Twee denkstijlen: kritisch denken en wensdenken (‘wishful thinking’): welke gebruik je het meest?
Liposuctie helpt niet
Liposuctie, één van de meest toegepaste ingrepen in de plastische chururgie, werkt niet om af te vallen. Dat blijkt uit een studie die op 7 april verscheen in het tijdschrift Obesity. De New York Times plaatste een goed leesbare samenvatting van het artikel en een interview met de onderzoekers.
Op het internet vind je makkelijk de plaatjes ‘voor en na’ de liposuctie die je moeten overtuigen: dit is een behandeling met resultaat. Ga bijvoorbeeld eens naar de website van abc-clinic. Uit het onderzoek van Robert Eckel en Teri Hernandez blijkt echter dat dit een illusie is: het vet zit er na een jaar weer aan, maar dan op andere plekken. Vet dat werd weggehaald rond de heupen, komt hoger op het lichaam terug, met name op de bovenkant van de buik en de armen. ‘It was redistributed upstairs’ aldus onderzoeker Eckel. Het onderzoek is baanbrekend. Toch is er volgens de voorzitter van de Amerikaanse organisatie van plastisch chirurgen (American Society for Aeshetic Surgery) geen twijfel aan de kwaliteit van het onderzoek: het onderzoek was ‘very well done’.
De terugkeer van het vet kan worden verklaard doordat het lichaam de hoeveelheid vet en vetcellen nauwkeurig reguleert en zoveel mogelijk gelijk probeert te houden. Het streven van het lichaam om de status quo te handhaven wordt homeostasis genoemd. Dit maakt het ook zo moeilijk om af te vallen. Vetcellen kunnen door weefselverandering niet terugkeren op de plek waar de liposuctie plaatsvond. Daarom nestelen de vetcellen zich elders. Het effect: na een tijdje is de patiënt terug op het oude gewicht.
Het is natuurlijk best schokkend dat veel mensen een chirurgische ingreep hebben ondergaan die niet blijkt te werken om af te vallen. En het is erg vreemd dat dit onderzoek nu pas is uitgevoerd. Liposuctie is er al sinds 1974, de behandeling wordt dus al 37 jaar uitgevoerd! In de Times komen twee onderzoekers met een mogelijke verklaring hiervoor. Samuel Klein van de Washington University School of Medicine veronderstelt dat onderzoek naar liposuctie lastig is. Je hebt er een team van onderzoekers voor nodig, vet moet heel nauwkeurig worden gemeten. Jonathan Moreno van de University of Pennsylvania wijt het aan de voorkeur van chirurgen om over case studies te publiceren. Daardoor kan makkelijk een verkeerd beeld ontstaan. Maar het blijft natuurlijk vreemd dat een behandeling die zo vaak wordt toegepast niet eerder goed is onderzocht.
De vrouwen die aan het onderzoek deelnamen zijn toch ook na een jaar nog tevreden. Eckel: ‘They had hated their hips and thighs and just wanted that fat gone’. Meer dan de helft van de vrouwen in het onderzoek van Eckel en Hernandez zei dat ze de liposuctie toch hadden laten doen, ook als ze van tevoren hadden geweten wat het resultaat er van zou zijn.
Ik vind dat mensen die liposuctie overwegen van te voren moeten weten waar ze aan beginnen en welke resultaten ze kunnen verwachten. Net zoals elke chirurgische ingreep is ook liposuctie niet zonder risico’s – de patiënt moet een goede afweging kunnen maken. Uit een onderzoek dat werd gepubliceerd in Dermatologic Surgery (July 2004, pp. 967–978) bleek dat 0,7% van de patiënten te maken krijgt met complicaties (zie bv deze link).
Illustratie voorzijde: New York Times
Lezingenserie Floris van den Berg
Op 7 december 2010 hebben enkele leden van de Skepsis werkgroep Utrecht2 een lezing bijgewoond van de filosoof Floris van den Berg waarin hij nog eens uitlegt waarom god niet bestaat en kabouters ook niet. En waarom een wereld zonder religie een betere wereld is.
Van den Berg is bestuurslid van vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte en uitvoerend directeur van Centre for Inquiry (CFI) Low Countries. Hij organiseerde in 2009 de atheïsmecampagne in Nederland met een groot billboard bij Schiphol.
De Leidse filosoof mag geschaard worden onder de groep van ‘New Atheists’ met namen als Christopher Hitchens (god is not Great), Richard Dawkins (The God Delusion) en Sam Harris (The end of faith, vertaald als Van God los), niet alleen omdat hij ook een boek over (of beter: tegen) religie geschreven heeft maar ook omdat hij hun toon deelt: atheïsme is niet iets om stil privé te beleven, maar dient vanwege de gevaren die aan religies verbonden zijn strijdbaar in het openbaar beleden te worden. In zijn boek (Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox) voert Van den Berg dan ook niet zozeer nieuwe argumenten aan tegen een geloof in god of goden. Sinds Immanuel Kants Kritik der reinen Vernunft is volgens hem alles wel gezegd.
Dat was ook wel een beetje het probleem van deze lezing. Wie zich enigszins verdiept had in de atheïstische literatuur kwam weinig nieuws tegen. De door Van den Berg geponeerde stelling dat iedereen eigenlijk in meer of mindere mate atheïst is (we geloven niet in Wodan, Donar, Zeus, Jupiter, Baäl, Sinterklaas etc.) komt rechtstreeks uit de koker van Dawkins: “We are all atheists about most of the gods that societies have ever believed in. Some of us just go one god further.” Ook het door de inleider met veel verve verdedigde geloof in het bestaan van kabouters, met als bewijs een in de tuin gevonden klompje en een vel papier waarop stond dat kabouters ècht bestaan, zal de Dawkins-kenner niet onbekend voorkomen (“There may be fairies at the bottom of the garden. There is no evidence for it, but you can’t prove that there aren’t any, so shouldn’t we be agnostic with respect to fairies?”)
Nee, de argumenten zijn niet nieuw, maar de strijdbaarheid is het wel. Na 9/11 zijn veel atheïstische denkers er van overtuigd dat religieuze overtuigingen niet zo onschuldig zijn als wel gedacht en dat de denkbeelden actief bestreden moeten worden. Geheel passend in de nieuw gevonden sense of urgency nemen de nieuwe atheïsten nemen dan ook geen blad voor hun mond. “Religies verdienen geen respect; achter respect voor religies schuilt laksheid”. “De paus is een staatsvijand”, “De studie theologie is een schandvlek voor de universiteit”.
Van den Berg ziet als eerste stap naar de verlossing van de wereld van religie het afschaffen van het bijzonder onderwijs. Geen van staatswege gefinancierde indoctrinatie van kinderen op school. Artikel 23 van de grondwet mag worden afgeschaft. Verder dient de overheid religie net zo te behandelen als roken: toestaan voor volwassenen zonder schade aan anderen, en verder actief ontmoedigen. Deze stappen verklaren ook de ondertitel van Van den Bergs boek (Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox); het tegenwerken van religie lijkt verre van liberaal. Het past in zijn stelling dat we niet tolerant voor intolerantie moeten zijn.
Al met al een interessante lezing, hoewel ik het gevoel had dat het vooral een preek voor eigen parochie was. Voor iets meer (maar niet veel) tegengas zie deze discussie tussen Floris van den Berg en de ‘Meiden van Halal’.
——————————————————————————————
We zijn bij alle lezingen aanwezig geweest en daar hebben we geluidsopnamen gemaakt. Deze waren in de eerste instantie voor onszelf bedoeld en de geluidskwaliteit is niet altijd even goed. Floris heeft toestemming verleend om de opnamen hier te publiceren. Zie ze als extraatje en niet als vervanging van de lezingen.
Download lezing 1 of beluister hier:
[audio:https://s3-eu-west-1.amazonaws.com/kloptdatwel.nl/FlorisvdBerg-deel1.mp3]
Download lezing 2 of beluister hier:
[audio:https://s3-eu-west-1.amazonaws.com/kloptdatwel.nl/FlorisvdBerg-deel2.mp3]
Download lezing 3 of beluister hier:
[audio:https://s3-eu-west-1.amazonaws.com/kloptdatwel.nl/FlorisvdBerg-deel3.mp3]
Om te downloaden kan je met de rechtermuisknop op de download link klikken en ‘link opslaan als…’ kiezen.
Het in de tekst genoemde boek kan je via onderstaande link bestellen. Daarmee ondersteun je tegelijkertijd Kloptdatwel.
//
Spokenjagers lossen wekelijks belangrijke levensvraag op, maar niemand die het boeit?
Op The Onion kwam ik het volgende artikel tegen, dat ik hieronder even snel heb vertaald:
Ondanks het feit dat in de hele geschiedenis van de mensheid niet één persoon ooit definitief bewijs heeft geleverd dat er leven na de dood is, shockeert de crew van het televisieprogramma Ghost Hunters zowel statistici als theologen met een ongelofelijke score van 100 procent in het documenteren van bewijs van spirituele aanwezigheid van overleden entiteiten. “Tja, we hebben erg goede apparatuur”, zegt een crewlid, een man van in de 30 die elke week wel een geest ziet, iedere keer dat hij erop uit trekt om er een te gaan zien. “Wat kan ik zeggen? We zijn gewoon hele goede onderzoekers, denk ik”. Bij het ter perse gaan, ondanks herhaaldelijk de centrale levensvraag van het menselijk bestaan te hebben opgelost, stond het programma op een of andere manier toch niet op de voorkant van iedere krant, magazine en wetenschappelijk tijdschrift ter wereld.
Het moge duidelijk zijn: The Onion is een satirische website.
De opmerking in de laatste zin is echter wel een hele rake. De vraag of er leven na de dood is wordt al een tijdje gesteld en wereldwijd zijn er talloze programma’s waarin er op spoken wordt gejaagd. In praktisch elke aflevering tonen deze programma’s (vage) beelden die als bewijs moeten dienen voor het bestaan van geesten of ‘entiteiten’. Het antwoord op een van de grootste vragen der mensheid zou, als we hen mogen geloven, dus allang bekend zijn. Hoe komt het toch dat er, behalve dan in het wereldje zelf, nergens serieus aandacht aan wordt besteed?
Ik kan natuurlijk zelf wel wat verzinnen, maar ben ook benieuwd naar eventuele antwoorden van spokenjagers zelf: wat denken zij dat de reden is dat wat zij als algemeen geaccepteerde kennis zien, door de rest van de wereld niet serieus genomen wordt?
Ik hoop stiekem op een antwoord in de trant van “omdat zelfs onze sterkste bewijzen van het paranormale teveel ruimte overlaten voor andere, normale interpretaties (bijvoorbeeld infrageluid)”, maar ben bang dat ik teleurgesteld zal gaan worden. Ik ben van plan binnenkort een paranormaal beurs te bezoeken, wellicht dat ik daar iemand tegenkom waar ik mijn vraag aan kan stellen, dus wie weet.
Afbeelding voorkant: Syfy.com
Alternatieve zorggebruiker gebruikt meer reguliere zorg
In een onlangs gepubliceerd artikel tonen de onderzoekers aan dat militairen in actieve dienst die Complementary and Alternative Medicine (CAM) therapieën volgen, meer conventionele zorg gebruiken dan degene die geen CAM gebruiken. Er werden 44.287 Amerikaanse militairen gevolgd en tijdens de studie werd hun allemaal gevraagd:
“Behalve reguliere zorg, wat voor andere zorg heb je gebruikt in de afgelopen 12 maanden?” waarbij de volgende 12 mogelijkheden beschikbaar waren: acupunctuur, biofeedback, chiropractie, energy healing, volksremedies, kruidentherapie, hoge doses vitamines, homeopathie, hypnose, massagetherapie, relaxatietherapie en spiritual healing.
Van de ruim 44.000 militairen rapporteerde 39% het gebruik van minimaal één CAM-therapie. De verdeling was als volgt: massagetherapie (24.7%), relaxatietherapie (21.1%), spiritual healing (9.1%), chiropractie (8.1%), kruidentherapie (7.1%), megavitaminentherapie (3.2%), volksremedies (2.3%), energy healing (1.4%), acupunctuur (1.3%), homeopathie (1.3%), biofeedback (0.7%), en hypnose (0.5%).
Die 39% was verantwoordelijk voor 45.1% van de ambulante zorg en 44.8% van de ziekenhuiszorg.
Het hebben van een aandoening of een gezondheidsklacht (gebruikte lijst) zorgde voor een verhoging van respectievelijk 15% en 19% van de kans dat iemand CAM gebruikte.
De conclusie van de auteurs is echter niet dat het gebruik van CAM slecht zou zijn voor je gezondheid.
CAM-gebruikers lijken een grotere behoefte aan gezondheidszorg te hebben evenals de neiging zowel conventionele als onconventionele zorg te gebruiken. De auteurs raden aan verder onderzoek te doen naar de redenen achter deze grotere behoeften om zo de conventionele zorg te kunnen verbeteren.
Overigens gaven de ook auteurs aan dat er weinig verschil zou zijn tussen militairen en burgers qua zorgvraag.