Over aspartaam wordt (nog steeds) vaak gezegd dat het onveilig is, maar daar zijn helemaal geen bewijzen voor.
De Volkskrant kopte gisteren dan ook:
Nog maar eens: ‘Aspartaam is ECHT NIET gevaarlijk’
Kunstmatige toevoegingen aan etenswaren blijven voor veel mensen verdacht. Kleurstoffen, conserveringsmiddelen, smaakversterkers maar vooral zoetstoffen worden geassocieerd met tal van gezondheidsproblemen. Zit daar een kern van waarheid in?
Het misverstand over zoetstoffen lijkt onuitroeibaar, zegt Kees de Graaf, hoogleraar sensoriek en eetgedrag aan Wageningen Universiteit. ‘Voeding is emotie, en je bent wat je eet. Dat maakt deze discussies zo gevoelig.’
De achterdochtige consument richt zijn kritiek vooral op aspartaam. Dat is de meest gebruikte kunstmatige zoetstof, die in meer dan zesduizend producten zit, van suikervrije kauwgom tot light-frisdranken, drinkyoghurt en tafelzoetjes. De stichting Skepsis onderzocht ooit dat inmiddels 95 kwalen aan de stof worden toegeschreven – van kanker en hoofdpijn tot oorfluiten en het Golfoorlogsyndroom.
De angst voor aspartaam is eigenlijk vreemd, zegt De Graaf, want het middel valt in ons lichaam uiteen tot twee aminozuren die ook in veel grotere hoeveelheden in andere voedingsmiddelen zitten.
(…)
De EFSA, de Europese instantie die de voedselveiligheid bewaakt, heeft onlangs opnieuw al het onderzoek tegen het licht gehouden. Zij concludeert wederom dat aspartaam veilig is voor de gezondheid. Er is geen enkel bewijs dat de stof bij mensen kankerverwekkend is.
In de tekst heb ik de link naar het Skepter-artikel over aspartaam toegevoegd. Dat doen ze dan helaas weer niet bij de Volkskrant.