verdieping, want de rechtbank acht aannemelijk dat “de door belanghebbende aldus verkregen kennis en vaardigheden inzake de toepassing van acupunctuur (ver) uitgaan boven die van artsen die acupunctuur slechts als onderdeel van de artsenopleiding hebben bestudeerd en ten minste gelijk is aan de door die artsen in het kader van een vervolgopleiding verworven kennis en vaardigheden.” Met die laatste artsen bedoelt de rechtbank artsen die iets over acupunctuur hebben geleerd tijdens hun studie en daarna nog een vervolgopleiding hebben gedaan. Die mogen met betrekking tot de BTW geen gunstiger behandeling krijgen dan artsen als deze natuurarts, die diensten van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau kunnen leveren ondanks het feit dat ze nooit iets over acupunctuur op de universiteit hebben geleerd. Dat volgt uit de zogenaamde Solleveld-jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Het wordt eentonig, maar ook op deze overwegingen van de rechtbank is veel kritiek te leveren. Het besluit van de staatssecretaris van 14 mei 2013 is juist doordesemd van de gedachte dat een arts-acupuncturist niet voor BTW-vrijstelling in aanmerking komt, wat voor aanvullende opleidingen hij ook gevolgd heeft. Het besluit gaat er als gezegd vanuit dat alleen diensten die in wezen regulier zijn voor genoemde vrijstelling in aanmerking komen. Acupunctuur wordt expliciet niet-regulier genoemd en bovendien merkt de staatssecretaris nog expliciet op dat acupunctuur niet is “opgenomen in het opleidingscurriculum voor de arts (zoals beschreven in het Raamplan Artsopleiding 2009)”. Inderdaad zegt het besluit dat er ook vrijstelling mogelijk is als zorg wordt verleend op basis van een aanvullende opleiding die evidente verdieping vormt op de initiële BIG-opleiding, maar gelet op het voorstaande én de bedoeling van de wetgever om de BTW-vrijstelling voor CAM-artsen te beëindigen is het niet aannemelijk dat de staatssecretaris hier mede opleidingen verzorgd door een particuliere vereniging als de NAAV op het oog had. Integendeel, hij zal eerder een aanvullende studie in de psychologie of pedagogie hebben bedoeld.

De vraag kan ook gesteld worden hoeveel ‘evidente verdieping’ te behalen is met een tweejarige NAAV-opleiding tot acupuncturist die bestaat uit slechts acht weekenden per studiejaar. Wie de opleiding met succes afrondt krijgt een diploma, waarmee men lid kan worden van de NAAV en op een lijst kan komen die door zorgverzekeraars gebruikt wordt voor vergoedingen. Dat neemt niet weg dat het natuurlijk gewoon om een eigen opleiding van de NAAV gaat die op geen enkele manier door de overheid erkend of getoetst wordt. Ik vraag me verder af waar de rechtbank op baseert dat de kwaliteiten van de natuurarts (ver) uitgaan boven die van artsen die acupunctuur slechts als onderdeel van de artsenopleiding hebben bestudeerd. Duits onderzoek onder meer dan 1.800 acupuncturisten laat immers zien dat de hoeveelheid opleiding van een acupuncturist er niet veel toe doet: “There were no differences in success for patients treated by physicians passing through shorter (A diploma) or longer (B diploma) training courses in acupuncture”. Dat is ook niet zo verwonderlijk. Als arts hoef je immers alleen maar op een enigszins geloofwaardige manier naalden op willekeurige plaatsen in het lichaam te kunnen steken. En dat zou iedere basisarts moeten kunnen.

Flag_of_Europe.svgDe verwijzing naar het Solleveld-arrest lijkt me overigens niet relevant. Dat arrest gaat over het ongelijk behandelen van personen die gezondheidskundige verzorging van gelijkwaardig kwaliteitsniveau aanbieden. In het geval van Solleveld klaagde een BIG-geregistreerde fysiotherapeut die ook aan kwakzalverij in de vorm van ‘stoorvelddiagnostiek’ deed erover dat hij BTW moest betalen over zijn stoorvelddiagnoses, terwijl dat voor artsen en tandartsen niet zou gelden. Het Hof van Justitie achtte dat alleen in strijd met het beginsel van fiscale neutraliteit als “die behandelingen zouden zijn vrijgesteld van BTW indien zij door artsen of tandartsen werden uitgevoerd, hoewel zij, wanneer zij door fysiotherapeuten worden uitgevoerd, gelet op de beroepskwalificaties van deze laatste, van een gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden geacht.” Of anders en korter gezegd: als twee behandelaars dezelfde behandeling van gelijkwaardige kwaliteit aanbieden, moet het er voor de BTW-vrijstelling niet toe doen dat de een arts of tandarts is en de ander fysiotherapeut.

In de zaak van de arts-acupuncturist merkt de rechtbank op zichzelf terecht op dat het beginsel van fiscale neutraliteit kan worden geschonden als de ene arts-acupuncturist voor BTW-vrijstelling in aanmerking komt en de andere niet, terwijl ze verzorging van gelijkwaardig kwaliteitsniveau leveren. De rechtbank miskent echter in vrijwel iedere overweging dat het nu juist de bedoeling van de wetgever was dat over de naaldendiensten van een arts-acupuncturist altijd BTW betaald wordt. En als altijd betaald moet worden, doet zich helemaal geen Solleveld-problematiek voor, want dan worden artsen onderling en artsen en niet-artsen gelijk behandeld en is de fiscale neutraliteit niet in het geding. De rechtbank doet een probleem herleven dat al door de wetgever opgelost was en creëert en passant weer nieuwe problemen.

Besluit

Deze uitspraak gaat over de interpretatie van een bepaling uit de Wet op de omzetbelasting. Op zichzelf stond de geldigheid van die bepaling niet ter discussie. Alternatieve genezers die geen arts zijn – lekenhomeopaten, lekenacupuncturisten, chiropractors e.d. – blijven dus in beginsel gewoon BTW-plichtig. Op basis van een dubieuze interpretatie meent de rechtbank echter dat de klagende arts-acupuncturist op grond van de geldende wetgeving wél voor BTW-vrijstelling in aanmerking komt. Dat biedt voor de lekenacupuncturisten toch weer een opening op met het Solleveld-arrest en de Europese BTW-richtlijn in de hand óók BTW-vrijstelling te claimen. Zij kunnen immers betogen dat ze naaldendiensten van gelijkwaardige kwaliteit kunnen aanbieden. Daarmee dreigt de situatie weer te worden teruggedraaid naar die van vóór 2013. Hoger beroep is wenselijk en ik vermoed dat het al ingesteld is.

Filed Under: Alternatieve schade, Factchecking, Gezondheid, Uit het nieuws Tagged With: acupunctuur, btw, rechtspraak

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 8
  • Page 9
  • Page 10
  • Page 11
  • Page 12
  • Interim pages omitted …
  • Page 38
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

David Geier, Mail Order Pharmacist
10 May 2025 - Kathleen Seidel

David Geier was in the drug business. What was he selling before the FDA stepped in? The post David Geier, Mail Order Pharmacist first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails.
9 May 2025 - Jonathan Howard

"I wish Vinay all the best for his new role. It's a whole new state of play when the buck stops with you." The post Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis
8 May 2025 - Scott Gavura

Spring is a miserable season for those with seasonal allergies. There are effective drug- and non-drug measures that can control most symptoms effectively. The post Breathing Easy: Treating Allergic Rhinitis first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsOp https://archive.is/1Exnu staat een gearchiveerde versie van een recente posting van Ronald Meester op LinkedIn. In deze posting verwijst
  • Klaas van Dijk on Bedenkingen bij het rapport over oversterfte van Ronald Meester en Marc JacobsEen verbeterde versie van Hoofdstuk 6 van dit rapport van Ronald Meester en Marc Jacobs is op 22 april 2025
  • Hans1263 on Volgens Maurice de Hond beschikt hij over telepathische gavenHet filmpje waarin hij een trucje met Jeroen Pauw uithaalt, bewijst natuurlijk helemaal niets, ja misschien het denkniveau van De
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (17-2025)En de paashaas is er snel vandoor gegaan,
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (17-2025)@Renate1 Nee, de paashaas heeft het in een mandje op zijn rug. 😅😅😅

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in