Sympathieke gedachte van onze overheid: we mogen helpen nadenken over de vragen waarover onze wetenschappers zich in de nabije toekomst zouden moeten buigen. Dat ‘we’ moet je hier heel letterlijk opvatten. Iedere malloot die een webformulier in weet te vullen, kan ook een vraag indienen. Dat is natuurlijk vragen om problemen, maar je kunt er ook om lachen.
Sinds een paar dagen stromen de vragen binnen op de website van de Nationale Wetenschapsagenda. De vragen worden gemodereerd, maar als je ziet wat er nu al door de moderatie heen fietst, kun je bedenken wat er voor ons verborgen wordt gehouden. Een kleine bloemlezing met hilarische en pseudowetenschappelijke onzinvragen. Bij het publiceren van dit stukje waren er 622 vragen geplaatst. Tot 1 mei kunt u ook uw bijdrage leveren!
(klik op de vragen voor de toelichting die de indieners gaven.)
Ook stiekem wat sluikreclame voor een dom boek:
Je vraagt of de vraagsteller van de volgende vraag die na het lezen van deze selectie zijn eigen vraag niet liever zou terugtrekken:
Hoewel het merendeel van de vragen niet zo absurd is als deze selectie, kun je je inderdaad afvragen waar deze poppenkast nu eigenlijk goed voor is:
Het merendeel van de reeds ingediende vragen op deze pagina geeft al aan dat het grote publiek weinig benul heeft van wat concrete, haalbare en relevante wetenschappelijke vragen zouden kunnen zijn. Het merendeel is irreëel, rechtstreeks uit science fiction afkomstig, of geheel en al gericht op ‘praktische toepassingen.’ Om te voorkomen dat wetenschap verwordt tot een soort ‘research and development’ departement dat zich alleen met de meest voor de hand liggende praktische zaken mag bezighouden, zouden we wetenschappers wederom het vertrouwen moeten geven dat zij zelf kunnen bepalen waar zij onderzoek naar doen. Wetenschappers kunnen immers zelf als geen ander beoordelen welke vragen een antwoord behoeven. Zij zullen daarbij verder kijken dan de gewone man, zich meer richten op fundamentele problemen, en zich niet laten beperken door de waan van de dag of vraag of iets ook direct ‘praktisch nut’ zal hebben.