Terwijl de Verenigde Staten en Duitsland geconfronteerd worden met uitbraken van de mazelen, ging in Ravensburg vandaag het proces tegen de Duitse bioloog Stefan Lanka verder. Lanka gelooft niet in het bestaan van virussen die ziektes veroorzaken en loofde 100.000 euro uit aan diegene die bewijs kon leveren voor het bestaan van het virus. In Mazelenvirus voor de rechter schreef ik over deze rechtszaak die de jonge arts David Bardens tegen Lanka aanspande, omdat die weigerde het bedrag te betalen nadat Bardens hem een stapeltje wetenschappelijke literatuur had gestuurd die dat bewijs zou moeten vormen.
De rechter besloot vorig jaar dat een expert (een ‘Gutachter’) het bewijsmateriaal van Bardens moest beoordelen. Daarvoor werd professor Andreas Podbielski, directeur van het Institut für Medizinische Mikrobiologie, Virologie und Hygiene van de universiteit Rostock, aangezocht. Die mocht in de rechtszaal eerst uitleggen hoe je wetenschappelijk überhaupt kunt bewijzen dat een virus bestaat en dat het de veroorzaker is van de ziekte die we kennen via de symptomen. En in tweede instantie moest hij zijn mening geven of het door Bardens aangedragen bewijsmateriaal afdoende was. Volgens Podbielski beantwoorden de zes artikelen waar het om draait inderdaad de vragen in de uitdaging van Lanka.
In de rechtszaal ging het verder over de vraag wat wetenschappelijk bewijs in deze kwestie nu eigenlijk is. Natuurlijk zijn er altijd onzekerheden bij experimenteel onderzoek, het is geen wiskunde, maar zo betoogde Podbielski, “de wetenschap werkt zelfcorrigerend in de loop van de tijd. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat zoveel onderzoekers zich vergist hebben inzake het bestaan van het mazelenvirus.”
De advocaat van Lanka kwam met te verwachten vragen, die gaten zouden moeten schieten in het oordeel van de ‘Gutachter’; tegen de wetenschap in het algemeen: ‘hoe weten we dat wetenschappelijke artikelen wel te vertrouwen zijn?’, maar ook concreter ‘hoe groot is dat mazelenvirus dan eigenlijk?’ Uiteindelijk bleek de rechter weinig op te hebben met de bezwaren van het Lanka-kamp en kwam enigszins tegen de verwachting in, meteen al met de uitspraak:
“Wir haben keine Zweifel daran, dass die vorliegenden Publikationen ausreichen, um die Existenz des Masernvirus zu begründen.”
Nalezen hoe het er aan toeging in de rechtszaal kan via het liveblog dat Swäbische.de bijhield. Lanka gaat in beroep. Wordt vervolgd natuurlijk.
Update 13/3/2015: op het blog van GWUP een uitgebreider verslag van de discussie in de rechtszaal.
De zes artikelen die Bardens heeft aangedragen staan genoemd in een artikel van Lanka in zijn blad Wissenschaftplus (pdf), daar staat natuurlijk ook Lanka’s commentaar bij. Het gaat om de volgende artikelen:
- Enders JF, Peebles TC. Propagation in tissue cultures of cytopathogenic agents from patients with measles. Proc Soc Exp Biol Med. 1954 Jun;86(2):277–286.
- Bech V, Magnus Pv. Studies on measles virus in monkey kidney tissue cultures. Acta Pathol Microbiol Scand. 1959; 42(1): 75–85
- Horikami SM, Moyer SA. Structure, Transcription, and Replication of Measles Virus. Curr Top Microbiol Immunol. 1995; 191: 35–50.
- Nakai M, Imagawa DT. Electron microscopy of measels virus replication. J Virol. 1969 Feb; 3(2): 187–97.
- Lund GA, Tyrell, DL, Bradley RD, Scraba DG. The molecular length of measles virus RNA and the structural organization of measles nucleocapsids. J Gen Virol. 1984 Sep;65 (Pt 9):1535–42.
- Daikoku E, Morita C, Kohno T, Sano K. Analysis of Morphology and Infectivity of Measles Virus Particles. Bulletin of the Osaka Medical College. 2007; 53(2): 107–14.
Podbielski merkte overigens op dat er nog wel overtuigender bewijs gevonden kan worden in andere artikelen.