• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Het onzinnige IGEF certificaat

27 November 2013 by Pepijn van Erp 18 Comments

Engels - UK vlag 30x24Stel, je hebt je toch een beetje bang laten maken voor de mogelijk negatieve gevolgen van straling van mobiele telefoons, Wi-Fi of DECT. Of van magnetrons. Of van aardstralen, voor mijn part. En je gaat op zoek naar beschermende maatregelen. Dan zul je er versteld van staan hoeveel producten er met de meest bizarre claims worden aangeboden. Wat is nu iets dat echt werkt? Een keurmerk zou misschien uitkomst kunnen bieden.
Het IGEF certificaatzegelEn dat is er ook, namelijk het certificaat van de Internationale Gesellschaft für Elektrosmog-Forschung (IGEF). Er is alleen een probleempje. De certificering van IGEF is een wassen neus.

De methoden van IGEF

De bedrijven die producten tegen elektrosmog aanbieden claimen vaak dat hun producten wetenschappelijk onderzocht en gecertificeerd zijn. Bij navraag blijken dat wetenschappelijk onderzoek en de certificatie op hetzelfde te slaan, een rapportje van IGEF waarin hun producten getest zijn met apparaten voor bioresonantie, hartritmevariabiliteit of middels een Levend Bloed Analyse. Deze methoden zijn wetenschappelijk gezien waardeloos en kunnen ook niets zeggen over de quasi-natuurwetenschappelijke theorieën waarmee de piramides, hangers of stickers tegen elektrosmog aan de man worden gebracht.

Als voorbeeld van hoe een IGEF onderzoek eruit ziet, geef ik het resultaat van een meting bij één proefpersoon die de Akaija-Iloa testte. ‘De Akaija creëert eigenlijk een miniatuur tornado van lichtenergie’ en dat in de zilveren uitvoering voor maar € 55. Hier werd telkens de hartritmevariabiliteit voor en na het dragen van het sieraad gemeten:

voor het dragen van de Akaija Iloja
voor het dragen van de Akaija Iloa

De percentages in de rechterkolom van de tabel moeten we als volgt lezen: de 12,26% betekent dat in een vergelijkbare groep personen er 87,74% een betere score hadden. RMSSD staat voor ‘root mean square of successive differences’, maar wie de details wil weten van die metingen, kan beter zelf het hele rapport doorlezen.  Belangrijker is dat we na het dragen van de Akaija vanzelfsprekend een betere resultaat zien:

na enige dagen dragen van het sierraad
na enige dagen dragen van het sieraad

In het Skepterartikel ‘Ademen via je hart – vraagtekens bij hartcoherentietraining‘ van Janneke Donkerlo (Skepter 25.2) kun je lezen wat ze eigenlijk met hartcoherentie bedoelen. De hartslagfrequentie hangt onder andere samen met je ademhaling en veranderingen in je bloeddruk. Met die hartcoherentietraining leer je via directe feedback van je hartslag, die fluctuaties in hartritme regelmatiger te maken, dat zou stress reduceren. Of dat nu zinvol is of niet, in ieder geval is het dus vrij eenvoudig om de hartritmevariabiliteit (al dan niet bewust) te beïnvloeden. Ook zijn al deze tests natuurlijk niet dubbelblind uitgevoerd.
Dus zelfs al zou die hartritmevariabiliteit iets kunnen zeggen over de vermeende schadelijke effecten van elektromagnetische straling, dan nog zou je weinig waarde aan dit rapport moeten hechten. Het is gewoon prutswerk. Maar daar gaat het de afnemers natuurlijk niet om, die zijn tevreden met het certificaat in zoveel talen als ze maar willen.

Wat is het IGEF eigenlijk?

IGEF is gevestigd in Birmingham, het staat daar althans in het handelsregister ingeschreven. Op de certificaten staat echter een adres op Tenerife. Daar woont de voorzitter van IGEF, Wulf-Dietrich Rose (afkomstig uit Memel, Oost-Pruisen, tegenwoordig in Litouwen gelegen) en zijn handtekening staat onder alle certificaten vanaf 2010. Voor die tijd werden de tests uitgevoerd in het ‘laboratorium’ van medewerker Paul Sommer in Schleussingen (Dld). Zowel Rose als Sommer zijn ‘bouwbiologen‘ en houden zich dus bezig met allerlei zaken die een invloed kunnen hebben op een gezond leefklimaat. Dat klinkt nog redelijk, maar in de praktijk blijken degenen die zich ‘bouwbioloog’ noemen, allerlei pseudowetenschappelijke ideeën aan te hangen en dito apparaten te gebruiken om die invloeden te meten.

Wulf Dietrich Rose, voorzitter van IGEF
Wulf-Dietrich Rose, voorzitter van IGEF

In alternatieve kringen is het leveren van kritiek op elkaar niet al te gebruikelijk, maar onder de titel ‘Betrügerische Gutachten der IGEF zu unwirksamen Abschirmprodukten‘ (frauduleuze rapporten van IGEF over onwerkzame beschermingsproducten) levert Claus Scheingraber van de Arbeitskreis Elektrobiologie stevige kritiek op de methoden van IGEF. Interessant is dat Sommer daar op reageerde (zijn e-mail is in de eerste reactie op dat blog opgenomen) en verklaarde dat hij met Rose gebroken had in 2010. De reden was dat hij erachter was gekomen dat Rose een certificaat had uitgegeven voor een antistralingssticker, waarvan Sommer had vastgesteld dat die niet werkte. Rose had gewoon een oud rapport aangepast en op grond daarvan een nieuw certificaat uitgegeven. Volgens Sommer kan Rose zelf helemaal geen tests uitvoeren! De vraag of er überhaupt onderzoeken aan de IGEF certificaten van na 2010 ten grondslag liggen, lijkt dus gerechtvaardigd.

Mooie handel, certificaten opstellen op basis van mogelijk niet werkelijk uitgevoerd onderzoek met pseudowetenschappelijke methoden voor een hoogst waarschijnlijk niet bestaand fenomeen. En lucratief. Ik informeerde hoeveel zo’n certificering zou kosten met een minimaal benodigd aantal proefpersonen. Rose liet me weten dat ik dan toch aan minimaal twaalf proefpersonen moest denken, wat iets van 1.700 euro zou gaan kosten. En daarbij komt nog jaarlijks 500 euro voor de licentie om het zegel in reclame-uitingen te mogen gebruiken.

Rose is tevens als onderzoeker betrokken bij The Clean Natural Solutions Group, ook op Tenerife gevestigd. Die organisatie zegt zich in te spannen voor oplossingen voor milieurampen als olievervuiling, vervuiling van zoet water en elektrosmog. Een andere onderzoeker daaraan verbonden is de Rus Konstantin Korotkov. Die doet iets met bio-elektrische fotografie, voortbordurend op de Kirlianfotografie. Hij beweert zelfs zielen te hebben gefotografeerd met zijn techniek, die uit het lichaam van een net gestorven persoon ontsnapt waren.  Het zou mij niet verbazen als deze aurafotografie binnenkort aan de IGEF-meetmethoden wordt toegevoegd.

Meer informatie over IGEF is te vinden bij PSIRAM. Zie ook het artikel over de waarschuwing van het Kennisplatform Elektromagnetische Velden tegen onzinproducten die zouden beschermen tegen straling. En voor meer achtergrond waarom je eigenlijk niet bang hoeft te zijn voor die straling, moet je vooral het artikel van Dirk Koppenaal op de Skepsis-site lezen: ‘Bang voor GSM-straling?‘ (Skepter 22.1)

Filed Under: Alternatieve schade, Pseudowetenschap Tagged With: Akaija, bioresonantie, bouwbiologie, certificaat, elektrosmog, hartritmevariabiliteit, IGEF, Internationale Gesellschaft für Elektrosmog Forschung, Levend Bloed Analyse, Paul Sommer, Wulf Dietrich Rose

Over het kraken van de nek. Wie wil er de dood riskeren om van zijn hoofdpijn of nekpijn af te komen?

26 November 2013 by Cees Renckens 28 Comments

Over het kraken van de nek. Wie wil er de dood riskeren om van zijn hoofdpijn of nekpijn af te komen? 1
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Vivian Oei.

Afgelopen zomer informeerde IGZ bij de Nederlandse Vereniging van Manueel Therapeuten (NVMT) of zij inzake het kraken van de nek een richtlijn hanteerde. IGZ was daartoe gekomen omdat er in 2012 zes calamiteiten na een dergelijke behandeling waren gemeld, waarvan een met dodelijke afloop. Al jaren is bekend dat het kraken van de nek door manueel therapeuten of chiropractors kan leiden tot beschadiging van de slagaders die langs de nekwervels naar het achterste deel van de  hersenen lopen. Hoe vaak dit probleem (meestal een scheur in de binnenste laag van het vat, een zgn. dissectie van de arteria vertebro-basilaris) zich voordoet is onduidelijk, want niemand houdt dit bij en er is waarschijnlijk onderrapportage.

Het bestuur van de NVMT, als geplaagd door een slecht geweten, ontraadde in juli 2013 n.a.v. de IGZ-brief zijn leden om nog nekmanipulaties of -mobilisaties toe te passen. Op 5 november relativeerde de NVMT dit preadvies over hoog cervicale manipulaties echter al weer en kondigde besluitvorming aan op de ledenvergadering van 18 november. Men zou dan komen met een drieledig voorstel: de patiënt moet van tevoren worden voorgelicht over de kans op ernstige complicaties en men gaat d.m.v. goed uitvragen van de klachten en een lichamelijk onderzoek alvorens over te gaan op MT de kans op optredende (vaat-)complicaties zo klein mogelijk maken. Daarbij moeten de NVMT-leden zich conformeren aan de richtlijn, die the International Federation of Orthopaedic Manipulative Physical Therapists (IFOMPT) in 2012 opstelde: het ‘International Framework for Examination of the Cervical Region for potential of Cervical Arterial Dysfunction prior to Orthopaedic Manual Therapy Intervention’. Zoals verwacht ging de vergadering akkoord met dit voorstel.

Het framework van de IFOMPT

Alle reden dus om dit raamwerk van de IFOMT eens nader onder de loep te nemen. Welnu: dat is geruststellend, want als elk NVMT-lid zich daaraan gaat houden, dan zullen er nog maar bitter weinig nekken wordt gekraakt en dan zal die edele kunst straks alleen nog voorbehouden zijn aan de echte chiropractors, die zoals bekend nergens bang voor zijn. Ga maar na. Het raamwerk vereist een hoge graad van ‘klinisch redeneren’ waarover maar weinig manuelen beschikken en wat des te meer klemt, omdat de verzekeraar in ons land geen verwijzing door een arts vereist. Iedereen kan zich drempelvrij laten kraken. Wel zelf betalen tenzij aanvullend verzekerd. In de ronkende inleiding van het raamwerk wordt gebazeld over het biopsychosociale model en over de ‘cognitieve en metacognitieve processen’, die daarbij van belang zijn. Kern van de zaak is dat de therapeut zich door middel van anamnese (gesprek met de patiënt) en lichamelijk onderzoek een indruk vormt van het risico op complicaties en van de kans dat de ingreep zal helpen. Ook moet nadrukkelijk op de risico’s gewezen worden alvorens consent te vragen. Een enquête onder de aangesloten IFOMT-verenigingen uit 2007 bracht aan het licht dat minder dan de helft wijst op het risico op overlijden door de therapie en maar iets meer dan de helft wijst op de kans op een beroerte (t.g.v. vaatproblemen). Hoewel men zich meer bewust werd van de risico’s ging bij 95% van de aangesloten nationale verenigingen het hoog cervicaal manipuleren nog gewoon door. Het document somt vervolgens zeventien competenties op waarover de therapeut moet beschikken om bovengenoemde risk/benefit afweging te kunnen maken. Als dat de therapeut nog niet voldoende heeft ontmoedigd, dan volgen er acht absolute contra-indicaties (‘rode vlaggen’) en dertien condities die tot grote voorzichtigheid zouden moeten leiden. De specificiteit van al deze risicofactoren is overigens, ook volgens het raamwerk zelf, beperkt. Daarna krijgt de potentiële kraker te kampen met dertien risicofactoren op vaatziekte in het algemeen en op vijf risicofactoren voor instabiliteit van de nek. Dan geeft het raamwerk de vroege symptomen van vaatproblemen in de nek, die erg zouden lijken op nekpijn van andere origine. Anders dan in werkelijkheid het geval is, zouden nek- en hoofdpijn vaak kunnen wijzen op vaatpathologie ter plaatse. De waarheid is dat bij een beroerte hoofdpijn vaak vooraf gaat aan de ontwikkeling van neurologische symptomen, maar dat nekpijn daarbij zelden of nooit bestaat. Hier citeert het raamwerk de literatuur wel erg selectief [1].

Daarna stelt de therapeut zijn plan op voor het lichamelijk onderzoek, dat bloeddrukmeting inhoudt alsmede onderzoek naar nek-instabiliteit, neurologisch onderzoek van de perifere en hersenzenuwen, het voelen van de carotis-slagader en het eventueel bekijken of de patiënt met het hoofd in bepaalde posities niet onwel wordt of neurologische symptomen ontwikkelt. Tenslotte volgt het advies om alleen dan tot behandeling over te gaan als de risicofactoren beperkt lijken en de kans op succes van de therapie reëel is. Hoe dat laatste in zijn werk gaat, dat wordt niet uitgewerkt en men gaat geheel voorbij aan de vraag of er voldoende bewijs is dat het kraken van de nek überhaupt meer presteert dan placebo’s of natuurlijk beloop. En tijdens de therapie moet de therapeut goed op het gezicht en de lichaamstaal van de patiënt letten om ter zien of het wel goed met hem gaat. En bij elke vervolgafspraak opnieuw consent vragen.

Helemaal dol wordt het – wat zijn ze bang! – als het raamwerk wijst op ’het welbekende feit’ dat ook manipuleren van de borstwervels, zeker indien gecombineerd met nekspier-oefeningen, een zeer gunstig effect op nekpijn kan hebben en veel minder gevaarlijk is voor de halsvaten! De therapeut die na inachtneming van al deze obstakels de nek toch nog durft te kraken, die mag daarbij maar weinig kracht gebruiken en de nek vooral bij het draaien en strekken niet tot in de uiterste bewegingsmogelijkheden brengen. De manier waarop de (beweerde) behandelingsresultaten tot stand komen zou vooral van neurologische aard zijn en niet te zeer afhangen van de bewegelijkheid van de ruggenwervels. Aldus het raamwerk. Tenslotte waarschuwt de IOMFT-richtlijn voor patiënten die graag herhaaldelijk gekraakt willen worden. Dat laatste lijkt mij zeer terecht.

Conclusie

Het valt te betreuren dat de NVMT niet gekozen heeft voor een totaal verbod op manuele therapie bij nekpijn. De bewijzen dat het werkt zijn er niet en de risico’s op ernstige bijwerkingen zijn dan natuurlijk direct al te groot. De meeste vaat-incidenten na MT van de nek treden op bij relatief jonge mensen van rond de veertig, die geen risicofactoren vertoonden. Die zullen zich dus voor blijven doen. En als dat verbod er toch nog eens mocht komen, dan daarna graag de Cochrane-gegevens ter harte nemen, waaruit blijkt dat noch voor acute [2] noch voor chronische lage rugpijn [3] het nut van manuele therapie is aangetoond. Dus de rug ook met rust laten. Het blijft allemaal toch kwakzalverij en dat is misschien ook niet zo verwonderlijk voor een behandelwijze die ooit werd bedacht door D.D.Palmer (1845-1913). Hij was kruidenier, bijenhouder en magnetiseur.

Noten

1 http://www.sciencebasedmedicine.org/update-chiropractic-neck-manipulation-and-stroke/

2 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for acute low-back pain. Sidney M Rubinstein, Caroline B Terwee, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 12 Sept. 2012.

3 Cochrane review. Spinal manipulative therapy for chronic low-back pain. Sidney M Rubinstein, Marienke van Middelkoop, Willem JJ Assendelft, Michiel R de Boer, Maurits W van Tulder. 16 Feb 2011

Filed Under: Algemeen, Columns, Gezondheid Tagged With: chiropraxie, kraken, NVMT

Eerste Skepter verdeelde christelijke kranten over buitenaards leven

21 November 2013 by Pepijn van Erp 111 Comments

Het blad Skepter bestaat inmiddels meer dan 25 jaar, in mei dit jaar kwam het jubileumnummer uit. De allereerste Skepter van maart 1988 trok de aandacht van de christelijke kranten Trouw en het Nederlands Dagblad. In het openingsartikel van de Skepter  had Skepsis voorzitter professor dr. Kees de Jager iets geschreven over de kans op buitenaards leven en mogelijkheid van contact met buitenaardse intelligenties. Trouw vond de Skepter daarover veel te pessimistisch. En op zijn beurt maakte het ND zich weer druk over die opvatting. 

In de zoekmachine van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher, zocht ik voor de grap eens op ‘stichting skepsis’ en trof het volgende artikel uit het Nederlands Dagblad van 13 mei 1988 aan:

Nederlands Dagblad over de eerste Skepter (18-5-1988)
Nederlands Dagblad over de eerste Skepter, 13-5-1988 (klik op de afbeelding voor de volledige versie in Delpher)

Als je het stuk leest, zie je een ernstig verschil van mening over de mogelijkheid van buitenaards leven. Trouw rekent Skepsis voor dat de kans daarop veel te negatief wordt voorgesteld en concludeert dat “vrijwel uitgesloten is dat de aarde de enige planeet in het heelal is waarop leven voorkomt”. Het ND verwerpt die nuchtere benadering op basis van kansberekening. De houding van Trouw laat volgens de schrijver A.P. Wisse zien dat “de moderne theologie niet zomaar een intern tijdverdrijf is van wat kerkelijke, aan de orthodoxie ontgroeide professoren. Nee, de moderne theologie getuigt ook. En op wat voor manier! Zij gooit voor de buitenwereld de Bijbel en haar betrouwbaarheid te grabbel.”

Ik probeerde terug te vinden wat nu deze tweespalt tussen de christenbroeders naar boven had gebracht. Het artikel van De Jager (Is Para-wetenschap ook wetenschap?) staat niet online op de site van Skepsis, maar natuurlijk wel op de USB stick met alle Skepters van de eerste 25 jaargangen. Het kan eigenlijk alleen om de volgende stukken uit zijn verhaal gaan:

Ik wens op dit punt goed begrepen te worden. Het zou één van de grootste ontdekkingen van de mensheid zijn wanneer we inderdaad kontakt zouden kunnen verwerven met buitenaardse intelligenties; en een niet onaanzienlijk aantal onderzoekers besteedt een belangrijk deel van hun werkzame leven aan de speurtocht naar die intelligentie. Maar kritisch zoeken, op wetenschappelijk verantwoorde wijze, is heel wat anders dan botweg beweren, uit sensatiezucht of uit geldbejag, dat men buitenaardse wezens ontmoet heeft.

Prof. dr. C. de Jager (foto uit Skepter 1.1, 1988)
Prof. dr. C. de Jager (foto uit Skepter 1.1, 1988)

iets verder:

Bij dat alles zal men zich dienen te baseren op de verworvenheden van de wetenschap. Als iemand met een ‘waarneming’ komt die inhoudt dat een ruimteschip ons zou naderen met een snelheid groter dan die van het licht dan is duidelijk dat we die waarneming moeten verwerpen omdat wetenschappelijk onderzoek uit den treure bewezen heeft dat zo’n snelheid niet bestaan kan.

en nog wat verderop in het stuk:

Waar het doorgaans aan schort is een niet duidelijk beseffen van wat ‘waarschijnlijkheid’ is. Iemand die op grote hoogte een ballonnetje voorbij ziet vliegen en dat tot een buitenaards ruimteschip verklaart omdat ‘het toch wel erg onwaarschijnlijk is dat iemand vandaag, zo vroeg in de ochtend een ballonnetje zou oplaten’ (historisch!) die beseft niet dat de kans aanzienlijk groter is dat ergens in ons land met zijn veertien miljoen bewoners iemand op het malle idee komt om een ballonnetje op te laten, dan dat wezens ons in een buitenaards ruimteschip komen bezoeken, snel langs vliegen, daarbij slechts door één of enkelen gezien worden, en daarna verdwijnen om niets meer van zich te laten horen. Waarom blijven ze niet enkele weken of jaren op de aarde na hun reis van, vermoedelijk, duizenden jaren, om na een grondige kennismaking, wellicht na een bezoek aan de Verenigde Naties, de saaie en lange terugtocht weer te gaan ondernemen. Met andere.woorden: de natuurlijke oorzaak is meestal enorm veel waarschijnlijker dan de para-natuurlijke, maar dat wordt door velen niet begrepen; in het bovenstaande voorbeeld omdat men er vaak geen besef van heeft hoeveel waarschijnlijker de ene verklaring is dan de andere.

Als je dat zo leest, begrijp ik eigenlijk niet waar Trouw het over had. Ik vond nergens iets terug in het verhaal van De Jager als “we stellen vast dat er op de aarde intelligentie heerst, maar hebben geen aanleiding te denken dat er in het heelal nog meer planeten als de aarde zijn.” zoals het ND Trouw weer citeert. Misschien mis ik wel iets in die eerste Skepter, maar het lijkt erop dat de schrijver van Trouw een eigen interpretatie van het verhaal van De Jager heeft aangevallen. Het stuk van Trouw is helaas niet in Delpher opgenomen en ook niet via het eigen archief op de website terug te vinden. De eerdere bespreking van de Skepter in het ND, waarin verwezen wordt in het artikel dat ik als aanleiding heb gebruikt, staat wel in Delpher. Daaruit valt op te maken dat de ‘orthodoxen’ indertijd de Skepter waarschijnlijk beter hebben gelezen dan de wat liberalere gelovigen van de Trouw. Tekstgetrouwheid heeft zo zijn voordelen.

Filed Under: Algemeen, Skepticisme Tagged With: buitenaards leven, Kees de Jager, Nederlands Dagblad, skepter, Trouw

Gestoorde natuurkunde

16 November 2013 by Pepijn van Erp 34 Comments

Het is voor veel wetenschappers geen onbekend verschijnsel: amateurs die uitgebreide baanbrekende theorieën opsturen voor commentaar. Meestal is één blik voldoende om te zien dat het volslagen onzin is, maar wat doe je er mee? Bij de afdeling Natuurkunde van de California Polytechnic State University worden al deze schrijfsels (soms complete boeken) verzameld in een archief, dat liefkozend ‘The Box’ genoemd wordt. Dr. David Dixon geeft in onderstaande lezing een aantal bijzondere voorbeelden van de ‘inzendingen’.

Pathological Physics: Tales from “The Box”

NB de tijdlijn van de video suggereert dat het om een twee uur durende lezing gaat, maar door een foutje is de lezing er twee keer achterelkaar in gezet.

via Skepfile.be

Filed Under: Pseudowetenschap Tagged With: cranks, David Dixon, pseudowetenschap

Remt een groene omgeving kortetermijndenken?

14 November 2013 by Pepijn van Erp 18 Comments

Engels - UK vlag 30x24Wat zou je kiezen? 100 euro nu meteen of 110 euro over drie maanden? Met de lage rentes van de laatste jaren, lijkt het verstandiger om voor het hogere bedrag over drie maanden te gaan. In de praktijk nemen mensen echter vaker het snelle geld. Hoogleraar groeps- en organisatiepsychologie Mark van Vugt en zijn team aan de Vrije Universiteit Amsterdam probeerden uit te vinden of de omgeving waarin je deze vraag stelt, uitmaakt. Van Vugt : “Impulsiviteit en korte termijn denken zijn typisch menselijke eigenschappen. In ons onderzoek keken we of natuur die mechanismen in ons brein kon beïnvloeden.” (persbericht VU, 6 nov. 2013). 

Het onderzoek is gepubliceerd als: Do natural landscapes reduce future discounting in humans? Arianne J. van der Wal, Hannah M. Schade, Lydia Krabbendam, and Mark van Vugt (Proc R Soc B 2013 280: 20132295).

geld-bos-stad-fav-img640x198

Waarom zouden hun bevindingen ons moeten interesseren? De onderzoekers stellen in het persbericht:

Het effect van natuur op menselijk beslisgedrag is van belang bij het aanpakken van problemen zoals afvalproductie, klimaatverandering, en de explosieve bevolkingsgroei. Want juist strategieën en gedrag die zich slechts richten op de korte termijn, veroorzaken de huidige sociale en milieuproblemen. […] Om ervoor te zorgen dat mensen beslissingen nemen die minder schadelijk zijn voor zichzelf, hun omgeving of het milieu, kan de invloed van natuur dus belangrijk zijn. Een groot deel van de wereldbevolking woont in steden. Door manieren te zoeken om mensen in steden toch in contact te brengen met de natuur, kunnen we gedrag ten aanzien van bijvoorbeeld het milieu positief en wellicht structureel veranderen.

Dat zijn nogal grote woorden en ik denk dat die niet echt ondersteund worden door de resultaten van dit onderzoek, dat ziet er toch wat dunnetjes uit. Twee van de drie experimenten zijn ‘priming’-onderzoekjes van het soort dat de laatste paar jaar nogal onder vuur is komen liggen (zeker na de Stapelaffaire). Het grootste probleem dat ik heb met dat soort tests, is dat de onderzoekers denken te weten hoe hun ingreep uitpakt. Vaak wordt er bijvoorbeeld met afbeeldingen gewerkt, die verschillende specifieke effect bij de proefpersonen zouden moeten bewerkstelligen. Maar als je er wat kritischer naar kijkt, kun je die afbeeldingen vaak ook onderscheiden op heel andere kenmerken dan waar het in het onderzoek om zou moeten gaan.
Het derde experiment dat in het artikel beschreven wordt, lijkt daarom interessanter. Dit keer geen plaatjes van bossen als surrogaat voor een natuurervaring, maar de deelnemers werden daadwerkelijk op een wandeling gestuurd door het Amsterdamse Bos. Een andere groep moest het doen met de stedelijk omgeving van de Zuidas. Na vijf minuten wandelen, ontmoetten ze een onderzoeksassistent die ze verschillende taken voorlegde. Het meest in de media beschreven onderdeel heeft veel weg van een spelletje: eerst kregen de deelnemers de vraag waar hun voorkeur naar uitging, 100 euro nu meteen of 110 euro over 90 dagen. De deelnemers die voor de directe 100 euro gingen, kregen de vervolgvraag wat ze zouden kiezen als het latere bod verhoogd werd: 100 euro nu of 120 euro later. En dat werd zo voortgezet totdat het laatste bod op 170 euro lag.
Het idee achter deze opzet is dat mensen die kiezen voor het uitgestelde, maar hogere bedrag in het algemeen ook meer rekening houden met de lange termijn. In vaktermen noem je dit een temporal discounting game en het is veel gebruikt door andere onderzoekers. Maar hier was de uitvoering afwijkend en de onderzoekers hadden daar te weinig oog voor, denk ik. De hypothese was dat de groep die aan het bos werd blootgesteld eerder zou kiezen voor de uitgestelde hogere beloning, omdat … ja, dat is natuurlijk waar dit eigenlijk om zou moeten gaan. De onderzoekers gaan er vanuit (en dat zullen veel mensen ook wel plausibel vinden) dat die blootstelling aan een natuurlijke omgeving je meer bewust zou maken van de gevolgen van je beslissingen ook in de verderweg gelegen toekomst en dat je daarom eerder doordachte beslissingen zal nemen. Of zoals ze dat in het artikel verwoorden: ‘when people are exposed to scenes of natural landscapes their discount rates are lower compared with exposure to urban landscapes’.

De resultaten worden als volgt gegeven:

Confirming Hypothesis 1, participants in the nature versus urban condition showed a significant difference in temporal discounting (F1,41 = 5.41, p = 0.025, part. η2 = 0.12). In the nature condition, the individual indifference point of the participants was lower than that in the urban condition, with Mnature = 122.38 (s.d. = 16.40) and Murban = 135.45 (s.d. = 20.17). On average, we found a 10% reduction in future discounting in the nature condition versus urban condition (figure 3).

En in een grafiek weergegeven:

figure3

Deze presentatie van de cijfers is onnodig ingewikkeld. Waarom niet een eenvoudig tabelletje dat laat zien hoeveel deelnemers er uiteindelijk met welk bedrag vandoor gingen? Gelukkig zijn ook de data van dit onderzoek onder Open Access bij het artikel beschikbaar gesteld en kon ik dat tabelletje zelf maken:

De cijfers achter de grafiek hierboven.
De cijfers achter de grafiek hierboven.

Nu valt meteen iets vreemds op: zo te zien waren er twee deelnemers (uit de stadsgroep) die 180 euro wisten te scoren, maar het laatste bod zou ‘100 euro nu of 170 na 90 dagen’ geweest zijn. Ik vermoed dat het hier om twee slimme deelnemers ging, die doorhadden dat ze telkens een beter bod kregen als ze aan het snelle geld vasthielden (de 100 euro direct uitgekeerd). Het lijkt dan slim om een nog beter bod af te wachten. Helaas kwam het laatste bod met 170 euro eerder dan verwacht en ze grepen naast het hogere bedrag.
De onderzoekers vertellen dat dit ‘spel’ gebruikt is door andere onderzoekers (Wilson & Daily, Kirby et al.), maar die deden dat toch op een essentieel andere manier. In dit experiment was het laagste bedrag telkens 100 euro, terwijl die andere onderzoekers het lage bedrag ook lieten variëren. Een eerste bod van ‘100 euro nu of 110 later’ zou je dan kunnen laten volgen door ’85 euro nu of 102 euro later’. Dan zouden de deelnemers waarschijnlijk niet kunnen bedenken dat ze met wachten (telkens het lage bedrag kiezen) de grootste kans zouden hebben op een hoge opbrengst, zonder risico om lager dan die 100 euro uit te komen. Die ‘zekere’ 100 euro is sowieso al een fors bedrag, waarom dan niet een gokje gewaagd om een echte klapper te maken?
In de berekening van de gemiddelden is de bijdrage van deze twee deelnemers meegenomen als 180 euro, maar dat slaat dus nergens op (misschien een codeerfoutje?). Als je het als een spelletje beschouwt, moet je hun score op 100 euro zetten. En anders weet je gewoon niet op welk moment ze voor het hogere, uitgestelde bedrag waren gegaan; dat het bieden ophield bij 170 euro is tamelijk willekeurig. De gemiddelden hebben daarom ook geen echte betekenis en er conclusies uit trekken, kan volgens mij niet, laat staan er met statistische tests een serieuze vergelijking tussen de twee groepen op baseren. Toch zou je wel wat met de resultaten kunnen doen als je er wat voorzichtiger mee omgaat. Het spelaspect kun je waarschijnlijk wel negeren als je alleen naar de eerste vraag kijkt (‘100 euro nu of 110 euro na 90 dagen’). Dan zie je nog steeds een significant verschil:4 van de 22 deelnemers in de stad kozen voor de uitgestelde beloning tegen 11 van de 21 deelnemers in de natuur (Fisher’s exact test: p=0.02).

Er is echter wel meer aan te merken. Wetenschapsjournalist Elmar Veerman (via wie ik hierop stuitte) schreef een leuk kritisch artikel op Wetenschap24 over dit onderzoek. Hij vraagt zich onder meer af of je niet veel eerder het vertrouwen meet dat de deelnemers hebben in degene die hun het geld aanbied, dan die toekomstgerichtheid. Ook merkt hij op dat het vreemd is dat er geen verschil werd gevonden tussen de deelnemers die opgegroeid waren in stedelijke of natuurlijke omgeving. Het zou dan om een beïnvloeding gaan die maar kort aanhoudt, wat enigszins merkwaardig lijkt als de verklaring van het effect volgens de onderzoekers zou kloppen.
Een ander punt, dat door Van Vugt wel onderkend wordt, is dat de natuurlijke conditie in dit geval wel een heel vriendelijk karakter had. Wat zou het resultaat zijn als je hetzelfde experiment zou uitvoeren met deelnemers die net door de woestijn hebben gelopen, of in een omgeving waar wilde dieren voorkomen? En in hoeverre was het van belang dat het om natuur gaat? Wat als je die deelnemers in een gezellig pittoresk stukje Amsterdam had laten rondwandelen?

Ik heb hier maar naar één van de experimenten in detail gekeken [update 15/11/2013: intussen geconstateerd dat met de data van experiment 1 hetzelfde mis aan de hand is], dus zal ik geen oordeel vellen over het artikel als geheel. Wel is er dus minstens één punt dat opgepakt moet worden door de auteurs, die vergelijking tussen de twee groepen in experiment drie deugt gewoon niet. Op zich heb ik niet zoveel bezwaar tegen dit soort onderzoekjes, maar ik stoor me wel aan de betekenis die toegekend wordt aan de resultaten. De onderzoekers gaan zelf al ver in hun artikel, maar het persbericht van de universiteit is helemaal ‘over the top’. Er wordt veel meer toegeschreven aan het onderzoek dan wat verantwoord is op basis van wat de wetenschappers laten zien. Maar die overtrokken weergave wordt wel gekopieerd door bijna alle media die aandacht geven aan dit onderzoek.

Van Vugt mocht het onderzoek ook in het radioprogramma Labyrint toelichten: ‘Stedelijk impulsiviteit’

Filed Under: Wetenschap Tagged With: Arianne van der Wal, Mark van Vugt, natuur, priming, psychologie, sociaal psychologie, statistiek, Vrije Universiteit

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 273
  • Page 274
  • Page 275
  • Page 276
  • Page 277
  • Interim pages omitted …
  • Page 437
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie
12 October 2025 - Ward van Beek
Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie

.Op 4 oktober vond in de Geertekerk in Utrecht het jaarlijkse symposium plaats van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Het thema dit jaar was Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie. Meester KackadorisprijsDe middag begon traditioneel met de toekenning van…Lees meer Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie › [...]

Het ‘Red Panda Effect’
8 October 2025 - Ward van Beek
Het ‘Red Panda Effect’

.In de Skeptical Inquirer van october/november (Volume 49, No. 5) wordt door Craig A. Foster en Kelsey M. McGinn teruggeblikt naar een uitgave van het blad uit 1979, met daarin een verhaal over een verdwenen panda, ontsnapt uit Blijdorp, wiens ontsnapping…Lees meer Het ‘Red Panda Effect’ › [...]

Kernenergie is een keuze
3 October 2025 - Ward van Beek
Kernenergie is een keuze

.In sceptische kringen is kernenergie geen taboe. Maar veel argumenten vóór kernenergie zijn op wensdenken gebaseerd. door Frank Biesboer, voormalig hoofdredacteur van De Ingenieur, Skepter 38.3 Voor de Nederlandse energiewereld was de brief die minister Hermans van Klimaat en Groene Groei in mei publiceerde over…Lees meer Kernenergie is een keuze › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

To Deny The Role of Social Media In Propagating Misinformation is a Form of Germ Theory Denial, Not For Pathogens, But For Ideas  
15 November 2025 - Jonathan Howard

MAHA disinformation agents clearly understand the power of social media, and anyone who genuinely wishes to oppose them moving forward needs to as well.   The post To Deny The Role of Social Media In Propagating Misinformation is a Form of Germ Theory Denial, Not For Pathogens, But For Ideas   first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Who Cares About Dr. Adam Cifu’s Plan to Fix EBM in Theory, When in Reality, He Elevated the MAHA Doctors Wrecking it Today?
14 November 2025 - Jonathan Howard

No one forced Dr. Adam Cifu to volunteer as a defense attorney for MAHA doctors. He chose to do that all on his own. The post Who Cares About Dr. Adam Cifu’s Plan to Fix EBM in Theory, When in Reality, He Elevated the MAHA Doctors Wrecking it Today? first appeared on Science-Based Medicine. [...]

A Bionic Implant to Restore Vision
13 November 2025 - David Weinberg

A new technology may allow patients to recover vision for conditions that were previously thought irreversible The post A Bionic Implant to Restore Vision first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfestAls ik het betoog en de reactie van mw. Walk kort mag samenvatten: ik heb gelijk en wanneer ik ongelijk
  • Klaas van Dijk on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfest@Renate1, eigenlijk is het belangrijkste punt van die reacties dat Jona Walk niet reageert en dat haar achterban het betoog
  • Renate1 on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfestHelaas moet je je voor het lezen van de reacties registeren en ik heb geen behoefte om ook maar op
  • Plato voor Skeptici - Kloptdatwel? on Review – Navigating Beliefs: Een goede basis om je te navigeren door betere gesprekken[…] wetenschapsontkenners of gewoon mensen die anders denken. Zo is de gespreksvorm street epistemology ook geïnspireerd door
  • Klaas van Dijk on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfestOndertussen heeft ook Marc Bonten inhoudelijk gereageerd op de voordracht van Jona Walk https://www.linkedin.com/posts/marc-bonten-744451123

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in