• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Tien mythes over de Gulden Snede

15 March 2014 by Pepijn van Erp 9 Comments

De Gulden Snede is een verdeling van een lijnstuk in twee delen zodanig dat het grootste van de twee delen zich verhoudt tot het kleinste, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste. Die verhouding wordt aangeduid met de Griekse letter φ en is gelijk aan de wortel uit 5 plus één en daar weer de helft van, in decimale notatie 1,618… Het getal φ en de Fibonacci-reeks die er ook mee te maken heeft, kom je tegen in allerlei biologische systemen. Veel mensen denken ook dat kunstenaars al eeuwenlang die verhouding bewust gebruiken in architectuur, beeldhouwkunst en schilderijen vanwege de bijzondere esthetische eigenschappen. Daar klopt echter weinig van als je wat beter kijkt.

In eerste instantie werd de video niet door iedereen op de juiste wijze opgevat, daarom plaatste de maker er een waarschuwing bij. Die geef ik daarom hier ook maar door (beetje aangepast):

warning-golden-ratio

h/t @ionicasmeets

Filed Under: Algemeen, Overig

Wat is de definitie van leven?

14 March 2014 by Gert Jan van 't Land 49 Comments

Wat is de definitie van leven? Twee artikelen die ik kort geleden las werpen ieder een originele blik op deze vraag.

In de New York Times van 12 maart 2014 vind je op de opiniepagina een artikel van Ferris Jabr met de titel ‘Why nothing is truly alive’. Jabr woont in Ypenburg (NL). Vlak bij zijn woonplaats ziet hij regelmatig een ‘strandbeest’. Dit is een machine die kan lopen, onder de voorwaarde dat er voldoende wind is om zijn mechaniek aan te drijven. Is dit leven, vraagt Jabr zich af? Het intuïtieve antwoord is natuurlijk dat dit niet het geval is. Een strandbeest is een machine.

De maker van de strandbeesten (Theo Jansen) heeft andere gedachten:

‘Since 1990, I have been occupied creating new forms of life. Eventually I want to put these animals out in herds on the beaches, so they will live their own lives’.

Ik heb zelf een miniatuur strandbeest (te koop als bouwpakket) in de vensterbank staan. Ik heb nooit het idee gehad dat mijn strandbeestje leeft. En dat is volgens Jabr precies het punt. Zijn stelling is dat het begrip ‘leven’ een concept is dat uitsluitend bestaat in onze gedachten en niet te veel aandacht verdient:

“Life” is an idea. We find it useful to think of some things as alive and others as inanimate, but this division exists only in our heads. Not only is defining life futile, but it is also unnecessary to understanding how living things work’.

Jabr legt uit dat er nog geen definitie is gevonden van het begrip ‘leven’ die recht doet aan alle vormen van leven die we (er)kennen. Hij gebruikt de definitie van NASA als voorbeeld van een mislukte definitie: ‘a self-sustaining system capable of Darwinian evolution’. Zo bekeken leeft een virus niet. Klopt dat wel? Virussen zijn onvoldoende ‘self-sustaining’, licht Gerald Joyce toe in het artikel. Joyce heeft de definitie van de NASA helpen ontwikkelen. Maar kun je dan allerlei parasitaire dieren en planten wel aanmerken als leven (denk aan de bloedzuiger of de maretak)? In zijn laboratorium heeft Joyce een bakje met RNA-moleculen die zichzelf eindeloos repliceren. Dit RNA voldoet wél aan de NASA-definitie van leven: het molecuul vermenigvuldigt zich en ontwikkelt zich. Tja.

Net toen ik het artikel van Jabr gelezen had surfte ik naar de website van de NOS waar ik op 13 maart 2014 las dat een Indiase sekte zijn leider heeft ingevroren. De sekte-leden zijn er van overtuigd dat de goeroe, Ashutosh Maharaj, niet is overleden. Volgens de inzichten van de medische wetenschap is Ashutosh Maharaj overleden na een hartaanval. De sekte is het hier niet mee eens. ‘Hij mediteert heel diep’ vinden zijn volgelingen. Ze vermoeden dat de Goeroe is teruggekeerd naar de jaren 1970 maar binnenkort weer zijn opwachting zal maken in onze tijd en vrolijk en vermoedelijk ook zeer fris uit de vrieskist zal stappen. Ashutosh Maharaj is (was?) de spiritueel leider van de Divine Light Awakening Mission, de Missie van het Goddelijke Licht (website). Wereldwijd zouden er meer dan 30 miljoen aanhangers zijn.

Goeroe
Goeroe in een vrieskist: levend of niet?

Hoe moet je de gedachte dat de goeroe leeft, bekijken als je net het artikel in de New York Times hebt gelezen? Als een strandbeest kan leven, kan dan ook een ingevroren goeroe leven? Ik denk dat de goeroe nog heel lang zal mediteren.

Filed Under: Overig Tagged With: Ashutosh Maharaj, definitie van leven, Divine Light Awakening Mission, Ferris Jabr, leven, religie, strandbeest

Abalone ontstoringspot – antistralingsmeuk

10 March 2014 by Pepijn van Erp 69 Comments

Edelstenen bieden echt ongekende mogelijkheden. Die indruk krijg je als je de webshop Spiriland.nl van spiritueel coach Annemarie Sips doorbladert. En zij zal het wel weten met haar ‘99,99% goed getrainde zesde zintuig’.

Edelstenen zijn ondersteunend! Ze werken in op de energie van het energiesysteem. Ze maken verbinding met uw energie en passen daar de vibratie op aan. Dan kan de werking beginnen. Edelstenen hebben jaren opgeladen in de grotten en zijn voorzien van krachtige energie die ze graag willen delen.

Dat soort energie en vibraties moeten we vast niet uitleggen op de manier waarop de natuurkunde daar mee omgaat. Het zou een beetje flauw zijn om te vragen hoe en in welke eenheid die energie te meten is. Moet je gewoon ‘voelen’, natuurlijk. Overigens is het ‘het verlaagt de bloeddruk’ bij de malachiethangertjes aardig concreet. In je enthousiasme kun je eens een keertje wat te ver gaan misschien.
Sips heeft in haar webshopje ook wat liggen dat iets doet met een echt natuurkundig fenomeen, waar sommige mensen wat bang voor zijn. Over de abalone ontstoringspot schrijft ze: “Mooi om te zien en dienstbaar als ontstoringspot voor aardstralen en electrosmog.” Nou ja, die aardstralen vergeten we maar even, maar die elektrosmog slaat toch op elektromagnetische velden afkomstig van mobiele telefoons, Wi-Fi en dat soort zeer meetbare zaken?

Abaloneschelp met 2x ruwe Bergkristal, 1x Aventurijn, 1x rozenkwarts, 1x Amathyst en 1x zwarte Toermalijn. En met kleine geslepen Amathyst en Tijgeroog. (Spiriland.nl)
Abaloneschelp met 2x ruwe Bergkristal, 1x Aventurijn, 1x rozenkwarts, 1x Amathyst en 1x zwarte Toermalijn. En met kleine geslepen Amathyst en Tijgeroog. (Spiriland.nl)

Voordat je zo’n bij elkaar gemieterd rommeltje in je huiskamer zet, wil je toch eigenlijk wel weten of het ook echt helpt? Het zal je toch niet overkomen dat je opgezadeld wordt met een product dat alleen maar zo is samengesteld om op een handige manier van de minder fraaie exemplaren van de schelpen en stenen af te komen, die vast in bulk zijn ingekocht?
Sips doet niet aan nepcertificaten of wetenschappelijke klinkende nonsens, maar zet haar autoriteit op dit gebied in: “Deze abaloneschelp is samengesteld en getest door Annemarie Sips.” Daar moeten we het mee doen. Toch niet zo overtuigend, vond ik, toen ik er even rustig over had nagedacht.
Ik stuurde dus maar eens een mailtje naar Spiriland, waarin ik vroeg of ze iets meer konden vertellen hoe Sips tot deze samenstelling was gekomen en hoe zij de werking had getest. Ook wilde ik graag weten waarin de schelp met de “krachtige stenen” de straling en elektrosmog dan omzet, misschien helpt het je wel van de regen in drup, immers.  Helaas kwam er geen antwoord, ook niet na een herinnering.

Jammer, ik ben nu wel een beetje teleurgesteld in de klantenservice van de zo sympathiek ogende mevrouw Sips. Ik had namelijk graag nog meer willen vragen. Welk deel van het elektromagnetisch spectrum wordt eigenlijk omgezet, bijvoorbeeld. En of het wat uitmaakt of de amathyst en tijgeroog geslepen zijn en de andere stenen niet. Wat het bereik is van het potje, want misschien hoef ik alleen mijn buurman maar te overtuigen er één aan te schaffen en lift ik dan gratis mee. Is het erg als je de inhoud een beetje door elkaar schudt? En natuurlijk of ze haar testmethode ook zou durven blootstellen aan een skeptische proef. Een recensie-exemplaar sturen naar kloptdatwel mag natuurlijk ook.

Filed Under: Alternatieve schade, Kort, Pseudowetenschap Tagged With: aardstralen, abalone, Annemarie Sips, edelstenen, elektrosmog, Spiriland.nl, straling

Chris French over parapsychologie en wetenschap

8 March 2014 by Pepijn van Erp 2 Comments

In november vorig jaar organiseerde het Centre for Inquiry UK een symposium over wetenschap en pseudowetenschap. Professor Chris French sprak over parapsychologie en of dat nu een serieuze wetenschap is of eerder een pseudowetenschap.

Chris French is hoogleraar psychologie en oprichter van de Anomalistic Psychology Research Unit aan Goldsmiths University. Daarnaast is hij Special Advisor en voormalig Editor-in-Chief  van The Skeptic Magazine, het bekendste skeptische tijdschrift van het Verenigd Koninkrijk en schrijft hij regelmatig een interessante column in The Guardian.
De parapsychologie bestudeert door levende wezens veroorzaakte verschijnselen die niet verklaard kunnen worden door de natuurwetten en -krachten. Het gaat om onderwerpen als telepathie, helderziendheid, psychokinese en leven na de dood. Over het algemeen gaan wetenschappers er van uit dat deze verschijnselen niet bestaan; zoals French in de lezing vertelt, werd er bij de bouw van de Large Hadron Collider geen rekening gehouden met paranormale effecten 😉

De lezing gaat grotendeels over wat wetenschap en pseudowetenschap van elkaar onderscheidt (of hoe moeilijk het is dat onderscheid aan te brengen) en pas in het laatste kwartier past French deze inzichten toe op parapsychologie. Zijn conclusie is wellicht verrassend:

Meer over het demarcatieprobleem is te lezen in mijn boekbespreking van ‘Philopsophy of Pseudoscience’. Op de website van Skepsis staat ook heel wat te lezen over parapsychologie

Filed Under: Pseudowetenschap, Wetenschap Tagged With: chris french, demarcatieprobleem, parapsychologie, popper, pseudowetenschap

Verzekerde zorgkosten van patiënten bij alternatieve huisarts

5 March 2014 by Pepijn van Erp 37 Comments

In een recent artikel stellen Peter Kooreman en Erik Baars dat de zorgkosten van de patiënten van complementaire huisartsen die gedekt worden door de basisverzekering substantieel lager zijn dan die van sociaal-economisch vergelijkbare patiënten met een reguliere huisarts. Dat deden ze eerder al op basis van een kleiner bestand van een andere zorgverzekeraar. Toen beweerden ze ook dat ze aanwijzingen hadden gevonden dat patiënten bij complementaire huisartsen langer zouden leven. Op dat onderzoek kwam veel kritiek en dit nieuwe onderzoek lijkt niet veel beter.

[update geplaatst op 4-9-2014]

Anderhalf miljoen patiënten

Professor dr. Peter Kooreman, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van Tilburg, en dr. Erik Baars, lector antroposofische gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden en senior onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut, hebben wederom een database van een zorgverzekeraar mogen doorpluizen op zoek naar kostenverschillen tussen patiënten die een reguliere huisarts hebben of bij een huisarts zitten die aangesloten is bij een van de beroepsverenigingen voor alternatieve zorg. Hun bevindingen hebben ze opgeschreven in Complementair werkende huisartsen en de kosten van zorg (Economische Statistische Berichten, 7 feb. 2014). Dit onderzoek van Kooreman en Baars (K&B) is een vervolg op de eerder door hun uitgevoerde analyse op een kleiner bestand. Die studie verscheen in het gezaghebbende European Journal of Health Economics en heb ik vorig jaar besproken in Alternatieve huisartsen werken 15 procent goedkoper? Een verzinsel.

prof. dr. Peter Kooreman
prof. dr. Peter Kooreman

Nu konden K&B de gegevens van maar liefst 1,5 miljoen patiënten analyseren; tien keer zoveel als de vorige keer. Dat lijkt een stuk indrukwekkender dan het is. Het (ongecorrigeerde) verschil in de vorige studie was 7 procent in het voordeel van de complementaire groep, maar niet significant (blijkbaar is de spreiding enorm). Nu vinden K&B 10,1 procent lagere kosten en of dat significant is, staat eigenlijk niet in het artikel. Het lijkt erop dat K&B alleen geïnteresseerd zijn in significante verschillen in subgroepen. Bij dat zoeken naar significante verschillen, lijken ze echter niet veel zorgvuldigheid te betrachten. Merkwaardig, omdat daar eerder stevige kritiek op kwam (van Sampson et al.), zoals ik in mijn vorige blog heb beschreven.
Een belangrijke beperking van beide studies is dat het alleen gaat om de kosten die vergoed werden door de zorgverzekeraar. Hoe hoog de niet vergoede kosten waren, is niet bekend. In de meeste aanvullende verzekeringen zit een maximum aan gedekte kosten voor complementaire zorg. Hoeveel van de verzekerden haalden dat maximum en betaalden vervolgens de rest van de complementaire behandelingen uit eigen zak? De aanspraak op de aanvullende verzekering door de  complementaire groep is aanzienlijk hoger dan die van de reguliere groep en waarschijnlijk gingen er dan ook meer over dat maximum heen. Dus kan dit zeker een rol spelen bij het beantwoorden van de vraag hoe het zit met de totale zorgkosten, niet alleen die van de zorgverzekeraars.

Gezondheidsindicatoren

Sampson en zijn co-auteurs merkten in hun kritiek op de eerdere studie ook al op dat de enige uitkomstindicator in de studie die aan gezondheid gerelateerd is, namelijk sterfte, een ongelukkige is om de populaties van huisartsen te vergelijken. Het door K&B gevonden verschil bleek bij een statistische analyse die meer geschikt is, overigens niet significant. In de huidige studie is dat weer niet het geval, toch spreken K&B eerst weer van “lichte aanwijzingen voor lagere sterfte onder patiënten met een complementair werkende huisarts op basis van een lineair kansmodel en een conditioneel logitmodel” om dan pas met de conclusie van een wel geschikte analyse te komen: “maar geen aanwijzingen voor verschillen in sterfte op basis van een proportional hazard-model.” Een beetje raar, het lijkt erop dat K&B toch even graag die ‘lichte aanwijzingen’ genoemd wilden hebben, hoewel het betekenisloos is.

Over de correctie op socioeconomische verschillen

dr. Erik Baars
dr. Erik Baars

Bekend is dat de belangstelling voor CAM (Complementary and Alternative Medicine) vaak samengaat met een hoger opleidingsniveau en een in het algemeen hogere socioeconomische status, precies de parameters die ook statistisch gesproken samengaan met minder ziekte en een langer leven. De kracht van de eerdere studie was nu net dat er redelijk gecorrigeerd kon worden voor deze verschillen, omdat toen gegevens op postcode-6 niveau beschikbaar waren.
K&B merken zelf op over het belang daarvan: “However, since socio-economic differences within a 4-digit postal code are typically large, this would not be a credible approach for identifying a causal effect of CAM on costs.” In deze grotere database waren de gegevens slechts tot op postcode-4 niveau beschikbaar.
Of de socioeconomische verschillen het verschil in kosten kunnen verklaren, diepen K&B niet verder uit. Ze geven echter wel argumenten die het in twijfel lijken te trekken, bijvoorbeeld door te suggereren dat je in de CAM-groep ook hogere ziektekosten zou kunnen verwachten: “Ander onderzoek laat echter zien dat bij complementair werkende artsen relatief veel patiënten met ernstige en chronische ziektes voorkomen (Melchart et al., 2005)” Deze observatie uit Zwitserland is echter gebaseerd op de inschatting van de betrokken huisartsen en patiënten zelf (zie Schlussbericht PEK, April 2005, blz 37) en het verschil kan goed veroorzaakt zijn door bias. Dat blijkt ook uit een ander onderzoek (pdf) in het kader van die Zwitserse PEK dat Kooreman en Baars niet noemen. Daarin staat onder andere:

An important finding in this context is that CAM patients rated their main health problems as more severe than did COM patients, although general health assessments were not different between patient groups. Our data therefore provide some evidence that individual morbidity is not directly associated with overall selfrated assessment of health. The differing perceptions of severity of illness may primarily be linked to different frequencies of major symptoms in the three patient populations of the study, but also may be related to different adjustments and coping strategies with disease in patients seeking COM or CAM.

en

Furthermore, CAM patients see their main health problems as more severe than COM patients, although self-perceived general health levels appear to be equal.

Ook hier ontkom ik niet aan de indruk dat K&B naar een vooraf gewenste uitkomst toe redeneren. Dat vond ook Marc Pomp, consultant gezondheidseconomie, die een reactie in ESB schreef:

Nog los van de vraag of de Zwitserse situatie van toepassing is op Nederland, zijn er allerlei andere potentiële verschillen tussen patiënten met een alternatieve huisarts en patiënten met een reguliere huisarts. De claim waarmee het artikel opent – dat de zorgkosten bij vergelijkbare patiënten van alternatieve huisartsen lager zijn – wordt daarom op geen enkele manier ondersteund door de schattingsresultaten.

K&B reageerden hier weer op en delen en passant een sneer uit naar de kritiek op hun eerdere studie:

Ook nadat gecorrigeerd is voor achtergrondkenmerken, voor zover de beschikbare data dat toelaten, zijn die verschillen zo groot en significant dat ze niet zomaar kunnen worden genegeerd. Natuurlijk is ook in dit onderzoek het scheiden van oorzakelijke effecten (dat wil zeggen de effecten van het doen en laten van de huisarts) en selectie-effecten een uitdaging. Wij zijn ons daarvan zeer bewust en hebben dan ook nergens beweerd dat de gevonden kostenverschillen een zuiver causaal verband weergeven. Integendeel, wij hebben telkens benadrukt dat voor het scheiden van selectie- en oorzakelijke effecten rijkere datasets en nieuwe onderzoeksdesigns nodig zijn. De reactie van Pomp snijdt dan ook geen hout, net als het door hem geciteerde commentaar van Sampson et al. (Kooreman en Baars, 2013). Hetzelfde geldt voor commentaar dat, zonder peer review en zonder wederhoor, op websites is geplaatst.

Helaas staan deze commentaren niet vrij toegankelijk op de site van ESB. Mijn blog was dan wel niet peer reviewed, maar aan wederhoor heb ik wel degelijk gedaan. Juist het gebrek aan bereidheid om in te gaan op mijn vragen vond ik toen bijzonder storend. De cijfers zoals ze gepresenteerd worden, zijn niet controleerbaar en toen ik er om vroeg kreeg ik de achterliggende aantallen per cel, p-waardes en meer van dat soort informatie, niet.

De 0 tot 30 procent uit de vorige studie

Een belangrijk punt in mijn vorige blog was dat de resultaten misleidend weergegeven waren. In krantenberichten stond dat complementaire huisartsen 15 procent goedkoper waren, gebaseerd op een persbericht van de UvT. In het uiteindelijk gepubliceerde artikel werd dat gemaskeerd als dat ze “kostenverschillen vonden, afhankelijk van het type complementaire huisarts en de leeftijdscategorie van de patiënt, die variëren tussen 0 en 30 procent.” In het persbericht van de UvT dat nu uitging staat hierover dat daaruit eerder de ‘te weinig genuanceerde weergave’ van ongeveer 15 procent lagere kosten was gedestilleerd. In feite is het nog minder genuanceerd, zoals ik heb laten zien: de werkelijk gevonden verschillen (voor wat ze statistische gezien waard zijn) lopen uiteen van -47% tot 30%,  wat natuurlijk een heel ander beeld geeft. In een kader bij hun ESB artikel geven K&B echter wederom doodleuk het interval 0 tot 30 procent als resultaat van die eerdere studie.

De overstappers

De meest interessante groep laten K&B vrijwel buiten hun analyses. Een grote groep patiënten wisselde minstens een keer van reguliere naar complementaire huisarts (of andersom). In hun modelberekening wordt deze groep er helemaal uit gelaten, terwijl die toch groot is ten opzichte van de groep ‘zuivere’ CAM-patiënten. Alleen een ruwe vergelijking wordt gegeven:

Tabel 1 uit het artikel van Kooreman en Baars (ESB, 7-2-2014)
Tabel 1 uit het artikel van Kooreman en Baars (ESB, 7-2-2014)

Een voor de hand liggende vraag is bijvoorbeeld of er een relatie te ontdekken is tussen de zorgkosten van deze patiënten en het type huisarts dat ze op een bepaald moment hadden. Wellicht dat patiënten zich vertrouwd voelen bij een CAM huisarts zolang hun klachten niet heel ernstig zijn, maar switchen naar de reguliere zorg als ze serieuze gezondheidsproblemen ondervinden. Aangezien deze groep de hoogste zorgkosten heeft en ruim de helft van het aantal ‘zuivere’ CAM patiënten beslaat, is deze mogelijkheid niet zomaar te negeren. Maar misschien komen K&B later nog wel met dit soort analyses.

Conclusie

Kritiek krijgen vinden Kooreman en Baars blijkbaar niet zo leuk. Ze reageren daar overdreven geïrriteerd op, zonder echt in te gaan op de kritiekpunten. Dit onderzoek betekent in feite een forse stap terug op de weg naar de conclusie die K&B graag zouden trekken, nl. dat CAM-artsen minstens zo goede zorg leveren en dat ook nog tegen lagere kosten. Over de gezondheidseffecten van het verschil in type zorg kunnen ze niets zeggen en wat de kosteneffectiviteit betreft ook niet veel. Voor de overheid is er nu dus eerder nog minder reden om onderzoek naar CAM te faciliteren.


Update 4 september 2014

Het is Kooreman en Baars deze keer ook weer gelukt om hun onderzoek in een internationaal goed gelezen wetenschappelijk tijdschrift geplaatst te krijgen. Het verscheen vorige week in BMJ Open onder de titel A 6-year comparative economic evaluation of healthcare costs and mortality rates of Dutch patients from conventional and CAM GPs. Het bevat niet veel meer informatie dan de wat leesbaardere versie in ESB. Wat wel opvalt is dat er nu een analyse van ‘de overstappers’ is toegevoegd. Je zou misschien denken dat dat komt, omdat ik hierboven opschreef dat zo’n analyse heel interessant zou kunnen zijn, maar het komt eigenlijk omdat één van de reviewers er om vroeg (de review history is ook vrij beschikbaar en wel interessant leesvoer).
De belangrijkste conclusie uit die analyse van de overstappers is volgens K&B: “After correction for observed differences between the groups by means of linear regression analyses, switching from a CON to a CAM GP results in 34 Euros lower costs (not significant: p = 0.83) and switching from a CAM to a CON GP results in 360 Euros higher costs (p < 0.079).” Kun je daar iets mee? Je zou kunnen bedenken dat die patiënten na de overstap naar een reguliere huisarts eindelijk de serieuze zorg kregen die ze nodig hadden, maar een andere verklaring is natuurlijk ook mogelijk. Blijft giswerk zonder extra informatie.

Er schoot me nog wel een mogelijke verklaring voor het aanzienlijke verschil in totale kosten voor de verzekeraar te binnen (als we er even van uitgaan dat die met een betere analysemethode ook overeind zou blijven). Nienhuys en Renckens viel het bij de eerder studie al op dat de kosten in sommige categorieën veel lager waren,  maar dat het toch maar net significant was. Als mogelijke verklaring wezen ze op uitschieters. Die zou je het beste kunnen zoeken in de ziekenhuiskosten, omdat die verreweg het grootste deel van het verschil veroorzaken. Het lijkt me nu niet onredelijk te veronderstellen dat er een relatief kleine groep patiënten met ernstige (chronische) aandoeningen is, die een flink deel van de kosten ‘veroorzaakt’. Denk aan oncologie, dialyse. Die patiënten danken hun voortbestaan in belangrijke mate aan reguliere zorg die berust op moderne ontwikkelingen in de medische wetenschap. Het zijn ook vaak patiënten die goed voorgelicht worden en zichzelf informeren over hun ziekte. Zouden die patiënten zich eerder thuisvoelen bij een alternatieve of bij een reguliere huisarts? Ik zou daarom wel eens een grafiekje willen zien van de verdeling van de gemiddelde kosten per patiënt uit de verschillende groepen. Grote kans dat die een heel verschillende verdeling laat zien, met een ‘vette staart’ bij de regulieren.
Een zelfde gedachte gaat op voor de verschillen in kosten voor geneesmiddelen. Zouden er bijvoorbeeld veel hemofiliepatiënten (die zeer dure bloedstollingsmiddelen nodig hebben) bij een antroposofische huisarts dokteren? Ik hoop het niet, want de antroposofische ideeën over bloed zijn uiterst merkwaardig.

Filed Under: Gezondheid, Wetenschap Tagged With: alternatieve behandelwijzen, cam, Economische Statistische Berichten, Erik Baars, huisartsen, kosteneffectiviteit, Peter Kooreman, statistiek, zorgkosten

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 259
  • Page 260
  • Page 261
  • Page 262
  • Page 263
  • Interim pages omitted …
  • Page 431
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Brainspotting is Classic Pseudoscience
14 May 2025 - Steven Novella

Have you heard of brainspotting? It’s been around since 2003 when it was invented out of whole cloth (not “discovered”) by psychotherapist David Grand. It seems to be gaining in popularity recently, so it is worth the SBM treatment. Here is how proponents describe the alleged phenomenon: “Brainspotting makes use of this natural phenomenon through its use of relevant eye positions. This […] The post Brainspotting is Classic Pseudoscience first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Lysenkoism 2.0 and the dismantling of the NIH
12 May 2025 - David Gorski

Robert F. Kennedy Jr.'s "make America healthy again" is basically Lysenko 2.0. It's come to the NIH and is destroying the crown jewel of US biomedical research with ideology and cronyism. The post Lysenkoism 2.0 and the dismantling of the NIH first appeared on Science-Based Medicine. [...]

David Geier, Mail Order Pharmacist
10 May 2025 - Kathleen Seidel

David Geier was in the drug business. What was he selling before the FDA stepped in? The post David Geier, Mail Order Pharmacist first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on Ben ik zelf eigenlijk een beetje vrij van bullshit?Tja, bij de uitspraak van de heer Bregman dat de meeste mensen deugen, wil ik daar graag de woorden 'in
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (19-2025)@Richard Rasker Ik denk dat het antwoord "hersenloos" is. We moeten hier het hoofd maar koel houden, het gek geworden
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (19-2025)@ Richard Rasker, Inderdaad. Veel van wat nu wordt afgeschaft door de regering van de VS, was juist bedoeld om
  • Richard Rasker on De linke weekendbijlage (19-2025)@Hans1263 Het intrieste is dat men met het opheffen van USAID en andere federale programma's en diensten juist het exacte
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (19-2025)Mensen in het buitenland tellen niet mee. Overigens tellen mensen die op de een of andere manier hulp nodig hebben

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in