• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

Kloptdatwel?

  • Home
  • Onderwerpen
    • (Bij)Geloof
    • Columns
    • Complottheorieën
    • Factchecking
    • Gezondheid
    • Hoax
    • Humor
    • K-d-Weetjes
    • New Age
    • Paranormaal
    • Pseudowetenschap
    • Reclame Code Commissie
    • Skepticisme
    • Skeptics in the Pub
    • Skeptische TV
    • UFO
    • Wetenschap
    • Overig
  • Skeptisch Chatten
  • Werkstuk?
  • Contact
  • Over Kloptdatwel.nl
    • Activiteiten agenda
    • Colofon – (copyright info)
    • Gedragsregels van Kloptdatwel
    • Kloptdatwel in de media
    • Interessante Links
    • Over het Bol.com Partnerprogramma en andere affiliate programma’s.
    • Social media & Twitter
    • Nieuwsbrief
    • Privacybeleid
    • Skeptisch Chatten
      • Skeptisch Chatten (archief 1)
      • Skeptisch Chatten (archief 2)
      • Skeptisch Chatten (archief 3)
      • Skeptisch Chatten (archief 4)

Wetenschap

Natuurgeneeskundigen: ‘Medische wetenschap blijkt kwakzalverij’

28 October 2013 by Pepijn van Erp 402 Comments

Zondagmiddag bij het RTL-programma ‘Life is Beautiful’ kwam vaste gast Erik-Alexander Richter met vrij schokkend nieuws. Het wetenschappelijk hoog aangeschreven British Medical Journal (BMJ) liet zien dat er maar voor twaalf procent van de medicijnen bewijs is dat ze werken. Sterker nog, eigenlijk zou je moeten concluderen dat de rest kwakzalverij is, 88 procent dus! Een opmerkelijk gegeven, dat de laatste weken opeens op diverse Nederlandse websites opdook. Zou het echt zo erg zijn?

Richter geeft hoog op van orthomoleculaire geneeskunde en doet aan anti-aging. Hij heeft een opleiding in de Clinical Psycho Neuro Immunology  gedaan (of volgt die nog steeds). Waarschijnlijk kun je hem als natuurgeneeskundige aanduiden. Hij zei het volgende over de kwestie:

https://www.youtube.com/watch?v=8UyhiW9w29o

Waar komt dit ogenschijnlijk dramatische rapportcijfer voor de reguliere geneeskunde vandaan? De laatste paar weken vond ik al diverse verwijzingen naar een artikel op infonu.nl met als titel Medische wetenschap blijkt kwakzalverij. Dat is zo te zien al in mei geplaatst, maar werd half oktober opeens overgenomen op heel wat sites die alternatieve zorg een warm hart toedragen (misschien na een verwijzing op nu.nl). Het stuk op infonu.nl is geschreven door infoteur ‘Irbis’. Daarachter schuilt Erik Wieffering, een natuurgeneeskundige, die zich in het profiel ‘klinisch psycho neuro endocrinologisch immunoloog’ noemt, wat weer verdacht veel lijkt op de hobby van Richter. Op LinkedIn kun je ook zien dat hij iets met homeopathie en ayurveda doet.

‘Irbis’ geeft de resultaten van BMJ als volgt weer:

Clinical Evidance [sic] Handbook van de British Medical journal Publisher meldt dat van de 2500 meest voorgeschreven medicamenten en behandelingen:

  • 3 procent een groter ongunstig dan gunstig effect scoort.
  • 5 procent waarschijnlijk geen gunstig effect heeft.
  • 8 procent evenveel gunstige als ongunstige effecten heeft (uitruil middelen).
  • 12 procent enig bewijs van gunstig effect scoort.
  • 23 procent een zeer zwak bewijs voor enig gunstig effect laat zien.
  • En, dat van 49 procent totaal niet bekend is wat voor effect het heeft.

Op die weergave valt heel wat af te dingen, maar dat is niet zo makkelijk te controleren voor de achteloze lezer, omdat het infoteurtje de link naar de bron er niet heeft bijgezet. Info.nu ziet er dan wel Wikipedia-achtig uit, maar het is een site waar iedereen artikelen op kan kwakken. Als je er een beetje op rond kijkt, kom je naast artikelen die er heel redelijk uitzien, nogal wat kwakzalverpropaganda tegen.
‘Irbis’ beweert trouwens dat het nog veel erger is en dat die twaalf procent nog eens flink naar beneden bijgesteld moet worden. Hij haalt daarvoor een onderzoek aan van Deense onderzoekers die aannemelijk maken dat veel medische artikelen voor een groot deel geschreven zijn door  ghostwriters in dienst van de farmaceutische industrie (hier de link die ‘Irbis’ ook niet geeft). Die praktijk is ook door Ben Goldacre beschreven in Bad Pharma en is inderdaad niet fraai. Maar om nu maar gelijk te concluderen dat het in al die gevallen om frauduleus onderzoek zou gaan, gaat nogal ver.

Welke tabel ‘Irbis’ precies gebruikt heeft, kan ik niet zo makkelijk nagaan, maar het zal wel een iets minder recente versie zijn van de gegevens uit het volgende taartdiagram:

Stand van bewijs voor 3.000 behandelingen waarvoor gegevens uit RCT's beschikbaar zijn volgens BMJ (27-10-2013)
Stand van bewijs voor 3.000 behandelingen waarvoor gegevens uit RCT’s beschikbaar zijn volgens BMJ (27-10-2013)

Deze staat op de website van Clinical Evidence. Voor een deel klopt het verhaal. BMJ beoordeelt al jarenlang behandelingen op grond van het bewijs dat er voor is. En al jaren ziet dat taartdiagram er ook ongeveer zo uit. BMJ update deze cijfers halfjaarlijks en gebruikt voor de beoordeling evidence from systematic reviews, RCTs, and observational studies where appropriate. Het gaat dus om de hoogste treden in de Evidence Based Medicine piramide. Dat 50 procent in de categrorie Unkown effectiveness valt, lijkt heel erg, maar geeft in feite alleen maar weer dat dergelijk hoog gewaardeerd bewijs niet te vinden is. In veel gevallen is het ook duidelijk waarom dat er niet is en waarom er ook niet naar gezocht zal worden in de vorm van een dubbelblind klinisch onderzoek (RCT). Een chirurgische ingreep als verwijdering van een ontstoken blindedarm bijvoorbeeld is niet onderzocht in een RCT ten opzichte van een nepbehandeling en toch zullen er maar weinig twijfelgevallen zijn of die ingreep ingezet moet worden of niet.
De vertaling van ‘Irbis’ blijkt echter bijzonder krakkemikkig. ‘Likely to be beneficial’ vertalen als ‘een zeer zwak bewijs voor enig gunstig effect laat zien’ is gewoon niet juist. En ‘evenveel gunstige als ongunstige effecten heeft (uitruil middelen)’ is ook niet to the point als vertaling van ‘Trade-off between benefits and harms’. In dat laatste geval kan een arts per individueel geval vaak goed beoordelen of de voordelen groter ingeschat kunnen worden dan de nadelen. Dat is wat anders dan dat de nadelen even groot zijn als de voordelen, maar misschien klopt dat wel voor de hele populatie.

Dit maak al duidelijk dat ‘Irbis’ een heel gekleurde uitleg geeft van de bevindingen van BMJ. Hij besteedt ook geen enkele aandacht aan alle beperkingen van de cijfers in het rapport die wel op de website van Clinical Evidence genoemd worden, zoals:

it has both benefits and limitations: for example, an intervention may have multiple indications, and may be categorised as ‘Unknown effectiveness’ for one condition but ‘Beneficial’ for another.

Bepaalde middelen komen meerdere keren in het handboek voor, omdat er gekeken wordt per indicatie. Ook de categorie met onbekende effectiviteit wordt nader uitgelegd, ‘de helft’ waarover Richter op tv opmerkt dat er geen enkel bewijs achter zit:

‘Unknown effectiveness’ is perhaps a hard categorisation to explain. Included within it are many treatments that come under the description of complementary medicine (e.g., acupuncture for low back pain and echinacea for the common cold), but also many psychological, surgical, and medical interventions, such as CBT for depression in children, thermal balloon ablation for fibroids, and corticosteroids for wheezing in infants.

Toch aardig dat we iemand uit de alternatieve hoek nu zien toegeven dat acupunctuur voor lage rugpijn en Echinacea voor verkoudheid inderdaad tot kwakzalverij gerekend moeten worden 😉

Belangrijker voor de impact van de studie is de volgende opmerking:

AND WHAT DO OUR CATEGORISATIONS MEAN IN RELATION TO CLINICAL PRACTICE?
We would like to emphasise that our categorisation of the effectiveness of treatments does not identify how often evidence-based and non-evidence-based treatments are used in practise. We only highlight how evidence based treatments are for certain indications, based on randomised controlled trials. As such, these data reflect how different treatments stand up evidence-based medicine and are not an audit of the extent to which treatments are used in practice or for other indications not assessed in Clinical Evidence.

Om beter inzicht te krijgen wat het belang van deze beoordeling is voor de klinische praktijk, wil je weten hoe het zit per behandeling en welke het eigenlijk zijn. Die informatie zit echter achter een ‘betaalmuur’ bij Clinical Evidence. Eerlijk gezegd vind ik dat niet zo fraai. Op zijn minst hadden ze bijvoorbeeld van de meest voorgeschreven medicijnen de beoordelingen gratis toegankelijk kunnen maken.
Uit een oudere versie (2004) die online te vinden is (pdf), kun je inderdaad opmaken dat de beoordeelde treatments niet allemaal bestaan uit pillen, drankjes en zalfjes. Bij het onderwerp malariapreventie staat bijvoorbeeld dat er voor het dragen van lange kleding door volwassen om besmetting te voorkomen geen RCTs te vinden waren en dus valt die ‘behandeling’ in de categorie unknown effectiveness. Er zitten ook allerlei alternatieve behandelingen bij. Soms zelfs voor ziektes waar ik nog nooit claims voor was tegengekomen; ik noem als voorbeeld maar het gebruik van acupunctuur bij sikkelcelanemie. Als je even zoekt, zie je dat er inderdaad wel ‘onderzoeken’ naar zijn gedaan, meestal niet veel meer dan een case report en volgens de zelf opgestelde criteria zet Clinical Evidence het daarom bij unknown effectiveness. Ook iets als hypnotische suggestie voor de behandeling van wratten staat erin (geen bewijs van werkzaamheid). Waarom neem je zoiets eigenlijk op in een lijst die bedoeld is om artsen te informeren over de huidige stand van wetenschappelijk bewijs voor behandelingen? Zouden er potentiële lezers zijn die voor het lezen denken dat hypnose wél helpt bij wratten?

De conclusie dat het grootste deel van alle reguliere medische behandelingen eigenlijk kwakzalverij is (en dat medische wetenschap zelfs een pseudowetenschap zou zijn) kun je dus absoluut niet trekken. Wat je wel kunt concluderen is dat veel alternatieve behandelaars er geen been in zien om het publiek te verwarren met een verkeerde weergave van dit soort cijfers en erg snel tevreden zijn met informatie die in hun straatje past. Ze vergeten er gemakshalve bij te zeggen dat er voor hun hobby’s nul komma nul bewijs is van vergelijkbaar niveau. Een andere conclusie mogen ze bij RTL trekken: het is onverantwoord om iemand als Richter een platform op televisie bieden als (nep)expert.

Update 14-11-2013: Eerlijk is eerlijk, Richter heeft mijn commentaar op zijn uitspraken wel opgepikt en zijn uitspraken in een latere aflevering rechtgezet.

Naschrift. De bron van het verhaal is waarschijnlijk ‘Medisch Dossier’ van mei 2013:
“Is geneeskunde een wetenschap?”
. Dat is weer een vertaling van het artikel “Junk Medicine” uit het Engelse blad ‘What Doctors Don’t Tell You’ van Lynne McTaggart. Dat artikel zal in Engelse versie wel in 2012 zijn uitgekomen en dat verklaart de weinig actuele weergave van de cijfers van Clinical Evidence.
Ik wijs nog maar even op de website ‘What “What Doctors Don’t Tell You” Don’t Tell You’ van Engelse skeptici voor besprekingen van dat blad.

Filed Under: Gezondheid, Wetenschap Tagged With: Clinical Evidence, dubbelblind, Erik-Alexander Richter, kwakzalverij, medicijnen, rct, RTL

Gelezen: Philosophy of Pseudoscience

23 October 2013 by Pepijn van Erp 21 Comments

Karl Popper (1902-1994)
Karl Popper (1902-1994)

Het demarcatieprobleem is iets waar skeptici al dan niet bewust voortdurend mee bezig zijn: het scheiden van wetenschappelijke kennis en alles wat niet wetenschappelijk onderbouwd is of als pseudowetenschap gezien moet worden. De naam van Karl Popper is er nauw mee verbonden sinds hij falsifieerbaarheid als demarcatiecriterium voorstelde: een wetenschappelijk theorie moet toetsbaar zijn en op grond van het falen van een toets worden verworpen. Dit idee leeft nog steeds, maar kreeg al snel kritiek.Thomas Kuhn liet zien dat er ook allerlei sociale en psychologische aspecten een grote rol spelen in het wetenschapsbedrijf.  Veel van wat we als wetenschap beschouwen is niet toetsbaar en wetenschappers blijken in praktijk niet te werken volgens het ideaal van Popper, met het eerst opstellen van hypothesen en die onderuit proberen te halen met zo scherp mogelijke tests.
Larry Laudan verklaarde in 1983 het demarcatieprobleem min of meer dood. Het falsificatieprincipe van Popper was niet afdoende gebleken en andere criteria waren ook niet te bedenken om het onderscheid verantwoord te maken. Veel filosofen delen dit inzicht en het demarcatieprobleem verdween onder in de la. Ten onrechte volgens Massimo Pigliucci en Maarten Boudry. Zij stelden daarom een stevige essaybundel samen onder de titel Philosophy of Pseudoscience – Reconsidering the Demarcation Problem met stukken van 26 verschillende auteurs, die wel wat te zeggen hebben over pseudowetenschap.

Eigenlijk valt het met die doodverklaring van het demarcatieprobleem door Laudan wel mee. Hij stelt dat de term pseudowetenschap niet zinnig te gebruiken is om hele takken van sport weg te zetten, maar dat critici (of skeptici) zich zouden moeten beperken tot het weerleggen van concrete uitspraken of artikelen. Dus niet ‘frenologie is een pseudowetenschap en het is daarom idioot er nog tijd en energie aan te verspillen’ maar eerder ‘in artikel X beweert auteur Y dat deze typische vorm van de schedel wijst op gedrag  Z, maar dat klopt niet vanwege A-B-C’. Dit laat ook meteen zien wat het nadeel is van die aanpak: ook al hak je één kop van de pseudowetenschappelijke Hydra af, het belet niet dat er meteen een soortgelijke uitspraak zijn kop opsteekt. Er is duidelijk behoeft aan een grondigere aanpak van pseudowetenschappen, want sommige vormen een gevaar voor individuen of kunnen andere vervelende effecten in onze samenlevingen hebben.
Een probleem met een strikte opvatting van falsifieerbaarheid is dat sommige pseudowetenschappen er gewoon door heen fietsen. Astrologie doet bijvoorbeeld niet veel anders dan toetsbare uitspraken, alleen scoren die niet beter dan wanneer je naar willekeurig gekozen uitspraken zou kijken. Toetsbaar ja, maar doorstaan van serieuze tests ho maar. Anderzijds kun je afvragen of je iets als snaartheorie ooit wel tot toetsbare uitspraken zal leiden. Zou je het daarom vooralsnog niet als pseudowetenschap moeten kwalificeren? Of wat minder denigrerend, als ‘protowetenschap’? Er komt dus wat meer bij kijken dan alleen die falsifieerbaarheid en wetenschappers zullen als je ze er naar vraagt vaak elementen noemen van een lijstje als: interne consistentie, overeenstemming met aangrenzende vakgebieden, reproduceerbaarheid van data,  betrouwbaarheid van methoden, hoe gaat men om met kritiek, enzovoort.

Een afbeelding die Pigliucci gebruikt om
Een afbeelding die Pigliucci gebruikt om

Zo’n multidimensionale aanpak zien de schrijvers van het eerste deel (waaronder Pigliucci en Boudry zelf) als uitweg. Als voorbeeld geeft Pigliucci een indeling van een aantal (pseudo)wetenschappen op twee assen, waarmee je min of meer een onderscheid kunt maken, die niet mogelijk was met het criterium van Popper (zie hiernaast). Anderzijds stelt hij wel vast dat het trekken van een scherpe grens nog steeds niet zo makkelijk is. Het indelen van de onderwerpen op meer assen geeft echter weer andere inzichten. En door een aantal van die verschillende manieren om er naar te kijken te combineren zul je onder wetenschappers toch redelijk snel consensus bereiken of iets serieus te nemen wetenschap is of niet.

Wat ook naar voren komt is dat pseudowetenschap vaak een temporeel aspect heeft. Iets wat als wetenschap start, kan in de loop van de tijd in pseudowetenschap ontaarden (bijvoorbeeld koude kernfusie). Pseudowetenschappers houden hardnekkig vast aan hun idee ondanks al het tegenbewijs. Het is logisch dat de lat voor het ogenschijnlijk wel serieuze ‘bewijs’ dat deze onderzoekers nog wel eens aanleveren, steeds hoger wordt gelegd. Na voortdurend falen bij tests, wordt zo’n idee moeilijker te aanvaarden en hoe buitengewoner de beweringen hoe buitengewoner het bewijs ervoor moet zijn.
Andersom kan het echter ook. Iets dat door wetenschappers eerst als pseudowetenschap weggezet wordt, kan na steeds beter ondersteunend bewijs geaccepteerd worden als serieuze wetenschap, zoals de geschiedenis van de evolutietheorie laat zien. In het boek beschrijft Michael Ruse die ontwikkeling in From Pseudoscience to Popular Science, from Popular Science to Professional Science.
De strijd tussen de evolutietheorie en creationisme wordt overigens vaak aangehaald door verschillende auteurs. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien de verhitte strijd die daarover in de Verenigde Staten tot aan het Hooggerechtshof is gevoerd. Een meer Europese tegenhanger ontbreekt, maar misschien is er ook niet zo eenvoudig een kwestie te noemen waarover aan onze kant van de Atlantische oceaan recent nog vergelijkbaar fel gedebatteerd is. Een paar stukken vond ik minder sterk of sprongen er qua onderwerp wat vreemd uit. Toevallig of niet, allemaal in het deel dat True believers and their tactics heet. Een stuk van Jean Paul van Bendegem over hoe discussies met pseudowetenschappers kunnen verlopen en wat voor soort argumentatie je in de strijd zou kunnen werpen, is aardig, maar niet erg specifiek voor pseudowetenschap.
Een ander artikel dat wat te formeel aandoet, gaat over klinische trials en waarom die al dan niet ingezet kunnen worden voor de evaluatie van alternatieve behandelwijzen. Het is een formele inkadering van een (dubbelblind) onderzoek, die op zich klopt, maar aan de belangrijkste praktische problemen mijns inziens te makkelijk voorbij gaat.  De schrijver van het stuk, Jesper Jerkert, probeert aan te tonen dat de bezwaren vanuit sommige alternatieve behandelwijzen tegen die trials niet opgaan, maar vergeet dat een RCT bij normaal medicijnonderzoek maar het laatste stukje van bewijs van een groter geheel is, dat begint met het aannemelijk maken dat een behandeling überhaupt zou kunnen werken. De belangrijkste alternatieve behandelwijzen komen juist graag met bewijs in de vorm van RCTs aanzetten, omdat je daar met een beetje geluk  (en eventueel wat gemanipuleer) aan significant positieve resultaten kunt komen. Een beetje moeilijk door te komen (vooral het begin) vond ik The case of Freud’s Sexual Etiology of the Neurose een stuk waarin Frank Cioffi (overleden in 2012) stevig afrekent met de wetenschappelijk  pretenties van de ideeën van Freud. Misschien moet je er ook gewoon wat meer in thuis zijn dan ik.

Philosophy of PseudoScienceNaast de filosofische stukken die het demarcatieprobleem theoretisch aanpakken, heb ik vooral de historische en sociologische stukken met veel plezier gelezen. Thomas Nickels geeft in The Problem of Demarcation een mooi overzicht van de geschiedenis van de problematiek en zet de ideeën van Popper, Imre Lakatos, Kuhn en Laudan op een rijtje (uiteraard komen Aristoteles en Wittgenstein ook even langs). Ook de bijdrage van Michael Shermer is lezenswaardig en biedt meer dan de andere stukken praktische handvatten om pseudowetenschap te herkennen.
Intussen zou je misschien denken dat Boudry en Pigliucci alleen mannelijke auteurs wisten te strikken, maar er staan ook paar zeer interessante stukken van vrouwen in. Noretta Koertge schrijft over het (meestal) ontbreken van een kritische gemeenschap bij de pseudowetenschappers in tegenstelling tot de echte wetenschappen waar kritiek georganiseerd is. Weer zo’n as waarop je de (pseudo)wetenschappen zou kunnen indelen in een multidimensionale aanpak. En Barbara Forrest tast aan de hand van Hume de grenzen tussen wetenschap en religieuze pseudowetenschap af.

Ik vergeet dan nog wat auteurs ( m/v) te noemen, maar het is lastig om in een korte bespreking dit boek volledig recht te doen. Daarvoor is het te rijk aan ideeën. Er is ook nog aandacht voor niet experimentele wetenschap en de cognitieve wortels voor pseudowetenschap (hoe komt het eigenlijk dat dat soort ideeën bij mensen opkomen en beklijven?). Het onderscheid tussen pseudowetenschap en echte wetenschap blijft een lastige kwestie. Dit boek probeert, in mijn ogen terecht, een gedegen analyse van het probleem hoger op de agenda te plaatsen. Het idee dat wetenschappers zo ook wel ‘zien’ wat echte wetenschap is en wat niet, is geen bevredigende oplossing. Het is niet zo dat dat oordeel nergens op gebaseerd is en dat er vaak vergissingen gemaakt worden, maar de impliciete uitgangspunten en redenaties die leiden tot dat oordeel mogen wel wat helderder verwoord worden. Er komen dan vast inzichten naar boven die in andere gevallen ook goed van pas komen. De gereedschapskist met instrumenten om pseudowetenschap te bestrijden kan best aangevuld worden met wat nieuwe ‘heavy duty tools’.

Het is geen makkelijk boek, maar voor iedereen die wat serieuzer wil nadenken over waar hij als skepticus mee bezig is, durf ik het toch aan te raden. Waar haal je immers de arrogantie vandaan het beter te weten dan al die zwevers om ons heen? 😉 De inleiding van het Engelstalige boek is overigens hier te lezen, dan kun je zelf nog een beter idee krijgen of het wat voor je is. Ten slotte nog een tip: in een podcast van Rationally Speaking spreekt Boudry over het boek, geïnterviewd door Julia Galef en … Pigliucci. Dat wordt gelukkig toch niet saai, omdat Pigliucci en Boudry het ook niet op alle punten met elkaar eens zijn. 

Gelezen: Philosophy of Pseudoscience 1
Gelezen: Philosophy of Pseudoscience 2

Filed Under: Algemeen, Pseudowetenschap, Wetenschap Tagged With: FILOSOFIE, Laudan, maarten boudry, Massimo Pigliucci, popper, pseudoscience, pseudowetenschap

Misser van WRR: ‘slechts’ 25 procent van Nederlanders vond homeopathie wetenschappelijk

23 September 2013 by Pepijn van Erp 4 Comments

Dat was even schrikken. Op de website DUB, het medium van de Universiteit Utrecht, staat een stukje over hoe de samenleving aankijkt tegen het wetenschappelijk gehalte van een aantal vakgebieden. De resultaten van een steekproef zijn in een kek grafiekje samengevat, met daarin per vakgebied het percentage dat als ‘wetenschappelijk’ en ‘niet wetenschappelijk’ was aangeduid door de ondervraagden. Niet verrassend aan die cijfers is dat ‘harde’ wetenschappen Natuurkunde en Wiskunde hoog scoren met respectievelijk 94 en 90 procent voor ‘wetenschappelijk’. Dat geneeskunde de lijst aanvoert met 97 procent is al iets vreemder, maar ronduit verbazingwekkend zijn de cijfers van de hekkensluiters in de tabel. Niet omdat die onterecht onderaan staan, maar omdat ze nog zo hoog scoren. Het gaat namelijk om homeopathie en astrologie, die volgens de gegevens nog door 55 en 34 procent van de ondervraagden als wetenschappelijk gezien worden! Hoe kan dat nu weer?

Een verontrustende tabel (bron: DUB)
Een verontrustende grafiek (bron: DUB)

De gegevens komen uit onverdachte bron, het recente rapport van de Wetenschappelijk raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onder de titel ‘Hoeveel vertrouwen hebben Nederlanders in wetenschap?‘ (pdf). Inderdaad staat daarin op pagina 14 het volgende tabelletje:

Tabel 2 uit rapport van de WRR
Tabel 2 uit rapport van de WRR

Hiermee kunnen we verder op zoek naar de bron. Die is niet al te moeilijk te vinden, het gaat om ‘Europeans, Science and Technology‘ (pdf) van Eurobarometer in opdracht van de Europese Commissie, gepubliceerd in juni 2005. Daar komt toch een wat ander beeld uit naar voren. In de enquête werd namelijk niet gevraagd om ‘wetenschappelijk’ of ‘niet wetenschappelijk’ aan te kruisen, maar om je mening te geven op een vijfpuntsschaal, lopend van ‘volstrekt niet wetenschappelijk’ tot ‘zeer wetenschappelijk’. De laagste twee categorieën werden samengevoegd tot ‘niet wetenschappelijk’ en de hoogste twee tot ‘wetenschappelijk’.
Als je dan kijkt naar de cijfers voor de EU als geheel, vind je dat 33 procent van de EU-burgers homeopathie ‘wetenschappelijk’ vindt (blz. 35). Zou Nederland dan zou veel meer vertrouwen hebben in de werking van geschud water of in de wetenschappelijke capaciteiten van de homeopathische proefjesnemers? Nou, nee. In de bijlagen staat per lidstaat de uitsplitsing, voor Nederland zien de cijfers er als volgt uit (blz 198 en 208,  bladzijdenummering van pdf):

 N 1 2 3 4 5 DK
groep A 486 20% 26% 27% 16% 10% 1%
groep B 519 17% 26% 33% 16% 7% 1%

De enquete was in tweeën gesplitst, groep A kreeg soms andere vragen dan groep B, maar niet bij homeopathie. ‘DK’ staat voor ‘Don’t know’ neem ik aan. Als je nu de cijfers netjes bij elkaar voegt kom je uit op 45 procent die homeopathie als ‘niet wetenschappelijk’ en 25 procent die het als ‘wetenschappelijk’ karakteriseert. Dat laatste cijfer is wel wat minder schokkend dan de 55 procent van de WRR. De opstellers van het WRR-rapport hebben blijkbaar de categorie ‘wetenschappelijk’ zelf opnieuw gedefinieerd als 100 procent minus ‘niet wetenschappelijk’ en daarbij de neutrale categorie (3) ook maar bij ‘wetenschappelijk’ genomen. Slordig op zijn minst.

Dat er met twee groepen gewerkt werd, maakte het mogelijk om bijvoorbeeld bij astrologie te onderzoeken of de hoge score in 1993 en 2001 misschien voor een groot deel verklaard kon worden door een verwarring met het woord astronomie (dat zou er achter kunnen zitten, denk ik tenminste , hoewel astronomie zelf ook in het lijstje staat). Groep A werd ondervraagd met ‘astrologie’ en groep B met ‘horoscopen’ en dat gaf het volgende resultaat (voor NL, blz 193 en 203 van de pdf):

1 2 3 4 5 DK
Astrologie 486 27% 15% 21% 19% 16% 2%
Horoscopen 519 65% 21% 6% 4% 3% 1%

Als je het bij elkaar neemt en weegt, kom je op 66 procent voor ‘niet wetenschappelijk’ en 21 procent voor ‘wetenschappelijk. De WRR maakte weer dezelfde blunder en geeft 34 procent voor ‘wetenschappelijk’. Natuurlijk is het nog steeds zorgelijk dat er zoveel Nederlanders homeopathie en astrologie als wetenschappelijk karakteriseren (en zelfs nog 7 procent vindt dat ook van horoscopen), maar zo erg als de WRR het voorschotelt, is het dus lang niet. En ‘we’ doen het dus zelfs wat ‘beter’ dan het Europees gemiddelde.

Update: het rapport is overigens in samenwerking met het Rathenau Instituut geschreven, dus misschien gaat het iets te ver om van een ‘WRR-rapport’ te spreken

Filed Under: Algemeen, Factchecking, Uit het nieuws, Wetenschap Tagged With: astrologie, enquete, homeopathie, horoscopen, wetenschappelijk, WRR

Samantha Stein – Engaging Children in Science

7 September 2013 by Maarten Koller Leave a Comment

Deze voordracht gaf Samantha Stein tijdens het World Skeptics Congress 2012 in Berlijn.

Engaging Children in Science

Filed Under: Skepticisme, Skeptische TV, Wetenschap Tagged With: kinderen, onderwijs, samantha stein, skeptisch congres

Het Denkgelag – Debat over “de grenzen van de wetenschap”

5 September 2013 by Pepijn van Erp 56 Comments

denkgelag-logoOnze skeptische zuiderburen organiseren in vervolg op de succesvol verlopen reeks denkgelagen in 2012 wederom een ‘ongedwongen gespreksavond over sceptische en wetenschappelijke onderwerpen, bij pot en pint, met een schare boeiende sprekers en het publiek als centrale gast.’ Ditmaal met zeker niet de minste sprekers! 

17 oktober 2013 te Gent:

Debat over “de grenzen van de wetenschap”

Kan de wetenschap alles verklaren? Kan wetenschap zonder filosofie? Is wetenschap de enige bron om kennis te vergaren? Wat is het nut van filosofie in de wetenschap? Maar we gaan onderwerpen zoals het bestaan van de vrije wil of het bewustzijn ook niet uit de weg.

Sprekers:

daniel_dennett_1

Daniel Dennett:

Daniel Dennett (°1942) kan beschouwd worden als de bekendste hedendaagse filosoof. Hij houdt zich bezig met vraagstukken betreffende het bewustzijn, de filosofie van de geest en kunstmatige intelligentie. Hij doceert aan de Tufts University nabij Boston en heeft sinds de uitzending van de VPRO-serie Een Schitterend Ongeluk ook in Nederland en Vlaanderen bekendheid gekregen. Daniel Dennett stond tot vier maal toe op TED. Zijn laatste boek “Intuition Pumps and Other Tools for Thinking” kreeg tal van lovende recensies in oa. De NY Times, The Guardian en de Nederlandse vertaling van het boek verschijnt op 6 oktober 2013.

krauss2

Lawrence Krauss:

Lawrence Maxwell Krauss (°1954) is een internationaal befaamd natuurkundige en bestsellerauteur. Hij is professor natuurkunde en directeur van het Origins project aan de Arizona State University. In zijn boeken tracht hij prikkelende, onthullende antwoorden te geven op de meest fundamentele vragen. Waar komt ons heelal vandaan? Waarom is er iets in plaats van niets? En hoe zal het allemaal aflopen? Hij wordt alom geprezen voor zijn bevattelijke en aanstekelijke manier van communiceren. Binnenkort verschijnt een grootsopgezette documentaire waarin Lawrence Krauss en Richard Dawkins gevolgd worden terwijl ze de wereld rond trekken om te praten over wetenschap en rede. De première is gepland op het Hot Docs International Film Festival in Toronto in april 2013. Een aantal beroemdheden waaronder Woody Allen, Cameron Diaz, Ricky Gervais, Ian McEwan en Stephen Hawking. Lawrence Krauss is er ten stelligste van overtuigd dat wetenschap (nagenoeg) alles kan verklaren en dat niets buiten haar blikveld valt, ook niet de moraliteit, vrije wil of andere filosofische vragen.

Pigliucci

Massimo Pigliucci:

Massimo Pigliucci (°1954) is professor filosofie aan de City University of New York en auteur van een tiental boeken over evolutie, scepticisme en ecologie. Pigliucci is een doorgewinterde scepticus en uitgesproken criticus van pseudowetenschap en religie, maar hij waarschuwt voor de gevaren van “sciëntisme”, de opvatting dat wetenschap alles kan verklaren en de enige vorm van kennis uitmaakt. Hij stoort zich aan de neerbuigende houding van sommige wetenschappers tegenover filosofische problemen, en houdt vol dat wetenschap en filosofie elkaar nodig hebben.

 

Meer informatie op de website van het Denkgelag of op de Facebook-pagina of meteen naar de ticket-verkoop.

Filed Under: Algemeen, Wetenschap Tagged With: daniel dennet, denkgelag, lawrence krauss, Massimo Pigliucci

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Interim pages omitted …
  • Page 13
  • Page 14
  • Page 15
  • Page 16
  • Page 17
  • Interim pages omitted …
  • Page 39
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Steun ons via:
Een aankoopbol.com Partner (meer info)
Of een donatie

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Skeptic RSS feed

  • Skepsis
  • Error
  • SBM
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?
9 May 2025 - Ward van Beek
Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter?

.Het vorige congres ligt nog vers in ons geheugen, maar omdat ontwikkelingen steeds sneller gaan zijn wij alweer druk bezig met het Skepsiscongres 2025, op zaterdag 1 november a.s.  De maatschappij bekeken met een skeptische bril Je hoort het vaak:…Lees meer Inschrijvingen Skepsiscongres 2025 geopend: Was vroeger alles beter? › [...]

Graancirkels op European Skeptics Congress 2024
7 May 2025 - SkepsisSiteBeheerder
Graancirkels op European Skeptics Congress 2024

Voordracht van Francesco Grassi op ESC2024 in Lyon.Lees meer Graancirkels op European Skeptics Congress 2024 › [...]

SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!
27 April 2025 - SkepsisSiteBeheerder
SKEPP wordt 35… en dat vieren ze!

Onze Belgische zusterorganisatie SKEPP bestaat dit jaar 35 jaar. Op zaterdag 10 mei vieren ze dat met een mooi programma. Hoofdgast is de bekende skepticus en emeritus hoogleraar psychologie Chris French die onlangs ook tot erelid van SKEPP werd benoemd.…Lees meer SKEPP wordt 35… en dat vieren ze! › [...]

RSS Error: A feed could not be found at `https://skepp.be/feed`; the status code is `404` and content-type is `text/html; charset=UTF-8`

Lysenkoism 2.0 and the dismantling of the NIH
12 May 2025 - David Gorski

Robert F. Kennedy Jr.'s "make America healthy again" is basically Lysenko 2.0. It's come to the NIH and is destroying the crown jewel of US biomedical research with ideology and cronyism. The post Lysenkoism 2.0 and the dismantling of the NIH first appeared on Science-Based Medicine. [...]

David Geier, Mail Order Pharmacist
10 May 2025 - Kathleen Seidel

David Geier was in the drug business. What was he selling before the FDA stepped in? The post David Geier, Mail Order Pharmacist first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails.
9 May 2025 - Jonathan Howard

"I wish Vinay all the best for his new role. It's a whole new state of play when the buck stops with you." The post Dr. Vinay Prasad is Now the Medical Establishment. It’s His Job to Run RCTs, and It’s Our Job to Call Him a Lying Piece of $#!& if He Fails. first appeared on Science-Based Medicine. [...]

Recente reacties

  • Renate1 on Ben ik zelf eigenlijk een beetje vrij van bullshit?Tja, bij de uitspraak van de heer Bregman dat de meeste mensen deugen, wil ik daar graag de woorden 'in
  • Hans1263 on De linke weekendbijlage (19-2025)@Richard Rasker Ik denk dat het antwoord "hersenloos" is. We moeten hier het hoofd maar koel houden, het gek geworden
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (19-2025)@ Richard Rasker, Inderdaad. Veel van wat nu wordt afgeschaft door de regering van de VS, was juist bedoeld om
  • Richard Rasker on De linke weekendbijlage (19-2025)@Hans1263 Het intrieste is dat men met het opheffen van USAID en andere federale programma's en diensten juist het exacte
  • Renate1 on De linke weekendbijlage (19-2025)Mensen in het buitenland tellen niet mee. Overigens tellen mensen die op de een of andere manier hulp nodig hebben

Archief Kloptdatwel.nl

Copyright © 2025 · Metro Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in