• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Chupacabra

1 February 2016 by Pepijn van Erp 2 Comments

In het rijtje mythische wezens, waarvan met enige regelmaat berichten opduiken dat ze nu toch echt zijn waargenomen, met de Yeti, Nessie en Bigfoot als meest bekende voorbeelden, mag de Chupacabra niet ontbreken. Dit wezen, waarvan de naam geitenzuiger betekent, heeft zijn oorsprong in Midden-Amerika, maar waarnemingen komen tegenwoordig van over de hele wereld.

De Chupacabra wordt meestal omschreven als een wezen ter grootte van een kleine beer met stekels op zijn rug. Maar omdat dat nogal weinig specifiek is, kan elke vage waarneming van een beest van ongeveer die grootte makkelijk aan een verschijning van El Chupacabra toegeschreven worden.  Recent gingen beelden van het beest rond op social media:

chupacabra-sun-bear

Was hier een levende Chupacabra gevangen op het eiland Cebu in de Filipijnen? Nou, nee. Het armzalige beest in kwestie is een Maleise beer die in april 2015 werd gevangen bij het plaatsje Sibu in Sarawak, een van de deelstaten van Maleisië die op het eiland Borneo liggen. Een kale beer dus. Het verhaal was al maanden geleden duidelijk, maar iemand vond het grappig om de Chupacabra-versie ervan weer eens te verspreiden op een Facebook pagina, waarna het viraal ging.
Kale beren zien er wel vaker apart uit, zie de kale brilbeer Dolores uit de zoo van Leipzig.

 

Dieren die normaalgesproken overdekt zijn met een vachtje, zien er kaal al snel merkwaardig uit voor ons. Ook karkassen, waarvan om een of andere reden de haren eerder vergaan zijn dan de rest van het lichaam, kunnen daardoor als onbekend creatuur overkomen, zoals bij de recente vondst van een apenlijkje in Paraguay.

Op Doubtfulnews.com kun je veel meer ‘Chupacabra waarnemingen‘ doorgeprikt zien.

Filed Under: K-d-Weetjes Tagged With: chupacabra

Lek in samenzweringsuitlekformule

31 January 2016 by Pepijn van Erp 38 Comments

Dat een samenzwering sneller uitkomt doordat een betrokkene uit de school klapt of per ongeluk zijn mond voorbij praat als er meer samenzweerders op de hoogte zijn, ligt voor de hand. Maar kun je ook berekenen hoe lang dat ongeveer duurt als je het aantal betrokkenen weet? Dr. David Robert Grimes denkt dat je dat aardig kunt schatten. Hij publiceerde een artikel waarin hij een formule afleidt die bijvoorbeeld als uitkomst geeft dat als NASA de maanlanding zou hebben gefaket, dat dan met 95 procent zekerheid binnen vier jaar publiek bekend zou zijn geworden. Een wiskundig bewijs dat grootschalige complotten niet geheim kunnen blijven?

volkskrant-complotformuleDit resultaat ging aardig snel het internet over. Nu konden skeptici ook met wiskundige precisie complotdenkers alle hoeken van de kamer laten zien. In de Volkskrant haalde het resultaat van Grimes zelfs de tweede pagina van de krant. Inclusief afbeelding van de formule!

Grimes is van origine natuurkundige en werkt als kankeronderzoeker aan de universiteit van Oxford. Daarnaast schrijft hij veel populaire stukken over wetenschap (onder meer columns in The Guardian), die vaak over skeptische onderwerpen gaan, bijvoorbeeld de antivaccinatiebeweging en ontkenning van klimaatopwarming. In 2014 ontving hij voor zijn schrijverij de John Maddox Prize for Standing up for Science. Het onderwerp complottheorieën is hem dus niet vreemd en met zijn achtergrond is het begrijpelijk dat hij er wel een uitdaging in zag om het kwantificeerbaar te maken.

In zijn artikel On the Viability of Conspiratorial Beliefs, dat verscheen in Open Access tijdschrijft Plos One, doet Grimes uit de doeken hoe hij aan zijn formule komt. Hij kijkt alleen naar het uitkomen van samenzwering door lekken, bewust of per ongeluk. Externe factoren die een complot aan het licht kunnen brengen, neemt hij niet mee – de uitkomsten van het model zullen gemiddeld dan ook nog een te positief beeld laten zien (vanuit het gezichtspunt van de geheimhouders).

De aanname van Grimes is dat de kans dat iemand in een jaar tijd lekt behoorlijk klein is en dat verschillende lekken onafhankelijk van elkaar optreden. En één lek is eigenlijk ook wel voldoende voor het openbaar worden. Een aangewezen methode om dat soort zeldzame voorvallen aan te pakken is om uit te gaan van een Poissonverdeling. De kans op tenminste één lek tot tijd t wordt dan gegeven door de formule L(t)= 1-e^(-tφ) waarin φ het verwachte aantal lekken is in één tijdsperiode (bijvoorbeeld per jaar). Je ziet aan deze formule dat als je t maar laat oplopen de e-macht heel erg klein wordt en L naar 1 kruipt (‘het complot komt bijna zeker uit’).
Voor één samenzweerder is dat simpel en voor meer is het niet veel lastiger. Dan moet je alleen die waarde φ aanpassen. Als je uitgaat van N op gelijke wijze lekkende samenzweerders dan wordt de kans dat er geen één lekt in een jaar gegeven door (1-φ)N, en de kans dat er minstens één lek is door 1-(1-φ)^N en die waarde neem je nu als nieuwe φ op in de formule*. Grimes noemt (1-φ) voor het gemak nog even ψ en neemt in plaats van een vaste waarde N een tijdsafhankelijke functie daarvoor, N(t). De samenzweringsuitlekformule wordt dan:

complottheorieuitlekformule

Waarom Grimes het aantal samenzweerders in de tijd wil kunnen variëren met die functie N(t) is eigenlijk wel goed te begrijpen. Als een complot dat ooit op een moment is uitgevoerd lang geheim blijft, zullen er samenzweerders uitvallen door overlijden. De kans op uitkomen wordt dan vervolgens kleiner, want er zijn minder potentiële lekkers. Grimes geeft nog twee formules van hoe N in de tijd zou kunnen veranderen. Voor een complot dat voortdurend ‘bijgehouden’ moet worden (zoals bijvoorbeeld het verborgen houden van een eenvoudige kuur voor kanker), lijkt een benadering waarin je N(t) constant houdt een logischer keuze.

Leuk zo’n theoretisch afgeleide formule, maar doet ie het ook wel echt? Grimes kijkt daarvoor naar drie samenzweringen die uitgekomen zijn: de NSA-affaire (klokkenluider Edward Snowden onthulde dat het afluisteren en onderscheppen van berichtenverkeer veel verder gaat dan iedereen had vermoed), het Tuskegee-syfilisonderzoek (dat liep vanaf 1932, de besmette deelnemers kregen niet te horen dat ze syfilis hadden en ook geen medicijnen toen die beschikbaar kwamen met de ontdekking van antibiotica) en de affaire rondom het forensisch laboratorium van de FBI (willens en wetens werden talloze getuigenissen afgelegd op basis van onbetrouwbare onderzoeksmethoden).
Op basis van de (min of meer) bekende tijd dat deze zaken verborgen bleven en verschillende schattingen voor het aantallen betrokkenen, komt Grimes tot een conservatieve schatting voor de kans dat een samenzweerder lekt. In zijn berekeningen is Grimes er bij deze voorbeelden van uitgegaan dat ze uitkwamen als de kans daarop groter of gelijk aan 50 procent was. Als je uitgaat van de gunstigste schatting  voor de geheimhouding kom je volgens Grimes uit op een 0,0005 procent lekkans per jaar per samenzweerder.

Er is veel aan te merken op deze benadering en Grimes geeft zelf in het Discussion gedeelte van het artikel een hoop mitsen en maren aan. Zijn schattingen om het model te ijken en een redelijke waarde voor p te vinden zijn grof, maar dat maakt niet zoveel uit voor zijn belangrijkste conclusie dat omvangrijke samenzweringen altijd uitkomen. Hij concludeert op basis hiervan dat het bij vermeende samenzweringen als dat de klimaatopwarming een omvangrijk bedrog zou zijn van wetenschappers en dat de maanlanding een hoax is geweest, het onmogelijk is dat ze zo lang verborgen hadden kunnen blijven. En dus dat er geen sprake kan zijn van samenzweringen in die zaken.

De vraag is natuurlijk of dit model niet te veel toegespitst is op de drie voorbeelden die Grimes heeft uitgekozen. De waarden die Grimes daaruit afleidt verschillen nogal, en wat zouden de uitkomsten zijn als hij andere voorbeelden had genomen? En daarbij moet je bedenken dat het hier gaat om samenzweringen die zijn uitgekomen. Zijn die wel representatief voor alle samenzweringen? Ook voor die juist (nog) niet zijn geopenbaard.

Op Twitter merkte een aantal scherpe geesten op dat er toch ook iets fundamenteels mis moest zijn met Grimes’ benadering. De meest in het oog springende aanwijzing hiervoor is grafiek 1:

3-curven-complottheorieartikelHierin zien we de drie verschillende scenario’s die Grimes in overweging neemt voor verloop van het aantal samenzweerders. De blauwe lijn is het scenario waar het aantal samenzweerders gelijk blijft, de roze stippellijn de situatie voor de gebeurtenis die geheim wordt gehouden door een groepje dat langzaam uitsterft door ouderdom, en de oranje stippellijn waarin het aantal samenzweerders elke zoveel jaar halveert. Telkens uitgaande van een startpopulatie van N=5000 en een lekkans van 0,0005 procent.
Deze grafiek zou de cumulatieve kans moeten weergeven dat het complot uitlekt. Maar een cumulatieve kans kan nooit gaan afnemen in de loop van de tijd, zoals bij de laatste twee scenario’s wel gebeurt! In de commentaren op Plos One bij het artikel vergelijkt iemand het treffend met een overlevingsgrafiek (dan moet je deze grafiek net verticaal omkieperen, naar de waarde 1-L kijken), waar geen stijging in kan voorkomen; dat zou er immers op duiden dat overledenen weer uit de dood opstaan (of in het geval van samenzweringen dat ze na openbaring weer geheim worden). Ik dacht dat Grimes misschien nog een slordigheidje had begaan bij het maken van deze grafiek (formule verwisseld ofzo), maar toen ik narekende bleek dat niet het geval te zijn – de formule is inderdaad dalend vanaf een bepaald tijdstip in de twee laatste scenario’s en dus heeft Grimes een probleem.

Dit ging waarschijnlijk mis omdat Grimes de formules voor het verloop van het aantal samenzweerders zomaar substitueerde in de formule die volgt uit de aanname dat het lekken Poisson verdeeld is. Die cumulatieve kansformule is echter afgeleid van de feitelijke kansverdeling en komt alleen op deze vorm uit als die factor in de exponent een constante is. Het vergt wat ver om dat hier helemaal in detail te laten zien, maar het komt er dus op neer dat Grimes de functie van het aantal samenzweerders in de tijd op een verkeerd niveau heeft ingevuld en daardoor verliest de door hem gevonden formule de relatie met het probleem dat die moet beschrijven. Als je het wel goed doet, komt die formule er waarschijnlijk ook stukken ingewikkelder uit te zien, maar ik heb dat niet uitgewerkt. Gelukkig voor Grimes lijkt het wel goed te gaan voor de gevallen waarin het aantal samenzweerders in de tijd gelijk blijft en dat zijn net de voorbeelden die hij verder uitwerkt.

Martin Robbins schreef hier wel een bijzonder kritisch stuk over: The maths of the paper disproving conspiracy theories don’t add up, waarin hij dit ook als een enorme blunder van de peer review bij Plos One benoemt. Er worden ook nogal wat mensen bedankt in het artikel die meegekeken hebben, en die hebben de fout dus ook niet opgemerkt. Robbins vindt het frustrerend dat dit artikel door skeptische organisaties en blogs als welkom resultaat is binnengehaald, vrolijk rondgetwitterd en anderszins verspreid:

It’s frustrating because a paper that lashes out against the idea that scientists might be engaged in covering up bad research turns out to be an example of bad research that slipped through peer review.

Robbins besluit gelukkig wat luchtiger:

Which leaves perhaps the biggest question of all: was this really just a bad paper, or was there some deeper purpose behind it? Is Doctor Grimes engaged in some kind of charade, running interference on behalf of a master or masters unknown? Is he still the real Grimes, or has he been replaced by a foppish-haired lizard impersonator? The truth is out there…

Het is ook een verwijzing naar de slotzin van Grimes’ artikel:

This work did not require specific funding, from nebulous clandestine cabals or otherwise.

In de commentaren op Plos One heeft Grimes zijn fout inmiddels ook al wel voorzichtig toegegeven. Hij is net op vakantie gegaan, dus ik neem aan dat een uitgebreidere reactie nog even op zich zal laten wachten.

* Toegevoegd (20:50 uur): hier gaat ‘t al mis, als N een constante is zou de correcte formule L(t)= 1-e^(-tNφ) worden. Grimes berekeningen kloppen ongeveer nog wel, maar dat komt alleen om dat bij deze hele lage lekkans p =0,0005 procent Np en (1-(1-p))^N elkaar niet veel ontlopen in de drie voorbeelden die Grimes analyseert. Bij de toepassing op de vermeende complotten waar hij uitgaat van honderdduizenden betrokkenen (bij die kuur voor kanker hanteert Grimes 714.000 – alle medewerkers van de acht grootste farmaceuten samen), zou de correcte formule nog veel eerder lekken voorspellen dan de formule van Grimes al doet.

Update 2 maart 2016: Plos One heeft inmiddels een correctie geplaatst van Grimes.

Filed Under: Skepticisme, Wetenschap Tagged With: complottheorieen, David Robert Grimes, Samenzweringen, uitlekken, wiskunde

Een rukje aan je nek

27 January 2016 by Laurens Dragstra 19 Comments

De nekwervels (Anatomography; CC BY-SA 2.1 jp).
De nekwervels (Anatomography; CC BY-SA 2.1 jp).

Het manipuleren van de nek door een manueel therapeut, chiropractor of osteopaat is niet zonder risico’s. Het kan leiden tot scheuren in de wervelslagaders (arteriae vertebrales), ook wel dissecties genoemd. Hoe groot dit risico is, is bij gebrek aan betrouwbare cijfers nauwelijks in te schatten. In oktober vorig jaar heeft het Gerechtshof Amsterdam in de zaak van een patiënte tegen een manueel therapeut vastgesteld dat er een causaal verband bestaat tussen de (aanzet tot een) nekmanipulatie die zij heeft ondergaan en de dissectie die daarna is ontstaan en die haar gedeeltelijk arbeidsongeschikt heeft gemaakt. De behandeling vond in 2005 plaats, en ook toen gold volgens het hof al dat de manueel therapeut zijn patiënte had moeten informeren over de potentiële risico’s van het manipuleren van de nek.

Casus

De patiënte in deze casus had haar nek tweemaal verdraaid en had sindsdien last van nek en hoofd. Via de huisarts kwam ze bij een fysiotherapeut, die een behandeling toepaste die bestond uit zachte massage. Deze behandeling was niet succesvol. De patiënte kreeg er hoofdpijn bij en kwam in april 2005 in de wachtruimte van het medisch centrum een manueel therapeut tegen die zij privé al kende. Daaruit kwam een afspraak voort. De manueel therapeut heeft aan haar nek gevoeld en aangegeven dat hij “fricties/rektechnieken” toe zou kunnen passen. Ik citeer nu even het hof:

“Hij heeft voorts gezegd hoe deze technieken zouden worden verricht, namelijk met bewoordingen als: “Ik ga een rukje aan je nek geven”. [geïntimeerde] heeft daarop gereageerd met woorden als: “Nee, dat vind ik eng, dat wil ik niet”, waarop [appellant 1] zei: “Niet bang zijn, ik gebruik de zachte methode.”

[appellant 1] is vervolgens – met toestemming van [geïntimeerde] – begonnen met de voorbereiding van de voorgenomen (korte snelheids)manipulatie, die zou bestaan uit het geven van een rukje aan de nek in verband met een op C0/C1-niveau gevonden beperking. De voorbereiding bestond uit het aanleggen van een tractie, inhoudende dat het hoofd in lateroflexie wordt gehouden waarbij de nek op spanning wordt gebracht en de zogenaamde eindstand wordt opgezocht.”

Eigenlijk kwam het in dit geval niet eens tot het beloofde rukje, want bij het aanleggen van de manipulatie ging het al helemaal mis. Bij de patiënte was sprake van een sterke lichamelijke reactie bestaande uit “zweten, duizeligheid, misselijkheid, oorsuizen, tintelingen in de handen, slikproblemen en niet meer kunnen lopen”. De manueel therapeut stopte direct met behandelen en riep een huisarts erbij. Die oordeelde na onderzoek dat de patiënte naar huis kon. Daar ging het al snel slechter. De vrouw moest per ambulance naar het ziekenhuis gebracht worden, waar de neuroloog meerdere herseninfarcten als gevolg van een scheur in de wervelslagader vaststelde. Een lang revalidatietraject volgde, maar de patiënte bleef gedeeltelijk arbeidsongeschikt.

De pijlen wijzen naar de rechter wervelslagader. Zie hoe deze een scherpe knik maakt bij de laatste wervel (bovenste pijl) (bron: Häggström, Mikael. "Medical gallery of Mikael Häggström 2014". Wikiversity Journal of Medicine 1 (2)).
De pijlen wijzen naar de rechter wervelslagader. Zie hoe deze een scherpe knik maakt bij de laatste wervel (bovenste pijl) (bron: Häggström, Mikael. “Medical gallery of Mikael Häggström 2014”. Wikiversity Journal of Medicine 1 (2)).

Rechtszaak

De patiënte stelde de manueel therapeut in april 2007 aansprakelijk voor de door haar geleden en nog te lijden schade. Partijen kwamen overeen twee medisch deskundigen te benoemen, een fysiotherapeut/manueel therapeut en een neuroloog. Deze brachten in september 2008 en november 2009 hun rapporten uit. De rechtszaak werd een moeizame, slepende affaire, waarin pas op 18 december 2013 een tussenvonnis van de rechtbank werd geveld. Partijen waren het over veel zaken oneens, en aangezien er maar twee personen lijfelijk bij het drama van het aanleggen van de manipulatie aanwezig waren, is het voor een rechter lastig vast te stellen wie nu gelijk heeft. Belangrijk is wel dat de rechtbank in haar tussenvonnis aannam dat het causaal verband tussen (het aanleggen van) de manipulatie en de dissectie van de wervelslagader was aangetoond. Bovendien had de manueel therapeut nagelaten zijn patiënte te informeren over de risico’s van nekmanipulaties, terwijl hij dat wel had moeten doen. Ten slotte achtte de rechtbank, behoudens tegenbewijs van de zijde van de manueel therapeut, bewezen dat de vrouw van de behandeling zou hebben afgezien als zij op de hoogte was gesteld van de risico’s.

Het civiele procesrecht biedt vaak de mogelijkheid tegen tussenvonnissen hoger beroep in te stellen, en ook dit draagt bij aan een verlenging van de procesduur. In dit geval ging de manueel therapeut samen met zijn verzekeraar in hoger beroep (zogenaamd “principaal appel”), waarna ook de patiënte nog de nodige grieven tegen het rechtbankvonnis aanvoerde (zogenaamd “incidenteel appel”). Het hof verwerpt echter alle grieven en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Let wel: het tussenvonnis. De zaak gaat nu weer verder bij de rechtbank.

Het hof stelt net als de rechtbank vast dat de patiënte niet geïnformeerd was over het risico op een dissectie. Bij de beantwoording van de vraag of dit wel had gemoeten, sluit het hof net als de rechtbank aan bij een rapportage van een van de deskundigen:

“Uit de gezamenlijke rapportages van De Wijer volgt dat ten tijde van het onderhavige voorval in 2005 het risico op dissectie van de arterie vertebralis als gevolg van een nekmanipulatie in de beroepsgroep genoegzaam bekend was. De Wijer maakt melding van een proefschrift van prof. dr. R. Oostendorp, dat tot nationale en internationale discussie binnen de beroepsgroep heeft geleid, alsmede tot een groot aantal publicaties. Hoewel geen betrouwbare wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn over het exacte percentage, staat vast dat dit risico bijzonder klein is. Daarentegen is de ernst van de (mogelijke) gevolgen in geval van verwezenlijking van die kans bijzonder groot, terwijl ook goede alternatieven voorhanden waren. In de beroepsgroep werd dan ook reeds geruime tijd bepleit dat de patiënt over dit risico geïnformeerd moet worden, zo blijkt uit de rapportage van De Wijer.”

Genoegzame bekendheid, zeer ernstige gevolgen en goede alternatieven staan hier tegenover een volgens de rapportage bijzonder klein risico. Of dat risico echt zo klein is, weten we eigenlijk niet. Zoals oud-hoogleraar complementaire geneeskunde Edzard Ernst recentelijk nog betoogde: er wordt eigenlijk niet systematisch gemonitord. Er is daarnaast vrijwel zeker sprake van onderrapportage en de gevolgen van een dissectie kunnen ook pas veel later aan de oppervlakte komen, waarna niemand meer een verband legt met de nekmanipulatie die eerder heeft plaatsgevonden. Terwijl dat verband er uiteraard wel is.

Het hof wijst er verder op dat al in 2004 aan de beroepsbeoefenaren is gecommuniceerd dat een dissectie naar schatting ergens tussen de 1 op 20.000 en 1 op 1.000.000 manipulaties voorkomt. Het laatste mag je misschien een bijzonder kleine kans noemen, maar het eerste toch bepaald niet, zeker niet als je aanneemt dat daarin geen rekening is gehouden met onderrapportage. Zelfs een klein risico wordt onaanvaardbaar als de voordelen van een behandeling niet opwegen tegen potentiële nadelen. En het bewijs voor de effectiviteit van manipulatie bij bijvoorbeeld nekpijn is niet zo vreselijk sterk, aldus een recente Cochrane review. Tegenover enige steun voor de effectiviteit van nekmanipulatie (of mobilisatie) stelt die dat “results for cervical manipulation and mobilisation versus control are few and diverse. Publication bias cannot be ruled out.” Uiteraard worden ook de “rare but serious adverse events” genoemd en is er – u raadt het al – nog veel meer “high-quality research” nodig.

De manueel therapeut had nog aan de hand van het rapport van een neurochirurg aangevoerd dat pas in 2013 een beroepsnorm voor “hoog cervicale manipulaties” is vastgesteld. Deze is ook op Kloptdatwel? besproken. Maar daar wil het hof niets van weten, onder meer omdat deze neurochirurg zich ten onrechte alleen baseerde op het ontbreken van richtlijnen en protocollen. Ook bij het ontbreken daarvan kan volgens het hof een informatieverplichting bestaan en die bestond in dit geval dus ook.

Slot

Ook het hof neemt aan dat het causaal verband tussen (het aanleggen van) de nekmanipulatie en de dissectie “genoegzaam is komen vast te staan” (r.o. 3.13). De manueel therapeut had nog betoogd dat het ook een spontane dissectie kon zijn, maar dat argument veegt het hof van tafel omdat een van de deskundigen had gesteld dat die kans “verwaarloosbaar klein” was. De zaak moet nu weer voortgezet worden bij de rechtbank, die een definitief oordeel moet geven over de vraag of de patiënte, indien zij juist geïnformeerd was, van de behandeling zou hebben afgezien. De rechtbank had voorshands aangenomen dat de patiënte dat inderdaad zou hebben gedaan, maar de manueel therapeut mag tegenbewijs proberen te leveren. Dat lijkt een vrijwel onmogelijke opgave, alleen al gelet op de vaststaande eerdere reactie van de patiënte, “Nee, dat vind ik eng, dat wil ik niet”… Dan laat zich raden hoe ze gereageerd zou hebben als haar was verteld dat de behandeling een risico op dissecties en herseninfarcten met zich meebrengt.

Met de uitspraak van het hof zijn partijen nog maar een klein stapje dichter bij een einduitspraak in deze zaak die al sinds 2005 speelt en nog zich nog best een paar jaar voort kan slepen.

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid Tagged With: chiropractie, chiropraxie, dissectie, hoofdpijn, nekkraken, nekmanipulatie, nekpijn, rechtszaak, wervelslagader

Over Jurriaan Kamp: wereldverbetering als verdienmodel

25 January 2016 by Cees Renckens 4 Comments

Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma

Een oud Chinees spreekwoord zegt, dat als je maar lang genoeg aan de oever van de rivier blijft zitten dat er dan altijd een moment komt, dat je het lijk van je vijand voorbij ziet drijven. Hoewel ik Jurriaan Kamp (1959, Haarlem) altijd meer als een bron van ergernis heb gezien dan als vijand, toch moest ik aan dit spreekwoord denken toen er in Villamedia een diepgravend artikel van onderzoeksjournalist Miro Lucassen verscheen over de malversaties en miljoenenschuld die de wereldverbeteraar op zijn geweten blijkt te hebben.

Op kosten van zijn zakenpartners heeft de aan de Amerikaanse westkust levende uitgever/journalist via het blad Ode in de loop van twintig jaar acht miljoen euro aan verliezen opgebouwd, in de stellige overtuiging dat het goede doel dit meer dan waard is. Of dacht hij vooral aan zichzelf? Het hieronder volgende relaas over Kamp en Ode is vrijwel volledig gebaseerd op Lucassen’s lange artikel op de website van Villamedia. [1]

Ode, de kroniek van de onderstroom

Kamp was redacteur economie bij NRC Handelsblad toen hij als 31-jarige genoeg kreeg van al het negatieve nieuws dat zijn krant dagelijks verspreidde en hij slaagde erin met zijn visioenen van een betere wereld geld te lenen van een aantal rijke ondernemers en filantropen, zoals daar zijn boedelbak-oprichter Wiet de Bruin, City Koerier-baas Jaap Mulders, mister Fabeltjeskrant Thijs Chanowski, tv-presentatrice Alice Oppenheim, astroloog Peter Delahay en de puissant rijke soft ware ondernemer Eckart Wintzen. Vanaf 1991 komt deze club af en toe bijeen en in 1995 was er voldoende startkapitaal en verschijnt de eerste editie van Ode, de kroniek van de onderstroom. De eerste jaren zijn er natuurlijk verliezen en in 2001 slaagde Kamp er in een bedrag van 193.000 euro te lenen bij het Bedrijfsfonds voor de Pers, een succesje dat hij in 2011 nog eens wist te herhalen. Het blad bevatte vooral verhalen over spiritualiteit, ethiek in het bedrijfsleven, optimisme en alternatieve geneeskunde. Met grote regelmaat liet het blad op volstrekt kritiekloze wijze medische warhoofden uit de alternatieve hoek aan het woord. Het standpunt van hoofdredacteur Kamp luidde aldus: ‘In grote delen van de wereld is de belangstelling voor alternatieve en complementaire therapieën, die vooral een rustiger en gematigder leven voorstaan, sterk groeiende’. In een aantal Westerse landen komt het zelfs voor dat er meer interesse bestaat voor deze vorm van genezen dan voor de reguliere geneeskunde, aldus Kamp.

Aidsontkenner

Cover van Ode met het 'Aids bestaat niet' artikel van Jurriaan Kamp (afb. via Koninklijke Bibliotheek)
Cover van Ode met het ‘Aids bestaat niet’ artikel van Jurriaan Kamp (afb. via Koninklijke Bibliotheek)

In het julinummer uit 1999 publiceerde Kamp zelf een artikel met als kop ‘Aids bestaat niet’.[2] Hij schrijft: “Aids wordt niet veroorzaakt door een virus. Aids is niet seksueel overdraagbaar. Aids is een gevolg van een totale uitputting van het immuunsysteem.” Vijftien pagina’s lang betoogt hij dat de relatie tussen hiv en aids niet is aangetoond, met aan het slot: ‘Het enige succesvolle antwoord op aids tot nog toe is: extra zorg voor het immuunsysteem. Ofwel: gezond leven.’

In 2004 werd Kamp genomineerd voor de Meester Kackadorisprijs. [3] De nominatie voor diezelfde prijs, die NRC Handelsblad in 2012 opliep, was mede te danken aan het feit dat sinds 2010 de Ode elk kwartaal werd meegestuurd met de NRC en daarmee – in de woorden van de jury – de intelligentie van de NRC-lezers ernstig beledigde.

In november 2011 prijkte in het blad een verhaal over biofotonen en kwam de geschifte Johan Boswinkel aan het woord, die een therapie aanbiedt, geheel gebaseerd op de onbewezen theorie over biofotonen. Het artikel bevatte wederom de bij Ode geliefde retoriek over‘ de onmachtige geneeskunde’, over Boswinkels’ genezingspercentage van 80%’ en ‘de duizenden mensen die van hun kwaal zijn af geholpen’.

Amerikaans avontuur

Uit de accountantsverklaringen en jaarstukken blijkt dat het van 2001 tot 2006 zakelijk helemaal niet slecht gaat met tijdschrift Ode in Nederland. Het aantal lezers stijgt, en dat geldt ook voor het aantal ‘echte’ abonnees van het maandblad. Er wordt een bescheiden winst gemaakt en langzaam maar zeker lijkt de uitgeverij de aanloopverliezen goed te maken. Dat zal echter nooit gebeuren. Integendeel, de schuldenlast neemt alleen maar toe, mede als resultaat van Kamp’s megalomane entree op de Amerikaanse markt en zijn aankoop van de vertalingsrechten op het Britse tijdschrift What doctor’s don’t tell you, dat hij in Nederland op de markt brengt als Medisch Dossier, een blad dat vooral waarschuwt voor de gevaren van vaccinaties en de consumptie van supplementen aanprijst.
In 2002 steeg de verspreide oplage boven de 20.000, waarvan 12.602 abonnees de volle mep betalen en de rest van kortingen genoot. Eind 2005 zijn dat er 14.343, vergelijkbaar met de wekelijks verschijnende De Groene Amsterdammer. Zelf verhuisde Kamp in 2004 naar Californië om een Amerikaans avontuur van de grond te krijgen. Hij was enthousiast geraakt op het World Social Forum in Brazilië in januari 2003, waar Ode een eenmalige Engelstalige editie presenteerde. De ontvangst smaakte naar meer en de uitgever voorspelde: tegen bescheiden vertaalkosten kan ik een veel grotere markt aanboren. Bij een volgende presentatie in New York, begin 2004, schreeuwt Kamp van de daken dat Ode nu een wereldwijde oplage van 100.000 exemplaren heeft.

Ode verandert in The Optimist, kwakzalverij onderdeel van de inhoud
Ode verandert in The Optimist, kwakzalverij blijft onderdeel uitmaken van de inhoud

Het Nederlandse Ode ging in die tijd tien keer per jaar verschijnen en teakhoutbeleggingsfonds Goodwood (people, planet, profit) garandeerde de afname van duizenden exemplaren. Inhoudelijk werd het blad steeds oninteressanter want vrijwel alle stukken waren vertalingen vanuit het Engels en de auteurs van de stukken waren in ons land vrijwel onbekend. Terwijl er zakelijk enorme bedrijvigheid ontstond met een wirwar van BV’s, een deelname van Kamp’s echtgenote Hélène de Puy, een verplaatsing van de licentie (in bezit van Kamp) naar Luxemburg en de oprichting van meerdere Amerikaanse bedrijven, veranderde Kamp in 2013 de naam van het tijdschrift van Ode in The Optimist.
Kamp en zijn gezin leefde intussen op grote voet in Californië, in een bungalow met zwembad nabij San Francisco, en dat terwijl de schuldenlast van de uitgeverij alsmaar toenam. Hijzelf verdiende een hoog salaris, maar medewerkers kregen hun loon steeds later uitbetaald, soms pas een half jaar na de geleverde prestatie, en ook de verplichte aflossing bij het Bedrijfsfonds voor de Pers werd gestaakt. Een bevredigende verklaring daarvoor gaf Kamp het fonds niet. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan verliest Ode International intussen in hoog tempo harde dollars.

In 2014 laat Kamp op een Ode-bijeenkomst nog een jonge Kennedy-telg naar Rotterdam overkomen, maar de belangstelling voor zijn toespraak over ‘ethisch verantwoord zakendoen op een schone planeet’ is gering en de opkomst is minimaal. Alweer een verliespost voor de geplaagde idealist. Goochelend met herstructureringen lukt het Kamp om in de VS nog enkele tonnen schuld af te schudden, maar voldoende bleek dat niet te zijn. In ons land mislukte een vergelijkbare demarche en over uitgeverij Ode Nederland wordt op 18 maart 2014 het faillissement uitgesproken. De afwikkeling ervan komt in handen van de door de rechtbank benoemde curator C. van den Bergh uit Rotterdam. Hij treft een leeggehaalde BV aan; alle relevante bezittingen, de abonneegegevens en kantoormaterialen, zijn immers al overgedaan aan The Optimist. Kamp heeft op kosten van zijn zakenpartners een schuld van 8 miljoen opgebouwd, maar na betaling van de procedurekosten en de Belastingdienst bleef er geen cent over voor een honderdtal aandeelhouders en negentien andere schuldeisers, onder wie freelance journalisten, fotografen, illustratoren en vertalers. Verkoop van het abonneebestand had lucratief kunnen zijn, want dat zou voor andere zingevingstitels als Happinez, Gezondheidsnieuws of Onkruid  een begeerlijke prooi zijn geweest. Maar ook dat bestand was al verkocht aan al weer een BV. Natuurlijk wel een onderneming op naam van Kamp, de Luxemburgse S.à.r.l. Ode International Publishers. Die beheert thans de licentie op de titel van het tijdschrift.

Pluut

In de zomer van 2015 kregen de Nederlandse lezers van The Optimist de boodschap dat zij het blad voortaan in het Engels zouden ontvangen. De aantrekkingskracht ervan zou gering zijn en alsnog een zachte dood voorspellen voor The Optimist leek toen geen gewaagde prognose. Maar, nee: de omstreden Wassenaarse zakenman/fondsenwerver Ronald Pluut, die een vermogen opbouwde met nep-goede doelen, kon zijn favoriete blad niet missen en legde geld op tafel.[4] Soort zoekt soort.
Eind december ontvingen de abonnees in Nederland alsnog een herfstnummer in de eigen taal, met de belofte dat het winternummer daar snel op zal volgen. Hoe Pluut en uitgever/hoofdredacteur Jurriaan Kamp dit zakelijk hebben geregeld houden ze voor zichzelf,  Lucassen kwam er niet achter. Uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat Pluut de zakelijke controle heeft over de Nederlandse editie, terwijl Kamp eind 2014 aan andere investeerders nog een aandeel in toekomstige winsten beloofde. Wie het gelooft, die mag het zeggen

1. Ode: Een ideaal dat dobbert op miljoenenschuld, Miro Lucassen, Villmedia 2015. (Je kunt gratis een login voor een maand  aanvragen en zo het artikel dat achter een slotje staat helemaal lezen.)

2. Aids bestaat niet, Jurriaan Kamp, Ode 1999.

3. Genomineerden voor de Meester Kackadorisprijs 2004, VtdK 2004.

4. Brein achter dubieus netwerk van goede doelen ontmaskerd, Renckens, Kloptdatwel 2013.

 

Filed Under: Gezondheid, Uit het nieuws Tagged With: Jurriaan Kamp, medisch dossier, Ode, The Optimist

Klagen bij de Reclame Code Commissie

18 January 2016 by Laurens Dragstra 24 Comments

reclamecodecommissielogoHomeopaten mogen geloven in de heilzame kracht van hun hoogverdunde brouwsels, acupuncturisten dat je een zwangerschap kunt bevorderen door naalden in het vrouwenlichaam te steken en chiropractoren dat ze oorontstekingen kunnen wegkraken. Het uitvoeren van behandelingen of het aanbieden van therapieën waarvoor geen enkel bewijs bestaat, en die soms zelfs ronduit absurd zijn, is in beginsel niet verboden. Maar wie reclame maakt en dus zijn behandelingen, therapieën, kuren of apparaten aanprijst, moet zich houden aan de Nederlandse en Europese reclameregels, in het bijzonder de Nederlandse Reclame Code. Die regels beogen te voorkomen dat de consument misleid wordt.

Burgers en organisaties die problemen hebben met reclames kunnen hun klacht neerleggen bij de Reclame Code Commissie (RCC). De RCC heeft het afgelopen jaar onder meer een chiropractor die gouden bergen beloofde, bioresonantietherapeuten met een raar apparaat en een medisch centrum dat suggereerde dat met een traditionele Chinese behandeling een vliegramp voorkomen had kunnen worden op de vingers getikt vanwege hun onverantwoorde reclame-uitingen. Ook artsen moeten zich soms bij de RCC verantwoorden, zoals Roy Martina aan den lijve ondervond. Een alternatieve behandelaar kan in reclames niet zomaar alles roepen, maar er moeten wel mensen bereid zijn een klacht in te dienen. Gebrek aan kennis over wat de RCC allemaal (niet) kan en (niet) doet, of over hoe de procedure bij de RCC verloopt en wat van een klager verwacht wordt, kan voor potentiële klagers een drempel opwerpen om in actie te komen. En dat is zonde. Daarom wordt hieronder het een en ander op een rijtje gezet, voor wie zijn of haar steentje bij wil dragen of anderszins geïnteresseerd is.

Vooraf: goed om te weten


1: Zelfregulering SelectShow

De Reclame Code Commissie (RCC) is een privaatrechtelijke stichting. Ze maakt geen deel uit van de overheid en moet worden gezien als een vorm van zelfregulering van de reclamebranche. De leden van de RCC worden afgevaardigd door de adverteerders, de media, de communicatieadviesbureaus en consumentenorganisaties, maar ze zijn wel allemaal onafhankelijk. De voorzitters zijn allemaal jurist, vaak rechters of juristen met rechtsprekende ervaring. Omdat sprake is van zelfregulering, kan de RCC haar uitspraken niet met sancties afdwingen. Ze kan bij gegrondverklaring van een klacht alleen de adverteerder aanbevelen niet meer op de afgekeurde manier reclame te maken.

De RCC heeft wel een afdeling Compliance die nagaat of de adverteerder de aanbeveling opvolgt. Volgens de RCC zelf trekt 96% van de adverteerders een afgekeurde reclame in of past deze aan. Of die aanpassing wél door de beugel kan, wordt echter niet beoordeeld. Daarvoor is weer een nieuwe klacht nodig. Wie geen gehoor geeft, komt op een soort zwarte lijst. In theorie betekent dat dat toezichthouders die wél sancties op kunnen leggen, zoals de Autoriteit Consument en Markt (ACM) of de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in actie kunnen komen. Een klager moet daar echter niet al te hoge verwachtingen van hebben. De praktijk is dat deze instanties weinig doen. Een uitspraak van de RCC kan natuurlijk wel interessant zijn voor nieuwsmedia, de Vereniging tegen de Kwakzalverij of Stichting Skepsis. Publiciteit over een misleidende adverteerder is ook een wapen.


2: Geschilbeslechting SelectShow

De RCC is geen onderzoeksinstantie, maar een instantie die geschillen tussen een klager en een adverteerder beslecht. Concreet betekent dit dat als je klaagt dat een apparaat, product of therapie waarvoor reclame gemaakt wordt niet werkt, de RCC niet zelf gaat onderzoeken of dit apparaat, dit product of deze therapie inderdaad niet werkt. De klager moet een gemotiveerde klacht indienen, de adverteerder moet daarop reageren. Voert de klager X aan en voert de adverteerder daartegen geen verweer of zegt hij alleen maar ‘nietes’, dan zal de RCC aannemen dat de klager gelijk heeft en de klacht gegrond verklaren. Wat niet of onvoldoende weersproken wordt, neemt de RCC in principe voor ‘waar’ of ‘juist’ aan.

Let op: dat geldt ook omgekeerd. Als de adverteerder een uitgebreid verweer voert, vele wetenschappelijke onderzoeken citeert en misschien zelfs deskundigen meeneemt, dan moet de klager daar wel op reageren als hij daartoe de mogelijkheid krijgt. Het is dus belangrijk dat als de adverteerder gemotiveerd verweer voert, de klager dat verweer bestrijdt. Probeer dus waar mogelijk altijd aan te geven dat de adverteerder zich beroept op onderzoek dat ondeugdelijk, achterhaald of niet relevant is, dat hij de verkeerde conclusies trekt en/of dat de door hem meegebrachte deskundigen niet deskundig zijn of niet onpartijdig. De RCC laat zich leiden door wat partijen aandragen. Ze zal op basis daarvan een beslissing nemen.

Overigens is het niet zo dat klager en adverteerder helemaal dezelfde positie hebben. Artikel 15 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) zegt:

“De adverteerder dient op verzoek van de Reclame Code Commissie c.q. het College van Beroep de juistheid of de eerlijkheid van de reclame aannemelijk te maken, indien deze gemotiveerd wordt aangevochten.”

De bewijslast ligt dus bij degene die iets claimt en dat is de adverteerder. De klager moet vooral twijfel zaaien. De adverteerder zal vervolgens echt inhoudelijk moeten reageren op een gemotiveerde klacht, stukken moeten overleggen en die stukken moeten toelichten. Alleen ontkennen of alleen een stapel onderzoeken inleveren, is voor de RCC onvoldoende. Die gaat dat niet allemaal lezen en zelf conclusies trekken. Maar als de adverteerder gemotiveerd verweer voert, is het als klager verstandig daar weer zoveel mogelijk op te reageren. Wat onvoldoende wordt weersproken, kan immers door een juridische commissie als de RCC voor ‘waar’ worden aangenomen, ook al klopt er helemaal niets van een claim.


Een klacht indienen


3: Wat is reclame? SelectShow

De Nederlandse Reclame Code gaat uit van een ruime definitie van het begrip reclame. Reclame is:

“iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van diensten.”

Op de website van de RCC wordt het begrip nader toegelicht.


4: Wat staat er in de Nederlandse Reclame Code (NRC)? SelectShow

In het kort: de regels waaraan reclame moet voldoen. Reclame moet stroken met de wet, de waarheid, de goede smaak en het fatsoen (artikel 2 NRC). Zonder te rechtvaardigen redenen mag reclame niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid (artikel 6 NRC). Reclame mag niet oneerlijk zijn, en misleidende en agressieve reclame zijn altijd oneerlijk (artikel 7 NRC). Artikel 8 NRC legt weer uit wanneer reclame misleidend is. Reclame voor rare apparaten of pseudowetenschappelijke therapieën is doorgaans misleidend ten aanzien van de “van het gebruik te verwachten resultaten”, zoals omschreven in artikel 8.2 onder b.

Omdat smaken nu eenmaal verschillen, zal het niet heel vaak voorkomen dat de RCC een klacht toewijst omdat een reclame in strijd is met de goede smaak en het fatsoen. Er zijn echter wel voorbeelden, ook op het terrein van de skeptische klager. Onder strijd met de wet valt ook strijd met Europese regels, bijvoorbeeld de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Zie hier bijvoorbeeld een zaak over gezondheidsclaims voor groene koffie. De artikelen 7 en 8 over misleidende reclame zullen waarschijnlijk het meest van toepassing zijn bij een klacht over dubieuze apparaten, kuren of behandelingen. Een klager hoeft niet gedetailleerd aan te geven welk artikel, artikellid of subonderdeel van de Nederlandse Reclame Code is overtreden. Zolang de klacht maar goed onderbouwd is, is het voldoende om aan te geven dat de reclame misleidend is. De RCC zoekt er dan zelf wel de juiste artikelen bij.


5: Hoe dien ik een klacht in? SelectShow

De kan op twee manieren: via het online klachtenformulier of via de post. Let op: het moet ook op een van deze manieren. Een klacht via de telefoon of via de mail wordt niet in behandeling genomen.

Op het online klachtenformulier vul je alle relevante (en verplichte) velden in. Een nadeel is dat de ruimte om je klacht te onderbouwen enigszins beperkt is (ca. 1.100 woorden) en je bijvoorbeeld niet met voetnoten kunt werken. Als je een langere klacht hebt, kun je die beter per post insturen. Via het klachtenformulier kun je ook geen bijlagen meesturen, alleen een bestand met de reclame-uiting waarover je klaagt. Bijlagen kunnen wel, nadat een klacht is ingediend, worden gemaild naar Klacht@Reclamecode.nl

De RCC heeft recent geaccepteerd dat een klacht in verkorte vorm werd ingediend via het online klachtenformulier, maar de uitgebreide onderbouwing samen met alle bijlagen werd nagezonden via Klacht@Reclamecode.nl

Stuur je een klacht in per post, dan kun je het volgende adres gebruiken:

Stichting Reclame Code
t.a.v. Reclame Code Commissie
Postbus 75684
1070 AR Amsterdam

Verdere instructies over het insturen van een klacht per post staan op de website van de Commissie.


6: Klacht onderbouwen SelectShow

Dit is heel belangrijk: alleen onderbouwde, dus gemotiveerde klachten worden in behandeling genomen. Je moet als klager dus uitleggen wat er volgens jou niet deugt aan een reclame-uiting en waarom niet. Je kunt op allerhande manieren je klacht motiveren: door te stellen dat er geen onderzoeken bekend zijn die de claims ondersteunen, door op onderzoeken te wijzen die juist aantonen dat er voor de claims geen bewijs is, door een uiteenzetting te geven over de (biologische) implausibiliteit van de claims, door te wijzen op geldende wetgeving of op eerdere uitspraken van de RCC (of van een ‘echte’ rechter), door te verwijzen naar artikelen uit Skepter, van Kloptdatwel? of van de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Als je je op stukken beroept, voeg die stukken dan bij (op papier of digitaal; zie onder 5). Eventueel kun je alleen de relevante pagina’s van een onderzoek, artikel of rapport sturen. Daarbij kun je desgewenst de relevante passages aanstrepen.

Het voorgaande betekent overigens niet dat de klager moet bewijzen dat de claims omtrent een apparaat, product of behandeling niet kloppen. Het is juist de adverteerder die de juistheid van zijn reclame-uiting aannemelijk moet maken na een gemotiveerde klacht (artikel 15 NRC; zie hierboven onder 2). Een gemotiveerde klacht betekent vooral dat je uitlegt wat er in jouw ogen niet deugt aan de reclame-uiting. Zaai zoveel mogelijk twijfel! Daarna moet de adverteerder maar aannemelijk maken dat zijn claims wél deugen.

Ook belangrijk: ga er nooit vanuit dat de RCC iets “al weet”. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je een klacht tegen adverteerder X hebt ingediend en dat die gegrond is verklaard. Vervolgens zie je reclame van adverteerder Y waarin soortgelijke of dezelfde claims worden gedaan. Ook in dat geval moet je uitleggen wat er niet deugt aan de reclame van adverteerder Y en er niet van uitgaan dat de RCC zich nog wel herinnert dat ze eerder een soortgelijke reclame heeft afgekeurd. Verwijs dan ook naar de eerdere uitspraak en leg uit waarom die ook hier relevant is. Alle stukken met argumentatie komen in een dossier voor die ene zaak, waarvan elk lid van de RCC dat de zaak behandelt een exemplaar krijgt. Op basis van het dossier wordt vervolgens uitspraak gedaan.


7: Advertentie bewaren SelectShow

Advertenties in papieren media zijn relatief eenvoudig: die kun je uitknippen en kopiëren of inscannen. Bij een reclame-uiting op radio of televisie moet je de tijd noteren en een zo goed mogelijke beschrijving geven, opdat de RCC de reclame zelf kan opvragen bij de verantwoordelijke media-instelling. Vaak zal een reclame-uiting op een internetsite staan. De inhoud van internetpagina’s is sterk aan verandering onderhevig. De RCC schrijft hierover:

“Indien de klacht een reclame op een internetsite betreft, dient de volledige pagina(‘s) te worden uitgeprint en de url (het webadres) in het bezit van de Commissie te worden gesteld. Per pagina dient te worden aangegeven tegen welke zinsnede(n) uw bezwaar zich richt. Bij voorkeur worden de pagina’s vastgelegd door middel van een of meerdere ‘printscreens’ met datum.”


8: Zijn er kosten verbonden aan het indienen van een klacht? SelectShow

Nee. Consumenten kunnen gratis procederen (artikel 28 Reglement RCC). Hetzelfde geldt voor organisaties die geen zakelijk belang bij de klacht hebben. Er zijn slechts een paar uitzonderingen, bijvoorbeeld als je het als klager niet eens bent met een beslissing van de RCC en daar beroep bij het College van Beroep tegen instelt (zie onder 14 hieronder). Dan betaal je 30 euro, die je terugkrijgt als je de zaak in beroep wint (artikel 32 Reglement RCC).

Als je de klacht indient per post, betaal je natuurlijk wel de verzendkosten.


9: Kan ik anoniem klagen? SelectShow

Nee. Bij het indienen van een klacht moet je zaken als naam, adres en woonplaats, en op het online klachtenformulier ook telefoonnummer en e-mailadres opgeven. Zo kan het secretariaat van de RCC contact met klagers houden. Het Secretariaat van de RCC is erg onduidelijk over welke gegevens aan de adverteerder worden doorgegeven. Stel je hier geen prijs op, geef dan vooral aan dat je niet wilt dat de adverteerder jouw telefoonnummer of e-mailadres krijgt. Uitspraken van de RCC worden altijd geanonimiseerd voordat ze op de website van de RCC worden gepubliceerd.

De procedure


10: Voorzittersbeslissingen SelectShow

Lang niet alle klachten worden afgehandeld door de voltallige RCC. In een aantal gevallen neemt de voorzitter van de RCC een beslissing, de zogenaamde voorzittersafwijzing of voorzitterstoewijzing. De voorzitter fungeert als het ware als een soort filter, zodat de voltallige RCC wat ontlast wordt. Hij kan een klacht afwijzen indien hij van oordeel is dat de RCC deze zal afwijzen, bijvoorbeeld omdat de klacht te summier onderbouwd is of de RCC al eens een eerdere, soortgelijke klacht ongegrond heeft verklaard. Maar de voorzitter kan een klacht ook juist meteen toewijzen in een aantal gevallen. Dat kan wanneer de adverteerder:

a. geen verweer heeft gevoerd of
b. heeft erkend dat de klacht gegrond is of
c. wel verweer heeft gevoerd, maar onvoldoende.

Als a, b of c van toepassing is en de voorzitter van oordeel is dat de klacht de RCC aanleiding zal geven een aanbeveling te doen of een vrijblijvend advies te geven, dan kan hij zelfstandig de klacht toewijzen en een aanbeveling doen.

Bij voorzittersbeslissingen vindt er géén zitting plaats. Het is puur een papieren procedure. Op zichzelf handig, want je hoeft dan als klager niet naar Amsterdam te reizen. Een mogelijk nadeel is dat je niet meer op het verweerschrift van de adverteerder mag reageren: als de voorzitter besluit zelf een beslissing te nemen, is er geen mogelijkheid meer om nog stukken in te leveren. De in het ongelijk gestelde partij kan trouwens altijd bezwaar maken en daarmee de zaak naar de voltallige RCC verwijzen (zie onder 14).


11: Re- en dupliek SelectShow

Doorgaans is de procedure bij de RCC: gemotiveerde klacht, verweer, gevolgd door óf een voorzittersbeslissing óf een zitting en een uitspraak van de voltallige RCC. Eventueel kan de RCC nog een extra schriftelijke ronde vóór de zitting inlassen, zogenaamde re- en dupliek (artikel 13, tweede lid, Reglement RCC). Je kunt daar als partij ook om vragen. De RCC beslist zelf of ze hiervoor redenen aanwezig acht. Dit komt niet heel vaak voor. Partijen die in verband met de zitting nog stukken willen overleggen, moeten dat zeven dagen voor die zitting doen, anders kijkt de RCC er niet meer naar (artikel 13, derde lid, RCC). Een pleitnota kun je echter pas op de zitting overleggen.

12: Een zitting SelectShow

Zittingen zijn in principe openbaar. Het secretariaat van de RCC geeft in een ontvangstbevestiging aan tijdens welke zitting je klacht behandeld zal worden. Je krijgt dan ook de vraag of je daarbij aanwezig wilt zijn, wat je binnen tien dagen na dagtekening van de brief moet doorgeven. Daarmee is niet gezegd dat er ook een zitting zal zijn: de zaak kan op een voorzittersbeslissing uitdraaien (zie onder 10). Dat krijg je dan tijdig te horen. Het is natuurlijk niet verplicht om als klager naar een zitting te komen. Ook de adverteerder kan gewoon thuisblijven. Komt er niemand, dan bestudeert de RCC het dossier, maakt een afweging en neemt een beslissing. Een mogelijk risico van niet naar de zitting komen is natuurlijk wel dat je een gelegenheid verspeelt om op de argumenten van de adverteerder te reageren. Je kunt je ook – op eigen kosten – laten vergezellen of zelfs vertegenwoordigen door een raadsman (dat hoeft geen advocaat te zijn). Geef dan wel tijdig de naam van die persoon door aan het secretariaat.

Je mag als klager getuigen en deskundigen meenemen naar de zitting (op eigen kosten). Dat kan zin hebben als de adverteerder dure advocaten of vermeende experts inzet. In elk geval heeft het zin de deskundigheid van die experts in twijfel te trekken, of aan te geven dat ze niet onpartijdig zijn (een arts in dienst van de aangeklaagde adverteerder is natuurlijk geen onpartijdige professional). Als je zelf getuigen of deskundigen mee wilt nemen, moet je daarover uiterlijk zeven dagen voor de zitting overleg plegen met de secretaris van de RCC (artikel 15, tweede lid, onder b, Reglement RCC). In theorie is het mogelijk dat de RCC ambtshalve (=op eigen initiatief) getuigen of deskundigen hoort, maar dit komt slechts zelden voor.

Zittingen vinden plaats op het adres Buitenveldertselaan 106 te Amsterdam. Dat is uitstekend bereikbaar met het openbaar vervoer. Tram 5 en sneltram 51 stoppen praktisch voor de deur.


13: De uitspraak SelectShow

Na de zitting doet de RCC “ten spoedigste uitspraak”, aldus artikel 16 Reglement RCC. In de praktijk betekent dit dat er na enkele weken een uitspraak ligt. Dit geldt ook voor voorzittersbeslissingen.

Hoewel er zeer veel verschillende uitspraken mogelijk zijn (zie artikel 17 Reglement RCC), zijn de belangrijkste: afwijzing van de klacht of toewijzing van de klacht, al dan niet met aanbeveling aan de adverteerder om zich voortaan te onthouden van de afgekeurde wijze van reclame maken.


14: Bezwaar en beroep SelectShow

Als de voorzitter van de RCC een klacht afwijst (artikel 11, tweede t/m vierde lid, Reglement RCC; zie hiervoor onder 10), kan de klager binnen 14 dagen bezwaar maken bij de voltallige RCC. Dit kost 15 euro. Als de voorzitter de klacht juist toewijst, kan de adverteerder binnen 14 dagen bezwaar aantekenen bij de voltallige RCC (artikel 12, tweede t/m vierde lid, Reglement RCC). Na het maken van bezwaar behandelt de voltallige RCC de zaak en neemt een beslissing.

Ook tegen uitspraken van de voltallige RCC staat een rechtsmiddel open. Partijen kunnen beroep instellen bij het College van Beroep (artikel 23 Reglement RCC). Hiervoor geldt een termijn van 14 dagen. Beroep instellen is niet gratis. Als consument of non-profitorganisatie betaal je 30 euro (artikel 32, eerste lid Reglement, RCC), maar die krijg je terug als je in beroep wint. De procedure in beroep is vergelijkbaar met die in eerste aanleg: er is een beroepschrift, daarop wordt gereageerd met een verweerschrift, eventueel is er re- en dupliek, en na een zitting volgt een uitspraak. Daartegen kan geen rechtsmiddel meer worden aangewend; na een uitspraak van het College van Beroep is de zaak afgedaan, al komt het voor dat het College van Beroep de zaak terugverwijst naar de RCC.

Als de termijn voor bezwaar of beroep is verstreken, wordt de uitspraak op de website van de RCC gepubliceerd.


Heeft u hulp nodig bij het indienen van een klacht over misleidende gezondheidsclaims? Dan kunt u via Skepsis in contact komen met een ervaringsdeskundige.

Verder lezen:

  • Rob Nanninga, De Hoon tegen Biohorma. Misleidende reclame voor Echinaforce, Skepter 22.1 (2009);
  • Jan Willem Nienhuys, NGC Energy Healing een toontje lager, gepubliceerd op Skepsis blog;
  • Marie Prins, Pak de kwak! Actie tegen advertenties van kwakzalvers, Skepter 11.4 (december 1998);
  • Marie Prins, Reclame Code Commissie tegen valse reclame, gepubliceerd op Kloptdatwel?

Filed Under: Alternatieve schade, Gezondheid, Reclame Code Commissie Tagged With: bizarre claims, misleidende claim, misleiding, reclame, reclame code commissie

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 183
  • Page 184
  • Page 185
  • Page 186
  • Page 187
  • Interim pages omitted …
  • Page 437
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie
12 October 2025 - Ward van Beek
Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie

.Op 4 oktober vond in de Geertekerk in Utrecht het jaarlijkse symposium plaats van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Het thema dit jaar was Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie. Meester KackadorisprijsDe middag begon traditioneel met de toekenning van…Lees meer Het Alternatieve Circuit: Risico’s, Kosten en Communicatie › [...]

Het ‘Red Panda Effect’
8 October 2025 - Ward van Beek
Het ‘Red Panda Effect’

.In de Skeptical Inquirer van october/november (Volume 49, No. 5) wordt door Craig A. Foster en Kelsey M. McGinn teruggeblikt naar een uitgave van het blad uit 1979, met daarin een verhaal over een verdwenen panda, ontsnapt uit Blijdorp, wiens ontsnapping…Lees meer Het ‘Red Panda Effect’ › [...]

Kernenergie is een keuze
3 October 2025 - Ward van Beek
Kernenergie is een keuze

.In sceptische kringen is kernenergie geen taboe. Maar veel argumenten vóór kernenergie zijn op wensdenken gebaseerd. door Frank Biesboer, voormalig hoofdredacteur van De Ingenieur, Skepter 38.3 Voor de Nederlandse energiewereld was de brief die minister Hermans van Klimaat en Groene Groei in mei publiceerde over…Lees meer Kernenergie is een keuze › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

To Deny The Role of Social Media In Propagating Misinformation is a Form of Germ Theory Denial, Not For Pathogens, But For Ideas  
15 November 2025 - Jonathan Howard

MAHA disinformation agents clearly understand the power of social media, and anyone who genuinely wishes to oppose them moving forward needs to as well.   The post To Deny The Role of Social Media In Propagating Misinformation is a Form of Germ Theory Denial, Not For Pathogens, But For Ideas   first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Who Cares About Dr. Adam Cifu’s Plan to Fix EBM in Theory, When in Reality, He Elevated the MAHA Doctors Wrecking it Today?
14 November 2025 - Jonathan Howard

No one forced Dr. Adam Cifu to volunteer as a defense attorney for MAHA doctors. He chose to do that all on his own. The post Who Cares About Dr. Adam Cifu’s Plan to Fix EBM in Theory, When in Reality, He Elevated the MAHA Doctors Wrecking it Today? first appeared on Science-Based Medicine. [...]

A Bionic Implant to Restore Vision
13 November 2025 - David Weinberg

A new technology may allow patients to recover vision for conditions that were previously thought irreversible The post A Bionic Implant to Restore Vision first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Hans1263 on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfestAls ik het betoog en de reactie van mw. Walk kort mag samenvatten: ik heb gelijk en wanneer ik ongelijk
  • Klaas van Dijk on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfest@Renate1, eigenlijk is het belangrijkste punt van die reacties dat Jona Walk niet reageert en dat haar achterban het betoog
  • Renate1 on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfestHelaas moet je je voor het lezen van de reacties registeren en ik heb geen behoefte om ook maar op
  • Plato voor Skeptici - Kloptdatwel? on Review – Navigating Beliefs: Een goede basis om je te navigeren door betere gesprekken[…] wetenschapsontkenners of gewoon mensen die anders denken. Zo is de gespreksvorm street epistemology ook geïnspireerd door
  • Klaas van Dijk on Artsencollectief geeft podium aan kankerkwakzalver William Makis op hun quackfestOndertussen heeft ook Marc Bonten inhoudelijk gereageerd op de voordracht van Jona Walk https://www.linkedin.com/posts/marc-bonten-744451123

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in