Deze voordracht gaf Wim Betz tijdens het World Skeptics Congress 2012 in Berlijn.
Homeopathic Tactics in the EU
Zwarte zalf was weer in het nieuws deze week (donderdag 1 augustus). Op de radio hoorde ik het bericht dat HP/DeTijd een ironische situatie had opgemerkt. Woensdagmorgen schreef De Telegraaf dat een Nederlandse man op Facebook reclame had gemaakt voor een door justitie verboden zalf die borst- en huidkanker zou genezen. Woordvoerder Wilbert Ganz van het IGZ meldde woensdag aan het dagblad: “We onderzoeken of het hier gaat om reclame voor een niet toegestaan geneesmiddel, of er sprake is van handel in de zalf of dat er sprake is van een onterechte medische claim bij een niet toegestaan medicijn.”
Echter, de krant bleek zelf ook reclame te maken voor deze zalf. Het boek Zwarte Zalf, genezing van borst- en huidkanker in de 21e eeuw was namelijk te koop in de webshop van de Telegraaf (het is inmiddels verwijderd). De zalf zelf mag dan verboden zijn, maar dat geldt blijkbaar niet voor het boek. Het is bij vrijwel iedere (internet)boekhandel te koop. Het smeersel, dat een deel van de huid wegvreet, wordt daar in de begeleidende tekst onder meer aangeprezen als alternatief diagnosemiddel:
Sommige mensen zijn bang voor een diagnose en willen niet naar de dokter gaan. Doe de Zwarte Zalf op de vermeende Kankerplek. Vormt zich nu naar [sic] enkele dagen een korst, die binnen ca. 2 weken afvalt, dan weet u dat u een kankergezwel had die [sic] nu op een elegante manier verwijderd werd. De zalf kan ook als “second opinion” gebruikt worden. Heeft u van de arts de diagnose huidkanker gekregen en bent u hier niet zeker van, dan kunt u met de zwarte zalf testen of het inderdaad kanker is. Valt na 2 weken het gezwel uit de huid, dan weet u dat het kanker was, waarover u zich nu geen zorgen meer hoeft te maken.
Dit is natuurlijk grote onzin en nog gevaarlijk ook. Wat er precies allemaal mis is met het middel is te lezen in het artikel ‘Zwarte kwakzalf tegen kanker’ dat Jan Willem Nienhuys schreef naar aanleiding van de uitzending van Tros Radar van 3 september 2012 waarin een kwakzalfster, die de zwarte zalf verkocht, werd gearresteerd.
Ik vind het wel een merkwaardige situatie eigenlijk, dat een boek waarin een zalf die verboden is vanwege de schadelijke werking, op zo grote schaal verkrijgbaar is en gepromoot wordt door vrijwel alle bekende boekhandels. Ik vraag me af of de betreffende boekhandels wel weten wat voor boek zij in hun assortiment hebben opgenomen.
Richtlijnen zijn in de geneeskunde niet meer weg te denken en zij vervullen een uiterst nuttige functie. Artsen kunnen er de stand der wetenschap in vinden en zullen vooral naar richtlijnen grijpen bij aandoeningen die niet direct hun speciale aandacht hebben of waarbij onzekerheid bestaat over de te volgen praktijk. De CBO-richtlijnen komen vrijwel steeds multidisciplinair tot stand, terwijl de huisartsen- en specialistenverenigingen ook hun eigen richtlijnen en standaarden maken.
De neiging om breed draagvlak te creëren leidt er bij de CBO-richtlijnen vaak toe dat ook vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen mogen meedoen en ook werden alternatieve behandelaars meer dan eens toegelaten. Aangezien er door dit beleid niet meer alleen deskundigen in de voorbereidingscommissie zitten, dan liggen problemen echter op de loer. Twee voorbeelden.
Afgelopen februari verscheen de CBO-richtlijn over het chronischevermoeidheidssyndroom CVS en hoewel zij vertegenwoordigd waren in de commissie wezen de patiëntvertegenwoordigers de richtlijn direct af. De patiënten blijven van mening dat er een biologische oorzaak voor CVS bestaat, terwijl die in de wetenschappelijke literatuur niet te vinden is. Men denkt baat te hebben bij supplementen of schrijft chronische infecties toe aan hormonale of immuunstoornissen die nooit zijn gevonden. Dat de richtlijn alleen cognitieve gedragstherapie als behandeling adviseert, daarmee zijn de ME/CVS Stichting en de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid het eveneens oneens en ze dienden al een protest in bij ZonMW die de totstandkoming van de richtlijn financieel ondersteunde.
Tweede voorbeeld betreft de Ketenzorgrichtlijn Aspecifieke Lage Rugklachten, die in 2010 door het CBO werd opgesteld. In de commissie zaten naast reguliere medici als orthopeden, neurologen, reumatologen en dergelijke ook twee patiëntenorganisaties en twee alternatieve clubs, de Nederlandse Chiropractoren Associatie en de Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie. Terwijl de wetenschappelijke literatuur nergens laat zien dat manipulatie van de rug of meer specifiek (zoek de verschillen!) chiropraxie een gunstig effect hebben op deze klachten, stond met de samenstelling van deze brede commissie al vast dat er toch naar een indicatie voor deze krakers gezocht zou moeten worden. De orthopeden en neurologen zullen zich verbeten hebben, maar de richtlijn stelt nu dat bij aspecifieke lage rugpijn, die na 2-3 weken nog niet over is, zowel oefentherapie als manipulatieve therapie kan worden ‘overwogen’, omdat het soms ’kan helpen’. Als lid van een eventueel ‘rugteam’ wordt ook de chiropractor genoemd, maar bij chronische lage rugklachten wordt manipulatie expliciet ontraden, samen met TENS, ruggordels, interferentie, ultrageluid, lasertherapie tractie en massage.
Tuchtrechters en burgerlijke rechters houden erg van richtlijnen, want daaraan kunnen zij makkelijk toetsen of bepaalde behandelingen conform de beroepsstandaard zijn uitgevoerd. En het was daarom hinderlijk dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij, tegen wie de Amsterdamse chiropractor Adam Langweiler in mei jl. een kort geding had aangespannen, tegenover de rechter niet kon stellen dat chiropractie in geen enkele officiële richtlijn te vinden is. De advocaat van de chiropractor zwaaide – gelukkig tevergeefs – met voornoemde Ketenrichtlijn en wij wonnen wel, maar dat had – met een minder slimme rechter – ook zo maar anders kunnen aflopen.
MC-columnist en neuroloog Emile Keuter pleitte in Medisch Contact naar aanleiding van de heibel over de CVS-richtlijn tegen het opnemen van patiënten in richtlijncommissies en ik ben geneigd hem gelijk te geven. Ik zou mutatis mutandis ook willen pleiten tegen de toelating van alternatieve genezers in deze commissies: polderen is leuk, maar de negatieve gevolgen zijn beslist niet verwaarloosbaar. Met wetenschappelijke strengheid is uiteindelijk ook de patiënt en zij die risico lopen dat te worden het meest gebaat.