• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Pepijn van Erp

Schaken met een dode

1 August 2012 by Pepijn van Erp 3 Comments

Tussen  1985 en 1993 vond er onder geheimzinnige omstandigheden een bijzondere schaakpartij plaats. Een correspondentiepartij tussen Viktor Kortsjnoj en Géza Maróczy. Dat twee sterke grootmeesters een geheime trainingspartij spelen, is niet zo uitzonderlijk. Correspondentie-schaak is al wat ongebruikelijker, maar daar gaat het in dit geval niet om.  Wat dit geval bijzonder maakt, is dat één van de twee spelers ruim dertig jaar eerder was overleden …

Het uitzoeken van de spelers
De partij was geregeld door dr. Wolfgang Eisenbeiss, een econoom, schaakenthousiast én voorzitter van de Zwitserse vereniging voor parapsychologie. Hij kende het medium Robert Rollans (geb. 1914), die een geschikte tussenpersoon zou zijn voor een partij tussen een levende grootmeester en één die al overleden was. Rollans speelde zelf namelijk geen schaak en kon aldus niet verdacht worden van het zelf verzinnen van de zetten. Eisenbeiss gaf Rollans een lijstje met een dozijn interessante kandidaten om te kijken of Rollans daar contact mee kon krijgen. Intussen ging hij zelf op zoek naar een geschikte levende grootmeester.

Schaken met een dode 1
Beeld uit de met incidenten beladen WK-match Karpov – Kortsjnoj van 1978

Viktor Kortsjnoj bleek bereid mee te werken. Een voor de hand liggende keuze: Kortsjnoj was zelf Zwitser geworden nadat hij van de Sovjet-Unie naar het Westen was overgelopen en ook bekend vanwege zijn interesse in het occulte sinds een akkefietje tijdens de match om het wereldkampioenschap met Anatoli Karpov in Baguio 1978. Karpov had toen ene dr. Zukhar in zijn begeleidingsteam opgenomen, die tijdens de partijen Kortsjnoj zou hebben geprobeerd te hypnotiseren (meer daarover).
In zijn biografie  ‘Chess is My Life‘ schrijft Kortsjnoj dat hij door Eisenbeiss benaderd werd met de vraag tegen welke overleden schaker hij graag had willen spelen. Kortsjnoj noemde Capablanca, Keres en Maróczy. Na enige tijd kwam Eisenbeiss terug met de mededeling dat Capablanca en Keres onbereikbaar bleken in het hiernamaals, maar dat Géza Maróczy wel zou willen. Al deze spelers hadden blijkbaar ook toevallig gestaan op het lijstje dat Eisenbeiss zelf aan Rollans had gegeven.
De Hongaarse schaker Maróczy leefde van  1870 tot 1951 en zijn hoogtepunten op schaakgebied lagen in het eerste decennium van de 20ste eeuw. In 1906 zou hij spelen om het wereldkampioenschap met Emanuel Lasker, maar die match ging niet door. Bij de officiële invoering van de titel Grootmeester door de FIDE in 1950 werd hij ook benoemd, samen met een aantal andere nog levende schakers waarover algemene overeenstemming bestond dat ze in hun tijd tot de top hadden behoord.

De partij
Op 15 juni 1985 ging de partij van start met de zet 1.e2-e4 van Maróczy. Rollans communiceerde met Maróczy door middel van het zogenaamde automatische schrift. Hij schreef de zet van Kortsjnoj op een blaadje en voerde die ook op een bord uit (om dat te kunnen had hij wel een paar schaaklesjes van Eisenbeiss gehad). Als hij doorkreeg dat Maróczy een antwoord had bedacht, ging hij weer zitten en als vanzelf werd de zet dan door hem opgeschreven. Volgens Rollans gaf de geest van Maróczy ook uitvoerige varianten door, die Rollans in trance wel begreep, maar zodra uit trance was en de opgeschreven zet bekeek, kon hij daarvan niets meer reproduceren. Eisenbeiss gaf de opgeschreven zet weer door aan Kortsjnoj.

Schaken met een dode 2

Kortsjnoj en Rollans ontmoetten elkaar pas voor het eerst in levende lijve tijdens een Duits televisie programma kort na de partij. Die eindigde op 11 februari 1993 met opgave van Maróczy. Drie weken later overleed Rollans (2 maart 1993). Pas in 2004 liet Eisenbeiss de partij analyseren door ene Vernon Neppe, die beweert dat de partij niet gefaket kan zijn. Maar ik vermoed dat Neppe helemaal geen sterk schaker is. Hij komt niet voor de in de FIDE-database met ELO ratings, Eisenbeiss zelf wél (hoewel ratingloos). ‘Because of major stylistic differences, the computer could not have simulated the game, nor could many living chess players play at this high a level.’ verklaart Neppe. Maar dat is echt grote onzin.

Schaken met een dode 3
De tekst die Rollans ‘automatisch’ schreef en waarmee de partij begon. Eerst schrijft een ‘bekende’ van Rollans, daarna neemt Maróczy het over in een ander handschrift

Kortsjnoj gaf zelf na zet 27 een kort commentaar waarin hij aangaf dat Maróczy in de opening wat fouten had gemaakt en ouderwets had gespeeld.  Maar hij had intussen ook niet meer zo nauwkeurig gespeeld en vroeg zich af hij genoeg voordeel had overgehouden om te winnen. Dit was in september 1987 toen de partij net stil was komen te liggen vanwege de niet zo beste gezondheid van Rollans. Vaak was het medium langere tijd zo ziek, dat het hem niet lukte contact op te nemen met de geest van Maróczy. In 1991 ging het weer verder.

Het commentaar van Kortsjnoj is merkwaardig. De opening van de partij was juist helemaal niet ouderwets! Van vóór 1951 (het jaar waarin Maróczy overleed) vond ik maar enkele voorbeelden met deze variant (met de zet 10.Kd1), daarna vele honderden. Wel gelijk heeft Kortjsnoj dat zijn tegenstander vroeg de fout inging. Zo is 12.Lb5 is een rare zet, die amateuristisch overkomt (bij een sterk schaakprogramma komt die bijvoorbeeld niet bij de beste 10 overwogen zetten voor). Met 14.Lg5 speelde wit overigens pas de eerste nieuwe zet (14.Pg5 komt nog voor in een partij uit 1985), maar het is ook geen beste.
Kortsjnoj komt dan meteen compleet gewonnen te staan, maar speelt met 17… Lxf3+ een zet die een grootmeester onwaardig is. Daarna komen nog meer mindere zetten van Kortsjnoj. Het lijkt er sterk op dat die heel bewust op een nog enigszins interessant eindspel afstuurt. Maar wit mist daarin volgens mij zijn laatste kans op redding met de zet 29.axb5 (29.a5 maakt het zwart erg moeilijk).
Het spelniveau van wit is bepaald niet hoog, een amateur als Eisenbeiss zou de zetten makkelijk gespeeld kunnen hebben. Ook duidt de openingskeuze niet bepaald op Maróczy. In zijn bekende partijen uit de schaakdatabase speelt hij op de 4e zet al andere varianten.

Vragen aan Maróczy
Interessanter voor de vraag of er geesten zijn van overledenen waarmee gecommuniceerd kan worden, zijn de vragen die gesteld werden aan de geest van Maróczy. Eisenbeiss legde via Rollans 94 vragen voor. Daaronder waren er veel die makkelijk beantwoord konden worden door het raadplegen van boeken over bekende schakers of oude schaaktijdschriften. Maar er zaten ook wat vragen tussen die buitengewoon lastig waren om te beantwoorden voor iemand die niet zeer na in de omgeving van Maróczy had verkeerd.

Schaken met een dode 4
Géza Maróczy

Eisenbeiss huurde om die lastige vragen zelf beantwoord te krijgen iemand in: de Hongaarse geschiedkundige László Sebestyén, die ook lid was van de schaakclub van Budapest. De antwoorden op een tweetal vragen worden als zeer bijzonder genoemd.

De eerste gaat om een partij die Maróczy had gewonnen van een zekere Romi in het toernooi van Monte Carlo (1930). In die partij stond Maróczy hopeloos, maar hij kreeg de kans die met een verbluffende zet alsnog in zijn voordeel te beslissen. De geest antwoordde echter dat hij geen Romi kende, maar wel een Romih (met een extra ‘h’ dus) die een jeugdvriend was geweest. De partij was gespeeld in San Remo en niet in Monte Carlo. Sebestyén vond bronnen waarin de Italiaan Romih zowel met als zonder ‘h’ genoemd werd en kwam er niet helemaal uit. Later vond Eisenbeiss de toernooitabel van het toernooi in San Remo waarin Romih met ‘h’ genoemd werd. Romih was oorspronkelijk Sloveen en had na het bewuste toernooi de ‘h’ laten vallen wat een voor Italianen normalere naam opleverde.

Een tweede interessante kwestie is de ‘Vera Menchik club’. Menchik was de eerste dameswereldkampioen schaken geweest en een leerling van Maróczy. In die tijd was het nog niet zo gebruikelijk dat sterke spelers uit de wereldtop wel eens verloren van een vrouw. Iemand bedacht als grap dat je bij verlies automatisch lid werd van de ‘Vera Menchik club’. Aan Maróczy de vraag wie de club had ‘opgericht’. Het duurde een aantal sessies waarin hij via Rollans liet weten onzeker te zijn over het antwoord en geeft eerst spelers als Spielmann en Grünfeld als mogelijke kandidaten. Op 21 augustus 1988 komt hij met de suggestie van Albert Becker, maar zegt erbij dat dat eigenlijk niet kan, omdat die in die tijd net naar Zuid Amerika was geëmigreerd. Opvallend genoeg had net drie dagen tevoren het antwoord (Becker!) in het bekende tijdschrift Schachwoche gestaan. Maar dit wordt door Eisenbeiss dan weer uitgelegd als een aanwijzing dat hier inderdaad de geest van Maróczy sprak en niet Rollans (die zou dan wel het correcte antwoord overtuigend hebben gegeven).

Een skeptische verklaring
Het ligt voor de hand om de verklaring voor de partij en het beantwoorden van de vragen te zoeken in de persoon van Eisenbeiss. Belangrijke zaken weten we alleen uit wat hij erover kwijt wil en van enige serieuze controle was natuurlijk geen sprake. Het valt ook op dat hij er zelf pas uitgebreid over schreef in 2006 (in het Journal of the Society for Psychical Research), dus nadat Kortsjnoj er in zijn biografie (de uitgebreide tweede versie) aandacht aan besteedde. De andere hoofdrolspelers waren inmiddels al overleden (Rollans vlak na de partij en Sebestyén in 1996).

Schaken met een dode 5
Het medium Robert Rollans

De keuze voor Maróczy lijkt redelijk willekeurig, maar Kortsjnoj en Eisenbeiss leggen daarover al enigszins verschillende verklaringen af. Waarom Maróczy eigenlijk? Waren er geen interessantere kandidaten? Mij verbaast het eigenlijk dat Kortsjnoj hem al op zijn derde plek had staan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat Eisenbeiss dagboeken van Maróczy te pakken had gekregen (Sebestyén vond ze in ieder geval) en de keuze daarom een beetje gestuurd heeft. Of de volgorde van het stellen van de vragen aan Maróczy en het onderzoek van Sebestyén is net omgekeerd geweest. Sebestyén was op pad gestuurd om de antwoorden te vinden zonder dat hem medegedeeld was waarvoor die eigenlijk bedoeld waren.

Er zit nog een naar kantje aan het verhaal van Eisenbeiss. Op 10 juli 1988 doet de geest van Maróczy een boekje open over zijn motieven om mee te doen aan het experiment (zie de tweede bron hieronder), maar maakt dan ook een snerende opmerking over zijn landgenoten die niet gastvrij waren en niet bereid mee te werken aan de speurtocht van Eisenbeiss naar meer achtergrondinformatie over Maróczy. Het lijkt te slaan op de weigering van de nog in leven zijnde kinderen van Géza Maróczy om Eisenbeiss te ontvangen toen die eerder die maand in Budapest was. Zij hadden namelijk helemaal geen zin in dit spiritistische gedoe toen ze er achter kwamen dat het daarom ging. Het lijkt er sterk op dat Eisenbeiss slecht tegen zijn verlies kon en ze, zogenaamd via hun vader, nog een trap nagaf.

Verder lezen over deze kwestie:

  • http://www.chessproblem.net/viewtopic.php?f=45&t=515 Veel van de vragen die gesteld werden aan de geest van Maróczy staan daarin beschreven en ook de partij van Maroczy tegen Romih (voor wie daar in geïnteresseerd is).
  • http://www.wegbegleiter.ch/wegbeg/schachsp.htm door een kennis van Eisenbeiss, die ook Rollans zelf sprak tijdens de partij.
  • http://whitecrowbooks.com/michaeltymn/month/2010/06/

Filed Under: Algemeen, Paranormaal Tagged With: automatisch schrift, Kortsjnoj, Maroczy, medium, schaken, spiritisme

Is er echt een probleem met excellente leerlingen op het VWO?

4 July 2012 by Pepijn van Erp 25 Comments

Een ANP-bericht met als kop ‘Kwart van slimme vwo’ers niet in 6 jaar klaar’ werd donderdag 14 juni op veel nieuwssites klakkeloos overgenomen (onder andere de Volkskrant, Trouw, Nu.nl). De argeloze lezer krijgt snel de indruk dat er een specifiek probleem is voor de slimmerds en dat ze het misschien nog wel slechter doen dan hun medeleerlingen die met een lagere CITO-score aan het VWO begonnen. De onderzoekers spreken namelijk over een ‘schrikbarend hoog’ percentage. Het klinkt in eerste instantie nogal verontrustend, maar ik had er niet meteen een beeld bij. Is dat kwart nou veel meer dan je mag verwachten? Is het echt zo dramatisch? Het is maar hoe je ernaar kijkt. 

Merkwaardig genoeg trof ik in geen van de berichten een link of anderszins bruikbare verwijzing naar het echte onderzoek. Het knippen en plakken van ANP-berichten heeft natuurlijk ook weinig met journalistiek te maken, maar het valt toch steeds weer op dat er werkelijk geen enkele moeite wordt gedaan om zo’n bericht van wat achtergrond en nuance te voorzien. Geen van de sites die het bericht overnamen zal vermoedelijk het rapport zelf gezien hebben. Het kostte mij niet veel moeite om het te vinden: eerst even kijken bij het onderzoeksbureau dat het uitvoerde (GION): nee, niets. Dan maar bij de opdrachtgever, het ministerie van OCW. En daar staat het dan, een stevig rapport van 118 pagina’s.

Er staat erg veel in, maar mijn oog viel snel op tabel 3.16 (blz. 36):

Is er echt een probleem met excellente leerlingen op het VWO? 6

De tabel behoeft volgens mij weinig toelichting. De CITO-scores van 549 en 550 werden in het onderzoek opgevat als ‘excellent’. Een score van 545 is wel zo’n beetje de laagste waarmee je het VWO in kunt gaan. Ik zie hier weinig verontrustends aan, de tabel beantwoordt wel aan de verwachting die ik vooraf had. Misschien dat de percentages van alle CITO-score groepen wat beter kunnen, maar van een verontrustend beeld specifiek voor de ‘excellente’ groepen lijkt mij geen sprake. Hoe komen de onderzoekers daar dan bij? Dat wordt duidelijk als je wat verder bladert in het rapport. Op blz. 93 geven ze hun definitie van onderpresteren:

Wij hebben de (normatieve) opvatting gehanteerd dat het niet na zes jaar hebben behaald van het VWO-diploma als criterium voor ‘ondermaats presteren’ kan gelden.

Ja, zo kan ik het ook! Élke uitval wordt geïnterpreteerd als onderpresteren. Het gaat bijna zo ver dat ook uitval door overlijden als onderpresteren wordt beschouwd. In de percentages wordt daar gelukkig wel voor gecorrigeerd en het zal ook wel voor bovenstaande tabel zijn gebeurd. Maar er is geen correctie voor andere oorzaken van vertraging zoals ziekte en familieomstandigheden. Niet dat dat iets zal uitmaken voor de verhouding tussen de uitval van excellente en minder excellente leerlingen, maar het nuanceert wel dat ‘kwart van de slimmerds’ die niet in zes jaar het VWO doorloopt. Je hebt zo nog geen idee wat het terrein is dat überhaupt gewonnen kan worden door veranderingen in het onderwijs.

Is er echt een probleem met excellente leerlingen op het VWO? 7
Blindelings zoeken in data levert bijna altijd ‘wat’ op.

Vervolgens gaan de onderzoekers ijverig op zoek in de data om te kijken of er verschillen zijn te ontdekken tussen de groep excellente leerlingen die wel in zes jaar door het VWO fietst en de groep excellente leerlingen die ergens hapert. Dan wordt het wel snel data-vissen en moet je erg oppassen niet toevallige correlaties aan te treffen. We moeten ook bedenken dat alles is gebaseerd op een steekproef onder VWO’ers uit maar één startjaar, 1999. Ik zie niet al te veel slagen om de arm bij het vinden van de ‘oorzaken’ en de relevantie voor het onderwijs van nu.
Zo adviseren de onderzoekers om excellente leerlingen niet in gemengde HAVO/VWO klassen te laten beginnen, dat zou die excellente leerlingen 10% minder kans geven op een vlekkeloze doorstroom. Nou vraag ik me meteen af of die leerlingen niet om een heel goede reden gekozen hebben voor zo’n gemengde brugklas, maar de onderzoekers blijkbaar niet. Ook een gebrek aan ‘ordelijkheid’ wordt aangevoerd als een hindernis, maar dat kan net zo goed voor alle leerlingen gelden en niet specifiek voor de slimmerds (voor de gemiddelde groep wordt het niet als risicofactor gezien).

Kortom, het lijkt me weer een mooi staaltje naar de gewenste uitkomst toe redeneren. Natuurlijk moet er wat gedaan worden om te voorkomen dat onze toekomstige toppers onderweg een keertje struikelen. Anders blijft dat potje van 30 miljoen per jaar voor hoogbegaafde en excellente leerlingen ook maar ongebruikt op het ministerie staan …

 

Filed Under: Factchecking, Uit het nieuws Tagged With: CITO, onderwijs, statistiek, VWO

Indiaas skepticus beschuldigd van blasfemie

25 June 2012 by Pepijn van Erp 12 Comments

Als er wat in het nieuws komt over religieuze tegenstellingen in India, gaat het meestal om problemen tussen moslims en hindoes. Maar onder katholieken blijken net zulke heetgebakerde personen voor te komen. Vooraanstaand scepticus Sanal Edamaruku wordt achtervolgd door een serie aanklachten wegens blasfemie. Het is zo serieus dat hij inmiddels naar Finland is uitgeweken om arrestatie te voorkomen. En het begon allemaal met een simpele uitleg hoe het kan dat er water druppelt van een beeld van een gekruisigde Christusfiguur voor een kerk in Mumbai.

Indiaas skepticus beschuldigd van blasfemie 8
Sanal Edamaruku

Sanal Edamaruku is voorzitter van de Indian Rationalist Association en in het land dat ook bekend staat om zijn fakirs, goeroes en meer van dat soort figuren, heeft hij al heel wat demystificaties op zijn naam staan. In een spraakmakende confrontatie met ‘s lands machtigste  ‘tantrik’ op live televisie overleefde hij bijvoorbeeld zonder problemen al diens krachtige rituelen die erop gericht waren hem te doden in deze ‘ultimate destruction ceremony’. In februari 2011 werd Edamaruku fellow van het Committee for Skeptical Inquiry.

Een kort filmpje legt uit waarmee de affaire begon. Edamaruku werd uitgenodigd door een televisiezender om te onderzoeken of er geen rationele verklaring gegeven kon worden voor het wonderlijke druppen van water van een crucifix voor een kerk in Mumbai (Our Lady of Velankanni). Dat bleek een koud kunstje: binnen een half uur had Edamaruku ontdekt dat het gaat om capillaire opzuiging van water uit een verstopte afvoerpijp van een nabijgelegen wasruimte.

Indiaas skepticus beschuldigd van blasfemie 9
Water druppelt van een crucifix in Mumbai

Nu lijkt dit niet meer dan de eerste aanleiding voor de aanklachten vanwege blasfemie. Die lijken namelijk meer gebaseerd te zijn op de discussie die daarna op dezelfde televisiezender werd gevoerd tussen Edamaruku en een aantal betrokken katholieken (onder andere de priester van de bewuste kerk). Op een gegeven moment belt ook de aartsbisschop van Mumbai zelf en gaat in discussie met Edamaruku.
Die discussie staat ook op YouTube, maar is lastig te volgen, omdat die begint in Hindi, weliswaar later overschakelt op Engels (na 10 minuten), maar het loopt nogal door elkaar. In een interview op website  The Pod Delusion legt Edamaruku in eigen woorden uit wat er speelt (directe link het bewuste audiofragment). Dat is overigens wel een beetje een eenzijdige weergave van het debat, want daarin gaat Edamaruku over van alles en nog wat te keer tegen de bisschop: Galilei, Bruno, exorcisme, Hitler, Mussolini, al dat soort stokpaardjes tegen de rooms-katholieke kerk komen voorbij.

De katholieke organisaties nemen het hem formeel dus voornamelijk kwalijk dat hij gezegd zou hebben dat de kerk dit specifieke geval als wonder heeft aangeduid om op die manier geld op te halen, wat niet zo zou zijn. De bisschop beschuldigt Edamaruku ervan te snel conclusies getrokken te hebben en claimt dat de kerk dit soort ‘wonderen’ altijd eerst goed onderzoekt op wetenschappelijke wijze voordat het als wonder wordt aangenomen.
Maar van dat soort serieus onderzoek door de kerk is volgens Edamaruku geen spoor te bekennen. Hij werd bij zijn onderzoek ter plekke door vertegenwoordigers van katholieke organisaties belaagd en er werd ontkend dat water überhaupt omhoog zou kunnen stromen. Duidelijk naar voren komt dat er een grote discrepantie bestaat tussen de officiële handelswijze van de katholieke kerk in dit soort zaken en de manier waarop lokale organisaties hier mee omgaan.
Natuurlijk heeft de kerk niet zelf de aanklachten ingediend, maar is dat door aanverwante organisaties gedaan. Het komt allemaal nogal overtrokken over en het lijkt er eerder op dat er andere rekeningen te vereffenen zijn of dat iemand zijn gezicht moet redden. Geëist wordt namelijk dat Edamaruku zijn excuses aanbiedt. En die vindt op zijn beurt dat de kerk zijn excuses zou moeten aanbieden voor het feit dat ze heeft laten gebeuren dat veel gelovigen het water als ‘heilig water’ dronken, terwijl het misschien wel uit een verontreinigde afvoerpijp afkomstig is.

Een artikel uit The Hindu geeft wat meer achtergrondinformatie over deze blasfemiewetgeving, die al vaker is (mis)bruikt om kunstenaars en intellectuelen lastig te vallen. Probleem voor Edamaruku is niet zozeer die rechtzaak zelf, die hij graag lijkt aan te gaan om het idiote van die blasfemiewetgeving aan te tonen, maar het feit dat het gaat om een strafbaar delict, waarbij je niet op borgtocht vrij je rechtzaak kunt afwachten. Het vooruitzicht gearresteerd te worden en niet zeker te zijn van hoe lang je dan in gevangenis op je proces moet wachten is natuurlijk niet zo aantrekkelijk. Vandaar dat hij nu toch (tijdelijk?) naar Finland is uitgeweken (volgens een bericht van James Randi).

Lees meer over deze zaak op:

  • http://www.rationalistinternational.net/ – de organisatie van Edamaruku zelf
  • interview met New Humanist Magazine
  • blog van Jim Newman op Skeptic Money

Je kunt een online petitie op change.org tekenen die probeert de aartsbisschop van Mumbai te bewegen zijn volgelingen de aanklachten in te laten trekken.

[Update 27 juni 2012] Via een CSI-blog eindelijk een linkje gevonden naar hoe de opponenten van Edamaruku tegen de zaak aankijken:  Mr. Sanal No Church Authority Claimed that the Irla Cross Dripping Was a Miracle. Het maakt de gang van zaken wel iets duidelijker. Het lijkt erop dat Edamaruku voor zijn bezoek aan Mumbai, een paar dagen eerder vanuit Delhi het hele wonder  vrij gemakzuchtig had weggezet als oplichterij van de lokale priester (hij zou gezegd hebben dat het ging om een beeld van gips en dat de priester er gewoon water van boven af in zou gieten). Dat schoot in het verkeerde keelgat van de Association Of Concerned Catholics (volgens mij het clubje van die nogal schreeuwerige dame in het filmpje) en die daagde Edamaruku om te komen kijken (ze betaalden zijn ticket) en hem te confronteren met zijn ongelijk. Het televisieprogramma was onderdeel van de deal: Edamaruku zou zijn ongelijk moeten bekennen en excuses aanbieden of de juridische gevolgen ondergaan.
Helaas voor de fanatieke gelovigen, moest Edamaruku weliswaar toegeven dat zijn eerste gedachten over het wonder niet klopten, maar vond hij wel snel uit hoe het dan wel zat (die capillaire werking). Om een of andere reden hadden ze geen rekening gehouden met die uitkomst en hielden ze strak vast aan hun ingezet plan: excuses of rechtzaak.

Filed Under: (Bij)Geloof, Buitenland, Skepticisme, Uit het nieuws Tagged With: christenen, india, Sanal Edamaruku

Skeptisch gereedschap: rbutr

18 June 2012 by Pepijn van Erp 507 Comments

Skeptisch gereedschap: rbutr 10
Herkenbaar? (‘Duty Calls’ – xkcd.com)

Het internet staat vol met interessante informatie, maar er zit ook heel veel onzin tussen. Websites als Kloptdatwel en skepsis.nl geven natuurlijk tegengas aan sites die vol staan met pseudowetenschap en kwakdenken, maar is dat het enige en meeste effectieve wat een skepticus online kan doen? Er worden hulpmiddelen ontwikkeld om het makkelijker te maken zin en onzin van elkaar te onderscheiden. 

Skeptisch Internetactivisme
Direct reageren op sites en blogs heeft als groot nadeel dat site beheerders controle hebben over het commentaarsysteem. En vaak zijn er niet eens mogelijkheden om commentaar achter te laten. Sommige skeptische sites raden aan om actief Wikipedia-pagina’s bij te werken en te voorzien van goede bronnen. Op zich een prijzenswaardig initiatief, maar het kost veel tijd. En ook dan ben je afhankelijk van het systeem waarbij anderen jouw wijzigingen weer heel gemakkelijk ongedaan kunnen maken.

Wat je eigenlijk zou willen hebben is een tool waarmee je makkelijk kunt verwijzen naar goede informatie tussen verschillende sites. Maar ook zou je graag gewezen worden op sites die een mogelijke weerlegging bevatten. Je kunt die misschien zelf wel vinden, maar het zou mooier zijn als je kunt profiteren van het werk van andere skeptici. Misschien is het nieuwe rbutr een interessante ontwikkeling op dit gebied. Ik ben redelijk enthousiast over de mogelijkheden en het gebruiksgemak.


Skeptisch gereedschap: rbutr 11Wat is rbutr?

De naam rbutr is een hippe verbastering van Rebuttal (=weerlegging) in de trant van websitenamen als Flickr en Tumblr. Het Mission Statement van rbutr geeft heel beknopt weer wat de bedoeling is van de oprichters Shane Greenup and Craig O’Shannessy:

To link every page on the internet to its most appropriate responses, so that no one is ever forced to simply accept what they are ‘told’ by any one source ever again.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Direct Rebuttals en General Rebuttals. Het onderscheid is dat een direct rebuttal echt moet gaan over de beweringen in de bronpagina en die dus weerleggen. Een voorbeeldje is de rebuttal (link) van de kritiek op een cartoon van the Oatmeal over Tesla in een blog op Forbes.com. Een general rebuttal kan ook een webpagina zijn waarop in algemene zin informatie te vinden is die de beweringen op de bekritiseerde pagina tegenspreekt. Het Wikipedia-artikel over de wetten van thermodynamica zou je bijvoorbeeld  kunnen gebruiken als general rebuttal voor een pagina die een perpetuum mobile probeert te verkopen.

Hoe werkt rbutr in de praktijk?

Rbutr werkt nu alleen nog als een extensie van de browser Chrome, maar versies voor Firefox en Internet Explorer zouden snel moeten volgen. Na registratie krijg je een korte tutorial. In minder dan vijf minuten heb je het door. Het komt er kortweg op neer dat je de pagina opent die je wilt ‘weerleggen’, op de knop in je browser klikt en vervolgens naar de pagina gaat waar de ‘weerlegging’ staat. Weer even op de knop drukken en heel kort uitleggen waarom het een goede rebuttal is, en klaar is Kees! Achter de schermen zal er nu wel het een en ander gecontroleerd worden, of het geen overduidelijke spam is en of de links wel kloppen, maar heel snel is je rebuttal toegevoegd aan de database.

Skeptisch gereedschap: rbutr 12
Het rode vierkantje met ‘1’ onder de rbutr-button laat zien dat er een weerlegging aan deze website is gelinkt

Iedereen die in het vervolg op de betrokken pagina’s komt (en rbutr gebruikt natuurlijk) kan nu meteen zien aan een rood vlaggetje dat die pagina in een discussie is opgenomen en kan makkelijk tussen de pagina’s switchen. Gebruikers kunnen ook aangeven of ze een rebuttal goed of slecht vinden en zo komen de beste weerleggingen ook nog het meest prominent in beeld.

Een voorbeeldje maakt het wellicht wat duidelijker. Het artikel in de Huffington Post over de UFO-waarneming boven een luchtmachtbasis in Chili (zie UFO-video uit Chili bewijst ’t: ze hebben zes pootjes), heb ik zelf ‘gerbutrd’ met een draadje op het blog van Hoaxkiller.com waarin de UFO-video helemaal ontleed werd. Via de button in Chrome kun je makkelijk heen en weer springen tussen bron en weerlegging, maar je kunt ook op de rbutr-site zien wat de status is van de rebutttal.

 

Skeptisch gereedschap: rbutr 13
Zo zag de rebuttal eruit op 6 juni 2012. Klik op afbeelding voor de huidige status.

Je kunt je ook nog abonneren op pagina’s of trefwoorden, zodat je telkens een berichtje krijgt als er een rebuttal is toegevoegd op die pagina of met zo’n trefwoord.

Gaat het wat worden?
Het is altijd moeilijk om in te schatten of zo’n nieuwe tool op voldoende grote schaal gebruikt gaat worden om succesvol te zijn. Gebruikers van het eerste uur zijn waarschijnlijk voornamelijk bezig zelf rebuttals aan te dragen en zullen pas na loop van tijd profiteren; in de zin dat ze een pagina aantreffen waarvan ze niet zelf al de weerlegging kenden, maar die nu via een rood rbutr-knopje wordt aangeboden. rbutr heeft intussen wel een aantal zeer positieve besprekingen gehad o.a. van skepticus Tim Farley, Research Fellow bij de James Randi Educational Foundation (zie de rbutr website voor andere links). Ook staat de site redelijk hoog in The Knight News Challenge, een initiatief van de Knight Foundation die voornamelijk journalistieke activiteiten ondersteunt.

Het is ook leuk om door de reeds aangemelde rebuttals te browsen. Op die manier kun je een idee krijgen welke onderwerpen het meest weerlegd worden en voor de meeste discussie zorgen op Internet. Niet verwonderlijk is dat Science, Health en Politics hoog scoren. Maar al snel volgen meer specifieke onderwerpen als Climate Change, Vaccination en Evolution.
Een belangrijke vraag is natuurlijk ook of ‘de tegenpartij’ niet net zo actief gaat worden op rbutr.com. Dat lijkt me eigenlijk alleen maar goed: de discussie wordt zichtbaar en de argumenten over en weer zullen te zien zijn. Een direct rebuttal van een kwakzalver zal echt wel door de mand vallen als die niet serieus ingaat op de argumenten van verstandigere schrijvers. En anders is een rebuttal daarop ook zo weer geschreven!

Filed Under: Algemeen, Skepticisme Tagged With: blogs, internet, rbutr, skepticisme

Slecht rekenwerk aan rookverbod voorkomt 16.638 hartstilstanden

13 June 2012 by Pepijn van Erp 28 Comments

Engels - UK vlag 30x24Fantastisch nieuws van de Universiteit Maastricht: door de invoering van het rookverbod op de werkplek begin 2004 zijn in heel Nederland meer dan 16.000 acute hartstilstanden voorkomen in de ruim 4 jaar die daarop volgden. Een hartstilstand leidt in 90 procent van de gevallen tot overlijden, bericht het persbericht ook nog om het resultaat in het juiste perspectief te zetten. Bij De Telegraaf kon iemand een rekenmachine bedienen en rekende uit dat er dus wel 14.000 levens zijn gered. Hoera!

Slecht rekenwerk aan rookverbod voorkomt 16.638 hartstilstanden 14
Goed nieuws voor de anti-rooklobby

Ook het NOS journaal bracht het nieuws en liet de onderzoeker, professor Onno van  Schayck, zelf aan het woord. Duidelijk in zijn nopjes met het mooie resultaat pleit hij voor het nu definitief en volledig doorvoeren van het rookverbod in de horeca. Want dat zal dan wel net zo’n mooie daling van het aantal hartstilstanden laten zien, moeten we denken. Zowel De Telegraaf als NOS Journaal nemen het juichverhaal uit Maastricht bijna klakkeloos over. Niet zo slim, want er blijkt nogal een luchtje aan dit onderzoek te zitten.

[Update 20 juni] Professor Van Schayck heeft een reactie gestuurd op deze blog, die staat onderaan het artikel.

Het onderzoek in Zuid-Limburg

Hoe onderzocht het team van prof. Van Schayck dat effect van het invoeren van het rookverbod op de werkplek? Het persbericht meldt daarover het volgende:

Voor dit onderzoek werd gebruik gemaakt van gegevens van de Regionale Ambulance Voorziening van de GGD Zuid-Limburg. In de analyses werden drie perioden onderscheiden: de periode voor invoering van de rookverboden (1 januari 2002 – 1 januari 2004), de periode waarin de rookvrije werkplek ingevoerd werd (1 januari 2004 – 1 juli 2008) en de periode waarin de rookvrije horeca van kracht was (1 juli 2008 – 1 mei 2010).

In de studie werden in totaal 2305 gevallen van acute hartstilstand geteld. In de periode vóór invoering van de rookverboden steeg het aantal met 24%. In de periode na invoering van de rookvrije werkplek daalde het aantal met 12%. Omgerekend in absolute aantallen en voor de hele Nederlandse bevolking impliceert deze afname dat er meer dan 16000 gevallen van acute hartstilstand voorkomen zijn in de hele periode tussen 2004 en 2008. Bijna 90% van de patiënten met een acute hartstilstand overlijden hieraan.

Er werden dus hartstilstanden (in jargon sudden circulatory arrest, afgekort SCA) geteld die via de ambulancedienst gemeld waren; de SCA’s in ziekenhuizen zijn niet meegenomen. Ook gaat het om een beperkt gebied, Zuid-Limburg, met ruim 600.000 inwoners en alleen om de groep mensen tussen 20 en 75 jaar oud. Op zich al redenen om vraagtekens te zetten bij de representativiteit van het onderzoek voor het hele land. Daarnaast is het bij dit soort onderzoeken altijd de vraag of er niet alleen maar een correlatie gevonden is zonder dat er sprake hoeft te zijn van een oorzakelijk verband.
Wetenschapsjournalist Maarten Keulemans vertrouwde het onderzoek niet helemaal en schreef er een uiterst kritische blog over op NWTonline (daar kun je ook het fragment uit het NOS journaal zien). Hij stelt een aantal zeer terechte vragen over het veronderstelde causale verband. Zo is er maar heel weinig bekend van SCA gevallen, niet eens of die zelf rookten, of vóór 2004 op een werkplek vertoefden waar gerookt werd. En als je over de hele periode kijkt die is bekeken, zie je trouwens helemaal geen daling. De cijfers in het onderzoek bevreemdden hem zeer en hij vroeg mij om er ook eens naar te kijken. Dat heb ik gedaan en ik ben er eerlijk gezegd nogal van geschrokken.

Hoe komen de onderzoekers aan die 16.000 hartstilstanden die voorkomen zouden zijn?

Onderstaande grafiek komt uit het artikel dat de onderzoekers publiceerden in het tijdschrift Heart onder de titel Effect of smoke-free legislation on the incidence of sudden circulatory arrest in the Netherlands (helaas achter een paywall).

Slecht rekenwerk aan rookverbod voorkomt 16.638 hartstilstanden 15
Grafiek uit het artikel in Heart. Stijging van SCA gevallen in 2002 en 2003, na invoering van het rookverbod een significante daling.

De grijze curve geeft het aantal SCA casus aan per week in de gemeten populatie. De gekleurde ‘lijnen’ komen met wat rekenwerk uit een poissonregressie. Het zijn eigenlijk exponentiële krommen, die weer vermenigvuldigd zijn met de wisselende populatieomvang. Maar op deze schaal is het verschil met een rechte lijn niet echt zichtbaar, ik heb het verder dus ook maar over lijnen. Het komt er in feite op neer dat ze de beste manier hebben gevonden om een lijn met twee knikken door de chaotisch op en neer springende grijze curve te trekken. De plek van de twee knikken hadden ze van tevoren vastgelegd, namelijk precies op de data van invoer van de rookverboden op de werkplek (1/1/2004) en in de horeca (1/7/2008).
Welke conclusies trekken de auteurs nu in het artikel? In de eerste plaats geven ze aan dat dit model (de geknikte lijn) een goede benadering is. Ook vertellen ze dat de omslag van het groene naar blauwe gedeelte een significante daling inhoudt. De tweede omkering, van blauw naar oranje gedeelte is echter niet significant. Kortom: de invoering van het rookverbod op de werkplek had als gevolg een daling van SCA-incidentie en over de invoering van het andere verbod kunnen we niets zeggen op grond van deze cijfers. Ja, ja …

Maar het wordt nog wat erger als ze gaan becijferen hoeveel SCA’s zijn uitgebleven door invoering van het eerste rookverbod. Op basis van het gevonden model heb je een mooie formule gekregen, waarmee je voor elk moment in de bekeken periode een schatting kunt maken. En dat kun je ook doen als je net doet alsof er niets meer zou veranderen aan de trend ná 2003. En natuurlijk(?) kun je ook een andere populatiegrootte invoeren, bijvoorbeeld de hele Nederlands bevolking, in plaats van die ruim 400.000 mensen in Zuid-Limburg waarop de grafiek betrekking heeft. Gewoon de formule even invullen met de ruim 16 miljoen zielen die Nederland rijk is, gaf het resultaat van 16.638 vermeden SCA’s, het getal dat vervolgens prominent naar voren kwam in het persbericht en door prof. Van Schayck ook genoemd werd in het NOS Journaal (als ‘ruim 16.000’).

Rekenfoutje …

Toen ik het artikel gelezen had, probeerde ik het model zelf na te bootsen, gewoon even snel in een spreadsheetje. Dat lukt heel erg aardig, zelfs met de weinig precieze vermelding van de parameters van het model in het artikel. Die zijn vreemd genoeg maar met één cijfer nauwkeurig gegeven, maar de 16.638 is wel heel exact. Misschien dat bijvoorbeeld de -0,05% trend inderdaad heel precies is, maar dan had je verwacht dat er -0,050000% was opgeschreven. Maar goed, in de afbeelding iets verder naar beneden, heb ik de grafiek die ik uit mijn benadering kreeg (de blauwe kniklijn), gelegd over de grafiek uit het artikel. Je kunt zien dat het bijna precies klopt. Kleine verschillen kunnen er zijn, omdat ik niet precies weet welke populatiegrootte ze op elk punt hebben gebruikt; mijn interpolatie kan net anders zijn dan die van de onderzoekers.

Als ik in mijn model de ’16 miljoen  Nederlanders’ stop (op basis van CBS-gegevens), kom ik uit op een aantal vermeden SCA’s van 16.504. Erg dicht in de buurt van die 16.638 uit het artikel dus. Meteen toen ik dat deed, besefte ik echter dat deze rekensom helemaal niet klopt. De grafiek van de onderzoekers slaat niet op alle personen, alleen op die met een leeftijd tussen 20 en 75 jaar! Het staat niet heel expliciet bij de grafiek, maar het is duidelijk als je kijkt naar de berekende modelwaarden per 100.000 personen en de getallen langs de y-as. De grafiekwaarden krijg je alleen uit het model als je rekent met de onderzoekspopulatie en niet als je de gehele populatie van Zuid-Limburg invoert.
Met beter vergelijkbare cijfers van de Nederlandse bevolking, kom je uit op bijna 12.000. Ik kon bij het CBS zo gauw alleen aantallen tussen 20 en 80 jaar vinden, dus eigenlijk is dit nog een te grote groep. De marges van de schatting zijn wat lastig te bepalen, maar een kort door de bocht benadering geeft dat de werkelijk waarde zou liggen tussen 2.700 en 39.000 (95% betrouwbaarheidsinterval). Het aantal voorkomen SCA’s is dus een heel stuk minder en het betrouwbaarheidsinterval is enorm.  Maar nog steeds iets om blij over te zijn, toch?

… en een ongeloofwaardige voorspelling

Nu kun je ook nog gaan steggelen of Zuid-Limburg wel representatief is voor heel Nederland, en of je niet moet corrigeren voor bijvoorbeeld de slechtere gemiddelde gezondheid daar. Maar er is iets veel ergers aan de hand en dat is meteen duidelijk als je kijkt wat het doortrekken van die trend over 2002 en 2003 betekent. In de onderstaande grafiek heb ik die doorgetrokken als rode lijn.

Slecht rekenwerk aan rookverbod voorkomt 16.638 hartstilstanden 16
De grafiek uit het artikel met daarover heen geplakt mijn model met blauwe lijn die het model van de onderzoekers benadert en de rode lijn die laat zien hoe het doortrekken van trend uitpakt. (klik voor grotere versie)

Als je de voorspellende waarde van die rode lijn serieus neemt, zou je de conclusie moeten trekken dat er zonder rookverbod in de periode van 2002 tot juli 2008 bijna een verdubbeling van het aantal SCA’s zou zijn geweest! De onderzoekers zien niet dat de steile trend over 2002 en 2003 nooit representatief kan zijn voor de ontwikkeling van vóór 2004. Ze noemen die trend aan het begin van het artikel zelf ‘klein, maar significant (p=0,044)‘. Een trend van +0,2% per week is echter een trend van bijna 11% per jaar! Dat noem ík niet klein. Het kan niet anders dan dat de helling van het eerste stuk in het model toevallig of door een nog onbekende oorzaak zo groot is.
Heel misschien ligt het aan de manier van modelleren. Ik zou bijvoorbeeld graag de trend van de afzonderlijke periodes zien, berekend zonder dat de lijnen op de schanierpunten aan elkaar vastzitten. Nu zijn de berekende trends namelijk niet onafhankelijk van elkaar. Het gebruiken van die 11% toename per jaar als voorspeller voor de incidentie 4,5 jaar later slaat in ieder geval nergens op naar mijn mening.

Sowieso zou je op grond van zo’n data-fitting exercitie met een krap aan significant resultaat op zijn best een aanwijzing hebben gevonden voor die omslag van de trend per 1 januari 2004. Om die te bevestigen zou je het in andere regio’s moeten toetsen. In dit geval lijkt het me echter voldoende om even te kijken naar de SCA incidentie van die eerste periode. Of beter nog: laten ze in Maastricht de gegevens van nog een paar jaar eerder opzoeken. Als die trend niet bevestigd kan worden, houdt het hele verhaal namelijk meteen op. Want alle significante resultaten en conclusies hangen samen met die extreme stijging.

Conclusie

Ik kan me verder helemaal vinden in de kritiek van Keulemans. Het onderzoek is zo opgezet dat vooraf al duidelijk had moeten zijn dat je eigenlijk nooit de conclusie had kunnen trekken dat het rookverbod effect heeft gehad. Dat effect is waarschijnlijk te klein om op te sporen in de vrij korte periode na invoer en met de relatief kleine aantallen die ze in dit onderzoek meegenomen hebben. Zeker als je naar een uitkomstwaarde kijkt die door heel veel factoren beïnvloed kan worden. De cijfermatige conclusies zijn mijns inziens volkomen onterecht. Een rekenfoutje kan vergeven worden, maar de gedachten achter de extrapolatie naar het landelijke getal getuigen van een bedroevend laag cijfermatig inzicht (tenzij het bewust is gedaan, natuurlijk).

Oh ja, voordat ik daarover lastig gevallen wordt: ik ben groot voorstander van de rookvrije werkplek en een rookvrije horeca. Gelukkig heb ik zelf altijd mogen genieten van een rookvrije werkplek, ook al ruim vóór 2004. En ten slotte: ik heb geen banden met de tabaksindustrie, hoewel ik niet kan uitsluiten dat mijn pensioenfonds daar wel in belegt.

[UPDATE 20 juni] Reactie van professor Van Schayck
Op maandag 18 juni jl. had ik telefonisch contact met prof. Van Schayck en na aanleiding van deze blog en het gesprek stelde hij voor met een reactie te komen, die staat hier integraal onder.

Wij willen graag inhoudelijk ingaan op de kritiek van Pepijn van Erp. Feitelijk heeft van Erp een 3-tal hoofdpunten van kritiek:

  1.  “Daarnaast is het bij dit soort onderzoeken altijd de vraag of er niet alleen maar een correlatie gevonden is zonder dat er sprake hoeft te zijn van een oorzakelijk verband….De onderzoekers zien niet dat de steile trend over 2002 en 2003 nooit representatief zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van voor 2004.”
  2. “Als ik in mijn model de ’16 miljoen Nederlanders’ stop, kom ik uit op een aantal vermeden SCA’s van 16.504. Erg dicht in de buurt van die 16.638 uit het artikel dus…..De grafiek van de onderzoekers slaat niet op alle personen, alleen op die met een leeftijd tussen 20 en 75 jaar!”
  3. “Om dit bevestigen zou je in andere regio’s moeten toetsen…Of beter nog: laten ze in Maastricht de gegevens van nog een paar jaar eerder opzoeken.”

Ad 1. Wij hebben nooit gezegd dat het verband tussen de rookvrije werkplek en de daling van hartstilstanden door deze studie causaal bewezen is. Net als in elk ander onderzoek hebben wij van tevoren een hypothese opgesteld. Die luidde dat er zowel na 2004 als na 2008 een daling in de incidentietrend zou zijn, mede op basis van wat er in studies in het buitenland op dat moment al was aangetoond in het aantal ziekenhuisopnames voor hartinfarcten. Het studiedesign van onze studie is ook grotendeels gebaseerd op hoe andere studies dit aangepakt hebben.
Met het analyseren van onze data hebben we de eerste daling kunnen bevestigen, de tweede niet. De toename in de periode 2002-2004 kan door vele factoren verklaard worden die invloed hebben op acute hartstilstanden (denk aan: overgewicht, voeding, beweging, diabetes, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, (mee)roken). Net zo min als dat we aanwijzingen hebben dat deze factoren voor 2002 sterk veranderd zijn, zijn er aanwijzingen dat die factoren (gunstig) veranderd zijn na 2004, behalve het (mee)roken. Door in de sensitiviteitsanalyses te schuiven met het moment van introductie van het rookverbod hebben we wel uitgesloten dat dit een toevallige bevinding is. Daarnaast is er gedurende de totale periode van ruim 9 jaar wekelijks gecorrigeerd voor die factoren waarvan we weten dat ze invloed hebben op acute hartstilstand (temperatuurschommelingen, verhoogde fijn stof concentraties in de lucht en griepepidemieën), zodat alle denkbare zorgvuldigheid in de analyse van de data betracht is voordat de studie gepubliceerd werd.
Omdat het geen gecontroleerde gerandomiseerde studie is, kunnen we inderdaad niet onomstotelijk aantonen dat de verandering in de trends door het rookverbod veroorzaakt is. In het licht van observaties in andere soortgelijke studies lijkt dit wel de meest waarschijnlijke verklaring. Het feit dat de trend significant veranderde, wijst er ook op dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de observatie op toeval berust.
In 2010 werd een Meta-analyse gepubliceerd (Mackay e.a. Heart 2010;96:1525-30) van de belangrijkste studies op de effecten van een rookverbod op cardiovasculaire aandoeningen. Dit betrof een overzicht van 17 studies uit de VS, Europa en Australasia. Er zaten verschillende studies bij die gepubliceerd zijn in de meest vooraanstaande medische tijdschriften in de wereld zoals de New England Journal of Medicine, British Medical Journal en Circulation. Alle studies hadden een vergelijkbaar design als onze studie (voor-na vergelijk zonder controlegroep).
Bij enkele studies was men wel in staat om een geografische vergelijking te maken omdat het zorgsysteem in bijvoorbeeld verschillende staten in de VS vergelijkbaar is, maar de invoering van het rookverbod niet simultaan tot stand kwam. Die situatie was bij ons helaas niet aanwezig. De conclusie van de meta-analyse was dat er een overtuigend bewijs is dat de invoering van een rookverbod leidt tot een vermindering in optreden van acute coronaire eindpunten.

Ad 2. Dit door van Erp genoemde “rekenfoutje” berust waarschijnlijk op afrondingsverschillen. In onze berekeningen zijn de niet-afgeronde trendcijfers gebruikt, terwijl in het artikel de afgeronde trendcijfers vermeld worden. Terecht corrigeert van Erp ons dat we hadden moeten extrapoleren naar de inwoners in Nederland van tussen de 20-75 jaar. De nadruk die deze extrapolatie in de kritiek van van Erp krijgt staat overigens niet helemaal in verhouding tot de plaats die deze extrapolatie had in het artikel.
De analyse is gebaseerd op trend verschillen in incidenties en alleen die resultaten zijn gerapporteerd in het Abstract en de Results van het artikel. Omdat een verschil in trends van +0.20% naar -0.24% per week, een lastig te interpreteren gegeven is, is dit getal geëxtrapoleerd naar de Nederlandse bevolking en vanwege de beperkingen die dit met zich meebrengt alleen vermeld in de Discussion en juist niet in de Results of Abstract section.

Ad 3. Dit is natuurlijk een terechte opmerking. Weliswaar behoorde deze observatieperiode tot een van de langste observatieperiode van dit type studies ooit (zie gepubliceerde meta-analyse) en behoort de Ambulancedienstregio Zuid-Limburg tot de meest dichtbevolkte regio van Nederland, het is altijd beter om in groter gebied te kijken en over een langere periode te meten, niet alleen vanwege de representativiteit van het gebied maar ook omdat je cijfers betrouwbaarder worden. Het zijn vooral de financiële beperkingen die de omvang van een studie als deze bepalen.

Mede namens Dianne de Korte,

Onno van Schayck

Mijn reactie hierop heb ik in de commentaren gegeven.

 (de titelafbeelding bevat een bewerkte foto van stock.xchng)

Filed Under: Gezondheid, Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: rekenfout, rookverbod, statistiek, Universiteit Maastricht

  • « Go to Previous Page
  • Go to page 1
  • Interim pages omitted …
  • Go to page 151
  • Go to page 152
  • Go to page 153
  • Go to page 154
  • Go to page 155
  • Interim pages omitted …
  • Go to page 158
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • SKEPP
  • SBM
Skepter 35.4 – Winternummer 2022
1 December 2022 - Pepijn van Erp
Skepter 35.4 – Winternummer 2022

Brengen genetici de mammoet, de dodo en de buidelwolf weer terug? Komt kernfusie er sneller dan velen denken? Het nut van sciencefiction als lesmateriaal. Een interview met pendelwinnaar Marieke Kuypers, en nog veel meer in dit nummer. Het bericht Skepter 35.4 – Winternummer 2022 verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Piramidependelprijs voor Marieke Kuypers en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met 35-jarig bestaan
20 November 2022 - Pepijn van Erp

Marieke Kuypers onderscheiden door Skepsis voor haar video's op TikTok en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met een feestrede met het 35-jarig bestaan Het bericht Piramidependelprijs voor Marieke Kuypers en Diederik Jekel feliciteert Skepsis met 35-jarig bestaan verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Skepter 35.3 – Herfstnummer 2022
24 August 2022 - Pepijn van Erp
Skepter 35.3 – Herfstnummer 2022

Artikelen over de beroemde uitspraak van Galileo, hervonden herinneringen, Bess Houdini, een dubieus apparaat om vocht in muren tegen te gaan en veel meer. Het bericht Skepter 35.3 – Herfstnummer 2022 verscheen eerst op Skepsis Blog. [...]

Desmet dwaalt, draait en duikt
9 January 2023 - Paul De Belder

Hoewel de uitspraken van Desmet over de coronamaatregelen al langer op veel kritiek van factcheckers stuiten, kwam hij pas recentelijk echt flink in opspraak. Op een tournee langs verschillende Amerikaanse talkshows en podcasts om de Engelse vertaling van zijn boek te promoten, was hij ook te gast bij Infowars, de show van Alex Jones. Het optreden bij deze veroordeelde complotdenker en het doen van nogal stellige uitspraken over openhartoperaties onder hypnose waren de aanleiding voor een hausse aan kritische artikelen in de Vlaamse media. [...]

QAnon
26 October 2022 - Ledenadmin Skepp

In de herfst van 2016 verspreidde zich het gerucht dat de Amerikaanse Democratische Partij vanuit de kelder van een pizzeria in Washington D.C. een pedofielennetwerk organiseert. De pizzeria met de grappige naam Comet Ping Pong was allesbehalve willekeurig gekozen. Met zijn eigenzinnige atmosfeer is het een hotspot voor excentriekelingen: punkers, holebi’s, kunstenaars, outsiders en linksen1. Het was een voor de hand liggend doelwit voor mensen uit de alt-rightbeweging2,die vatbaar zijn voor complotdenken. [...]

Van bijtende nonnen tot needlespiking
16 October 2022 - tayson

Ziekte en gezondheid, lichaam en geest Voor we aan een wetenschappelijk artikel kunnen beginnen, moeten we duidelijk maken waarover we het hebben. Ik vraag dus even het geduld van de lezer: die wordt achteraf beloond met een uitgebreide bespreking van boeiende voorbeelden van ‘massahysterie’. Om de clichés te overstijgen en een echte poging tot wetenschappelijke bespreking van dit fenomeen te doen, moeten we eerst wat medische context schetsen. [...]

CAM for the Management of Heart Failure
2 February 2023 - Scott Gavura

A new report provides a comprehensive summary of the evidence for and against CAM in patients with heart failure The post CAM for the Management of Heart Failure first appeared on Science-Based Medicine. [...]

ChatGPT as a Medical Expert System
1 February 2023 - Steven Novella

Will ChatGPT and applications like it transform medicine? If we want it to. The post ChatGPT as a Medical Expert System first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Medical Conservatives: A High Rate of COVID-Myocarditis is “Good News”, A Low Rate of Vaccine-Myocarditis is “Deeply Concerning”
30 January 2023 - Jonathan Howard

Doctors who repeatedly and blatantly contradict themselves, convincing parents that rare vaccine side effects are a fate worse than death, don't deserve our trust. The post Medical Conservatives: A High Rate of COVID-Myocarditis is “Good News”, A Low Rate of Vaccine-Myocarditis is “Deeply Concerning” first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on Kopervergiftiging ligt op de loer met de Plasma en GaNs therapie van Silvia HoevenaarIk denk toch eerder aan de dikke duim van Moeder de Gans. Wat een aaneenrijging van flauwekul!
  • Renate1 on Kopervergiftiging ligt op de loer met de Plasma en GaNs therapie van Silvia HoevenaarGeschreven door de Deepak Chopra generator?
  • Frank Verhoft on Kopervergiftiging ligt op de loer met de Plasma en GaNs therapie van Silvia HoevenaarIn de wereld van Keshe verwijst 'gans' niet naar chemische elementen of naar een chemische verbinding. Als ik zijn wartaal
  • Hans1263 on Kopervergiftiging ligt op de loer met de Plasma en GaNs therapie van Silvia HoevenaarMevrouw maakt alle fouten die gebruikelijk zijn voor kwakzalvers. Ze raaskalt in voor haar onbekende materie. Gallium zal hier niet
  • Renate1 on Kopervergiftiging ligt op de loer met de Plasma en GaNs therapie van Silvia HoevenaarU heeft gelijk met Gallium. Helaas zijn de lettertjes van de voluit geschreven namen van de elementen op de kaart

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2023 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in